ZEG MIJN MENING. DAT IS VOOR MIJ OPVOEDEN IK MERK VAAK DAT U VERWACHTINGEN VAN DE KINDEREN HEBT „IK LEEF MET ZE SAMEN, Hit-.- Jfe Öii i fcj IMHEL Niet aanhalig Geen taboes Driftig Harder 23 ZATERDAG 23 DECEMBER 1972 J „Ik begin altijd te glimlachen als ze mij vragen hoe ik mijn kinderen opvoed. Ik leef met ze samen, zeg mijn mening. Dat is voor mij opvoeden”, zegt Peter van Warmer dam, 51 jaar en vader van vijf kinderen. Hij, zijn vrouw Thea de Vos en de vijf kinderen waren bereid tot een open gezinsgesprek, waarin zij vrijuit zouden praten over hun eigen opvoeding en de verhouding tot elkaar in het samenlevingsverband dat officieel gezin heet. Daarom stellen we ze hier eerst aan u voor - de vader kent u al - de moeder heet Ze zijn geen mensen, die het in een commune lang zouden uithouden. Moeder Thea mist er vooral de privacy, de mogelijkheid om op jezelf te zijn. „Er is geen bloedband. In mijn eigen gezin merk ik al hoe moeilijk het is je weg te cijferen. Laat staan als het vreemde mensen zijn, ook al zijn het je vrienden”. Maar Alex propageert het volgens haar wel, iets wat hij pertinent ont kent. „Ik kan het me voorstellen maar ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat ik er niet geschikt voor ben. Ik ben te individualistisch en te egoïstisch. Bij vriendschappen ben ik erg gauw geneigd iemand te aan bidden, maar na korte of lange tijd knapt het af. Na bepaalde tijd ken ik iemand zo goed dat ie me gaat vervelen”. Thea: „Dat heeft hij heel sterk, die verveling, maar er zijn in het leven altijd wel dingen die een sleur zijn”. Alex ziet het succes van de commune afhankelijk van de structuur van de commune. „Als je met een paar man de hele dag tegen elkaar aan zit te kijken is het eerder gedoemd te mislukken dan als je bijvoorbeeld met veertig man in een kibboets werkt. Het contact is anders”. Thea en is tweeënveertig jaar, oudste van de kinderen is zoon Alex, volgens sommigen ook de moeilijkste, hij is twintig jaar en studeert Beeldende kunst aan de Rietveld Aca demie in Amsterdam. Dan volgen de zoons Mark (achttien jaar) en Vincent (zestien jaar), zij volgen middelbaar onderwijs in Velsen. Liesbeth en Anne-Marie zijn tweeling die het gezin compleet maken, zijn elf jaar en volgen nog basisonderwijs. Het gesprek begint met de vraag of zij de gezinsvorm ideaal vinden of een mogelijke andere vorm van samenleven prefereren en daarbij komt de commune al heel gauw de kamer binnenrollen. Erbij OH 1 K- S ‘t r n k i i i MARK: „Ik ben een beetje opstandig nare r KO VAN LEEUWEN BERT VAN PANHUIS. n e e I LIESBETH: „We zijn niet bang voor onze ouders”. „Je hebt met die openheid wel veel meer zorgen. Je weet soms te veel. Je kan modern zijn en met je kinderen meegaan maar je blijft toch een mens van die vorige generatie. Je staat nog met je ene been in die tijd. Dat milieu waar je uit gekomen bent, daar zit je toch nog aan vast”, relativeert Thea een beetje bezorgd kijkend. 5, n MOEDER THEA EN VADER PETER: „Laten we wel even vaststellen, we hebben niet het gevoel dat we het zo goed doen. Maar hoe het dan wel zou moeten n it it h e h e n ■t it Wat dominerende karakters betreft, schijnen Thea maar vooral Alex eruit te springen. Mark: „Alex confronteert het gezin met de problemen.” Thea: „Hij laat de anderen ook moeilijk aan het woord.” Als je Mark mag geloven dan rust Alex niet voor hij de aan dacht van iedereen heeft. Er wordt wat badinerend gepraat over de voor keuren voor televisieprogramma’s. The- a: „Als ik doodmoe eens relaxed naar ligt dan „Neem nou dat pen. Dan vind Peter heeft volgens Alex de eigenschap, dat hjj nooit ongelijk wil bekennen. „Als ik met hem alleen in de auto zit, kan ik lekker praten. Maar soms zit hij in de stoel en luistert hij niet eens naar je. De openheid valt weg en hij speelt een heel burgerlijk mnxtxx. vch cvit uvcijc vyoiw/puiy geworden. Ik was altijd vrij rustig, niet schreeuwen, maar op een ge geven ogenblik krijg je genoeg van het geschreeuw hier en het gedoe. Daar wil je wat tegenover stellen”. voor Thea duidelijk voor de rest. Peter: een meisje blijft sla- ik het onzin om de Via de taakverdeling in de commune komt het gesprek op de verdeling in het gezin, waar de vrouw vaak voor de opvoeding opdraait omdat de man werkt. Peter: „Dat is bij ons niet zo.” Mark en Alex sputteren: „Hij bemoeit zich er niet zo mee. Het blijft meestal bij ingrijpen op een bepaald moment, maar hij zal niet zeggen dat we bij voorbeeld met mes en vork moeten eten.” Alex: „Bij mamma hoef ik som mige dingen niet te doen”, iets wat Thea bevestigt. „Peter is lang niet zo •nel geïrriteerd door iets als ik.” Het begrip opvoeding. Een soort de finitie komt er niet uit, iedereen brengt een beeld onder woorden van wat het zou kunnen zijn. Peter bijvoorbeeld heeft iets tegen het woord opvoeden. „Ik begin altijd te glimlachen als ze mij vragen hoe ik mijn kinderen op voed.” Hij zegt bang te zijn voor teleurstellingen, dat gevoel als je de kinderen tot iets wil opvoeden en het lukt niet Thea: je denkt bij op voeden dus wel aan het ergens naar toe lei den” en Alex: „Ja, ik merk vaak dat u verwachtingen van de kinderen hebt.” VINCENT: „Mensen, die dit gezin meemaken en het niet kennen vinden het maar een rare chaotische bedoe ning”. jongen boven en haar beneden te laten slapen als je weet dat ze ’s nachts toch bij elkaar kruipen. Maar Thea zegt: „Ik heb kleine kinderen en voor mijn gevoel kan het niet.” Thea zelf: „Het is voor mij een moeilijk punt. Als ze met een meisje gaan slapen en er gebeurt wat dan denk ik daar schuld aan te hebben. Door die openheid hoef je toch niet alles goed te vinden. Ik weet wel het klinkt erg burgerlijk. Alex vindt haar bij dat soort mo menten autoritair. „Laatst was er hier een meisje om te slapen. Zij moest boven, ik beneden. Toen ik haar weg bracht, heb ik daar toch tot drie, vier uur liggen rommelen. U belazert u zelf dan een beetje.” Is de opvoeding door de openheid voor de ouders niet moeilijker gewor den omdat je niet meer regelrecht kunt verbieden? Peter en Thea zeggen volmondig ja, maar, stelt Peter „je bent nu eenmaal voor een vrije opvoe ding en daar zul je dan ook de conse quenties van moeten nemen. Je moet niet zeggen: dat wil ik niet hebben. Dan ben je er al naast.” Thea: „Als ik zeg: maak het niet te laat, zit ik wel om drie uur op de klok te kijken van „godverdee, ze zijn er nog niet.” Maar het afbakenen van ,je mag dit en dat niet” vind ik toch wel de weg van de minste weerstand.” Peter en Thea worden soms nog wel eens als een autoriteit gezien. Niet bij ideeën maar bij sommige praktische zaken zoals het huishouden. Als Alex geen zin heeft naar school te gaan krijgt hij Thea tegen zich want „ieder een is druk bezig en dan ligt daar zo’n jongen tot twaalf uur in zijn bed. Dat irriteert me. Ik vind het heerlijk als Alex naar school is want we botsen nog wel eens.” Angst voor de ouders („je hebt jongens die thuis dingen niet kunnen vertellen omdat ze dan het huis worden uitgestuurd”) is er volgens Alex niet, net zo min als respect. Wel een zekere waardering, die niet zo gauw wordt uitgesproken. „We zijn open op een typische manier, niet aan halig, niet zo uiterlijk emotioneel”, al dus Alex, die zegt bijvoorbeeld zelden een bloemetje mee te nemen. Peter: „Hoe praten jullie over ons, scheppen jullie over ons op?” Vincent stelt dat de anderen zelf altijd al zeggen dat het bij hem thuis tof is en Mark wil wel kwijt dat hij met enige trots de verhoudingen thuis aanhaalt. Taboes hebben ze niet, al kan Thea zich wel mateloos ergeren aan de grof heid, waarmee Alex en Vincent zich vaak uitdrukken. Vincent noemt het frappant dat ze op een feestje van Alex een stickie hebben gerookt. „Toen vroeg ik of we mochten roken. Mam ma vond het best, maar dan moest ze het zelf ook proberen.” Thea: „Maar ik Mies Bouwman wil kijken, ben ik burgerlijk.” En Alex: „De Barend Ser- vetshow wordt van ouderlijke zijde niet helemaal begrepen.” mannetje. Niet zo gemeend, maar het komt wel lullig over.” Vincent is volgens de anderen lui en slordig op een manier die storend is. En Mark? Vincent: ,„Die is in veel opzichten ontzettend dictatoriaal, zo van (hij knipt met de vingers) „dat móét gebeuren.” Mark: „Ik ben een beetje opstandig geworden. Ik was al tijd vrij rustig, niet schreeuwen, maar op een gegeven ogenblik krijg je ge noeg van het geschreeuw hier en het gedoe. Daar wil je wat tegenover stel len.” Vincent herkent dat dictatoriale sterk bij Mare: „Van school naar huis. Hij loopt heel nonchelant naar buiten, laat zijn tasje staan. En omdat ik het voorrecht geniet zijn broer te zijn, die dan achterop zijn brommer mag, heb ik dat tasje maar te dragen. Anders kan ik wel mooi gaan lopen.” Gedediceerd noemt Alex zichzelf zeer driftig, agressief, intolerant en egoïstisch. „Ik boor iemand wel eens volkomen de grond in zonder dat ik het merk. Ik ben zelf erg kwetsbaar en gevoelig en ik doe van alles om te maken dat mensen mij mogen. Dat intolerante gaat de laatste tijd wat beter.” Persoonlijke zwakheden komen voor de anderen in het gezin duidelijk tot uitdrukking en ieder weet voor zich ook wel op welk vlak ze liggen. Zo geeft Thea toe dat ze driftig, opvlie gend is. „Ik schijn een heel rustig meisje geweest te zijn.” Volgens Alex heeft ze voor haar karakter te veel kinderen, waarbij nog komt dat die ook driftig en opvliegend zijn. „Je hebt mensen, die dat kunnen opvangen, maar u kunt het wat dat betreft niet zo goed aan.” Thea: „Nee.dat geef ik wel toe. kan niet roken dus gebeurde er niets.” Alex, die het als een genotmiddel ziet, zegt regelmatig maar niet abnormaal veel te roken. Peter: „Ik ben er ook wel bang voor, maar als ze het uit verveling deden.dat zou ik erg vinden.” De sex moeilijker Openheid betekent nog geen vriende lijkheid, vertelt Alex. „Het gaat hier vaak harder toe dan in gezinnen waar volgens de regels wordt geleefd. Er wordt hier vaak ontzettend op elkaar gescholden maar dan is het er ook uit.” En Vincent: „Mensen, die dit gezin meemaken en het niet kennen, vinden het maar een rare chaotische bedoe ning. En daarorr betwijfelt Thea vaak of er op die openheid wel zo’n zegen rust. „Als ik een vriendinnetje van hem hoor zeggen dat ze beloofd heeft om elf uur thuis te zijn, ben ik wel stinkend jaloers. In gezinnen waar die openheid niet is weten de ouders een heleboel niet van hun kinderen. Ik ben wel eens een paar dagen verschrikke lijk ongerust geweest.” Alex vindt van zichzelf dat hij wel eens te veel vertelt. Vincent: „Dat merk ik van mezelf de laatste tijd ook. Dat ontzettend gauw lullen over din gen die alleen mezelf aangaan.” Peter: „Laten we wel even vaststellen, we hebben niet het gevoel dat we het zo goed doen. Maar hoe het dan wel zou moeten Alex vult later nog aan: „Misschien komt dit hele gesprek op de mensen straks erg negatief over, daarom wil ik toch wel even een paar positieve dingen opnoemen. We zijn er allemaal van overtuigd dat we een sterke gezinsband hebben. Juist doordat je goed met elkaar kunt praten leer je elkaar kennen. We hangen hier erg aan elkaar. We gaan ook vaak allerlei dingen allemaal samen doen, zoals we met het gehele gezin bijvoorbeeld ook naar de bioscoop gaan, of op vrije dagen met elkaar optrekken. We weten wat we aan elkaar hebben en dat ieder van ons niet klakkeloos oor deelt. Daarin hebben onze ouders toch echt wel het voorbeeld gegeven De dingen die we nu ook in dit gesprek op tafel hebben gelegdik geloof dat veel ouders erg boos zouden worden. We waarderen het dat onze ouders bij de opvoeding niet de weg van de minste weerstand hebben gekozen. In dat op zicht zijn we blij als andere kinderen jaloers naar ons gezin kijken s,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1972 | | pagina 23