Damesleesmuseum uit 1893 groeide uit tot instituut met 24.000 boeken I 65 van 66 mannen blij met ingreep WAAROM GEEN STERILISATIE? ECHTE KOKS ZUINIG MET WOORDEN VAN PROGRESSIEF TOT HISORISCH GENRE” Opstellen over mensen en mensen I de „Aanstootgevend” I i Historie Zuinigheid op i recht Eb Beducht voor vet Meer leesboek ZK ZATERDAG 24 FEBRUARI 24 1973 Erbij 99 i cL&eflang en Damesleesmu- Toen enkele jonge Haagse vrou wen in het jaar 1893 een „onderling leesgezelschap” oprichtten moet dat wel als een steen in de toenmalige Haagse vijver zijn gevallen. Men stelle zich voor: de dames wilden lezen teneinde „ontwikkeling te vergaren”, een streven dat in die tijden voor vrouwen nog tamelijk verdacht was. Dat die dames er des ondanks in slaagden de basis te leg gen voor een bloeiend „Dameslees museum” is een stukje emancipatie geschiedenis op zichzelf, al heeft het zich dan ook voornamelijk bin nenskamers en zonder gedruis afge speeld. Een stukje geschiedenis dat zon der meer in een bescheiden hoek van de Nederlandse emancipatie- historie zou kunnen worden bijge zet, ware het niet dat dit „Dames leesmuseum” bijna 80 jaar later, an no 1973, nog steeds functioneert. In de huidige opzet heeft het domicilie gekozen in het ruime pand Nassau- Eïï. IB plein 15 waar een bescheiden bordje naast de voordeur vermeldt dat hier gevestigd is de „vrouwenclub bibliotheek Het -- seum”. I F i HD HANS ROMBOUTS. hneken erbii 73 Met een goede honderd leden, drie heren-donateurs en een contributie van vijf gulden per jaar gaat het Dameslees museum in 1894 van start in een paar bovenkamertjes aan het Haagse Noord- einde. Beneden is een garen-en-band- winkel gevestigd en men speelt elkaar van boven naar beneden en omgekeerd de bal toe: leden van de leesclub wor den gewezen op de mogelijkheid om hun 2 het voi gel Sti see he< drs eer ov< vai do, del bij on va he w< vc pr zi< ni de st w ee h< al m to b< te cc 1 is „E do he «té va ve ov mi zi< ar ve ve sb s Het verhaal dat het leesmuseum des tijds zou zijn opgericht als een vorm van protest tegen het bestaan van exclu sieve, niet voor vrouwen toegankelijke Er verschijnen massa’s boeken over lekker eten en koken. Die zijn dan voor „gewone” lieden. Er zijn ook wel wat andere boekjes over diëten enz., maar die vormen meestal maar wat sombere kost. „Blijf jong, leef lang” van Gayelord Hauser (Uitgeverij Van Dishoeck) is veel meer dan een boek over diëten. De schrijver (bioloog en diëtist) ontwikkelt een hele filosofie over gezond ouder worden. Hij pre senteert allerlei tips op velerlei ge bied, met het accent op het eten. Dat hij aan het slot enige (bescheiden) reclame maakt voor eigen producten, zij Hauser vergeven. Bij Unieboek NV te Bussum zijn kort na elkaar vier kloeke kook-uitgaven verschenen in een wat afwijkend for maat (ongeveer 18-20‘/« cm). Technisch zijn de boeken fraai uitgevoerd: zeer overzichtelijke blad-indeling, geen petie terige letter, fraaie foto’s en goede sfeer volle tekeningen van Ans Zwaan. Tot zover niets dan lof. Wie de vier boeken op de inhoud gaat bestuderen, komt al snel tot de ontdekking, dat de delen van wat zeker een serie moet worden, eigenlijk in twee groepen uiteen vallen: de heel bruikbare en de voor een deel bruikbare. Tot slot van dit boekenoverzicht een niet zo opwekkend onderwerp: de schei ding. In de „Ouders van nu”-bibliotheek- (uitgeverij Veen) is een zeer menselijk boekje uitgekomen: „Als pappa en mam ma gaan scheiden”. Het richt zich hele maal op de kinderen, die meestal de dupe zijn van de scheiding. Deze Claudine Bienfait blijkt 60 jaar lang onafgebroken bestuurslid van het leesmuseum te zijn geweest en heeft, blijkens het voorwoord, „als eerste biblio thecaresse de boekerij gemaakt tot wat die is”. Uit haar notities blijkt dat het Damesleesmuseum in 1894 is gegroeid uit het inmiddels dan één jaar oude „lees gezelschap 1893”, naar voorbeeld van een reeds in Amsterdam bestaande club. Sub tiel verschil: dat Amsterdamse instituut (dat inmiddels ter ziele is gegaan) heette „leesmuseum voor vrouwen”. Overigens betekende dat wat antiek aandoende woord leesmuseum eigenlijk doodgewoon bibliotheek. masseren. Het zit geolied in („Sensuele massage”, uitgeverij na). herenclubs blijkt vatbaar voor de nodige twijfel. Ook na vraag bij enkele, toevallig aanwezige oudere damesleden die heel wat van de historie van hun club blij ken te weten, brengt geen opheldering. Wel een zuinig bewaard (en derhalve onder geen voorwaarde uit te lenen) lichtblauw geschriftje uit 1954 dat „Zes tig jaren damesleesmuseum” heet en waarin feiten en gebeurtenissen uit die eerste 60 jaar op vaak amusante wijze uit de doeken worden gedaan door Clau dine Bienfait. dokter Peers, die verscheidene malen abortus heeft verricht. De emoties zijn daar hoog opgelaaid. Ongetwijfeld zal „Abortus provocatus” nu een veelgelezen werk zijn, omdat het document, door een team van zeventien man na een indringende studie geschreven, bewust gericht is op het onderzoek van de implicaties voor mogelijke beleidsalter natieven. Het interessante boek stelt o.a. duidelijk, dat een beleid, dat geen reke ning zou houden met de menselijke, maatschappelijke ontwikkelingen en de generatiewisseling tekort zou schieten in één van zijn fundamentele functies. Verantwoord ouderschap wordt voorop gesteld. Ook hier weer natuurlijk de zaak van de geboortebeperking om abor tus te voorkomen. Voor de vrouw, die in verwachting is (hetgeen ook nog voorkomt, zoals men weet) is zwangerschapsgymnastiek een nuttige bezigheid. Er is al wat literatuur over. Die is uitgebreid met het boekje „Moeder worden, fit blijven”, voor Ne derland bewerkt door de arts Inez Draayer-Jansen. Het behandelt de li- chaamstraining en -verzorging bij zwan- garen en band beneden te kopen, de mevrouw van de garen- en bandnering informeert bij haar klanten of ze toch wel lid van het leesmuseum zijn. Thee drinken is er in die tijd niet bij en voor stellen van leden in die richting worden afgewezen als zijnde „in strijd met doel en aard der vereniging”. Vooral het „zuinig overleg” in die jaren wordt geroemd. Bestuursleden doen de schoonmaak als dat weer eens nodig is, en zij wassen zelfs eigenhandig de gordijnen, zo meldt het verslag. Wat later als de club al enkele malen naar ruimere behuizingen is verhuisd, ver schijnt een huisknechtje in een gestreept jasje in het verhaal. Hij moet toezicht houden op de fietsen van de lezende dames en in notulen uit die periode staat vermeld dat, gezien de kilte in de gang waar hij resideert, de administra trice hem een volledig wollen onderte- nue” dient te bezorgen. Maar dit soort kneuterige anekdotes zou bijna de aandacht afleiden van de „groei en bloei” die de club in de loop der jaren doormaakte. Ondanks de scep tische voorspellingen van de echtgenoten der eerste beschermvrouwen die het leesmuseum een minimum aan levens vatbaarheid voorspelden, gaat het in die eerste decennia jaar na jaar beter met de club. Men organiseert cursussen en literaire bijeenkomsten, bekende auteurs komen voordrachten houden en om streeks 1926 (als van „grote bloei” van het leesmuseum wordt gesproken) telt men buitenleden in Engeland, Duits land, België en Zwitserland. Het voorkomen van abortus ligt in het gebruik van goede voorbehoedmiddelen. De pil is een reusachtige stap op de goede weg. En de laatste jaren is vrij willige sterilisatie steeds meer een punt van ernstige overweging geworden. Wit te meent hij heeft er met een vriend zelfs met een fles whisky om gewed dat de vrijwillige sterilisatie in de ko mende tien jaar minstens zo verbreid zal raken als op dit ogenblik de pil. Het boekje behandelt de sterilisatie vanuit het gezichtspunt, dat het meer een psychische dan een medische in greep is. Over de ingreep zelf kan men kort zijn. Des te meer aandacht wordt geschonken aan de faktoren, die van invloed zijn op het nemen van de beslis sing en de psychologische reacties na de ingreep. Witte heeft uiteraard veel ge sproken met mannen en vrouwen, die zich hebben laten steriliseren er zijn o.a. zes interviews met mensen, die de ingreep hebben laten verrichten) en komt met cijfers aandragen. Zó blijkt uit een onderzoek van Jansen in Neder land, dat slechts één van 66 mannen, die zich hebben laten behandelen, er spijt van heeft. De anderen waren er zeer geluk kig mee. In het boekje „Over abortus nu en straks” (uitgegeven door de stichting Bio- wetenschappen en Maatschappij, in het bestuur waarvan o.a. zitting hebben dr. Marga Klompé, prins Claus en een aantal hoogleraren) wordt aansluitend op wat wij hierover schreven terecht de vraag gesteld: of de samenleving niet beter naar de oorzaken van de ongewen ste zwangerschap kan zoeken in plaats van de gevolgen te bestrijden. Een team van deskundigen bekijkt het probleem van de abortus van alle kan ten. Het boekje geeft geen ethisch stand punt. Het draagt gegevens en informatie aan voor besluitvorming en doet dat op een gemakkelijk te bevatten manier. Het boek „Abortus provocatus”, een Belgische uitgave van de Sikkel, behan delt de omstreden abortus-kwestie op hoog-wetenschappelijk niveau, m.a.w.dit is meer een studieboek dan een vlot leesbaar werkje. Net zoals wij, Neder landers, zitten ook de Belgen met het vraagstuk, dat bij hen dezer dagen bran dend actueel is door de rechtszaak rond boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN: boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl Wat lazen zij alzo, uit de steeds beter voorziene bibliotheek van het Dames leesmuseum? „Jom Uhl” van Gustav Frenssen, en „De winkeljuffrouw van 1’ Oiseau d’ Or” van Comélie Noorwal. om een paar veelgevraagde schrijvers te noemen. En zowaar zijn er ook in die tijd al mensen die zich gekwetst voelen: een lid wil het lidmaatschap beëindigen vanwege een „aanstootgevende” passage in een boek van Bjornson. Het zedenbe dervend karakter blijkt te liggen in een situatie waarin een boer zijn vrouw ten aanzien van zijn werkvolk over de knie legt. En wat lezen zij nu, de (momenteel ruim vijfhonderd) leden van het Dames leesmuseum? De wat stoffige naam van deze Haagse vrouwenclub en bibliotheek mag daar geen misverstanden over doen ontstaan. Weliswaar is het met enige fantasie mogelijk om een vleugje Cou- perus-achtige sfeer te proeven in de vertrekken aan het Nassauplein wanneer degelijk geklede oudere dames er kor daat binnenstappen en hun wensen ken baar maken aan de opgewekte en be hulpzame bibliothecaresse mejuffrouw Walburgh-Smidt. Maar de bibliotheek wordt zorgvuldig „bij de tijd” gehouden en een recente lijst van aanwinsten staaft de bewering van presidente en secretaresse dat de bibliotheek aan een ongelooflijke diversiteit van smaken” beantwoordt Tot de eerste groep reken ik het boek „Zoutarme menu’s” geschreven door Ma rianne Stuit, met behulp van haar echt genoot die arts is. En laat het dan recepten zijn uit de dieetkeuken, speci aal voor patiënten bijvoorbeeld die lij den aan hart-, nier- en vaatziekten en verhoogde bloeddruk, het zijn zonder uitzondering heel smakelijke menu’s die schrijfster heeft bedacht. De koper van dit boek behoeft echt niet aan een van de hierboven genoemde aandoeningen te lijden, om er heel veel smakelijks in te vinden, dat door het nagenoeg ontbreken van Natrium (een van de bestanddelen van keukenzout) nog gezond is ook. Bij de „heel bruikbare”, wel voor de ervaren kookster, zou ik ook willen rekenen „Uit de keuken geklapt” (recep ten van Nederlandse chef-koks). En het mag natuurlijk geen toeval heten, dat het juist de meesterkoks zijn die de leiding hebben in de restaurants, aange sloten bij de Alliance Gastronomique Néerlanaaise. Dit is een keten van res taurants waar niet alleen de hoogste eisen gesteld mogen worden aan de kookkunst van de „witte brigade”, maar waar bovendien nog extra aandacht wordt besteed aan de omgeving, waar u als gast aan tafel gaat én aan het gastheerschap van de „zwarte brigade” (de bediening). Behalve de meesters van de Alliance hebben nog tal van andere leden van de Nederlandse Club voor Grillen en barbecuen is „in". Dat weet u toch? En nu kunt u uitgerekend uit een uit het Duits vertaald boek leren wat u moet doen indien u het vleesge recht eens wat anders op tafel wilt brengen. De schrijver, de Duitse TV-kok Ulrich Klever, weet van wanten. Een paar maal per week brengt hij in maxi maal 5 minuten tijds een gerecht op tafel, althans demonstreert hij u dui delijk hoe het allemaal moet gebeuren en wat u moet doen. Voor zijn Duitse landgenoten schreef hij dit boek, want ook bij onze oosterburen even beducht voor vet als wij is de moderne vlees bereiding „in”. Over de vertaling zou ik willen zeg gen, dat zij klakkeloos is gebeurd, zon der enig inzicht in de kookkunstige ma terie. Er staan een paar heel onwerkelij ke voorbeelden in van gerechten die misschien en ik twijfel daar sterk aan voor onze oosterburen betaalbaar zijn, maar waarvan veel Nederlanders nog nooit hebben gehoord, laat staan ze hebben gezien, geproefd, om nog maar te zwijgen van ze te hebben bereid. Dergelijke „onwezenlijke” recepten moeten er bij een eventuele volgende druk snel uit verdwijnen. Dat kan ge makkelijk bij een omvang van 124 pagi na’s. Daarmee wint deze uitgave aan kracht. GASTON GOURMET. Abortus, selectiemethodes bij het on derwijs, zelfmoord, het huwelijk en de eenzaamheid van de overgangsjaren zijn onderwerpen die de laatste jaren uitput tend zijn behandeld door de media. Uit geverij Van Gennep heeft een aantal be schouwingen over deze (en soortgelijke) onderwerpen samengebracht in het boek „Opstellen over mensen en mensen”. De artikelen zijn geschreven door Johanna Fortuin, werkzaam aan de Economische Hogeschool in Rotterdam en medewerk ster van „De Groene Amsterdammer”. Het pleit voor de schrijfster dat ze onderwerpen, waarover vrijwel alles lijkt te zijn gezegd, origineel weet te behandelen. Haar conclusies zijn meestal niet opzienbarend, maar haar toon geeft iets van warmte en persoonlijkheid mee aan de beschouwingen. Door die ondog matische aanpak krijgen de stukken een echt opiniërende werking. De beschouwing over abortus is ge schreven in 1970. Aan zo’n stuk merk je dat de discussie over dit onderwerp in die twee jaar zo heftig is gevoerd, dat nog nauwelijks behoefte bestaat aan de aangevoerde argumenten. De ondertitel van het boek vind ik nogal Irritant: „Psychologie als berichten uit de samenleving”. Het staat wel ge leerd, maar wat wordt er in godsnaam mee bedoeld. En dan komt die tweede groep van de „voor een deel bruikbare” kookboeken: „Uit Grootmoeders Keuken” om maar dat meest omvattende boek te noemen, dat bij Unieboek is uitgekomen. Het is curieus. Leuk om te hebben of te ont vangen. U zult er zeker nog bruikbare tips in vinden omdat het lang niet zover teruggaat als de samenstelster Ria Holle- man-Kikkert suggereert. Het is meer een léésboek, dan een handleiding om nu eens iets te maken „wat de huisgenoten niet kennen”. Niemand zit meer te wachten op „Wa- tergruel” (pag. 113), vroeger altijd ge schreven als „Watergruwel”, maar dit is een terzijde. Het nagerecht blijft een „gruwel” voor iedereen die het vroeger Het is natuurlek niet toevallig, dat we in dit overzicht de begrippen abortus en sterilisatie door elkaar weven aan de hand van boeken over deze onderwer pen. Het één hangt vaak nauw samen met het ander. Of beter kan ik zeggen het nalaten van het één hangt vaak nauw samen met het andere. De socio loog dr. Witte (verbonden aan het Ne derlands Instituut voor Sociaal Sexuolo- gisch Onderzoek) schreef een boekje „Waarom geen sterilisatie?”(uitgeverij In den Toren Baarn) Hij stelt direct al na wat onthutsend cijfermateriaal aangedragen te hebben over het aantal kinderen dat ongewild verwekt wordt dat de tegenstanders van abortus, als ze zich ergens druk over moeten maken, dat dan maar moeten doen over de miljoenen onbeschermde coïtussen, die jaarlijks in Nederland worden uitge voerd. Witte zegt:,,Het merkwaardige is nu dat veel van deze anti-abortus-men- sen zich daarover niet zo druk maken, omdat volgens hen het leven - hoe dan ook en onder welke omstandigheden dan ook - het hoogste goed is. Dus onbe doeld, ongewenst en ongelukkig leven is voor hen nog altijd beter dan geen leven”. Ze willen het zelfs nog sterker zeg gen: „De bibliotheek heeft twee uitersten, van het zeer progressieve tot het histori sche genre”. Overigens is het Dameslees museum (dat sinds enkele jaren ook mannen als leden toelaat) niet zo’ n exclnsief-Haagse aangelegenheid als naam en entourage suggereren. Behalve leden in de residentie en naaste omge ving heeft men door het hele land buitenleden van wie sommigen regelma tig de club opzoeken. Helaas: de belan gen van buitenleden die hun boeken per post plegen te lenen en te ruilen, drei gen vanwege de steeds stijgende porto kosten tussen wal en schip te vallen en dat verdriet het bestuur zeer. Want het bijna 80 jaar bestaande leesmuseum is nog steeds een strikt particuliere instel ling die zonder subsidies moet concurre ren tegen de goedvoorziene openbare leeszalen wekelijks heeft moeten eten. Ik niet, maar ik heb een kleine rondvraag gehou den in de evenoude kennissenkring. Daarom: geen boek om meteen uit te koken. Liever lezen, gruwen, genieten en af en toe de stoute schoenen aantrekken om er iets uit te proberen, waarbij u uzelf voorhoudt dat het slechts een proef is. Wat er in staat is doorgaans goed, maar tegenwoordig smaakt het anders. En voor wat die laatste gedachte be treft, meen ik dat ze goed aansluit op de titel „Grill Barbecue boek voor de fijnproever”. Voor ruiters en vooi liefhebbers van paarden is er een heel bijzonder boek uitgegeven door Ad Donker N.V. Rotter dam. „Geluk in het zadel”, dat als on dertitel meekreeg: „Ruiterbrevier”. Ge org Schreiber is de auteur van dit origi neel stuk werk en Ad Klebe is de vertaler en bewerker van de Nederland se uitgave. Dit is nu eens geen handlei ding hoe je moet leren paardrijden of geeft het technische uiteenzettingen van zit, stap, draf of galop. De schrijver heeft dit boekje niet alleen gemaakt voor grote rijders maar ook voor liefheb bers, die natuurlijk wel waarde hechten aan een goede zit en goede stijl, maar daarnaast ook belangstelling hebben voor de achtergronden, de historische, de economische en de sociologische, kortom voor alles wat nog verder in relatie staat met het paard en het berijden. Het boek is een „brevier" geworden, dat afgeleid is van het Latijnse breve, dat kort betekent. De vorm, dat brevier, maakt het geheel juist zo bekoorlijk. Na een historische inleiding dat de schrijver de naam: Te paard door alle eeuwen” meegaf, volgt er het „Nuttig en curieus ruiter-alfabet. Tenslotte zijn er nog een paar saillante hoofdstukjes als: „Cava lier en Ridderlijkheid”, „De Dame te paard”, „Ridderspelen en Riddergewoon- tes”. Wel een handleiding om te leren paard rijden is een boekje van Wouter Slob: „In en om de Manege” en uitgegeven bij L. J. Veen-Wageningen. Het eerste con tact met de manege, de eerste beginselen van de rijkunst, de lichaamsbouw en de benaming van de lichaamsonderdelen van het paard, gebruiken, benamingen en bijzonderheden van het paard, de paar- denwereld en alles wat er om en er aan hangt, het wordt er allemaal in beschre ven. Techniek en uiteenzettingen over „Stap-Draf-Galop” kunt u leren uit het gelijknamige boek van Albert Brandl, uitgegeven bij Kosmos-Amsterdam. Als ondertitel kreeg dit boekje mee: „Paard rijden in woord en beeld”, waarbij het zeer aanschouwelijke beeld, weergegeven in foto’s en enkele tekeningetjes, duide lijk overheerst. chef-koks aan de totstandkoming van dit boek meegewerkt. Ik schreef het al eerder: Meesterkoks zijn mensen van weinig woorden. Daar om kan dit nieuwe boek in de serie ook gerust slechts 97 pagina’s tellen. Ter vergelijking: „Grill Barbecueboek” heeft 124 pagina’s en het nieuwste „Uit Grootmoeders keuken” telt er maar liefst 167. Echte koks zijn zuinig met woorden. U vindt hier de hogeschool ofschoon niet altijd volledig, want ze klappen zelfs nu nog niet helemaal echt uit de school. Zo is het recept op pagina 14 voor de Cocktail Prince Alexandre niet com pleet. Ik zag dit voorgerecht bereiden tijdens een ontvangst in de veilinghallen van Grubbenvorst bij Venlo ter gelegen heid van de Eerste Nederlandse Asper- gedag. De toenmalige chef van het res taurant De Hamert te Wellerlooi heeft nu één smaakmaker weggelaten. Het kan onopzettelijk zijn gebeurd. Het is geen misser. Dit is een boek waarvoor Meesters uit de Kookkunst hun kennis hebben aange dragen. Het mag niet ontbreken in de boekenrij van de kookster met ervaring en verstand. L Op de eerste verdieping van dit huis is, in grote lichte kamers met fraai geornamenteerde plafonds, de biblio theek gevestigd. Er staan gemakkelijke zitjes, een leestafel met Nederlandse en buitenlandse tijdschriften, tafeltjes met verse tulpen en uit een zijkamer wordt op verzoek een kopje koffie of thee aangevoerd. In deze animerende sfeer zijn twee bestuursleden, presidente me vrouw drs. S. M. Lely-Kuenen en secre taresse mevrouw A. C. van de Kasteele- Van Voorst Vader, wel bereid om (zij het met enige reserve) iets te vertellen over de activiteiten van deze vrouwen club annex bibliotheek. Met de nadruk op bibliotheek, want in die bibliotheek zien zij de grote kracht van de welhaast tachtig jaar oude club. Men beschikt op het ogenblik over zo’ n 24.000 boeken en per jaar komen er ongeveer 250 exemplaren bij. Wat voor boeken? „Alles, behalve wetenschappe lijke en technische boeken”, zeggen pre sidente en secretaresse. „Geen uitgespro ken studielectuur dus, wel populair-we tenschappelijke boeken, maar voorname lijk romans, reisbeschrijvingen, biogra fieën, historische romans. Nederlands, verder veel Engels en Frans, ook Duits”. gerschap, bevalling en herstel. We mis ten er de opmerking in, dat men wel eerst contact moet opnemen met de huisarts voordat men aan de slag gaat. Dat wordt misschien terecht als van zelfsprekend aangenomen. Als de vrouw eenmaal in verwachting is zal ze wellicht weinig behoefte meer hebben aan sensuele massage, zoals dat omschreven en voorgedaan) wordt in het gelijknamige boek van Amerikaanse afkomst. Daar wordt even uit de doeken gedaan, hoe fijn het allemaal is om sensueel gemasseerd te worden of te Het zit geolied in elkaar Bru- UT i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 24