Damesleesmuseum uit 1893 groeide
uit tot instituut met 24.000 boeken
I
65 van 66 mannen blij met ingreep
WAAROM GEEN STERILISATIE?
ECHTE KOKS ZUINIG MET WOORDEN
VAN PROGRESSIEF TOT HISORISCH GENRE”
Opstellen
over
mensen en mensen
I
de
„Aanstootgevend”
I
i
Historie
Zuinigheid
op
i
recht
Eb
Beducht voor vet
Meer leesboek
ZK
ZATERDAG 24 FEBRUARI
24
1973
Erbij
99
i
cL&eflang
en
Damesleesmu-
Toen enkele jonge Haagse vrou
wen in het jaar 1893 een „onderling
leesgezelschap” oprichtten moet dat
wel als een steen in de toenmalige
Haagse vijver zijn gevallen. Men
stelle zich voor: de dames wilden
lezen teneinde „ontwikkeling te
vergaren”, een streven dat in die
tijden voor vrouwen nog tamelijk
verdacht was. Dat die dames er des
ondanks in slaagden de basis te leg
gen voor een bloeiend „Dameslees
museum” is een stukje emancipatie
geschiedenis op zichzelf, al heeft
het zich dan ook voornamelijk bin
nenskamers en zonder gedruis afge
speeld.
Een stukje geschiedenis dat zon
der meer in een bescheiden hoek
van de Nederlandse emancipatie-
historie zou kunnen worden bijge
zet, ware het niet dat dit „Dames
leesmuseum” bijna 80 jaar later, an
no 1973, nog steeds functioneert. In
de huidige opzet heeft het domicilie
gekozen in het ruime pand Nassau-
Eïï. IB
plein 15 waar een bescheiden bordje
naast de voordeur vermeldt dat hier
gevestigd is de „vrouwenclub
bibliotheek Het --
seum”.
I
F
i
HD
HANS ROMBOUTS.
hneken
erbii 73
Met een goede honderd leden, drie
heren-donateurs en een contributie van
vijf gulden per jaar gaat het Dameslees
museum in 1894 van start in een paar
bovenkamertjes aan het Haagse Noord-
einde. Beneden is een garen-en-band-
winkel gevestigd en men speelt elkaar
van boven naar beneden en omgekeerd
de bal toe: leden van de leesclub wor
den gewezen op de mogelijkheid om hun
2
het
voi
gel
Sti
see
he<
drs
eer
ov<
vai
do,
del
bij
on
va
he
w<
vc
pr
zi<
ni
de
st
w
ee
h<
al
m
to
b<
te
cc
1
is
„E
do
he
«té
va
ve
ov
mi
zi<
ar
ve
ve
sb
s
Het verhaal dat het leesmuseum des
tijds zou zijn opgericht als een vorm
van protest tegen het bestaan van exclu
sieve, niet voor vrouwen toegankelijke
Er verschijnen massa’s boeken over
lekker eten en koken. Die zijn dan
voor „gewone” lieden. Er zijn ook wel
wat andere boekjes over diëten enz.,
maar die vormen meestal maar wat
sombere kost. „Blijf jong, leef lang”
van Gayelord Hauser (Uitgeverij Van
Dishoeck) is veel meer dan een boek
over diëten. De schrijver (bioloog en
diëtist) ontwikkelt een hele filosofie
over gezond ouder worden. Hij pre
senteert allerlei tips op velerlei ge
bied, met het accent op het eten. Dat
hij aan het slot enige (bescheiden)
reclame maakt voor eigen producten,
zij Hauser vergeven.
Bij Unieboek NV te Bussum zijn kort
na elkaar vier kloeke kook-uitgaven
verschenen in een wat afwijkend for
maat (ongeveer 18-20‘/« cm). Technisch
zijn de boeken fraai uitgevoerd: zeer
overzichtelijke blad-indeling, geen petie
terige letter, fraaie foto’s en goede sfeer
volle tekeningen van Ans Zwaan. Tot
zover niets dan lof.
Wie de vier boeken op de inhoud
gaat bestuderen, komt al snel tot de
ontdekking, dat de delen van wat zeker
een serie moet worden, eigenlijk in twee
groepen uiteen vallen: de heel bruikbare
en de voor een deel bruikbare.
Tot slot van dit boekenoverzicht een
niet zo opwekkend onderwerp: de schei
ding. In de „Ouders van nu”-bibliotheek-
(uitgeverij Veen) is een zeer menselijk
boekje uitgekomen: „Als pappa en mam
ma gaan scheiden”. Het richt zich hele
maal op de kinderen, die meestal de
dupe zijn van de scheiding.
Deze Claudine Bienfait blijkt 60 jaar
lang onafgebroken bestuurslid van het
leesmuseum te zijn geweest en heeft,
blijkens het voorwoord, „als eerste biblio
thecaresse de boekerij gemaakt tot wat
die is”. Uit haar notities blijkt dat het
Damesleesmuseum in 1894 is gegroeid
uit het inmiddels dan één jaar oude „lees
gezelschap 1893”, naar voorbeeld van een
reeds in Amsterdam bestaande club. Sub
tiel verschil: dat Amsterdamse instituut
(dat inmiddels ter ziele is gegaan) heette
„leesmuseum voor vrouwen”. Overigens
betekende dat wat antiek aandoende
woord leesmuseum eigenlijk doodgewoon
bibliotheek.
masseren. Het zit geolied in
(„Sensuele massage”, uitgeverij
na).
herenclubs blijkt vatbaar voor de nodige
twijfel. Ook na vraag bij enkele, toevallig
aanwezige oudere damesleden die heel
wat van de historie van hun club blij
ken te weten, brengt geen opheldering.
Wel een zuinig bewaard (en derhalve
onder geen voorwaarde uit te lenen)
lichtblauw geschriftje uit 1954 dat „Zes
tig jaren damesleesmuseum” heet en
waarin feiten en gebeurtenissen uit die
eerste 60 jaar op vaak amusante wijze
uit de doeken worden gedaan door Clau
dine Bienfait.
dokter Peers, die verscheidene malen
abortus heeft verricht. De emoties zijn
daar hoog opgelaaid. Ongetwijfeld zal
„Abortus provocatus” nu een veelgelezen
werk zijn, omdat het document, door
een team van zeventien man na een
indringende studie geschreven, bewust
gericht is op het onderzoek van de
implicaties voor mogelijke beleidsalter
natieven. Het interessante boek stelt o.a.
duidelijk, dat een beleid, dat geen reke
ning zou houden met de menselijke,
maatschappelijke ontwikkelingen en de
generatiewisseling tekort zou schieten in
één van zijn fundamentele functies.
Verantwoord ouderschap wordt voorop
gesteld. Ook hier weer natuurlijk de
zaak van de geboortebeperking om abor
tus te voorkomen.
Voor de vrouw, die in verwachting is
(hetgeen ook nog voorkomt, zoals men
weet) is zwangerschapsgymnastiek een
nuttige bezigheid. Er is al wat literatuur
over. Die is uitgebreid met het boekje
„Moeder worden, fit blijven”, voor Ne
derland bewerkt door de arts Inez
Draayer-Jansen. Het behandelt de li-
chaamstraining en -verzorging bij zwan-
garen en band beneden te kopen, de
mevrouw van de garen- en bandnering
informeert bij haar klanten of ze toch
wel lid van het leesmuseum zijn. Thee
drinken is er in die tijd niet bij en voor
stellen van leden in die richting worden
afgewezen als zijnde „in strijd met doel
en aard der vereniging”.
Vooral het „zuinig overleg” in die
jaren wordt geroemd. Bestuursleden
doen de schoonmaak als dat weer eens
nodig is, en zij wassen zelfs eigenhandig
de gordijnen, zo meldt het verslag. Wat
later als de club al enkele malen naar
ruimere behuizingen is verhuisd, ver
schijnt een huisknechtje in een gestreept
jasje in het verhaal. Hij moet toezicht
houden op de fietsen van de lezende
dames en in notulen uit die periode
staat vermeld dat, gezien de kilte in de
gang waar hij resideert, de administra
trice hem een volledig wollen onderte-
nue” dient te bezorgen.
Maar dit soort kneuterige anekdotes
zou bijna de aandacht afleiden van de
„groei en bloei” die de club in de loop
der jaren doormaakte. Ondanks de scep
tische voorspellingen van de echtgenoten
der eerste beschermvrouwen die het
leesmuseum een minimum aan levens
vatbaarheid voorspelden, gaat het in die
eerste decennia jaar na jaar beter met
de club. Men organiseert cursussen en
literaire bijeenkomsten, bekende auteurs
komen voordrachten houden en om
streeks 1926 (als van „grote bloei” van
het leesmuseum wordt gesproken) telt
men buitenleden in Engeland, Duits
land, België en Zwitserland.
Het voorkomen van abortus ligt in het
gebruik van goede voorbehoedmiddelen.
De pil is een reusachtige stap op de
goede weg. En de laatste jaren is vrij
willige sterilisatie steeds meer een punt
van ernstige overweging geworden. Wit
te meent hij heeft er met een vriend
zelfs met een fles whisky om gewed
dat de vrijwillige sterilisatie in de ko
mende tien jaar minstens zo verbreid zal
raken als op dit ogenblik de pil.
Het boekje behandelt de sterilisatie
vanuit het gezichtspunt, dat het meer
een psychische dan een medische in
greep is. Over de ingreep zelf kan men
kort zijn. Des te meer aandacht wordt
geschonken aan de faktoren, die van
invloed zijn op het nemen van de beslis
sing en de psychologische reacties na de
ingreep. Witte heeft uiteraard veel ge
sproken met mannen en vrouwen, die
zich hebben laten steriliseren er zijn
o.a. zes interviews met mensen, die de
ingreep hebben laten verrichten) en
komt met cijfers aandragen. Zó blijkt
uit een onderzoek van Jansen in Neder
land, dat slechts één van 66 mannen, die
zich hebben laten behandelen, er spijt van
heeft. De anderen waren er zeer geluk
kig mee.
In het boekje „Over abortus nu en
straks” (uitgegeven door de stichting Bio-
wetenschappen en Maatschappij, in
het bestuur waarvan o.a. zitting hebben
dr. Marga Klompé, prins Claus en een
aantal hoogleraren) wordt aansluitend
op wat wij hierover schreven terecht
de vraag gesteld: of de samenleving niet
beter naar de oorzaken van de ongewen
ste zwangerschap kan zoeken in plaats
van de gevolgen te bestrijden.
Een team van deskundigen bekijkt het
probleem van de abortus van alle kan
ten. Het boekje geeft geen ethisch stand
punt. Het draagt gegevens en informatie
aan voor besluitvorming en doet dat op
een gemakkelijk te bevatten manier.
Het boek „Abortus provocatus”, een
Belgische uitgave van de Sikkel, behan
delt de omstreden abortus-kwestie op
hoog-wetenschappelijk niveau, m.a.w.dit
is meer een studieboek dan een vlot
leesbaar werkje. Net zoals wij, Neder
landers, zitten ook de Belgen met het
vraagstuk, dat bij hen dezer dagen bran
dend actueel is door de rechtszaak rond
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN:
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
Wat lazen zij alzo, uit de steeds beter
voorziene bibliotheek van het Dames
leesmuseum? „Jom Uhl” van Gustav
Frenssen, en „De winkeljuffrouw van
1’ Oiseau d’ Or” van Comélie Noorwal.
om een paar veelgevraagde schrijvers te
noemen. En zowaar zijn er ook in die
tijd al mensen die zich gekwetst voelen:
een lid wil het lidmaatschap beëindigen
vanwege een „aanstootgevende” passage
in een boek van Bjornson. Het zedenbe
dervend karakter blijkt te liggen in een
situatie waarin een boer zijn vrouw ten
aanzien van zijn werkvolk over de knie
legt.
En wat lezen zij nu, de (momenteel
ruim vijfhonderd) leden van het Dames
leesmuseum? De wat stoffige naam van
deze Haagse vrouwenclub en bibliotheek
mag daar geen misverstanden over doen
ontstaan. Weliswaar is het met enige
fantasie mogelijk om een vleugje Cou-
perus-achtige sfeer te proeven in de
vertrekken aan het Nassauplein wanneer
degelijk geklede oudere dames er kor
daat binnenstappen en hun wensen ken
baar maken aan de opgewekte en be
hulpzame bibliothecaresse mejuffrouw
Walburgh-Smidt. Maar de bibliotheek
wordt zorgvuldig „bij de tijd” gehouden
en een recente lijst van aanwinsten
staaft de bewering van presidente en
secretaresse dat de bibliotheek aan een
ongelooflijke diversiteit van smaken”
beantwoordt
Tot de eerste groep reken ik het boek
„Zoutarme menu’s” geschreven door Ma
rianne Stuit, met behulp van haar echt
genoot die arts is. En laat het dan
recepten zijn uit de dieetkeuken, speci
aal voor patiënten bijvoorbeeld die lij
den aan hart-, nier- en vaatziekten en
verhoogde bloeddruk, het zijn zonder
uitzondering heel smakelijke menu’s die
schrijfster heeft bedacht. De koper van
dit boek behoeft echt niet aan een van
de hierboven genoemde aandoeningen te
lijden, om er heel veel smakelijks in te
vinden, dat door het nagenoeg ontbreken
van Natrium (een van de bestanddelen
van keukenzout) nog gezond is ook.
Bij de „heel bruikbare”, wel voor de
ervaren kookster, zou ik ook willen
rekenen „Uit de keuken geklapt” (recep
ten van Nederlandse chef-koks). En het
mag natuurlijk geen toeval heten, dat
het juist de meesterkoks zijn die de
leiding hebben in de restaurants, aange
sloten bij de Alliance Gastronomique
Néerlanaaise. Dit is een keten van res
taurants waar niet alleen de hoogste
eisen gesteld mogen worden aan de
kookkunst van de „witte brigade”, maar
waar bovendien nog extra aandacht
wordt besteed aan de omgeving, waar u
als gast aan tafel gaat én aan het
gastheerschap van de „zwarte brigade”
(de bediening). Behalve de meesters van
de Alliance hebben nog tal van andere
leden van de Nederlandse Club voor
Grillen en barbecuen is „in". Dat weet
u toch? En nu kunt u uitgerekend uit
een uit het Duits vertaald boek leren
wat u moet doen indien u het vleesge
recht eens wat anders op tafel wilt
brengen. De schrijver, de Duitse TV-kok
Ulrich Klever, weet van wanten. Een
paar maal per week brengt hij in maxi
maal 5 minuten tijds een gerecht op
tafel, althans demonstreert hij u dui
delijk hoe het allemaal moet gebeuren
en wat u moet doen. Voor zijn Duitse
landgenoten schreef hij dit boek, want
ook bij onze oosterburen even beducht
voor vet als wij is de moderne vlees
bereiding „in”.
Over de vertaling zou ik willen zeg
gen, dat zij klakkeloos is gebeurd, zon
der enig inzicht in de kookkunstige ma
terie. Er staan een paar heel onwerkelij
ke voorbeelden in van gerechten die
misschien en ik twijfel daar sterk
aan voor onze oosterburen betaalbaar
zijn, maar waarvan veel Nederlanders
nog nooit hebben gehoord, laat staan ze
hebben gezien, geproefd, om nog maar te
zwijgen van ze te hebben bereid.
Dergelijke „onwezenlijke” recepten
moeten er bij een eventuele volgende
druk snel uit verdwijnen. Dat kan ge
makkelijk bij een omvang van 124 pagi
na’s. Daarmee wint deze uitgave aan
kracht. GASTON GOURMET.
Abortus, selectiemethodes bij het on
derwijs, zelfmoord, het huwelijk en de
eenzaamheid van de overgangsjaren zijn
onderwerpen die de laatste jaren uitput
tend zijn behandeld door de media. Uit
geverij Van Gennep heeft een aantal be
schouwingen over deze (en soortgelijke)
onderwerpen samengebracht in het boek
„Opstellen over mensen en mensen”. De
artikelen zijn geschreven door Johanna
Fortuin, werkzaam aan de Economische
Hogeschool in Rotterdam en medewerk
ster van „De Groene Amsterdammer”.
Het pleit voor de schrijfster dat ze
onderwerpen, waarover vrijwel alles
lijkt te zijn gezegd, origineel weet te
behandelen. Haar conclusies zijn meestal
niet opzienbarend, maar haar toon geeft
iets van warmte en persoonlijkheid mee
aan de beschouwingen. Door die ondog
matische aanpak krijgen de stukken een
echt opiniërende werking.
De beschouwing over abortus is ge
schreven in 1970. Aan zo’n stuk merk je
dat de discussie over dit onderwerp in
die twee jaar zo heftig is gevoerd, dat
nog nauwelijks behoefte bestaat aan de
aangevoerde argumenten.
De ondertitel van het boek vind ik
nogal Irritant: „Psychologie als berichten
uit de samenleving”. Het staat wel ge
leerd, maar wat wordt er in godsnaam
mee bedoeld.
En dan komt die tweede groep van de
„voor een deel bruikbare” kookboeken:
„Uit Grootmoeders Keuken” om maar
dat meest omvattende boek te noemen,
dat bij Unieboek is uitgekomen. Het is
curieus. Leuk om te hebben of te ont
vangen. U zult er zeker nog bruikbare
tips in vinden omdat het lang niet zover
teruggaat als de samenstelster Ria Holle-
man-Kikkert suggereert. Het is meer een
léésboek, dan een handleiding om nu
eens iets te maken „wat de huisgenoten
niet kennen”.
Niemand zit meer te wachten op „Wa-
tergruel” (pag. 113), vroeger altijd ge
schreven als „Watergruwel”, maar dit is
een terzijde. Het nagerecht blijft een
„gruwel” voor iedereen die het vroeger
Het is natuurlek niet toevallig, dat we
in dit overzicht de begrippen abortus en
sterilisatie door elkaar weven aan de
hand van boeken over deze onderwer
pen. Het één hangt vaak nauw samen
met het ander. Of beter kan ik zeggen
het nalaten van het één hangt vaak
nauw samen met het andere. De socio
loog dr. Witte (verbonden aan het Ne
derlands Instituut voor Sociaal Sexuolo-
gisch Onderzoek) schreef een boekje
„Waarom geen sterilisatie?”(uitgeverij In
den Toren Baarn) Hij stelt direct al
na wat onthutsend cijfermateriaal
aangedragen te hebben over het aantal
kinderen dat ongewild verwekt wordt
dat de tegenstanders van abortus, als ze
zich ergens druk over moeten maken,
dat dan maar moeten doen over de
miljoenen onbeschermde coïtussen, die
jaarlijks in Nederland worden uitge
voerd. Witte zegt:,,Het merkwaardige is
nu dat veel van deze anti-abortus-men-
sen zich daarover niet zo druk maken,
omdat volgens hen het leven - hoe dan
ook en onder welke omstandigheden dan
ook - het hoogste goed is. Dus onbe
doeld, ongewenst en ongelukkig leven is
voor hen nog altijd beter dan geen
leven”.
Ze willen het zelfs nog sterker zeg
gen: „De bibliotheek heeft twee uitersten,
van het zeer progressieve tot het histori
sche genre”. Overigens is het Dameslees
museum (dat sinds enkele jaren ook
mannen als leden toelaat) niet zo’ n
exclnsief-Haagse aangelegenheid als
naam en entourage suggereren. Behalve
leden in de residentie en naaste omge
ving heeft men door het hele land
buitenleden van wie sommigen regelma
tig de club opzoeken. Helaas: de belan
gen van buitenleden die hun boeken per
post plegen te lenen en te ruilen, drei
gen vanwege de steeds stijgende porto
kosten tussen wal en schip te vallen en
dat verdriet het bestuur zeer. Want het
bijna 80 jaar bestaande leesmuseum is
nog steeds een strikt particuliere instel
ling die zonder subsidies moet concurre
ren tegen de goedvoorziene openbare
leeszalen
wekelijks heeft moeten eten. Ik niet,
maar ik heb een kleine rondvraag gehou
den in de evenoude kennissenkring.
Daarom: geen boek om meteen uit te
koken. Liever lezen, gruwen, genieten en
af en toe de stoute schoenen aantrekken
om er iets uit te proberen, waarbij u
uzelf voorhoudt dat het slechts een
proef is. Wat er in staat is doorgaans
goed, maar tegenwoordig smaakt het
anders.
En voor wat die laatste gedachte be
treft, meen ik dat ze goed aansluit op de
titel „Grill Barbecue boek voor de
fijnproever”.
Voor ruiters en vooi liefhebbers van
paarden is er een heel bijzonder boek
uitgegeven door Ad Donker N.V. Rotter
dam. „Geluk in het zadel”, dat als on
dertitel meekreeg: „Ruiterbrevier”. Ge
org Schreiber is de auteur van dit origi
neel stuk werk en Ad Klebe is de
vertaler en bewerker van de Nederland
se uitgave. Dit is nu eens geen handlei
ding hoe je moet leren paardrijden of
geeft het technische uiteenzettingen van
zit, stap, draf of galop. De schrijver
heeft dit boekje niet alleen gemaakt
voor grote rijders maar ook voor liefheb
bers, die natuurlijk wel waarde hechten
aan een goede zit en goede stijl, maar
daarnaast ook belangstelling hebben
voor de achtergronden, de historische, de
economische en de sociologische, kortom
voor alles wat nog verder in relatie staat
met het paard en het berijden.
Het boek is een „brevier" geworden,
dat afgeleid is van het Latijnse breve,
dat kort betekent. De vorm, dat brevier,
maakt het geheel juist zo bekoorlijk. Na
een historische inleiding dat de schrijver
de naam: Te paard door alle eeuwen”
meegaf, volgt er het „Nuttig en curieus
ruiter-alfabet. Tenslotte zijn er nog een
paar saillante hoofdstukjes als: „Cava
lier en Ridderlijkheid”, „De Dame te
paard”, „Ridderspelen en Riddergewoon-
tes”.
Wel een handleiding om te leren paard
rijden is een boekje van Wouter Slob:
„In en om de Manege” en uitgegeven bij
L. J. Veen-Wageningen. Het eerste con
tact met de manege, de eerste beginselen
van de rijkunst, de lichaamsbouw en de
benaming van de lichaamsonderdelen
van het paard, gebruiken, benamingen
en bijzonderheden van het paard, de paar-
denwereld en alles wat er om en er aan
hangt, het wordt er allemaal in beschre
ven.
Techniek en uiteenzettingen over
„Stap-Draf-Galop” kunt u leren uit het
gelijknamige boek van Albert Brandl,
uitgegeven bij Kosmos-Amsterdam. Als
ondertitel kreeg dit boekje mee: „Paard
rijden in woord en beeld”, waarbij het
zeer aanschouwelijke beeld, weergegeven
in foto’s en enkele tekeningetjes, duide
lijk overheerst.
chef-koks aan de totstandkoming van
dit boek meegewerkt.
Ik schreef het al eerder: Meesterkoks
zijn mensen van weinig woorden. Daar
om kan dit nieuwe boek in de serie ook
gerust slechts 97 pagina’s tellen. Ter
vergelijking: „Grill Barbecueboek”
heeft 124 pagina’s en het nieuwste „Uit
Grootmoeders keuken” telt er maar
liefst 167.
Echte koks zijn zuinig met woorden.
U vindt hier de hogeschool ofschoon niet
altijd volledig, want ze klappen zelfs nu
nog niet helemaal echt uit de school. Zo
is het recept op pagina 14 voor de
Cocktail Prince Alexandre niet com
pleet. Ik zag dit voorgerecht bereiden
tijdens een ontvangst in de veilinghallen
van Grubbenvorst bij Venlo ter gelegen
heid van de Eerste Nederlandse Asper-
gedag. De toenmalige chef van het res
taurant De Hamert te Wellerlooi heeft
nu één smaakmaker weggelaten. Het
kan onopzettelijk zijn gebeurd. Het is
geen misser.
Dit is een boek waarvoor Meesters uit
de Kookkunst hun kennis hebben aange
dragen. Het mag niet ontbreken in de
boekenrij van de kookster met ervaring
en verstand.
L
Op de eerste verdieping van dit huis
is, in grote lichte kamers met fraai
geornamenteerde plafonds, de biblio
theek gevestigd. Er staan gemakkelijke
zitjes, een leestafel met Nederlandse en
buitenlandse tijdschriften, tafeltjes met
verse tulpen en uit een zijkamer wordt
op verzoek een kopje koffie of thee
aangevoerd. In deze animerende sfeer
zijn twee bestuursleden, presidente me
vrouw drs. S. M. Lely-Kuenen en secre
taresse mevrouw A. C. van de Kasteele-
Van Voorst Vader, wel bereid om (zij
het met enige reserve) iets te vertellen
over de activiteiten van deze vrouwen
club annex bibliotheek.
Met de nadruk op bibliotheek, want in
die bibliotheek zien zij de grote kracht
van de welhaast tachtig jaar oude club.
Men beschikt op het ogenblik over zo’ n
24.000 boeken en per jaar komen er
ongeveer 250 exemplaren bij. Wat voor
boeken? „Alles, behalve wetenschappe
lijke en technische boeken”, zeggen pre
sidente en secretaresse. „Geen uitgespro
ken studielectuur dus, wel populair-we
tenschappelijke boeken, maar voorname
lijk romans, reisbeschrijvingen, biogra
fieën, historische romans. Nederlands,
verder veel Engels en Frans, ook Duits”.
gerschap, bevalling en herstel. We mis
ten er de opmerking in, dat men wel
eerst contact moet opnemen met de
huisarts voordat men aan de slag gaat.
Dat wordt misschien terecht als van
zelfsprekend aangenomen.
Als de vrouw eenmaal in verwachting
is zal ze wellicht weinig behoefte meer
hebben aan sensuele massage, zoals dat
omschreven en voorgedaan) wordt in
het gelijknamige boek van Amerikaanse
afkomst. Daar wordt even uit de doeken
gedaan, hoe fijn het allemaal is om
sensueel gemasseerd te worden of te
Het zit geolied in elkaar
Bru-
UT i