DE ZAAK VAN DE MORTEL EEN VRIJ BURGER die met Den Haag aanpapt Tilburgs raadslid vecht voor zijn een fors familievermogen recht en advokaat, snijbonenplukker Je bent krankzinnig of niet, één van de twee een „Het is de Brabantse kliek ,IK BEN NU WEER O Rotzooi Koekoek Geen vonnis Snijbonen ZATERDAG MAART 197 3 3 14 Vlucht k Vernedering Erbij UVVVVVVVXA/VVVVVVVVVVVVVVVXA/VVVVVVVVXA/VVVVVVVVVXCAAAA/VVVVVVVVVXAAAA/VVVXAA/VVVVVVVVVVVVVVV'U ROLF STALLINGA over i. Van de Mortel Zelf rookt hij bewijs voor de strafbare feilen en dat nu is juist niet gebeurd. Het faillisse ment is door de Hoge Raad gesanctio neerd. De Hoge Raad kan niet falen, maar heeft in mijn geval volledig ge faald.” Mr. tafel. „Na de dood van mijn moeder, met wie ik het vermogen beheerde, had ik hot ongeluk dat de rest van de familie Waarom besloot hij te ontvluchten? „Je bent advocaat en geen snijbonen plukker”, zegt hij. Die ontsnapping vond vorige zomer plaats. Uit zijn gedetail- Is hij blij terug te zijn? „Het is niet leuk om te vechten. De sfeer in Tilburg vond ik heel merkwaar dig. Het was wel druk op de receptie maar ik heb niemand van het stadsbe stuur gezien. Er was van die zijde ook geen bloemetje.” Maar is hij dan niet bang, nu de zaak tot voor de Hoge Raad is behandeld, voor een soort Don Quichotte te worden versleten? Met z,ijn arrestatie is de vernede ring compleet. De man, die alom werd gerespecteerd, die adviseur was van talloze Brabantse instellingen, waar nemend kantonrechter en agent van de Nederlandsche Bank, maar al deze baantjes in een mum van tijd ver speelde, kwam door een achter geslo ten deuren genomen beschikking van de raadkamer nu achter de tralies terecht. Tijdstip: zomer 1971. Hij duikt terug in het verleden toen de stadsadvocaat met zijn klacht kwam. „Men verweet mij gedragingen in proce dures waarbij de gemeente partij was. Ik ben raadslid en advocaat en de be schuldiging was, dat ik door deze onver enigbaarheid van functies in strijd met de erecode heb gehandeld. Goed, ik was adviseur in sommige kwesties maar ik heb geen formele rechtshandelingen ver richt. Ik dacht: wat steekt hier achter en al spoedig bleek me, dat het een opgelegde zaak was.” Als we na afloop van het gesprek de auto uit de parkeerhaven voor de be graafplaats willen rijden, loopt mr. Cas van de Mortel het regent nog steeds ons achterna met de verheugende mededeling dat zenuwarts Taverne een bloemstukje heeft laten bezorgen. Zijn blijdschap is begrijpelijk, want het is de eerste reactie uit het Tilburgse establish ment. Half februari werd hij door zijn sup porters triomfantelijk Tilburg weer in gereden. Dat kon omdat de „ziekteperio de” was verstreken. Op een receptie toastte hij met „boer” Koekoek en ande re afgevaardigden van de Boerenpartij en zijn eigen politieke groepering, die hem roemden vanwege het feit dat hij het gevecht tegen het machtige bolwerk van justitie aandurfde. leerde relaas blijkt dat een kennis met een auto achter de parkafrastering stond te wachten en hij 1 met een simpele vermomming de grens over wist te ko men. Mr. Van de Mortel nestelde zich in hotel Metropol in Antwerpen. „Ik zat daar erg mooi. Onder de toren van de kathedraal”, herinnert hij zich. Een soort samenzwering? „Ja, zoiets. Al mijn collega’s wilden ineens niets meer van mij weten en al spoedig kwam de Nederlandse Bank en die zei: je bent in opspraak en daarom Is het beter dat je als agent bedankt. Het proces dat ik hierover voor de Amsterdamse rechtbank heb gevoerd, heb ik gewonnen, maar die uitspraak is later door het hof weer vernietigd.” Na als advocaat te zijn geschorst en geschrapt kwam de kwestie van het familievermogen op de proppen. Volgens de Tilburger is dat de zaak waarom alles draait, maar in het hele conflict is dat niet duidelijk uit de verf gekomen. Hoe heeft hij de periode in de gevan genis en de psychiatrische inrichting in Eindhoven ervaren? daar raadsman van de gedetineerden) en het psychiatrisch ziekenhui», waar ze me in het begin plat spoten waardoor ik anderhalve week bewusteloos ben ge weest. Dat plat spuiten was kennelijk onderdeel van de therapie, maar ook het plukken van snijbonen wat ik er deed. Mijn isolement was vrij volkomen. Ik mocht alleen mijn vrouw en kinderen ontvangen, verder niemand. Je wordt daar in het gareel gebracht door een systeem van vrijheden.” De dwangsommen liepen op tot ruim drie miljoen en Van de Mortel is er net achtergekomen dat het zelfs nog een miljoen meer is. Wat deed hij na zijn faillissement? „Ik nam gewoon geld op, want ik moest toch leven. Bovendien was het absurd, want het was een fictie ve schuld. Wie van de familie moet dat betalen?” Hij vervolgt: „Het ging er gewoon om mij in een inrichting te stoppen. Er zijn drie pogingen gedaan om dat langs min nelijke weg te bereiken, maar dat wei gerde ik. Maar op deze manier lukte het wel. Het was immers de bedoeling mij in het gareel te krijgen. Dat deed ik niet en daarom moesten zij de justitie alle dreigementen waarmaken. Er was een sfeer van: als je niet doet, wat wij zeggen, word je uitgeschakeld. Ik werd naar het huis van bewaring in Utrecht gestuurd, want in Breda wilden ze me vanwege mijn bekendheid niet hebben. Op mijn verzoek heeft er een informa tief gesprek met prof. Kloek plaatsge vonden. Toen hij later met dat rapport kwam, heb ik van mijn kant zes des kundigen genoemd maar ik kreeg ge woon geen gelegenheid voor een tegen onderzoek” Is hij in deze kwestie nooit bang geweest echt gek te worden? „Ik begreep wel, dat als je niet sterk genoeg in je schoenen staat je werkelijk gek wordt. Je wordt gek gemaakt.” achter gesloten hand, maar acht het wel nuttig dat hij in de RIP wordt inge leverd. Dat is april 1972. Daar komt prof. dr. J. Kloek, hoog leraar in de forensische (strafrechter lijke expertises o.m. bij toerekenings vatbaarheid) psychiatrie aan de rijks universiteit van Utrecht en verbon den aan de psychiatrische observatie kliniek tot de onthullende conclusie, dat de verdachte aan „querulanten waanzin” lijdt. Een querulant is ie mand, die aan ziekelijke klaagzucht mank gaat. Uit de stukken blijkt evenwel dat „een onderzoek in de zin van ge sprekken met de onderzochte er nau welijks is geweest’ en dat „het oordeel voornamelijk is gebaseerd op frag menten en zinnen uit brieven, publi- katies en toespraken van de Tilbur ger”. Dat verschafte prof. Kloek des ondanks een „zeer klaar psychia trisch beeld”. Hij adviseert tot terbe schikkingstelling van de regering. De rechtbank wijst het zelfs door be ruchte criminelen zo gevreesde tbr alweer achter gesloten deuren van de Wat heeft hij als eerste gedaan? „Ik heb weer een advocatenkantoor geopend. Cliënten heb ik altijd genoeg gehad. Weliswaar kan ik niet meer plei ten voor de rechtbank, maar dat vind ik niet zo erg want met die lui heb ik toch slaande ruzie. Na alles wat ik heb mee gemaakt, ben ik helemaal deskundig. Zo’n leerschool heeft immers niemand.” waarmee Het wordt Het regende die dag in Tilburg. Een vuilnisman wijst ons de weg naar de woning van mr. Cas van de Mortel. Het is geen bijster vrolijke omgeving voor iemand, die niet zolang geleden door de justitiële molens een „gekken huis” is ingeblazen. Voor zijn deur bevindt zich de begraafplaats en een paar huizen verderop woont zenuwarts Taverne, die alleen aan het slot van dit verhaal even zal opduiken. De Tilburgse advocaat doet zelf open. Hij gaat ons voor naar zijn werkkamer, waar naast een tinverzameling enkele meesterwerken aan de muur hangen. Op één daarvan houdt een jager een kip vast en op een ander een vrouw een ei in haar hand. De kwestie van de kip en het ei? Wat ziet hij als de werkelijke aanlei ding van de zaak? „Ik hou er een eigen mening op na. Die kan ik me ook permitteren, want Ik ben vermogend. Ik had geen politieke binding en men meende dat ik het spel niet speelde. Bovendien vond men me in de KVP eigengereid. Ze probeerden me te wippen en daarom ben ik bij de volgende verkiezingen met een eigen lijst gekomen.” Dat zijn vermetelijke uitspraken van een man, die het in Tilburg ook verder wel eens moeilijk kan krijgen. Is hij van plan daar te blijven? „Ja, ik wil het hier uitvechten. Je kunt voor zo iets beter midden in de rotzooi zitten. Binnenkort gaat het hard tegen hard. Dan dient de zaak van het beslag op mijn goederen en de fictieve schuld van vier miljoen. Die ga ik oplossen.” Kamerlid Koekoek toast met mr. C. v. d. Mortel (rechts) op diens „terugkeer - receptie”. Over zijn binding met de partij van Koekoek zegt hij: „Ik had een Kamerlid nodig, die de regering om inlichtingen moest vragen. Toevallig ontmoette ik Nuyens, maar ik wist niet of andere Kamerleden zich ook wel voor mijn zaak hadden ingespannen. Begrijp wel, ik ben geen partijman.” ,Je moet zorgen dat je dat niet wordt. Ze hebben het als querulantenwaanzin geformuleerd. Deze zaak is alleen poli tiek op te lossen door aan te tonen, dat er met de hele wetenschapsbeoefening iets niet klopt. Dat het medisch toezicht niet in orde is en het toezicht op de advocatuur ook een wassen neus is. Ze hebben me gearresteerd om me buiten vervolging te stellen. Dat is gebeurd zonder dat er van een medisch attest sprake was. Alles staat en valt met het Tilburg houdt zijn adem in, want het omstreden gemeenteraadslid mr. Cas van de Mortel is terug na twintig maanden te zijn weggeweest. Bijna twee jaar, die de Tilburgse advocaat en procureur achtereenvolgens in het Utrechtse Huis van Bewaring, de Rijks Psychiatrische Inrichting (RIP), in Eindhoven en na zijn vlucht daaruit in „ballingschap” in België heeft doorgebracht. De „vluchteling” zoals de Vlaamse boulevardpers hem al heeft gedoopt, heeft zich na zijn thuiskomst strijdlustig gepresenteerd. Dat gebeurde op een receptie waarop eigenlijk alleen f Tilburgse esta blishment ontbrak. Maar wat heet eigenlijk in deze opmerkelijke zaak? De 55-jarige notabel, die als be heerder van één van de grootste Bra bantse familievermogens het voor het publiek onzichtbare gevecht met de Justitie verloor en voor vier miljoen gulden aan dwangsommen aan zijn pantalon kreeg, zint op wraak. Hij wil namelijk bewijzen dat hij ten onrechte krankzinnig en fail liet is verklaard. Dat is dan ook meteen de kern van „De zaak-Van de Mortel”, die in het zuiden veel deining heeft veroorzaakt en zelfs tot Kamervragen aanleiding gaf. De burgemeesterszoon, die zich al 23-jarige leeftijd meester in de rech ten mocht noemen en tot aan het schandaal op een briljante carrière kon bogen, formuleert het aldus: „Hoe is het mogelijk dat een persoon van wie iedereen weet dat hij niet gestoord is, in een inrichting voor geestelijk gestoorden kan komen? Het schijnt dat men in Nederland twee soorten krankzinnigheid onderscheidt: juridische en andere. Ik denk daar anders over. Je bent het of je bent het niet." Het voor de buitenstaander krank zinnigs verhaal begint in 1962 als de inmiddels overleden Tilburgse stads advocaat een klacht tegen hem in dient. Het raadslid zou in procedures, waarbij de gemeente partij was, de ereregels hebben geschonden. Hij wordt door de raad van toezicht voor een half jaar als advocaat geschorst en later zou hij helemaal uit de registers van de advocatuur worden geschrapt. Het is alweer vier jaar later als de tweede grote strijd ontbrandt. Deze keer gaat het om het kapitale fami liebezit, waarvan mr. Cas van de Mortel met zijn moeder als beheerder optreedt. Maar zijn moeder overlijdt en er verschijnt een andere advocaat op het tapijt, die de Tilburger ook in deze kwaliteit gewipt wil zien. Proce dures en dwangsommen stapelen zich op en aan het eind van het liedje is hij geruïneerd. Tenminste volgens de Bredase rechtbank, die hem failliet verklaart. De aangeslagen notabel is evenwel niet van plan zijn goede smaak door ongepeperde hutspot te laten bederven en hij blijft geld op nemen, wat logischerwijs in „bedrieg lijke bankbreuk” moet uitmonden. Wié zijn „ze”? „In elk geval de groep hier, die de lakens uitdeelt. Die de touwtjes stevig in handen hebben maar het via anderen spelen. zoals later over de rechters. Dat heb ik ze verweten: dat ze zich tot instrumenten verlaagd hebben. Het heeft me wel twintig maanden gekost, maar ik ga nu bewijzen dat de zaak niet klopt. Ik ben nu weer een vrij burger. Ik word geacht de wet te kennen en toevallig ken ik daar nog wat van ook.” nogal ziekelijk was. Kort en goed: ze werd een speelbal van de anderen. Er kwam namelijk een advocaat opduiken met de handtekeningen van de familie bij zich en hij speelde het klaar dat ze me tot die dwangsommen veroordeelden. Wat de rechtbank toen deed, kan niet, want dan was het familiebezit onbe heerd gebleven.” Mr. Van de Mortel wijst op het feit dat zijn raadszetel tijdens zijn afwezig heid onbezet is gebleven. Dat die zetel normaal reeds bezet had moeten zijn, maar dat er in zijn zaak geen KZ- verklaring met als gevolg ontzetting uit het kiesrecht, geen tbr en zelfs geen vonnis is geweest. Dat hij alleen is gevangen op een beschikking achter ge sloten deuren. De therapie daar wordt op 28 juli onderbroken, want op die dag weet Van de Mortel te ontvluchten. In het buitenland schrijft hij stapels brieven naar de autoriteiten, krijgt steun van Kamerleden van de Boerenpartij, die de regering boze vragen stellen maar parlementair zet het weinig zoden aan de dijk. Terwijl zijn vrouw van de genees- heer-directeur van de RIP het achter gebleven zakmesje van de advocaat toegestuurd krijgt, spreekt minister Van Agt zijn meeleven uit over wat mr. Van de Mortel is overkomen, maar hij wijst diens aanklacht wel af omdat de behandeling van de zaak volgens hem een legaal karakter heeft gehad. De hele zaak overziend blijft er toch een waslijst mysterieuze vragen hangen. Het lijkt onbetwistbaar dat de verdachte fouten heeft gemaakt, maar men kan zich afvragen of de legaliteit waarvan de minister sprak in zo’n zaak niet ernstiger kan zijn dan mogelijke procedurefou ten. Met andere woorden: was er in deze opeenhoping van juridische ge beurtenissen nog een moment, dat relaties van de verdachte konden in grijpen en een redelijk verzoek tot matiging of beëindiging van de rechtssituatie konden doen? Er is nog een ander punt dat zwaar weegt. De zaak-Van de Mortel is bij het publiek overgekomen als een ge sloten boek. In Brabant gonsde het van gissingen en speculaties, maar er was ook onrust over de manier, waarop de voormalige strafpleiter van goeden huize door het systeem van de overheid was „ingepakt” Het voordeel van behandeling ach ter dichte deuren is dat de verdachte hierdoor extra-leed kan worden be spaard, maar in zijn geval maakte Van de Mortel daar bepaald geen aanspraak op. En nu blijkt weer eens dat een dergelijke behandeling strij dig kan zijn met een gevoel van rechtszekerheid, waarom onze rechts spraak in beginsel openbaar dient te zijn. De strijd, die mr. Cas van de Mortel opnieuw gaat voeren, behelst ook het wegwerken van de nevelen, die het onkreukbaar geachte zwaard van vrouwe Justitia in zijn zaak heb ben omhuld. Wat doet hij met de lege raadszetel? „Ik heb de raad gevraagd om mijn, afwezigheid en terugkeer als punt op de agenda te zetten, maar dat doen ze volgens mij niet.” Op de vraag of het niet veel eenvoudiger is gewoon binnen te stappen, zegt Van de Mortel: „Dan zegt de burgemeester: leuk dat u er weer bent en gaat hij meteen over op agendapunt één. Dat wil ik niet. Tijdens die affaire kwam er het voorstel drie huizen van me aan te kopen. Ik mocht daar als raadslid natuurlijk niet praten, maar ook privé was het buiten me om gebeurd.” „Ik heb het allemaal heel bewust meegemaakt en probeerde er nog het beste van te maken. Ik had niets mis daan en ik mankeerde niets, hoewel je enorm moet oppassen als je dat in een kliniek zegt. Ik heb een studie gemaakt van het leven in de gevangenis (ik was Is mr. Cas van de Mortel van nature een vechtersbaas? „Ik hoefde”, meent hij, „geen carrière te maken. Ik had een gevestigde plaats aan de top, maar die hebben ze me willen afnemen en het enige wat ik heb gedaan, is me verdedi gen.” (Na een pauze) „Het is de kliek hier in Brabant, waarmee ze in Den Haag aanpappen. Het wordt in Den Haag allemaal gedekt.” zet sigaren op „gelukkig” niet meer. Hij draagt een zwierige snor en een antracietkleurig kostuum. Praat snel, maar nauwelijks geëmotioneerd. Lacht soms stoïcijns, maar maakt tij dens het twee uur durende gesprek niet de indruk krankzinnig te zijn. Hij zegt ongevraagd: „Het probleem van mij is, dat je zonder iets misdaan te hebben in een psychiatrische inrichting wordt gezet. Het is hoog spel, wat ze tegen me gespeeld hebben en wat ze volgens mij verloren hebben.”

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 15