LI Toneelstuk voor twee heren 1 r „Ik speel dit toernooi niet op resultaat" L w uis -F: Eerste acte Fondue^pan Tweede acte Vijfde acte Vierde acte Zevende acte Derde acte Zesde acte <11 g i i Fischer i tót 1973 ZATERDAG 27 JANUARI Erbij 21 20 Mg 1 li reding ling. Si ar van Hout, 023— wil Fit «ff ®F I Zijn meest verrassende overwinning behaalde Mikhail Tal in 1957. „We waren toen met een team uit Riga op tournee in Italië Op een gegeven mo ment waren we in een hotel, en iemand vroeg of ik met hem wilde dammen. Dus ik ging met hem dammen. Na de eerste zet wilde ik een schijf van hem slaan, maar hij zei dat dat volgens de regels niet mocht. Dus probeerde ik volgens zijn regels te spelen, al had ik er geen idee van hoe die wa ren. Dat had ik nog steeds niet toen hij ineens om voor mij onbegrijpelijke redenen opgaf”. We hebben afgesproken om tien uur ’s ochtends, op de tweede rustdag van het Hoogoventoernooi. "ft De 36-jarige ex-wereldkam- pioen (1960-1961) is een kleine, intense man. Je kan aan hem zien dat hij veel en langdurig ziek is geweest (dat is dan ook de eerste oorzaak voor de achteruitgang van zijn prestaties sinds 1961), maar in weerwil daarvan ziet hij er eigenlijk jong uit. Nog steeds gaat er een zeker magisch vuur van hem uit, en nog steeds speelt ook zijn drie- vingerige klauwhand een rol daarbij. Je krijgt de indruk dat hij die hand zoveel mogelijk tracht te verbergen. Ik kom iets later, maar hij is er al. Een merkwaar dig vroeg uur voor een schaker, zeker voor twee schakers. Ik heb mijn nieuwe exemplaar van het Russische schaak- en damblad „64” meegenomen. Dankbaar leent hij het even en meteen is hij er ge heel in verdiept. Hij wacht trouwens op telefoon uit Moskou van hetzelfde blad en zal dan berichten doorgeven over dit toernooi. Als dat gebeurd is gaan we naar boven, naar een van de analysekamertjes. Op tafel staat nog een schaakbord met stukken erop, de resten van een schaakstelling. „Ah, Ghitescu-Quinteros”, zegt Tal. Hij heeft de overblijfselen herkend. FW F^ F L een afhan- WEST MIKHAIL TAL EN DE SCHAKENDE GEK r TIM KRABBé ia zoer slecht len wij nensen ag om •spraak het STOPPER Wsi ste jaren, „Maar heit psychologische voordeel was het grootst voor Fischer. Spasski heeft te vaak gezegd ook nog in Als hij speelt denkt hij hardop in zichzelf; je ziet hem de zetten mom pelen. Hij rookt zwaar, staat tijdens de partijen veel op en doet dan met een merkwaardige schuifelende gang de ronde langs de andere borden. Hij lacht veel; alsof hij met horten en vriend van Tal in Riga, een psychia ter, vertelde hem over een man die beweerde met al lang overleden we reldkampioenen als Steinitz en Las ker te spelen en dat niet alleen, maar van ze te winnen ook nog. Die man was dus kennelijk gek, want al gaan doden rustig voort met Ik vraag hem nu, of hij ooit nog van die gek heeft gehoord. Nee, Nee. moeilijk zijn. De Fischer van 1959 bestaat niet meer (toen won Tal al zijn vier partijen van hem in het kandidatentoernooi). Het is tien jaar geleden dat ik voor het laatst tegen Fischer gespeeld heb.” in een ’t oude den. De kijkers verwachten het van je. Ik heb het IKOR laten vragen nog even geduld met ons te hebben. Dat is voor het IKOR zelf ook beter, want stel dat we voor het IKOR het verslag tien minuten voor tijd afbreken’’? Ik geef hem gelijk. „Dan zaten zondag alle kerken leeg”, zeg ik. wonnen finale tegen Dynamo Moskou aanrichtten. En in de tweede plaats omdat het idee ervan niet is ontspro ten aan het brein van de UEFA- leden zelf, die daarvoor betaald wor den. Maar nu die cup er eenmaal is, zal hij volgend jaar het heilige kruis meekrijgen van de UEFA". e ver- orium micus (020) een ge- Hg» ■K „Dat het het laatste jaar weer be ter gaat dan vier jaar daarvoor, komt omdat het beter gaat met mijn ge zondheid. Die vier jaar, wat ik toen heb gedaan, schaken was het niet. De match tegen Larsen, toen zag ik niet eens dat hij toch al niet meer mocht rocheren en ik dacht dat het nodig was zijn rochade te verpesten, en daardoor verloor ik. Verschrikkelijk. Het wereldkampioenschap? Ach, het was al 12 jaar geleden en het duurde zo kort Ik ben het weer vergeten.” nooltje. Hij zei tegen zijn vrienden: „Let op, die man is vreselijk goed.” Maar die man was helemaal niet meer vreselijk goed, hij was vreselijk slecht. Hij verloor zowat al zijn par tijen! Wat was er gebeurd? Het was Tals vriend, de psychiater, inderdaad gelukt hem te genezen. De drukte in de bestuurskamer be reikt een hoogtepunt van gezelligheid. Daar is mr. Landré weer. Ik zeg (prijzend?), dat het toch nog gelukt is er bijna drie kwartier uit te persen. „Tja", zegt hij, „wat moet je anders? het interzonale toernooi. Dat begint stoten zo lang mogelijk een g pro beert te zeggen. gehouden met het feit dat hij die dag veel vergaderingen had bezocht. „Het zweet stond me op de rug”. Wel had ik gelijk dat er meer interessante aspecten aan die zaak zaten dan hij toen kon behandelen, maar helaas, hij had maar twee minuten en 18 seconden gehad en de STER zat TROS-Sport toen op de hielen. Ik vraag hem hoeveel de TROS vana vond van de wedstrijd zou uitzenden. „Een minuut of twintig, vijfentwin tig”, zegt hij. Ik wijs hem erop, dat volgens de programmering de uitzen ding al om half tien begint. „Dat halen we nooit”, zegt hij. „We heb ben eerst nog een uitzending over Vietnam, want geloof me nou, als er een actualiteit is, hebben we die heus wel.' En om vijf over tien moeten we er onherroepelijk uit voor het IKOR” het componeren van muziek, iedereen weet dat ze niet schaken, en de psychiater ■wilde nu Tal als shock therapie laten optreden. Hij moest die man van het bord vegen dan zou het wel over zijn. Maar die man veegde in de eerste partij Tal van het bord! De volgende partijen paste Tal beter op, en die won hij, zij het met zeer grote moeite. Het was duidelijk: die gek was ten minste van sterke mees terklasse. Over Fischer daarentegen valt nog wel het een en ander te zeggen. Enkele maanden geleden interviewde ik Poloegajevski, de winnaar van het IBM-toemooi. Tegenover diens huiver om ook maar één vraag over de toen nog toekomstige wereldkampioen te moeten beantwoorden, staat de gre tigheid waarmee Tal op dit onder werp ingaat. Tal: „Ik speel dit toernooi niet in de eerste plaats op resultaat. Het doet er niet zo heel veel toe of ik eerste, tweede of derde word. Ik beschouw dit toernooi als een voorbereiding op „Ach, het is jammer. Je kan tijdens een match ook als vrienden met el kaar omgaan. Tijdens de mijne met Spasski hebben we zelfs met elkaar gevluggerd. Weet je wat ik gehoord heb? Ik kan het niet met zekerheid bevestigen, maar men heeft mij ver teld dat Fischer, die anderhalf jaar dat hij niet gespeeld heeft, onder handen genomen is in een psycholo gisch instituut. Ja, wat zou hij anders die anderhalf jaar gedaan kunnen hebben?” in juni of juli, als ik dan bij de eerste drie eindig, kan ik weer aan de kandidatenmatches voor het wereld kampioenschap meedoen. Het Rus sisch kampioenschap (dat hij won) was ook bedoeld als voorbereiding op het interzonale toernooi.” Het was overigens maar goed dat Glasgow Rangers niet won, gezien de taferelen die zich vorig jaar in Bar celona afspeelden. Niet dat er zoveel Schotse supporters waren, maar de tekst op de papieren drinkbekertjes was wel erg uitnodigend: „Buffetten Olympisch Stadion Amsterdam. Ver nietig mij”. „Sportief was het niet. Fischer mocht niet doen alsof hij rijk genoeg geven. Als ik Spasski was geweest, weet je dan wat ik gedaan had? Dan was ik of naar huis gegaan of ik had de derde partij opgegeven zonder te spelen. Had het op die manier weer gelijk gestaan.” Hierna word het gesprek techni scher. Op dat schaakbord in het ka mertje is allang de stelling Ghitescu- Quinteros niet meer te zien; Tal de monstreert een aantal briljante par tijen die hij in simultaanséances heeft gewonnen. Ik geef het gemak kelijk toe; liever kijk ik naar door hem bestuurde stukken dan dat ik hem vraag over wereldkampioenen zoals Fischer of hijzelf. Voordat ik mij woensdagavond naar het Olympisch Stadion begeef, zie ik op het tv-scherm dat de TROS aankondigt vanaf 9.30 uur „het laat ste gedeelte" van AjaxGlasgow Rangers te zullen uitzenden. De wed strijd begint om 8.15 uur, de TROS zal dus de hele tweede helft rechtstreeks uitzenden. een persconferentie op Ijsland voor de match begon dat Fischer zo’n prima iemand was. Spasski hrd dan wel een psychologische begeleider, Krogius, maar die heeft zijr partij volledig verloren. En Fischer, ik denk dat die een souffleur had, misschien Cramer, of mister X. Ik denk dat hij die tweede partij expres niet is geko men om Spasski een psychologisch nadeel te bezorgen, ik denk dat het bedoeld was als pion-offer.” Vergeten? Dat kan hij nauwelijks menen. Ik interviewde hem vijf jaar geleden ook, en nu wist hij zelfs mijn naam nog! Indertijd vertelde hij een prachtig verhaal over een schaakgek die echt zou hebben bestaan. Een Het wordt alsmaar drukker in de bestuurskamer. Wie stapt daar bin nen? Mr. Landré, voorzitter van de TROS, die ik voor het eerst van m’n leven bij een voetbalwedstrijd zie. Hij had me juist een brief willen schrij ven, zei hij. Het feit dat hij zo „gehaast” vorige week het TROS- Sportprogramma was binnengevallen om de onheilsboodschap over het ver raad van de Volkskrant te brengen (ik had die gehaastheid wat vreemd gevonden, omdat er tussen het uitko men van dit ochtendblad en de uit zending 12 uur lag) had verband Wel, gaat hij dan proberen het in de volgende match beter te doen tegen Fischer? Hij lacht (g-g-g-g-g), inderdaad een beetje giechelig. Maar ja, hij kan niet ontkennen dat hij dat wil, en 1973 is een belangriik jaar. Een voorstander van een uitge breide voorbereiding is hij niet. „Zo als Botwinnik dat deed, dat kan ik gewoon niet. Tsja, Fischer. Het zou De drukte bereikt langzamerhand zijn gezellige hoogtepunt. Daar schuift Jaap van Praag langs ons heen. Ik zeg: „Het wordt toch nog wel een minuut of vijfentwintig hoor!” Van Praag en Landré schud den elkaar de hand. Ze kennen el kaar uiteraard. Weliswaar was Bob Spaak van de NOS er het eerste bij om eventuele uitzending van de wed strijd in Amsterdam te bespreken, maar toen hij later merkte dat Ajax desondanks met de TROS had onder handeld, had hij zich (hoe zal ik dat zeggen?) „bescheiden" teruggetrokken. „We hebben gisteren tien minuten afgesproken, niet meer”, zegt Van Praag wenkbrauw-fronsend. „Mij staat zo’n twintig, vijfentwintig mi nuten voor de geest”, zegt Landré. „We nemen wat mee van de wed strijd en dan wilden we natuurlijk ook de uitreiking van de Supercup laten zien”. Omdat dit de indruk wekt van tien minuten rechtstreeks voetbal en nog een minuut of tien TROS gaat vragen voor deze overdo sis aan uitzending. De TROS had de wedstrijd gekocht, dat wil zeggen dat de buitenlandse zenders die de wed strijd in z’n geheel uitzonden, daar voor aan de TROS hebben moeten betalen. Maar dat is niet zoveel, ver zekerde Landré me. „Wij hadden die EEG-wedstrijd bijvoorbeeld voor f 8.000 kunnen krijgen". De wedstrijd is gespeeld. In de bestuurskamer is het alweer een ge zellige drukte. Frans Derks komt bin nen. Hij heeft voor de TROS het commentaar geleverd. Ik vraag hem hoe het gegaan is. Hij dacht dat het wel goed gegaan was. Regisseur Ge rard Trebert had hem gezegd dat hij heel tevreden was. Collega-scheids- rechters zouden wel zeggen dat hij zich niet met de leiding had moeten bemoeien, maar bij die gele kaart had hij toch, maar gezegd dat die zijns inziens ten onrechte was uitge reikt. Ik vraag hem hoe lang er is uitgezonden? Eerst tien minuten sa menvatting van de eerste helft, zegt hij, en daarna de laatste dertig minu ten van de tweede helft. beelden van de feestelijke uitreiking, laat Jaap van Praag het er maar bij zitten. Dat laatste zei hij niet letterlijk zo, maar het kwam er wel op neer. Mij persoonlijk lijkt het ook zeer wense lijk dat de supercup door de UEFA „gewettigd” wordt, want wat moet je anders met zo’n kolossaal gevaarte? Mijn vrouw zag er een uit zijn krachten gegroeide fondue-pan in, ik zelf vond dat er eerder sprake was van een espresso-apparaat. Het heeft iets typisch parvenu-achtigs, om zo’n zilveren bakbeest van 45 kilo te laten vervaardigen, dat groter, zwaarder en duurder moest zijn dan de echte, gesanctioneerde cups. Zo zal de rijk geworden eigenaar van een strip teasetent, die naar de Apollolaan ver huist er ook voor zorgen dat zijn auto het grootste en duurste is een ook het meeste chroom bevat van alle auto’s in de omgeving. „Zestien duizend gulden, daar kun je een leuk huisje van kopen”, zei mijn vrouw misprijzend. „Dat zal ook heus wel gebeurd zijn”, zei ik geruststellend, „door de leverancier van het gevaar te. Ik arriveer om 7.15 uur in stadion. In de bestuurskamer heerst al een gezellige drukte. Ik vraag aan Ajax-voorzitter Jaap van Praag hoe veel de TROS nu eigenlijk van de wedstrijd uitzendt. Hij zegt tien mi nuten. Maar ze beginnen al om half tien, zeg ik. Dat kan niet, zegt hij, we hebben gisteren duidelijk afgesproken dat alleen de laatste tien minuten mogen worden uitgezonden. K* *4 l „Ik ken Spasski al 20 jaar, en ik geloof niet dat hij ooit zo gespeeld heeft als in de match tegen Fischer. De blunders die hij gemaakt heeft, onbegrijpelijk. De stelling in de derde partij die na Ph5 ontstond, die kende hij, dat had hij thuis geanaly seerd, maar tijdens de partij was hij dat weer vergeten. Fischer is een goede speler, de beste die er nu is, daar is niets aan te doen, maar dit was niet nodig geweest. Er zijn wel oorzaken aan te wijzen. Spasski had te weinig gespeeld en Fischer had zich zeer goed voorbereid, voor het eerst varieerde hij zijn openingen ook sterk.” De drukte in de bestuurskamer werd er overigens niet minder gezel lig om, toen ik mijn goede oude vriend Branko Perovanovic ontwaar de, de Joegoslavische voetbal-make- laar, die enige jaren geleden nog Skoblar voor een zacht prijsje aan Feyenoord aanbood. Maar Feyenoord zag er niets in, Skoblar ging naar Olympique Marseille en werd Euro pees topscorer. Branko confereerde met Anton Witkamp, sportredacteur van „De Telegraaf”, liet zich bij de supercup die „De Telegraaf” voor f 16.000 had aangeschaft fotograferen, kortom: de gedachte kwam opeens bij mij op, dat het hele idee van die supercupwedstrijden tussen Ajax en Glasgow Rangers niet aan het brein van „De Telegraaf”, maar aan dat van Branko Perovanovic was ont sproten. Toen ik, om dat uit te vissen, even een spierinkje uitwierp bij een Joegoslavisch sportjournalist die ook aanwezig was, bleek dat idee juist. Perovanovic had het idee verkocht aan „De Telegraaf’. Ik had graag geweten voor hoeveel, maar toen ik hem met een vraag daarover over rompelde, lachte hij vaag maar zwijgzaam. Ik vroeg of hij het idee had dat de supercup volgend jaar „officieel” zou zijn. Hij was er voor 100 procent van overtuigd van wel. „Je moet goed begrijpen, dat de UE FA moeilijk al meteen dit jaar zijn fiat eraan kon geven. In de eerste plaats omdat Glasgow Rangers jaar voor Europa-Cupvoetbal schorst is na de ravage die zijn supporters in Barcelona na de ge- Maanden later kwam Tal hem weer tegen op een snelschaaktoer- Toevallig wordt Jaap van Praag in de gezellige drukte naar ons toe ge dreven. Helaas heb ik geen spiegel bij de hand, maar ik ben ervan overtuigd dat mijn ogen „twinkelen” als ik zeg: „Het is toch nog een kleine drie kwartier geworden hè”. Van Praag: „drie kwartier? Hoe kan dat? De afspraak was toch duidelijk tien mi nuten?" Ik: „Tien minuutjes samen vatting van de eerste helft en daarna nog een half uurtje direct van de tweede”. Van Praag: „Ook nog een samenvatting?" Landré: „Je moet die mensen toch ook de doelpunten van de eerste helft laten zien? Die jongens in Bussum hebben er ontzettend hard aan gewerkt en daarna hadden we nog een minuutje of 20 denk ik, met de uitreiking mee. Dat hebben we toch weer aardig voor je versierd!” „Ja, ja", zegt Van Praag en loopt hoofdschuddend weg, ondertussen waarschijnlijk uitrekenend hoeveel meer geld hij zo meteen aan de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 21