ELI ASSER OVER CITROENTJE EN SEX-waanzin
Politiebrandweerkazerne
’t Wijnkopersgildehuys:
kleurig mini-museum
Floradam toch gratis
Oranje-fietsen-hotel
„Die
Nieuwbouw voor jongeren
mense hebbe geen moraal"
KOBUS DE ACCORDEONIST VAN DE STATIONSBRUG
6
ONDER REDACTIE VAN ROLF STALLING/
I
DE WIND is schraal en de
oogst trouwens ook, maar toch
zit hij al sinds de oorlog in zijn
versleten plunje op de brug voor
het Centraalstation en laat hij
uit zijn accordeon bij voorkeur
opera-aria’s het Open Haven
front inwaaieren. Hij zit daar op
een keukenkruk met voor zich op
de grond een omgekeerde tam
boerijn, want Kobus Janszen
houdt zijn hand niet op. Welke
zichzelf respecterende straat
muzikant wel? Hij is nu vijftig
en invalide, maar niet blind. Er
zijn momenten dat zijn ogen zich
boos vastklemmen aan de men
senzee, die aan zijn voeten kab
belt.
-
-s -
na
1
je
mij gunnen
sn
e-
BEHALVE bier heeft ook wijn altijd
«en voorname rol gespeeld in het leven
van de hoofdstad. In roerige tijden had
den de wijnvaten ook nog een andere
functie. Zo lezen we in prof. Brugmans
„Geschiedenis van Amsterdam”, dat twee
vrouwen die aan de beeldenstorm had
den meegedaan werden „verdronken op
die marckt voor 't stadhuis elck in een
wijnpijp”, dus een met water gevuld
wijnvat. Ter geruststelling: het is wel
vier eeuwen geleden.
Ogg: „Er zijn er die vragen: hoe kan
ik zelf wijn maken want ik kweek
druiven in de tuin”. En de buitenlan
ders? „Alle Amerikanen, die hier komen,
vragen direct waar het Anne Frankhuis
is. Dan stuur ik ze gewoon de hoek om”.
ig
m
Het poortje en een ingemetseld reliëf
van het Wijnkopersgildehuys.
Eli Asser, die zijn meeste creaties uit
het volle Amsterdamse volksleven plukt
en daarmee niet verloochent dat hij de
zoon van een joodse marktkoopman is,
zit er duidelijk mee. „Maar toch”, meent
hij, „heb ik geen zin mee te doen aan de
golf van krankzinnigheid, die de show
business ondergaat. Ik probeer de geest
een beetje schoon te houden. Dat bete
kent wel dat je erg moet opboksen tegen
het geweld en meer van dien aard, dat op
het erotische vlak aan de orde is”.
Andere gabberds maken dat en de
mensen trappen er ook nog in. Maar
dat verdom ik. Gisteren heb ik niet
meer dan zeven gulden drie-en-tach-
tig verdiend. Armoe? Als ik niet arm
was zat ik hier niet”.
Politie en brandweer zullen in Am
sterdam gezamenlijk gaan opereren.
Ook wat de huisvesting betreft, zoals
blijkt uit het nieuwe gebouw op de
hoek van de Anne Frankstraat en
IJtunnelroute. Het vangt vier vliegen
in een klap, omdat de politiebureaus
op Kattenburg en in de Linnaeus-
straat alsmede de brandweerkazernes
op Kattenburg en de De Ruyterkade
vervangt. Het moderne complex, dat
„DE MENSE hebbe geen moraal.
Ze zijn toch rijker geworden maar
mij zien ze mooi niet zitten. Als er
andere neigingen zijn, lopen de col
lectebussen gelijk vol. Maar wat haal
ik op? Vijf gulden of drie knaken.
Daar zit je dan de hele dag voor in
de kou en vergeet niet dat mijn kast
vaak gestemd moet worden. Dat kost
zestig gulden. Het tocht hier op die
brug en al dat stof waait naar bin
nen. Hij is nou zo vals als de pest”.
„Ze zeggen vaak dat muzikanten
drinken, maar dat doe ik niet. Ik heb
liever lekker warm eten en koffie.
Drank is niks. Mijn muziek haal ik
uit opera’s. Tosca en La Bohème. Nee,
ik ga nooit kijken maar we hebben
thuis platen en dan pak ik mijn kast
en speel mee. Die gouden tand? Die
heb ik van m’n vader gekocht. In de
oorlog”.
ir-
:e-
Veel van de komische situaties op de
buis heeft de Amsterdammer uit bruine
kroegen geplukt. Komt hij daar nog
vaak? „Ik haal mijn gegevens niet meer
uit de kroeg weg”, zegt hij. „Vroeger
wel, maar nu heb ik het zo druk dat ik
bijna niet meer aan een borreltje toe
kom”.
HET AMSTELPARK dat deel uitmaakte van de Floriade zal op 15 april onder
de nieuwe naam „Flor ad am” worden geopend met behoud van vijftien elementen
van de zo succesvolle Floriade.tentoonstelling. Men zal nog bekjjken of andere
attracties zoals de kabelbaan, de twee cafés en de trimbaan gehandhaafd kunnen
blijven. Belangrijk is dat het park gratis toegankelijk wordt. Dat was aanvanke
lijk niet de bedoeling, maar B. en W. zijn gezwicht voor de druk van de ge
meenteraad die voor Floradam een krediet van ruim een half miljoen beschik
baar stelde. Zeker is dat het Doolhof, rosarium, de dierenweide en de rhododen-
dronvallei van de partij zullen zijn.
I
in
n-
se
rd
n-
e-
er
ist
n-
se
„SINDS dat NZH-koffiehuis weg is
en die buitenlanders hier gekomen
zijn, is het minder geworden. Je hebt
van die gastarbeiders, die komen bij
NIEUWE woningen in Amsterdam
worden in verreweg de meeste geval
len betrokken door alleenstaanden of
jeugdige paren zonder kinderen. Deze
conclusie, die ook geldt voor drie- en
vierkamerwoningen, trekt de dienst
volkshuisvesting uit een onderzoek op
de woningmarkt. De nieuwe en dure
woningen zijn vooral terecht geko
men bij lage inkomensgroepen. Ge
volg: een groot aantal nieuwbakken
Amsterdammers besteedt meer dan
een kwart van hun inkomen voor
huisvesting en van de gehuwde vrou
wen heeft zeker veertig percent er
Hoe reageren de bezoekers van dit
panopticum, dat door de week van 10-12
en 14-16 uur en in het weekend alleen
op zondagmiddag geopend is?
„Dat je er eigenlijk niet meer kunt
wandelen. De rijbaan is vol auto’s, maar
ze staan ook op de stoep. Een wandeling
op de gracht is bijna een onmogelijkheid
Concentratie bij de repetities van „Ci
troentje met suiker” is af te lezen op
de gezichten van auteur Eli Asser en
acteur Piet Romer.
je een sigaret of geld bietsen. Als je
het niet geeft, weet je wel, gaan ze
dreigen met een stilettomes. Daar zit
je mooi mee. Vorige week had ik hier
Is zijn relatie met de stad de laatste
jaren anders geworden?
„Ik heb zeer grote moeilijkheden me
los te maken van de stad, zou ook niet
buiten kunnen wonen. Je merkt dat je
toch wel het Amsterdamse klimaat no
dig hebt om te kunnen werken. Al is
het alleen maar om door de Jordaan te
lopen en daar ideëen op te doen of
gewoon de verontreinigde lucht op te
snuiven”.
Eli Asser bewoont met zijn vrouw
Eefje een schitterend historisch pand op
het verder nogal verpauperde Realenei
land. Heeft hij veel last van de buurtac-
ties daar? „Je hebt er niet zoveel last
mee. Aan de andere kant is het een
probleemsituatie vanwege de sanering,
waar we allemaal last van hebben. Het
onderling contact is zwaar achteruitge
gaan. Ik zou zeggen dat de hele sfeer
stuk grimmiger is geworden dan
Wat valt hem op als hij door de
binnenstad dwaalt?
Kobus de straatmuzikant zendt nog
een venijnige blik naar de mensen,
die volgens hem nooit meer zullen
deugen, en pakt daarna zijn handel
op. „Het wordt vandaag niks”, spreekt
hij somber. Maar morgen zal hij er
weer zitten. Op zijn krukje en om
ringd door verroeste fietsen, die al
evenzeer in de vergetelheid zijn ge
raakt.
vehikels? „Nu nog zwart, maar het
wordt oranje want dat is een kleur,
die mij wel ligt”. De prijs voor het
logies is pittig: 17,50 per nacht. Is
hij niet bang voor de concurrentie
van andere jeugdhotels en vooral de
sleep-ins, die financieel veel beter in
de markt liggen? „Bepaald niet”, al
dus Werners, „wij hebben echt al
jaren onze bedrijven en we hebben
gemerkt, dat de studenten in groepen
deze prijs best willen betalen”.
„Dat heb ik een keer gedaan. Het heet:
Een zekere Hildegard en wordt nu door
amateurs gespeeld, maar het beroepsto
neel heeft zich er niet druk over ge
maakt. Het echte Amsterdamse toneel is
verdwenen en de theaters zijn leeg. Ik
vind dat de toneelkultuur moet zijn
geworteld wat er in het volk leeft. De
mensen willen herkenbare figuren,
waarmee ze een bepaalde affinitieit heb
ben. Je ziet het aan De Meid van
Heijermans”.
Van dit gruwelijke voorval naar de
Koestraat is slechts een stap, want daar
zetelt sinds ruim tien jaar ,,’t Wijnko
persgildehuys”. Het is één van de vele
kleine maar daarom niet minder curieu
ze musea, die Amsterdam rijk is en uit
particuliere collecties zijn voortgekomen.
„Wat wij doen is een zware toer
verrichten zonder dat de publiciteit er erg
op inhaakt. Die gewilde progressiviteit,
waarvan de Amsterdamse incrowd bacil
lendrager is, vind ik een griezelig en
zeer gevaarlijk verschijnsel. Kijk, het is
voor mij niet zo moeilijk om alle leden
van Citroentje naakt te laten verschij
nen. Dan hebben we zeker meer publici
teit dan alle Barend Servetshows bij
elkaar, maar ik was van plan ze gekleed
te houden. Die golf van krankzinnigheid,
dat zijn niet de spelers, maar de mensen
die het theater beoordelen. Je móet en
zult het goed vinden. Kortom, de Barend
Servetziekte heeft een belangrijk deel
van het Nederlandse publiek aangetast”.
ALS ELI ASSER lacht en dat ge
beurt vaak spelen de punten van zijn
snor handjeplak met zijn ooghoeken.
Wat het beroepstoneel aangaat, valt er
voor de schrijver van ondermeer Willem
Parel, Kootje de Beer, ’t Schaep met de
vijf pooten en van het lopende TV-
amusemeni „Citroentje met suiker” wei
nig te lachten. In het theater De Brakke
Grond, dat de kantine van het Olym
pisch stadion als repetitieruimte voor
Citroentje heeft vervangen, zegt hij ten
minste: „Het Nederlands toneel is een
erg vreemde en geforceerde sex-richting
ingegaan. Als je niet met het grofste
geschut komt, tel je niet mee”.
WAT HEEFT het Gildehuys, dat in
1918 door wijnkoper Boelen werd aange
kocht, allemaal te bieden? Om meteen
maar een veel voorkomend misverstand
op te ruimen: men kan er geen wijn
proeven. Wel iets van de sfeer en de
klassieke werktuigen, kannen, glazen,
schilderijen, oude documenten en derge-
lijke, die het wijngebruik omringden. Er
is een porseleinen vrouwtje met een
hoed op en als je dat hoedje optilt en
daar wijn in giet, komt het er van
onderen weer uit.
ken en mijn voorganger me maar heel
weinig heeft verteld”, legt in de heuse
wijnkelder met wie weet dezelfde
vaten als van de vferdrinkpartij op de
Dam uit, dat het verschil tussen oude
en nieuwe flessen te zien is aan het feit,
dat de oude uit een stuk zijn geblazen
en de nieuwe niet. Daarop blijft een
naad zichtbaar.
„Humor
Heeft hij nog plannen om een echt
Amsterdams toneelstuk te schrijven?
geworden. Ja, als de hele zooi op een
mooie dag, dat je het niet kunt uithou
den van de hitte, in Zand voort zit: dan
is het in Amsterdam goed wandelen”.
Asser is, zo weten intimi te vertellen,
iemand die het alleen doet. Een „loner”.
Hoe is zijn contact met het publiek?
„Erg goed. Ik kan vrij aardig praten,
maar schrijven is een enorm eenzaam
beroep. Ik moet zeggen dat de samen
werking met deze groep (van Citroentje,
die na ’t Schaep vrijwel intact bleef)
enig is en het een enorm geluk is, dat
we John van de Rest als regisseur
hebben”. In april gaat de Amsterdamse
(volkstekst) schrijver een maandje naar
Amerika. „Om”, zoals hij zegt, „andere
onfrisse lucht op te snuiven”.
ELI ASSER beschouwt de Amster
damse incrowd, die landelijk de toon
aangeeft, als een ernstige patiënt waar
bij nodig een psychiater aan te pas moet
komen. Waar je die vindt? „Het resultaat
van de huidige toestand is dat het pu
bliek eigenlijk niet meer weet, wat wel
en niet kan en mag. Ik vraag me ook
wel eens af of de bioscopen hier zich
nog wel onderscheiden van de Walletjes.
Dat is een treurige toestand en ik zou
me kunnen voorstellen, dat de meisjes
op de Wallen in staking gaan uit protest
tegen oneerlijke concurrentie. Dat zou
misschien tot bezinning kunnen leiden”.
Jacques Ogg, die zijn kennis over de
wijnhistorie „ook maar wat bijeen heeft
moeten schrapen, omdat folders ontbre-
donderdag door burgemeester Sam-
kalden hij sloeg een ruitje in
werd geopend, heeft ook voor de ar
restanten een extraatje: In hun cel
beschikken ze nu over een matras.
Door de automatisering is het uit
rukken van de brandweer geen pro
bleem. Door een simpele druk op de
knop kunnen de verkeerslichten in
de bruggen in de omgeving onder
controle worden gebracht.
Hij kan dan zeggen: „Ze lopen
gewoon voorbij. Zien twee kwartjes
liggen en denken, dat je een kapitaal
verdiend heb. Die mense hebbe geen
moraal, jonge. Het is hier goed ge
weest. Een jaar of tien geleden. Nu
niet meer en ik weet niet hoe dat
komt. De mensen zien mij misschien
wel voor vol aan, maar toch ben ik
mooi invalide want anders krijg je
geen vergunning”.
„Ze zien toch dat je in de kou zit,
maar ze lopen zo voorbij alsof je niet
bestaat en je niet eerlijk je brood
staat te verdienen. Ik ken de mensen
hoor, ik heb mensenkennis want dat
krijg je hier. Ze gaan over lijken,
jongen. Ik ga dan zitten piekeren en
je denkt: wat zijn dat nog voor
mensen in Amsterdam? Och, er zijn
ook wel leuke mensen. Die wat geven
of iets aardigs zeggen. Ze stoppen je
wel eens een bloemetje toe of een
worstje, maar daar schiet ik niks mee
op. Nee toch. Moet ik dan zielig gaan
doen en doen alsof ik blind ben?
De Koestraat is eigenlijk meer een
ruim uitgevallen steeg, die van de Oude-
zijds Achterburgwal naar de Kloveniers
burgwal loopt. Je passeert de wassalon
Cor en café De Bontekoe en staat dan
ineens voor een schilderachtig pand, dat
eeuwen geleden door Pieter de Keyser is
gebouwd op de plaats waar de koestal
len van het Bethaniënklooster hebben
gestaan. Je drukt op de bel en in de
deuropening verschijnt een vriendelijke
jongeman. Hij heet Jacques Ogg. is mu
ziekstudent maar fungeert tevens als
conciërge en gids (de enige) van dit
mini-museum.
is tijdelijk ondergedoken
een baan bij. Er kwamen er in 1971
2309 nieuwe woningen bij met een
gemiddelde huur van 316 gulden. Een
kwart van de bewoners kwam van
buiten de hoofdstad. Voorts is ook
duidelijk geworden dat de beoogde
doorstroming blijft tegenvallen.
Slechts 20 percent van de nieuwbouw
had ruim geïnterpreteerd een
functie in het doorschuifsysteem. Wet
houder Kuypers vindt dat met deze
cijfers rekening moet worden gehou
den en er in de Zuid-Bijlmer aan
kleinere woningen moet worden ge
dacht.
Toch speelt het café een grote rol in
Citroentje met suiker. „Ja, maar het had
net zo goed een slagerij kunnen zijn.
Het stuk is gewoon de droom van alle
mensen iets beters te beginnen en daar
naast de onontkoombare d agelijkse
sleur”.
Hij heeft er geen drukke baan aan,
want het aantal bezoekers dat op een
kulturele Wallen-toer in e en jaar dit
merkwaardige bouwsel opzoekt, blijft
onder de tweeduizend. Ogg: „Er zijn
dagen dat je de hele tijd naar de bel
loopt, maar er zijn ook weken dat er
niemand komt”.
een
vroeger”.
En de Amsterdamse gein? „Die lijkt
wat op de achtergrond te zijn geraakt.
De humor leeft nog wel, maar is tijde
lijk ondergedoken”.
een Surinamer, die effe drie kwartjes
komt halen. Ik zeg: af blij ven. Het
werd een hele knokpartij. Ze zitten
maar te etteren. Ze hebben wel geld,
maar mij gunnen ze het gewoon
niet”.
”Dit is mijn stekkie hier en nie
mand anders mag er zitten. Laatst
kom ik er op een morgen en zit er
een blinde vink te spelen. Ik zeg:
mooi wegwezen, maar hij antwoordt:
niks mee te maken. Wie het eerst
komt, wie het eerst maalt en dat was
ik toevallig. Ik naar het bureau War-
moesstraat en daar zeiden ze tegen
die vent: pleites. Het is geen werk
andermans brood te stelen”.
„Ik heb acht kinderen te onderhou
den. Er is er maar één bij van mijn,
want het is mijn tweede vtouw. Het
is een Lommel, een Belgische, die van
d’r man moest tippelen maar dat
vertikte ze. De kinderen zitten nu in
tehuizen. Zes in Nijmegen en twee in
Den Bosch”.
FIETSEN is hip, vindt directeur J.
Werners van de AMS Hotel groep
(Museumhotel, Trianon en hotel de
Haas) en daarom wil hij in de tuin
van zijn nieuwe jeugdhotel in
april open aan de P.C. Hooftstraat
(nummers 162-166) veertig fietsen
stallen. Die tuin grenst aan het Von
delpark en de bedoeling is duidelijk.
Werners: „We willen onze bezoekers
op een gezonde fietstocht door het
park tracteren”. De kleur van de
Nó, M