The Family gaat over de schreef, onbeschaafd, ongegeneerd
De wilde dierentroep
van Lodewijk de Boer
doet
het
Daverende creativiteit
l
originele roman van Dan Jacobsen
VAN PHILIP ROTH
f
„LAAT MAAR GAAN”
m?
B
„De verkrachting van Tamar”
Theater, dat
weer
Hl
h
Meer dan gag
Onvrede
te»
Bijbel
19
JANUARI
ZATERDAG 27
1973
Erbij
I
ni
kt,
an
id-
de
of
?n,
>or
tf-
fe-
U.
ft
JE»*/..
LODEWIJK DE BOER
Tamar”, dit jaar uitgebracht door
Waar geloof je nog wel in?
DAN JACOBSEN
met Paul en Libby Herz aan wie hij het
boek uitgeleend heeft, de tweede met
Martha Regenhart die hij op een univer-
siteitsfeestje omtmoet. Gabe is een rijke,
intelligente man, naar tamelijk slap en
nogal uitzichtloos waar het zijn contac
ten met anderen betreft. Paul en Libby
zijn getrouwd en houden van elkaar,
„Precies. Ik geloof
heeft met het succes
veelheid aan materiaal kun je dan gaan
indammen.”
De zweetlucht van
kaal.
En dat zie je niet gebeuren?
„Ik zie geen creatieve krachten. Ik ge
loof wel in een soort Vrelendung. Maar
als de mensen dat inzien, is het te laat
om op te houden.
geperverteerde wereld hebben. Ik vind
een beetje dat het hele experiment.De
mensheid is een experiment, waarvan je
langzamerhand kunt zeggen dat het mis
lukt is. Het moment is gekomen dat de
mensen hun eigen natuur gaan vermoor
den; het is praktisch onstuitbaar uit de
hand gelopen. We leven al om kwart
over twaalf en er zijn mensen die pro
beren de klok terug te draaien. Ik geloof
dat het te laat is. Neem de auto’s. Op
het moment dat je de auto-produktie
zou stopzetten, dan breekt er honger uit,
de pest, de kanker, de pleuris, de tyfus
over de hele wereld.”
„Ik geloof in samenwerking met men
sen op kleine schaal.”
„Alle werkelijkheid is dodelijk ernstig:
en de moraliteit zelf één met het leven
verbiedt ons trouw te zijn aan de on
schuldige werkelijkheid van onze jeugd.”
Dit motto uit Thomans Mann is er een
van de drie die de roman „Lettlng Go”
i. W
LODEWIJK DE BOER is altijd te zien in spijkerbroek, zwart leren jek
en achter een zonnebril, die je op een afstand houdt. Een kruising tussen
een figuur uit een Fellini-film en een van een Beardsley-tekening. Praat je
eenmaal met hem, dan blijkt hij niet gevaarlijk. In de Brakke Grond praten
we over zijn werk, vooral over zijn „wilde dierentroep”, zoals hij The Fa
mily noemt.
Je hebt Oliver en Hardy, en Chaplin
genoemd. Ben je ook door schrijvers be
ïnvloedt?
„Ik weet wel, waarom ik toneel ben
gaan schrijven. Ik zag een voorstelling
van Kees van lersel door de toneelgroep
Test in La Gaité. Die introduceerde Bec
ket en vooral Ionesco en dat deed hij
met het nubliek rondom. Ik kreeg er een
kick van. Toen ik ging schrijven, kreeg
ik van recensenten allerlei nare verwij
ten dat ik door Becket en Pinter beïn
vloed was. Beïnvloed.Je wordt natuur
lijk beïnvloed door wat je een kick
geeft.”
Het boek lijkt in het begin zich alleen
af te spelen rond de universiteit, maar
dat verdijnt naarmate het boek vor
dert. Het thema is veel algemener dan
dat: de onvrede van Amerikanen en hun
onvermogen om gewoon gelukkig te zijn
en zich te ontspannen. Gabe Wallach is
de indringer, de buitenstaander die in
situaties verzeild raakt zonder dat hij er
zich volledig in betrokken kan voelen.
Het onevenwichtige huwelijk van Paul
en Libby overleeft de bemoeienissen van
Gabe. Na een adoptie wordt hun huwe
lijk zelfs veel beter. Martha kan het ook
zonder Gabe stellen. Zij besluit met een
oude vriend te trouwen, mede opdat
haar kinderen dan een goede vader heb
ben. Het boek begint vanuit Gabes
standpunt, met hem als centrale figuur,
maar naarmate het verhaal zich verder
ontwikkelt, raakt hij steeds meer op de
achtergrond, totdat hij uiteindelijk vrij
wel van het toneel en uit him leven is
verdwenen. Gobe ontvlucht ten Slotte
Amerika en gaat reizen.
Het is niet de beste roman van Philip
Roth, maar zelfs een minder goed boek
Vind je dat je goed begrepen wordt
door de recensenten?
„Ik ben er erg tevreden over, maar ik
lees niet alles. Ze hebben er een soort
oppervlakkige lol in, op een paar uitzon
deringen na, die erop in gegaan zijn. Als
ik die oude man, die vader in The
Family, die verschrikkelijk antisemiti
sche taal hoor uitslaan, dan betekent dat
voor mij toch veel meer dan voor dege
nen die er een soort gag in zien. Ik hoop
toch, dat het een beetje doorslaat naar
deze tijd, waarin we in Nederland niet
antisemitisch, maar wel uiterst racistisch
zijn.”
Je ziet niets in pogingen van sommi
gen om weer natuurlijk te leven, biolo
gisch dynamisch, zal ik maar zeggen.
„Dat zijn kleine probeersels. Op Cuba
gebeurt zoiets op grotere schaal; een
goed soort experiment Maar ze zijn
omgeven door een vijandige consumptie
wereld, en dan blijkt dat ze toch afhan
kelijk zijn van dat andre consump-
tieblok, Rusland. Je zou een bloedige
revolutie nodig hebben om er uit te
komen. Philips met zijn tv-toestellen en
radio’s kun je niet omscholen tot een
collectief boerenbedrijf dat op onbespo
ten akkers onbespoten groente gaat kwe-
kne. Daar moet je Philips eerst voor ver
nietigen.
O'
die ik regisseerde; we bouwden kastelen
en droegen kostuums. Het kwam omdat
mijn ouders erg jong waren en niet
wisten hoe ze ons moesten opvoeden.
Dat vind ik erg goed, als je het niet
weet. Dat het niet gaat als: ik ben
katholiek, dus jij ook; ik spreek met
twee woorden, dus jij ook.”
Zoals in The Family.
„Ik ben ontzettend afhankelijk van
mensen voor wie ik schrijf. Ik kan geen
stuk op mijn zolderkamertje gaan
schrijven. Ik heb beelden nodig, mensen,
talenten, gezichten, lichamen. Ik merk
wel dat acteurs het ontzaglijk fijn vin
den, dat er voor hen iets bedacht wordt
en niet andersom. Dat de leiding van
een gezelschap een stuk uitzoekt en laat
vertalen en daarbij de mensen uitzoekt
die zij geschikt vindt. Zo’n werkwijze
heeft ontzaglijk veel met het resultaat
te maken. 95 procent van de stukken die
hier worden opgevoerd zijn vertaald De
schrijvers hier worden verwijderd van
het theater gehouden. Er is ook al geen
traditie. Nederland is een anti-theatraal
land. Er is maar één gezelschap dat er
iets aan doet. Vroeger had je Studio.
Ja, ja, dat gesprekje in Family 2, dat
die broers over cultuur hebben, als plot
seling uit de radio geen Veronica komt,
maar klassieke muziek.
„Dat is ook iets van mij privé: een
beetje in mijn eigen nest schijten. Wat
je daar hoort is het Leonhardt-consort
waar ik zelf tien jaar in gezeten heb (als
altviolist JH) en wat een vreselijk
goeie tijd is geweest. Ik speel zelf op die
plaat mee.”
Wil je nooit meer dat soort muziek
spelen, rken je af meet de cultuur,
definitief?
„Oh nee. Het is eerder een gimmick
Ik heb niets af te rekenen.”
Ook niet met De Vader? Je gaat noga’
te keer tegen de vaderfiguur in The Fa
mily.
„Mijn vader en ik hebben altijd heel
goed met elkaar kunnen opschieten. Ik
heb helemaal geen gefrustreerde jeugd
gehad, hoor. Ik heb hele wonderlijke
ouders, die ons onze gang lieten gaan.
We hadden een grote zolder, waar we
absoluut alle konden doen, wat w zelf
wilden. Daar speelden we onze charades
Ik betwijfel of de mensen die verbin
ding tussen antisemitisme en racisme
inderdaad zo ervaren. Er wordt nogal
gelachen.
„Toen we die scene repeteerden waren
er onder de spelers die het nogal kras
vonden en dachten dat het wel heel
hard aan zou komen. Maar het is zo
verschrikkelijk kras, dat het een uit
wijkmogelijkheid heeft naar het bela
chelijke. Zoals bij Chaplin, die uiterst
socialistische films maakte over ver
drukten en vertrapten. Maar er zijn men
sen die zich blauw om die ellende la
chen. Dat lachen wordt een uitvlucht'
een onbehaaglijk soort lachen.”
mond. Hij is dan ook de enige van wiens
karakter we een duidelijk beeld krijgen.
Hij is een ambitieuze, nogal onsympa
thieke man. Hij is met zichzelf ingeno
men en kritisch over anderen, waardoor
het beeld dat de lezer van de overige
karakters in het boek krijgt, niet erg
betrouwbaar is. Wij worden dan ook
gedwongen hier doorheen te kijken en
zelf een beeld te vormen. Men moet
tussen de regels door lezen. Van Tamar
krijgen we eingelijk helemaal geen in
druk. Zij is niet meer dan een instru
ment voor de niet af te wenden gebeur
tenissen. Jonabab, die dacht als held
binnengehaald te worden, wordt ontmas
kerd en hem wordt dan ook aangeraden
zich in vrijwillige verbanning te bege
ven. Het is vooral de manier waarop het
verhaal wordt verteld, die het boek zo
origineel en daardoor zo interessant
maakt.
De Zuidafrikaanse schrijver Dan Jacobsen is in Nederland nog nauwe
lijks bekend. Daarom eerst wat biografische gegevens. Hij werd in 1929
in Johannesburg geboren. Na allerlei baantjes waaronder het geven van
lessen, journalistiek e.d. kwam hij naar Engeland en vestigde zich daar
blijvend. In zijn eerste boek „The Trap” (1955) licht hij zijn besluit om te
emigreren toe. Naast het hier te bespreken boek „The Rape of Tamar”
(1970) heeft hij nog vier andere romans op zijn naam staan, waaronder
o.a. „The Evidence of Love” (1960), dat een interraciale verhouding tot
onderwerp heeft. „The Beginners” (1966) handelt over een joodse familie
in Zuid-Afrika en hun moeilijkheden daar als half-Europeanen. Ook in
Engeland schreef hij voor verscheidene kranten en tijdschriften, waar
onder het bekende tijdschrift Encounter. Verder heeft hij nog drie bun
dels korte verhalen op zijn naam staan en een bundel essays „Time of
Arrival”. In ons land is hij in het nieuws gekomen door zijn zeer originele
zesde roman „De Verkrachting van
Meulenhoff.
Het is een heel ander boek dan de
voorgaande romans. Zijn materiaal komt
dit keer uit de Bijbel. Het is bepaald
geen eenvoudige roman, maar wel een
die na een wat moeizaam begin de
aandacht steëds meer gevangen houdt.
De plot is erg eenvoudig. Amman, een
van Davids zonen, en wel de kroon
prins, een tamelijk sloom en nogal
sjagrijnige jongeman, bereidt met behulp
van de verteller, Jonabab, een verkrach
ting voor op zijn zuster Tamar, van wie
hij bezeten raakt. Daarna, als het feit
eenmaal gepleegd i wijkt de betovering
en zet hij haar zijn huis uit. Zij zoekt
dan geen hulp bij haar vader, maar bij
een van haar andere broers, namelijk
Absalom. Dit geeft aanleiding tot span
ning, met name politieke, tussen vader
en zoon. Absalom besluit zijn zuster te
wreken en bereidt in alle stilte de
moord op zijn broer voor. Ook nu is
Jonabab bij het kompiot betrokken,
omd at hij Amman in de steek heeft
gelaten, toen deze politiek niet meer
veilig was. Nu steunt hij Absalom. Al-
„THE FAMILY" is het opvallendste toneelsucces van de laatste jaren. Te
midden van het instortende toneelbestel bloeit er bij regisseur/schrijver Lode
wijk de Boer en zijn troep spelers een krachtig, nieuw leven op. Een soort
theater, dat artistiek en maatschappelijk gezien, barst van creativiteit. Het
publiek heeft dat onmiddellijk herkend. In de Brakke Grond, waar de serie
over de asociaal en fellevende broers Doe en Kil, zusje Gina en vriendin
Branka thuis hoort, zit het avond aan avond bomvol. De tweede aflevering
moest geprolongeerd worden. In Rotterdam zijn de voorstellingen al drie
weken tevoren uitverkocht en moet de bespreek juffrouw dagenlang woeden
de laatkomers bezweren, dat het inderdaad zo is. In Groningen stonden bij
de laatste voorstelling tweehonderd man in de hal van de schouwburg te
wachten, of er nog iemand zijn kaartjes niet kwam afhalen.
Twee van de vier afleveringen zijn nu achter de rug. Volgende week vrijdag
gaat de derde; na een maand de vierde. Het succes is zo groot dat in het vol
gend seizoen de serie herhaald zal worden, wellicht gevolgd door een vijfde
aflevering. Dan zal The Family-kern uitgegroeid zijn tot een echt gezelschap.
Nu maakt het deel uit van het Amsterdams Toneel. Zekerheid is er echter
nog niet, want nog steeds wacht Lodewijk de Boer op officiële bevestiging
dat zijn groep op subsidie van de stad Amsterdam kan rekenen.
Het gezelschap zal ook The Family heten de naam is gekozen wegens zijn
asociaties met popgroepen en boetieks. Behalve Huib Broos, Martine Cref-
coeur, Gees Linnebank, Cocki Boonstra en Wim Kouwenhoven spelen erin
mee Roelant Radier, Henk Votèl, Paula Petri en Monique van der Ven. De
leiding hebben Lodewijk de Boer, Frank Raven voor de vormgeving en Hans
Kemna voor de dramaturgische zaken. De Engelse regisseur Max Stafford
Clark, die de Traverse Workshop Company te Edinburgh tot grote bloei
bracht, zal waarschijnlijk een gastregie komen doen.
The Family heeft voor één jaar subsidie aangevraagd. Daarna gaan ze met
zijn allen overleggen of en hoe ze doorgaan.
Je bent zelf magisch en realistisch?
„Ik ben een uiterste realist, die her
metisch gesloten boeken verslindt en
verzeild raakt in een eigenaardige we
reld. Maar ik kijk ook naar wat op
straat gebeurt; dat is heel belangrijk
voor me. Het heeft met elkaar te ma
ken.”
krijgen een bijzondere binding met je. Je
lijkt wel een soort Svengali voor ze.
lijkt wel een sort Svengali voor ze.
„Zo zie ik het zelf niet, maar als
anderen me zo zienHet komt, geloof
ik, omdat ik de mensen hun eigen gang
laat gaan. Ik stimuleer ze materiaal te
leveren en onvermoede eigenschappen er
uit te halen. Ik probeer een informele
sfeer te scheppen; niet met de vorm te
beginnen, maar met vrije improvisatie.
Toen ik met The Family begon had ik
geen mise-en-scene. Ik heb tegen de
spelers gezegd: Dit is het materiaal en nu
op zoek naar de karakters, doe maar zo
eigenaardig mogelijk. Een soort opjutten
tot een extreme, onconventionele vrij
heid, om alle clichés, die toneelspelers
door hun opleiding en de praktijk bij de
gezelschappen toch al hebben, te vermij
den. Als ze voelen dat ze op handen en
voeten een monoloog moeten zeggen,
dan moeten ze dat doen. Vanuit de
LdB: „Er zitten twee kanten in mijn
werk: het magische en het realistische.
In „Zeven manieren om een rivier over
te steken” (vorig seizoen bij de Nieuwe
Komedie gespeeld JH) heb ik gepro
beerd een soort brug te slaan tussen het
magische en archetypische en een soort
rationele wereld. Hier in The Family
slaat het uit naar een extreem soort
realisme. Niet écht realisme; meer een
soort surrealisme. Net als de films van
Oliver en Hardy; die kun je toch ook
moeilijk realistisch noemen”.
Je doet het tegenovergestelde, lijkt me,
van Peter Oosthoek.
„Ja, misschien wel. Maar hij werkt
voor een heel andere ruimte. Voor een
echte schouwburg. Dat is niets voor mij.
Ik voel me ontzaglijk verdwaald in zo’n
grote ruimte. Voor mij moet het dichtbij
zijn. Ik moet de druppels zweet zien, ik
moet de spelers kunnen ruiken.”
het gymnastieklo-
dat dit te maken
van de serie. Die
extreme woestheid. Het is onbeschaafde
wildheid, onhollands. The Family gaat
over de schreef, onbeschaafd en ongege
neerd. Het is anti-cultureel.”
humeurige man. Gabe en Paul leren
elkaar kennen via hun werk op de
universiteit. Gabe voelt zich sterk tot
hen, met name tot Libby, aangetrokken.
Hij probeert hen op allerlei manieren te
helpen, maar schiet daar volledig in te
kort. Hiernaast loopt zijn verhouding
met Martha Regenhart, een gescheiden
vrouw met twee kinderen. Zij is gehard
door het leven en bijzonder verstandig.
Zij is erg op Gabe gesteld en hun relatie
is dan ook zeer veelbelovend, maar uit-
eindelijk weet Gabe haar toch te kwet
sen als hij het niet op kan brengen met
haar te trouwen omdat hij de verant
woordelijkheid niet aankan. Zelfs met
zijn vader, een eenzame man, weet hij
geen contact te maken.
Lodewijk de Boer omringd door The
Family: Naast hem Gees Linnebank
(broer Kil): vóór: Huib Broos (broer
Doe) en Martine Crefcoeur (zusje
Gina); achter: Cocki Boonstra (vrien
din Branka) en Wim de Meijer die een
gastrol in de derde aflevering speelt.
Heb je voldoende reserves voor meer
stukken. Ben je niet bang dat je op
brandt?
„Dat weet je nooit. Ik heb wel het
gevoel dat ik na vier afleveringen van
The Family wel een half jaartje op
moet houden. Nu ik constant moet re
gisseren, gaat het schrijven me steeds
moeilijker. Toen we begonnen hebben
we met z’n allen een blauwdruk ge
maakt van wat er in die vier afleverin
gen zou gebeuren. Maar de acteurs heb
ben me nu ingehaald Van de vierde
aflevering heb ik nog weinig op pa
pier.”
BAUDINE NIEUWENHUIZEN
JAC. HEIJEB
maar hebben veel moeilijkheden samen.
Eén daarvan is religieus, Paul is joods
en Libby i s bekeerd, vroeger was zij
katholiek. Ze is zeer antrekkelijk, maar
hypernerveus. Hij is een onzekere en
(1963) van Philip Roth meekreeg. Het is
nu bij Meulenhoff verschenen onder de
titel „Laat maar gaan”.
van Roth hoort toch altijd bij de beste
Amerikaanse boeken van deze tijd. Het
is zeker de moeite waard, want schrij
ven kan hij. Het voornaamste bezwaar is
dat het te dik is. Hij is echter niet de
enige Amerikaanse schrijver die van dit
euvel last heeft.
Gabe Wallach, de hoofdpersoon, heeft
een postume brief van zijn moeder in
een boek laten zitten, dat hij uitgeleend
heeft. Dit is de opening voor een aantal
gecompliceerde verhoudingen. De eerste
Ben je destructief van aard?
„Ik dacht dat ik constructief was.
Maar er zijn maar weinig dingen waar ik
in geloof. Ik vind dat we een totaal
les verloopt volgens plan. Tijdens een
feestmaal wordt Amman om het leven
gebracht.
Het is onder andere de machtsstrijd
rond koning David die het boek interes
sant maakt. Maar het boeiendste is toch
wel de psychologie van de hoofdpersoon,
de verteller Jonabab. De lezer krijgt het
verhaal uitsluitend te horen via zijn
Van lersel is er met mij blindelings
ingesprongen; hij heeft een fantastische
betekenis voor het toneel. Dat werk van
Studio is overgenomen door Centrum
met Peter Oosthoek. Dat staat met kop
en schouders boven de andere gezel
schappen uit.”