HARDNEKKIG GEVECHT OM DE
LAATSTE PLAATS VERVALLEN
E
Scheidsrechter
de tijdbarrière
20
21
WK*fluiter
Trainer suittoeht
^4
-fc Groen van
jaloezie
p I
I
I
A
ZATERDAG
1 7
MAART
1973
Erbij
,w
,r4l
'-‘T
MEER: HET PAARD OF DE PIKEUR?
Jan van Dooyeweerd, bevoordeeld in Nederlana.
THEO KLEIN
WWV\AAA/VW\A/VVUWUVVVWVVVWVVWVVVVVVV\AA/VWVWVVVVVVVWVV\AW
Willi Rode, meester in herkansingen.
Gilbert Martens moet titel verdedigen.
bewezen,
Ik heb
•Ar
lijkheid worden vastgesteld welke
de beste paarden zijn. Eén fout van
een pikeur kan een goede draver
dan een keer de eerste prijs kosten,
in zijn overige koersen krijgt hij
over het algemeen ruimschoots de
gelegenheid zijn klasse te tonen.
Daarbij spreken de cijfers natuur
lijk voor zichzelf.
De pikeur uit Hoofddorp schat zelf
dat zijn kennis van de paarden hem zo’n
25 percent meer kans geeft, waarmee hij
direct tot de grote favrieten gerekend
moet worden. Van Dooyeweerd (vorig
(bijvoorbeeld zeilen en paardrijden)
beduidend hoger kunnen liggen.
Recklinghausen staat dit keer inge
schreven als één van de vier plaatsen,
•V
'KV'
er telkens een herkansing met dezelf
de paarden. De ïaatstaankomende pi
keur mocht dan de herkansing rijden
met het snelste paard uit de eerst
manche, de op een na laaaitste pikeur
met de tweede aankomende paard,
enzovoort.
’Cl1’
r/
WIE VERDIENT DE LAUWERKRANS
Ik vroeg me later wel af of die
gele kaart waarmee Scheurer al me
teen na de aftrap zijn grootste troef
uitspeelde, een ideetje van hemzelf
was geweest of misschien van Leo
Horn, die bij Ajax de taak heeft de
scheidsrechters uit het buitenland
aangenaam bezig te houden (een taak
die hij nu ook voor het Nederlands
elftal gaat vervullen, vertelde hij
me). Dat bleek echter niet het geval.
„Uit principe praat ik met de scheids
rechter nooit over de komende wed
strijd, alleen over koetjes en kalfjes,
al komen daarbij natuurlijk wel al
lerlei voetbalzaken ter sprake. Zo’n
man als Scheurer hoef ik bovendien
niets te vertellen, Ajax-Bayern was
naar zijn zeggen al zijn honderdste
wedstrijd in het buitenland. Ik heb
trouwens meteen tegen Ajax gezegd,
toen ik hoorde dat Scheurer de wed
strijd in Amsterdam zou fluiten, dat
Zo kon het voorkomen dat de getalen
teerde Belg vorig jaar, toen op Rec
klinghausen alle deelnemers aan het Eu
ropese toernooi ook op gelote paarden
moesten rijden, opeens als een duiveltje
uit een doosje naar voren schoot om
vóór de favorieten als eerste te eindigen.
Martens is een tekenend voorbeeld van
een goede pikeur, zonder adequate paar
den in zijn eigen stal. Hij zegt: „In
België is de draf sport; niet populair. Er
wordt wel twee maal per week gekoerst,
mar de prijzen zijn zo laag, dat ik het
vaak niet op kan brengen om me veel
verder dan Sterrebeek te begeven”.
Als Europees kampioen verwierf hiij
(evenals de nummers twee en drie) het
recht om deel te nemen aan de wereld
titelstrijd in Amerika, waar hij tot ie
ders verbazing lange tijd aan de leiding
ging. Zijn afwachtende manier van
koersen viel echter niet bij iedereen in
de smaak. „Toch”, vertelt de Belgische
kampioen,” bevalt dat me het beste. Ik
hou van een tactisch goed gereden race.
Wat heb je eraan om van meet af aan
op kop te gaan rijden, om dan verslagen
te worden?” Martens heeft geen idee met
welke paarden hij dit weekend debaan
op moet. Zelf voelt hij meer voor de
Duitse formule waarin elk paard twee
welk epaarden hij dit weekend de baan
kwam. Hij zegt: „Met het systeem van
herkansingen hing het nog wat meer
van de behendigheid van de pikeur af.
Nu is het voornamelijk een kwestie van
goed of slecht loten”.
Jan van Dooyeweerd is als kenner van
alle Nederlandse paarden ongetwijfeld
sterk in het voordeel. Kunnen de bui
tenlandse concurrenten in ’t korte tijds
bestek voor de races pas kennis maken
met „hun” paarden, de Nederlandse kam
pioen was afgelopen dinsdag na de lo
ting al helemaal op de hoogte van het
„materiaal” waar hij mee te doen krijgt.
Martens: „Jan van Dooyeweerd heeft
hetzelfde voordeel als een voetbalclub
die thuis speelt. Misschien nog wel wat
meer”.
jaar miste hij met zijn vierde plaats net
de reis naar Amerika): „Elke race wordt
toch een open strijd. Ik schat dat de tien
wedstrijden op zijn minst zeven ver
schillende winnaars op zullen leveren”.
Die formule leidde meestal tot ver
bitterde gevechten om de laatste
plaats, omdat de hekkesluiter zich in
de herkansing ’’erzekerd wist van het
favoriete paard, om daarmee alsnog
een maximaal puntenaantal te verga
ren. Een expert daarin was vorig jaar
de Duitser Willy Rode, die in de
eerste manches steeds in de achter
hoede (achtste, tiende en elfde) aan
kwam, om vervolgens alle drie de
herkansingen op zijn naam te schrij
ven. Rode bereikte daarmee de twee
de plaats achter de Europese kampi
oen Gilbert Martens (België).
Andersom liggen de zaken echter min
der eenvoudig. Om uit te maken welke
pikeur zich de primus interpares mag
noemen, zou men een wedstrijd onder
voor ieder volkomen gelijke omstandig
heden moeten houden. En dart nu is
onmogelijk. Want elk paard heeft zijn
specifieke eigenschappen waaruit voor
de rijder onvermijdelijk voor- of nade
len voortvloeien. Op de keeper beschouwd
is het onmogelijk om aan de hand van de
uitslagen vast te stellen wie nu de beste
pikeur is. Paard en ruiter, draver en
pikeur, vormen een niet te splijten
De volledige deelnemerslijst ziet er
als volgt uit: Gilbert Martens (België),
Harald Lund (Denemarken), Willy Ro
de (Duitsland), Roger Baudron
(frankrijk), Tuwno Makela (Finland),
Ladislaus Ferge (Hongarije), Antonio
Quadri (Italië). Jan van Dooyeweerd
(Nederland), Ulf Thoresen (Noorwe
gen), Adolff Ubleis (Oostenrijk), Geor
ge Tamase (Roemenië) en Olie Goop
(Zweden).
Wat is belangrijker, een goed
paard, of een bekwame pikeur? Wie
heeft er na een gewonnen race meer
recht op de lauwerkrans, de ruiter
of zijn viervoetige medewerker?
Vragen waarover eindeloos ge
debatteerd kan worden, zonder dat
men ooit een antwoord vindt. Tal
loos zijn de voorbeelden van de
favoriete paarden, die door een fout
van hun berijder de vetste prijs
misten; ontelbaar zijn anderzijds
echter de situaties waarin een uit
stekend rijder zijn middelmatige
metgezel naar een onverwacht hoge
klassering stuurde. Concentreert
men zich op het eerste gegeven, dan
kan niettemin toch met een aan
zekerheid grenzende waarschijn-
lurmachi-
oeren te-
prijzen,
het be-
fonds en
voor het
en. Top-
116. Be-
’510-23414.
gewenst.
In de Neue Zürcher Zeitung lees
ik dat de FIFA besloten heeft Rudolf
Schreurer, die leraar van beroep is, op
de voorlopige lijst van scheidsrechters
voor de wereldkampioenschappen
1974 in W estdeuisland te zetten. In
1968 heeft hij bij de werelkampioen-
schappen in Mexico zijn debuut ge
maakt, zijn optreden bij Ajax-Bayern
maakte nog eens extra duidelijk
waarom de FIFA hem er graag bij
wil hebben. Toch blijkt de Zwitserse
scheidsrechtercommissie hem niet te
hebben aangemeld voor de WK in
1974, vanwege de „leeftijdsparagraaf”.
In Zwitserland wordt een scheids
rechter net als bij ons, op 48-jarige
leeftijd afgevoerd, en Scheurer blijkt
reeds 48 jaar te zijn en zal dus in
1974 al 49 of zelfs 50 jaar oud zijn
als de wereldkampioenschappen wor
den verspeeld. De FIFA stelt zich ten
aanzien van die leeftijdsgrens echter
soepeler op dan de Zwitserse (en ook
N ederlandsescheidsrechterscommis-
sie. Het gaat haar minder om de
leeftijd, dan om de fysieke en psychi
sche bekwaamheden van de man in
kwestie, ook al zou hij de 50 jaar al
gepasseerd zijn. Dat lijkt me een
verstandige houding, tenslotte zijn we
door die leeftijdsgrens in Nederland
onze beste scheidsrechter, Lau van
Ravens, kwijtgeraakt.
Een tijdije geleden heb ik in deze
rubriek geschreven over een Russisch
onderzoek, waarbij is uitgezocht op
welke leeftijden in de verschillende
takken van sport de beste prestaties
verwacht mogen worden. Daarbij
bleek bijvoorbeeld, dat de ideale leef
tijden bij zwemmen, schoonspringen
en kunstrijden op de schaats laag
Ajax-Bayern München was nog
maar een minuut oud, toen het licht
al op geel sprong: Roth, die Johan
Cruyff met benen, bal en al onderuit
haalde, kreeg van de Zwitserse
scheidsrechter Rudolf Scheurer voor
deze eerste de slechtste handeling al
meteen de gele kaart! Daarna had
Scheurer het niet moeilijk meer. Wel
iswaar werden er nog wel meer
overtredingen begaan die er minstens
zo „geel" uitzagen als die allereerste
overtreding van Roth, maar Scheurer
vond het blijkbaar welletjes: hij had
zijn gezicht laten zien, de spelers
wisten wie de baas was, hij kwam
daarna niet meer noemenswaardig in
moeilijkheden, en geen van de spelers
hoorde je na afloop dan ook iets
negatiefs over hem zeggen.
waar volgende maand de wereldtitel
strijd word verreden. Dat zijn naast
de Duitse baan: Wenen, Vincennes
(Frankrijk) en Triest. Van de twaalf
pikeurs, waaronder voor Nederland
kampioen Jan van Dooyeweerd zich
in de Europse titelstrijd zullen stor
ten, verwerven de drie besten het
recht op deelname aan de w.k., waar
in zij het op moeten nemen tegen
vertegenwoordigers uit de Verenigde
Staten, Canada, NieuwZeeland en
Australië.
Het toernooi om de Europese pi-
keurstitel is in de drie jaar van zijn
bestaan de kinderziekten nog niet
ontgroeid. Vooral over de manier
waarop de deelnemende paarden aan
de man werden gebracht stuitte tel
kens op hevige kritiek. Tot vorig jaar
was de procedure als volgt: voor elk
wedstrijdondardeel werd een aantal
willekeurige paarden van ongeveer
gelijke kracht aangetrokken. Via lo
ting kwam iedere deelnemer aan zijn
viervoeter. Na de eerste race volgde
Hoewel er aan een Europese pikeurs-
titel nauwelijks enig financieel voordeel
kleeft, zijn alle deelnemers toch erg
gebrand op de hoogste klassering. Van
Dooyeweerd: „Het gaat meer om de
persoonlijke eer en om de goodwill die
je met een titel internationaal kweekt
voor de drafsport in je land. Financieel
maakt het verder weinig uit. Ik heb nog
nooit gehoord dat de Europese kam
pioen vanwege zijn titel werd uitgeno
digd deel te nemen aan een grote inter
nationale koers. Hetgeen Gilbert Martens
slechts kan beamen. „Het Europese kam
pioenschap is het schoonste wat ik in
mijn loopbaan tot nu toe heb meege
maakt. Verder maak je als kampioen
misschien wat meer indruk, maar fi
nancieel levert het erg weinig op”, aldus
de titelverdediger.
(Ajax), Happel (Feyenoord), Knobel
(MVV), Peeters (NAC), Coerver (NEC)
in Van der Hart AZ’67 naar een andere
club zullen vertrekken, terwijl het niet
ondenkbaar is dat ook Brand (Haar
lem) en Castenmiller (Excelsior) gaan
verhuizen. Het percentage clubliefde
dat men zich kan veroorloven, is het
hoogst bij de clubbestuurder, al aan
zienlijk kleiner bij de betaalde speler,
en nihil bij de trainer.
De Nederlandse organisatoren heb
ben met dat hiaat in het wedstrijd
reglement korte metten gemaakt.
Voor elk van de tien koersen staan
vandaag en morgen twaalf verse
paarden klaar, die de rijders door
loting zijn toegewezen. Wil men hoog
in het eindklassement eindigen (in
elke race ontvangt de winnaar 16
punten, nummer twee 12, drie 10 en
vervolgens aflopen met één punt) dan
dient er dus om elk puntje gestreden
te worden. Een nadeel van dit sys
teem is dat er voor de tien koersen
niet minder dan 120 paarden nodig
zijn Om inschrijving voor hun eige
naars zo aantrekkelijk mogelijik te
maken is er een prijzenpot van in
totaal 77.000 gecreëerd en heeft men
bovendien voor ieder punt een premie
van f 15,- beschikbaar gesteld, zodat
er onder de rijders nogeens 12 mille
te verdelen valt.
Dit nieuwe premiestelsel is een di
rect gevolg van de eis voor vergoe
ding die Europees- en wereldkampi
oen 1971 Adolf tlblëis (Oostenrijk)
vorig jaar voro de EK stelde. De
Oostenrijker wilde een financiële
compensatie zien voor de dagen dat
hij zijn kapitale entrainement in de
steek moest laten. Toen de organisa
toren in Recklunghausen weigerden
kwam hij niet aan de start, maar
vertrok kort daarop wel naar Ameri
ka om daar (zonder succes) zijn we
reldtitel te verdedigen. Adolf Ubleis
is op Duindigt en Hilversum wel van
de partij.
Het is nog niet zo gek lang geleden
dat de beste pikeurs uit elf Europese
landen voor het eerst bijeen werden
gebracht voor een toernooi om het
Europese kampioenschap. Om precies
te zijn: in ’70 werden de activiteiten
van de baandirectie in het Duitse
Recklunghausen beloond met de pri
meur om de continentale titel. Sinds
dien was Recklinghausen drie maal
het toneel van deze strijd, met de
voorwedstrijden afgelopen jaar als
nieuwigheidje op de baan van Hilver
sum. Dit seizoen hoeft Nederland het
echter niet meer met deze ouverture
te doen. Dit weekend speelt het hele
toernooi om het predicaat beste
pikeur van Europa” zich op de Ne
derlandse drafcentra af. Vandaag de
eerste vijf oersen op Duindigt en
morgen de tweede helft van de ge
plande tien wedstrijden op Hilversum.
twee-eenhedd, die als geheel resultaten
behaalt, of in het geheel niet. Deson
danks heeft men ruiter e n paard van
elkaar trachten te scheiden, teneinde zo
nauwkeurig mogelijk uit te kunnen ma
ken wie op een bepaald moment de
sterkste rijder is. Vandaag en morgen
gebeurt dat op Duindigt en Hilversum,
als twaalf toppikeurs uit evenzovele lan
den strijden om het Europees Rijders
Kampioenschap.
Bij deze gelegenheid staat niet het
koppel paard-pikeur maar de man al
leen centraal. In tien races moeten de
deelnemers met hun door loting toege
wezen paarden laten zien wat ze kunnen,
waarna uiteindelijk de pikeur met het
hoogste puntenaanal de titel mag voe
ren. Titelverdediger in deze tweedaagse is
de Belg Gilbert Martens, wiens eerste
plaats in het kampioenschap van vorig
jaar in feite al typeert hoe onfscheide-
lijk paard en pikeur eigenlijk zijn. De
28-jarige Martens leidt in Sterrebeek
(bij Brussel) een entrainement met 25
paarden. Hoewel hij als Belgisch kampi
oen vorig jaar zijn totaal aantal over
winningen op 513 bracht, beschikt hij
niet over echte „grote Kleppers”, favorie
ten waarmee hij in de grote internatio
nale koersen hoge ogen zou kunnen
gooien.
Het onderzoek had zich helaas niet
uitgestrekt tot de scheidsrechters,
maar ik kan me levendig voorstellen
dat de ideale leeftijd van de scheids
rechter in het betaalde voetbal eerder
tussen de 40 en 50 jaar ligt. Een
goede lichamelijke conditie is voor
een scheidsrechter uiteraard onont
beerlijk, maar zoals het Lau van
Ravens tot op zijn laatste wedstrijd-
middag niet aan een uitstekende con
ditie ontbrak, zo leek ook Scheurer
fysiek niets te kort te komen. We
moeten immers niet vergeten, dat
scheidsrechters weliswaar omringd
worden door beroepsvoetballers die
hooguit tot hun 35ste meegaan, maar
die jongens moeten steeds opnieuw
het alleruiterste uit hun lichaam per
sen (om een sprintje te winnen, om
zo hoog te springen dat de bal nog
net gekopt kan worden, om een te
genstander fel te kunnen tackelen,
om zelf tegen een tackel bestand te
zijn, etc.) terwijl de scheidsrechter
fysiek nooit tot het uiterste hoeft te
gaan.
wedstrijd zelf afdoende
dacht ik”, aldus Leo Horn.
een handicap van drie dagen (zondag
avond moet het stuk geschreven zijn
dat woensdag in de kiosken komt)
nog juist enkele uren te kort kwam
om de absolute vaderlandse primeur
te hebben van Knobels komst naar
Ajax. Dit keer is het wel gelukt met
Wiel Coervers benoemimg tot opvol
ger van Happel bij Feyenoord, ook al
werd Coervers naam als mogelijke
kandidaat al in enkele kranten op
maandag en dinsdag genoemd, toen
het stuk in Vrij Nederland waarin
Coervers benoeming als vaststaand
feit werd geannonceerd (ook al had
Coerver het toen nog niet willen
bevestigen) al was geschreven.
Er blijkt weer eens uit, dat de 1-3
nederlaag van Feyenoord tegen FC
Twente niet de doorslag heeft gege
ven voor Happels vertrek, al illus
treerde deze debacle wel de wense
lijkheid ervan. De verbintenis tussen
een trainer en een club moeten we
zien als een verstandshuwelijk dat
versneld wordt afgedraaid: zodra het
niet meer helemaal goed zit, zodra
het niet meer „klikt” tussen beide
echtgenoten, is het het beste dat één
van de twee het huis uittrekt. Bij het
mensenhuwelijk schijnt de crisis na
gemiddeld zeven jaar op te treden,
bij zo’n voetbalhuwelijk komt die
crisis al na gemiddeld drie jaar,
waarbij uitzonderingen de regel be
vestigen. Uiteraard is het bij zo’n
voetbalhuwelijk de trainer die weg
trekt, terwijl „moeder met de kinde
ren” (in dit geval Guus Brox met
Eddy, Dick, Rinus, Theo, Wim etc.)
gewoon thuis blijft zitten wachten op
de volgende kostwinner, in casu Wiel
Coerver.
Overigens houdt het vertrek van
Happel (naar Anderlecht?) wel in dat
er komend seizoen mee' t'ainerswis-
selingen in de eredivisie te verwach
ten zijn dan afgelopen seizoen, toen
alleen Jezek (FC Den Haag), Linder
„Het Ahoy sportpaleis, dat in feite
uit vier indoorarena’s bestaat, is van
een kwaliteit die een Britse atleet
groen van jalouzie kan maken”,
schrijft The Observer van afgelopen
zondag. „In heel Engeland, met zijn
56 miljoen inwoners, is maar één
indooratletiek-arena en dat is een
oude RAF-hangar in Ostford. Hier,
in een stad met minder dan 750.000
inwoners, zijn ze erin geslaagd om
voor de recreatie en het plezier van
de inwoners een complex te bouwen
voor liefst 9 miljoen pond!”.
Nu hoort u het eens van vreemd.
De Europese indoor-atletiekkampioen-
schappen werden overigens, over
twee lange dagen verspreid, door in
totaal 4.500 mensen bezocht. Ik zou
dat getal niet graag hoofdelijk willen
omslaan op de blijkbaar 70 miljoen
gulden die de Ahoy-hal heeft gekost,
maar ik wil er toch wel op wijzen
dat er tussen twee en vier uur ’s
middags in datzelfde Rotterdam op
die ene zondag 45.000 toeschouwers
bij Feyenoord-FC Twente zaten: het
tienvoudige dus van het aantal toe
schouwers bij de indoor-atletiekkam-
pioenschappen! Voor hun recreatie en
plezier prefereren de Rotterdammers
blijkbaar nog steeds dat goeie ouwe
voetbal, zelfs van dat aoeie ouwe
onze topscheidsrechters tijdens de
halfjaarlijkse conditietest een „ogen
test” af te nemen (is hij in staat om
in een oogwenk ingewikkelde situa
ties te overzien, vanuit stilstand,
maar ook in draf of in volle sprint?
Hoe is zijn waarnemingsvermogen bij
invallende schemering, en hoe bij fel
kunstlicht?), dan om hen binnen een
bepaalde tijd een bepaalde afstand te
laten lopen.
Wat de veronachtzaming van
Scheurer als kandidaat voor de we
reldkampioenschappen door de Zwit
serse scheidsrechterscommissie be
treft, vraagt de Neue Zurcher Zei
tung zich dan ook af of hier wellicht
sprake is van een „Schildberger-
streich”, Schildberrger is een „onno
zele Hannes”, een Schildbergerstreich
is een dwaze streek, en onder „para
grafenruiterij” verstaan de Zwitsers
de zucht om koste wat kost aan
paragrafen en regels vast te houden.
De NZZ raadt de Zwitserse scheids-
rechters-commissie aan wat meer to
lerantie te betrachten en liever aan
de praktijk te denken dan aan de
paragrafen. Dat lijkt me een goede
raad, niet alleen voor de Zwitserse
scheidsrechterscommissie!
u enige tijd geleden in
BW
l i
Feyenoord.
STOPPER
pen we dan onthutst uit), terwijl die
leeftijden in andere takken van sport
man en Kohn veranderden van func
tie. Het staat nu al vast dat Kovacs
vier beste scheidsrechters ter wereld
is. Dat ik gelijk had, heeft hij in de
Je kan je daarom zelfs afvragen, of
het niet belangrijker zou zijn om
mende race geschilderd waarin de
sportpagina van Vrij Nederland met