Zilveren vrouwenbond
NVV krijgt een
heel ander gezicht
Echt antiek
is bijna niet
meer te krijgen
(VROUW
ANTIEK IS „IN"
N
J
EN
LI
«81
B
1G
eit!
Kind en TV
Nieuwe stijl
Verandering
DEN
*1»
it?
ZATERDAG 6 JANUARI
1973
17
Erbij
Helena
Malafide veilingen
Rommel
Bedelbrieven
Poppen
h
"88''
■IBM
i 1
-
-
'r J
XÏ.1
V r V/ 1
O
i
t
V
nanciële slag
van
k
Door de toenemende belangstelling voor antiek (echt of niet echt)
en het verminderde aanbod zal binnen afzienbare tijd de „namaak”
de overhand krijgen. Nu al leveren ,antiek”-fabrieken in Grieken
land, Spanje en Z.O.-Azië (om enkele topleveranciers te noemen)
immense hoeveelheden „eeuwenoude” geweren, pistolen en andere
interessante gebruiksvoorwerpen af, waar ze gretig aftrek vinden
op Westeuropese en Amerikaanse (super)markten.
De tijd dat overgrootmoeders inboedel door de eerste de beste
opkoper voor een appel en een ei van de hand werd gedaan, is defi
nitief voorbij. De. belangstelling voor oma’s oude spullen is de laatste
jaren sterk toegenomen. Jonge mensen, wijs geworden door krant
en televisie, zijn er zich van bewust dat zij met oude gebruiksvoor
werpen „goud” in handen hebben gekregen, waarvan zij slechts
met de grootste moeite en tegen hoge beloning afstand willen doen.
Op stoffige zolders liggen de kostbare curiositeiten hoog opgetast,
te wachten op het moment dat ze voor grof geld kunnen worden
verkocht. Weer anderen zetten de oude stoof, het tinnen potje of de
eikehouten boekenkast liever niet in geld om- en richten er hun
huiskamer mee in. Antiek is „in”. De mensen zijn „plastic-moe”.
Antieke poppen, ook een waardevolle
geldbelegging.
Hij geeft een voorbeeld. „Daar in de
etalage hangt een stel vuursteenpistolen.
Ze dateren uit 1720. Dat houdt in dat
het onmogelijk is dat het voor een paar
honderd gulden kan worden aangeboden.
Dit stel kost 3750 gulden. Dat is gewoon
de prijs die het waard is”.
Er zijn nog andere „zondebokken”, die
het vertrouwen in de echte antiquair,
het
een
aan
Rommel van antiek onderscheiden is
een zwaar karwei geworden, zelfs voor
een echte antiquair. En juist die rommel
wordt in steeds grotere hoeveelheden
aangedragen, „Tegenwoordig noemt ieder
een zich antiquair”, aldus de heer Hart,
wiens grootvader in 1873 in Amsterdam
al zijn eerste antiekhandel opende. „Ik
zit mijn hele leven in het vak. Ik weet
niet beter. Maar ik weet wèl dat als ik
100 jaar ben geworden, ik nóg lang niet
alles van antiek afweet. Je zou verstand
moeten hebben van koper, van tin, van
meubelen en schilderijen, die uit ver
schillende landen komen en in uiteenlo
pende tijdvakken gemaakt zijn. Daar
alles van af weten is ondoenlijk”.
De heer Hart, die zegt dat 80 procent
van de antiekhandelaren van elkaar le
ven, is blij dat de tijd voorbij is dat
antiek alleen voor de goede stand be
stemd was. „Daar zijn we nu gelukkig
helemaal vanaf. We zien steeds meer
jongeren in onze zaak. En denk niet dat
„Er zijn nog erg weinig echte anti-
quairs”, zegt Harry Brouwer, antiquair
in Den Haag, „die zich alleen met wer
kelijk antiek bezighouden. Dat kan ook
bijna niet, want echt antiek is bijna niet
meer verkrijgbaar. Vooral grootmoeders
goed is bijzonder in trek, dat spul dat
zo'n 80 a 90 jaar oud is. Wij hebben zo
weinig vat op echt antiek gekregen,
omdat de oude inboedels, waar nog wel
eens wat tussen zit, door de kinderen
(na overlijden van ouders of grootou
ders) worden „ingepikt”. Zij realiseren
zich dat antiek een van de beste geldbe
leggingen is. Ieder jaar stijgt de waarde
van een echt antiek stuk met zo’n 10 a
15 procent en dat percentage geeft geen
enkele bank”.
die over één nacht ijs gaan. Ze zijn
doorgaans zeer prijsbewust en weten bij
voorbaat wét ze ongeveer voor een be
paald voorwerp of meubel neertellen. Ik
vind het altijd prettig wanneer jongelui
de zaak binnenlopen. Er is lange tijd
drempelvrees voor antiekwinkels ge
weest, maar die vrees is bijna weg. De
mensen kunnen bij mij zo maar binnen
lopen. Ik heb alle artikelen geprijsd,
zoals in een supermarkt. Dan hoeft nie
mand ijet gevoel te hebben beduveld te
worden”.
;tr.
EM
179
iG r
in ot
EBOI
ANl
itrur
HmflraWiiinrü;.
Brouwer is ervan overtuigd dat hij
binnen het jaar miljonair zou zijn, als
hij een paar maanden op oude, vergeten
zolders mocht grasduinen, „Daar ligt
goud. Jammer dat het niet in de roulatie
komt: voor de mensen zelf, die er niet
van kunnen genieten, èn natuurlijk voor
ons zakenmensen, die er niets aan kun
nen verdienen. Door de verzamelwoede
die zich van het publiek meester maakt,
zijn de prijzen van antiek niet meer te
schatten. Het is nu zo: wat ’n gek ervoor
geeft. Ik verwacht dat het aanbod de ko
mende jaren nog minder zal worden en
de namaak-antiek nog meer grond onder
de voeten krijgt”.
Wat is antiek eigenlijk? Daar zijn de
antiquairs het niet met elkaar over eens.
Kritiek wijdt de heer Hart aan de
malafide antiekveilingen, die in steeds
hoger tempo worden gehouden. „Van die
veilingen hebben wij veel narigheid on
dervonden. Men mikt daar op de sensa-
tielust van de mensen. Maar er wordt
geen enkele garantie gegeven. Als de
hamer valt, dan moet je betalen en kun
je niet meer terug. Er wordt daar ge
schermd met namen van schilders die
alleen in musea hangen. Als je thuis
komt, blijk je een of ander prutsding te
hebben gekocht. En zie er dan maar
vanaf te komen”.
„DE VROUWENBOND gaat een
heel ander gezicht krijgen”. Dit
zegt mevrouw J. Zwanepol, alge
meen secretaresse van de Vrouwen
bond NVV. Eind januari viert de
bond zijn 25-jarig bestaan en bij
het traditioneel terugblikken op
zo’n voorbije periode blijkt er ook
in deze nog betrekkelijk jonge
vrouwenorganisatie heel wat in be
weging te zijn. De algemeen secre
taresse karakteriseert de grote ver
schuiving in het bondsw’erk als
volgt: „Vroeger lag het accent op
daadwerkelijke hulp en dienstverle
ning. We zijn vlak na de oorlog im
mers begonnen in een tijd waarin
alles weer moest worden opge
bouwd. Nu willen vrouwen zich
meer losmaken van het gezin, naar
buiten treden, zich meer waar ma
ken”.
Niet alleen de vraag naar een Bieder-
meier-stoeltje of een Louis-XV-meubel
is sterk toegenomen. Ook de antieke
poppen krijgen steeds meer belangstel
ling. Gemma van Katwijk, mede-eigena-
res van „Het Cachot”, ook in de buurt
van de Denneweg, zegt dat ze in Frank
rijk bijvoorbeeld grif voor 1000 gulden
van de hand gaan. „Ook poppen be
schouwt men tegenwoordig als een
waardevaste belegging. Ineens komen ze
overal boven water. Men beseft dat de
prijzen stijgen en men heeft zo'n pop
graag in zijn huiskamer. Het staat deco
ratief, vindt men, en bovendien vindt
men het fijn om iets echts in zijn huis
te hebben. Men heeft genoeg van na
maak”.
EEN CITAAT uit een jaarverslag uit
die beginperiode van een kwart eeuw
geleden: „Ingevolge het karakter van de
Vrouwenbond NW ligt zijn belangstel
ling voor een groot deel in de sociale
sfeer. De afdelingen waren bijvoorbeeld
actief bij het onderbrengen van de Oos
tenrijkse kinderen die tijdelijk naar Ne
derland waren gekomen. Men voorzag
de kinderen, indien nodig, van kleding.
Voorts organiseert men gezinshulp voor
leden of gezinnen van leden der bij de
NVV aangesloten organisaties of bevor
dert, dat kinderen van een zieke moeder
tijdelijk elders liefdevol worden opgeno
men”.
ELDERS in dit NW-jaarverslag 1946-
1948 wordt gesproken over de vrouwen
vakantiekampen die dankzij de mede
werking van de Amerikaanse vakbewe
ging in 1946 en 1947 konden worden
opgezet. De deelneemsters kregen daar
bij „een Amerikaans geschenkpakket”.
Er werd voorts driftig gewerkt aan „een
grote propagandistische activiteit onder
de vrouwen”, met als resultaat dat de
gloednieuwe bond eind 1948 ruim 5000
leden telde, verdeeld over 75 afdelingen.
Balans anno 1973, aan de vooravond van
het zilveren jubileum: ongeveer 220 af
delingen met ruim 17.000 leden.
„WE GROEIEN nog steeds, hebben
hoofdzakelijk oudere leden maar krijgen
steeds meer jong bloed. Toch blijken
jonge vrouwen met kinderen zich nog
niet zo gemakkelijk los te maken van
kinderen en gezin. Maar ook wij kennen
gelukkig die onmisbare vaste kern die
altijd tijd heeft voor medewerking”, zegt
mevrouw Zwanepol. Tegenover de acti
viteiten van vijf jaar terug stelt ze een
lijstje onderwerpen die nu de gemoede
ren in het vrouwenbondswerk bezighou
den: de cursus „Vrouw in het gezin en
maatschappij” bijvoorbeeld, die bij de
leden hoog genoteerd staat en al ver
scheidene keren herhaald is.
VERDER IS men druk met onderwer
pen als scholings- en herscholingsarbeid,
met acties als „Marie word wijzer”, met
de positie van de buitenshuis werkende
vrouw met gezinsverantwoordelijkheid.
En vooral met het actuele begrip „poli
tieke bewustwording van de vrouw” dat
totnutoe heel goed lijkt over te komen,
zoals de algemene secretaresse het voor
zichtig formuleert.
WERKWIJZE EN structuur van de
moderne vrouwenorganisatie zijn in Ne
derland aan de orde van de dag. De
Vrouwenbond NW ontkwam evenmin
aan de roep tot vernieuwing en bezin
ning en is sinds 1967 doende met herzie
ning van taak en werkwijze. Een struc-
tuurcommissie heeft naarstig gewerkt
aan de „doorlichting” van de vrouwen
bond en afgelopen jaar zijn de eerste
voorstellen voor een nieuwe structuur
op tafel gekomen.
KENMERKEND voor die (gedemocra
tiseerde) nieuwe stijl zijn onder meer
het afstappen van wat men noemt het
afgeleide lidmaatschap en de dito doel
stelling. Het lidmaatschap van de Vrou
wenbond NVV wordt opengesteld voor
iedere vrouw. Totnutoe konden vrouwen
alleen lid worden als hun man al via
een vakvereniging lid was van het NVV,
of als ze werkende vrouwen waren en
als zodanig lid van een vakorganisatie.
DUIDELIJKER dan uit dorre concept-
statuten vallen de bedoelingen van de
zilveren vrouwenbond te lezen uit het
aan de vrouw gerichte „mini-midi-
maxi”-foldertje waarin de vrouwenbond
zich paraat verklaart „om te vechten
tegen antieke opvattingen die de vrouw,
en met name de huisvrouw, geen eigen
plaats, geen eigen recht en geen eigen
leven in de maatschappij toekennen”. En
om die vrouw te helpen bij het kennis
nemen van en inzicht krijgen in heden
daagse vraagstukken als werkgelegen
heid en leefmilieu, onderwijs en volks
woningbouw, abortusvraagstuk en de
noodzaak van het inrichten van crèches,
om er een paar te noemen.
AAN WERK zal het de jubilerende
bond in de tweede 25 jaar van het
bestaan dus voorlopig niet ontbreken.
Het zilveren jubileum wordt op 27 janu
ari in Hilversum gevierd.,, Dit jubileum”,
zegt mevrouw Zwanepol, „wordt voor
qns aanleiding om de bond eens goed in
de publiciteit te brengen. We doen dat
onder meer via een propagandakrant
waarin een stuk historie, de structuur -
wij zingen en de vrouwenbond-nieuwe-
stijl onder de aandacht worden gebracht.
Bovendien wordt de viering begeleid
door een aanta’ VARA-programma’s die
al om half acht ’s ochtends beginnen”.
De algemeen secretaresse maakt er geen
geheim van dat de jubilerende bond van
al die activiteiten concrete resultaten
wil oogsten: „We hopen én verwachten
er veel leden bij te krijgen”.
GELUKSVOGELS die de fi-
hun leven
slaan in loterij of voetbaltoto,
worden meestal meteen over
stroomd door tientallen „bedel
brieven”. Maar ook zonder zo’n
financiële meevaller krijgen
sommige mensen regelmatig be-
del-correspondentie in de bus.
Het Duitse blad Jasmin publi
ceer! een aantal brieven die be
kende acteurs en filmsterren van
„bewonderaars” ontvingen. De
Duitse toneelspeler Horst Frank
vond bijvoorbeeld dit mooie
briefje in zijn fan-mail:
„Stuur mij alstublieft per om
gaande 3000 Mark. Ik heb een
nieuwe woning betrokken en alle
meubels op afbetaling gekocht.
Ik verzoek u hierbij mij onmid
dellijk het geld over te maken,
omdat het anders slecht met mij
afloopt”.
FILMREGISSEUR Jürgen Ro
land kreeg een vriendelijk brief
je van iemand die meedeelde dat
hij alle films van Roland gezien
had, maar dat het hem was op
gevallen dat er in de laatste tijd
bijzonder veel waren verschenen.
„Ik geloof dat u nu eindelijk wel
miljonair bent, en u zult het dus
zeker niet brutaal van mij vin
den dat ik u om een cheque van
100.000 Mark vraag. Ik vind dat
ik daar wel recht op heb, omdat
ik al uw films heb gezien”, aldus
deze „bewonderaar”.
DE ZWITSERSE schrijver E-
rich von Daneken („Waren de
góden astronauten?”) bezit een
brief waarin iemand hem het ont
werp voor een vliegende schotel
aanbiedt. Wel tegen betaling: een
half miljoen.
irijver
irsuss
Tale
)ND-
N
!e
NT®
:n
idente’
assen
Sngels
nsen
elijks
bij:
De meesten zeggen: echt antiek moet
ten minste 100 jaar oud zijn. Anderen
vinden: antiek is alleen dat voorwerp
dat gemaakt is in de „stijl”-periode
waaraan het zijn naam te danken heeft.
Een renaissance-kast uit 1820 is voor
velen antiek. Voor de ware antiequair is
zo’n kast alleen w’erkelijk antiek als hij
vervaardigd is in 1620.
Eén ding staat echter vast: geen han
delaar is het vandaag de dag mogelijk
alleen in echt antiek te handelen. „Daar
voor is het aanbod te klein”, zo bevestigt
ook antiquair E. Hart, die winkels drijft
in het Haagse Noordeinde en aan het
Lange Voorhout. Naar zijn oordeel is het
publiek zich niet alleen door de massa
media bewust geworden van de waarde
van antiek, maar ook door de vele
antiekbeurzen, die op het ogenblik in
ons latjd worden gehouden.
De heer Hart zegt: „Als het aanbod
klein is, worden de prijzen automatisch
hoger. Voor een goed stuk tin of koper,
voor Delfts porselein of Chinees blauw,
voor een goede 18e-eeuwse kast, betaal
je tegenwoordig een flinke prijs. Maar
als je de rotzooi in aanmerking neemt
die op de markt wordt gegooid, is echt
antiek in feite niet eens zo erg duur.
Een moderne kast voor 1000 gulden
heeft na een paar jaar geen enkele
waarde meer. Antiek is waardevast en
wordt zelfs steeds meer waard”.
„Veel ouders dringen hun kin
deren onbewust slechte tv-ge-
woonten op. Als een ouder een
poosje alleen wil zijn of zich
overbelast voelt door een weet
gierig en druk kind, is het erg
gemakkelijk om te zeggen:
waarom ga je niet een poosje tv-
kijken? Sommige ouders laten
een kind extra lang kijken als
het een beloning heeft verdiend,
anderen trekken de kijk-uren
van een kind in bij wijze van
straf. Door zulke dingen wordt
de belangrijkheid van televisie
overtrokken”.
DR. LEE SALK, schrijver van
het boek „What every child
would like his parents to know”,
in maandblad McCall’s. Hij vindt
dat ouders hun kinderen moeten
helpen met het selecteren van
programma’s die „emotioneel en
intellectueel stimulerend wer
ken”, en dat ze flink genoeg
moeten zijn om op gezette tijden
de knop om te draaien. Voorop
gesteld dat er dan voor het kind
alternatieve verstrooiingsmoge-
lijkheden zijn in de vorm van
goede lectuur en interessante
hobby’s.
die het in de huidige „après-antique”-
hausse niet makkelijk heeft, schaden.
Dat zijn de grote warenhuizen, die als
altijd snel in het ontdekken van nieuwe
modetrends in korte tijd antiek-
„stands” tussen het normale grootwinkel-
aanbod hebben laten verrijzen. „Dat is
namaak-antiek, dat zo prijsopdrijvend
werkt. Er worden 10.000 geweren uit
Pakistan geïmporteerd, die 60 a 70 jaar
oud zouden zijn. In werkelijkheid wor
den ze splinternieuw door een of andere
fabriek geleverd. Die warenhuizen zou
den te beginnen eens een echte antiquair
in dienst moeten nemen. Op antiekver
koop in warenhuizen is op zichzelf na
tuurlijk niets tegen”.
Een woordvoerder van Vroom en
Dreesmann voert aan dat wel degelijk
mensen die er verstand van hebben, bij
het inkopen van antiek in de arm wor
den genomen. „Aanvankelijk zijn wij
begonnen met curiosa. Dat was zo’n
twee jaar geleden. Maar dit jaar zijn wij
op echt antiek overgegaan. Ieder artikel
of voorwerp is op zijn werkelijke waar
de onderzocht, al is niet alles 100 jaar
oud. Het is onze opzet geweest om
antiek verantwoord te brengen, omdat
men nog altijd langs de kleine antiek
winkels heen loopt. Wij betrekken het
antiek voornamelijk uit Engeland, België
en Duitsland. De belangstelling van het
publiek voor betaalbare antiek is enorm
groot”.
Tussen „grootmoeders goed” zit van
zelfsprekend veel zogenaamd „nouveau
antique”. Ook deze voorwerpen mogen
zich verheugen in een voortdurend stij
gende belangstelling. Maar de ware anti
quair houdt zijn handen ervan af. Het is
zijn beroepstrots te na. „Nouveau anti
que is bestemd voor de mensen met een
smallere beurs”, zegt handelaar W. F.
Spoor aan de Denneweg, bij uitstek het
„antiek”-straatje in Den Haag. „Maar ik
houd het op werkelijk antiek. Ik heb
hier meubelen uit eind 1600 staan. Daar
interesseer ik mij voor. En daarvoor zit
ik nog dagelijks over de studieboeken
gebogen en loop ik alle musea af”.
Het is ook de ervaring van de heer
Spoor dat men de waarde van antiek in
de gaten heeft gekregen. „Vroeger kwam
het nog wel eens voor dat een schichtig
vrouwtje de zaak binnenliep, een zilve
ren lepeltje uit haar tas haalde en vroeg
wat zij ervoor kon krijgen. Tegenwoor
dig heeft zij haar AOW. Gelukkig maar.
Want het is helemaal niet leuk als
mensen afstand moeten doen van een
geliefd stuk. Vele handelaren maakten
daar misbruik van en gaven beneden-
maatse prijzen”.
Steeds méér antiquairs, die die naam eigenlijk helemaal niet mo
gen dragen, openen antiek-shops. Het publiek koopt gulzig. Het is
doorgaans zelfs weinig antiek-gevoelig en gaat dus af op het advies
van de handelaar. Veelal komt de koper van een koude kermis thuis
en ontdekt dat zijn „antieke” klok hooguit 50 jaar oud is.
„ZIJ WAS tachtig en ik zes
entwintig”, vertelt (in weekblad
Elle) de heer Patrick O’Higgins.
„Zij” is wijlen Helena Rubin
stein, de grondlegster van het
cosmetica-concern Rubinstein. Ze
is wel eens de keizerin van het
zakenleven genoemd, en meneer
O’Higgins weet daarvan mee te
praten. Op zijn 26ste werd hij
haar secretaris en dat schijnt
weinig minder dan een slaven
baantje te hebben betekend.
Toen „de keizerin” op haar
94ste stief, werd haar secretaris
schrijver. Zijn boek „Madame”,
dat over zijn leven met zijn
voormalige werkgeefster gaat,
schijnt in Amerika een bestseller
te zijn. O’Higgins gelooft dat He
lena Rubinstein elke soort han
del tot bloei zou hebben ge
bracht. Ook als zij bijvoorbeeld
pannen in plaats van schoon-
heidsprodukten zou hebben ver
kocht. Gevraagd naar zijn ver
houding tot madame, zegt hij:
„Het was een van die geweldige
verhoudingen in het leven die
niets met liefde en sex te maken
hebben, maar alles met
werk. Deze vrouw heeft
nieuwe dimensie gegeven
wat ik totdantoe als iets weinig
grappigs had beschouwd: het za
kenleven”.
i
■‘W..
Sss.iT'
•u'”*’'’*'’”1’*****
A;
■■fflL,
V r
■-H Zj
-.nu.::: V”.-
fc.