Liberia in cijfers Uitge LACH en Nu zijn immigranten ZATERDAG 24 19 MAART 1973 Erbij 18 Welvaart ing Geen stakingsrecht Troebelen I. ml. 'Jj £i' X LIBERIA, LAND VAN AMERIKAANSE NEGERS, DIE AFRIKA TERUGVONDEN Rijkdom en armoede gaan regelmatig samen: Bouwvallige hutten en moderne gebouwen, men vindt ze in Monrovia. uit de VS ongewenst MMMB ton; diaman- MMMM H.R. BOB TADEMA SPORRY MMMI sercw- souwd. nbouw. Hille- model aravan Een de Ibatros. dorp. oer en we ca- korting Ajax, :nburg, ’72. 6- 02510- icher, risch- koop t los- drijp. Liberia, met eerst de befaamde presi dent Tubman en na zijn dood de ernsti- rond deze schandelijke zaak persoonlijk voor gespannen om hun een verblijfs vergunning te bezorgen. Maar duidelijk bleek toen het buiten gewoon onaangename feit dat veel te weinig bekendheid geniet: de Afrikanen zijn er absoluut niet op gesteld hun Amerikaanse broeders naar het zwarte werelddeel te zien komen Ze zien hen allerminst als geestverwanten; ze zien hen als buitenlanders en bovendien als Amerikanen. Een gedeelde huidskleur i« bij zwarte mensen evenmin belangrijk als onder de blanken. Vandaar dat een grootscheepse emigratie vanuit Amerika naar Afrika voorlopig wel een utopie zal blijven, zelfs al begint zich een „zwart toerisme” uiteraard voor zeer gespek te beursen naar Afrika, het „moeder land” te ontwikkelen. mpleet Lange luiden. id iets inlich- „City" Eerste a ver- le les- J. Ei- tr. 12. voor 7 we- Haar- ly ester er Fly- 1-27028. snelste naar ;tr. 25- ■320513- model ,n. met f 2950. ur- en uil en eigen perweg 1559. abbert. iccasi- c.ern. i voor ranex- 17». KW* or-ln- an 58, igd en ■s v.a. e cur- euker. 152, 3256. n belt Zee- terrein ur- en 0. Weg 1 Let tngrail. Ver- f 9,75. N Au- „De Kou- 321845. helmi- vanbe- m 2e ravans. Basis- Sloter- Die grote en nog altijd sterk Ameri kaanse invloed op Liberia, waarvan Tubman een groot voorstander was, is vooral bij de élite voel- en merkbaar. Zonder meer zijn de leden ervan gewel dig pro-Amerikaans; ze sturen hun kin deren bij voorkeur naar Amerikaanse universiteiten, spreken een wat week geworden, maar nog duidelijk herken baar Amerikaans-Engels (overigens de officiële taal), volgen een aan de tropen aangepaste Amerikaanse levensstijl. ge Tolbert aan het hoofd, is een repu bliek volgens een zo langzamerhand be kend Afrikaans patroon: een land met één sterke man, die kan optreden als dat moet en die het dan ook geregeld doet, en één regeringspartij, de True Whig Party, die het land sinds 1856 bestuurt. Die partij heeft zich gehandhaafd on der de moeilijkste omstandigheden. Wel kent men in het achterland nog een liberale of republikeinse partij, die fel gekant is tegen wat men de Americo- Liberiaanse elite noemt. Die elite zou men best wel eens kwijt willen, omdat die on-Afrikaans zou zijn. Maar men kan de elite niet kwijt want die heeft Liberia gemaakt tot wat het nu is. gzaken es, de zeringe IJm De regering greep meteen in. Leger en politie sloegen zo ongenadig toe dat er doden en gewonden vielen. Tubman vaardigde snel een aantal noodwetten uit: het werd de vakbonden verboden „detestable persons” in de vorm van andersdenkende buitenlandse adviseurs te laten overkomen. Het recht van sta ken werd afgeschaft. De burgers werden gemobiliseerd tegen buitenlanders, die „revolutie wilden bedrijven”. Het leger werd van 2500 op 5000 man gebracht en ingestelde tribunalen rekenden snel af met de samenzweerders. Daarna werd het erg rustig in Liberia. Problemen van allerlei aard zijn Liberia nooit bespaard gebleven en zelfs in de huidige tijd, nu Liberia werkelijk welvarend begint te worden en de bevolking lang zamerhand één begint te worden met de elite, worstelt men op gezette tijden nóg met problemen. De eerste ex-slaven, uit Amerika komend naar een zeer heet en toen zeker verschrikkelijk ongezond klimaat, en een onbekend land met een vijandige bevolking, waren meestal minstens twee generaties van Afrika verwijderd. Ze waren werkelijk Amerikanen, géén Afrikanen. Ze hadden niets wat hun van enig nut kon zjjn. Ze werden ziek en stierven in grote getale, of geraakten in een hopeloze lethar gie. Tot 1926 toe, dus bijna honderd jaar. bleef de toestand zonder meer hopeloos. Het land verkeerde chronisch in de schulden en het bezat geen export om over te praten. Toen kwam Firestone, op zoek naar rubber, en daarmee werd een van de rijkste exportbronnen van het land aangeboord. Firestone kreeg een reusachtige con cessie en Liberia kreeg een even reusachtige lening, plus de revenuen uit de activi teiten van het concern. Het heeft noch Firestone, noch Liberia windeieren gelegd. machi- ■en te- irijzen, et be- ids en jr het ipijten. 116, J-23414. wenst. Er wordt wel eens beweerd dat heel Liberia uit ijzererts bestaat, maar dat is wat overdreven. Wel zijn de aanwezige hoeveelheden erts overweldigend groot: meer dan 20 miljoen ton- magnetiet en haematiet, met een ijzergehalite van 68 percent. Er is ook ruim 100 miljoen ton itabiriet, met een gehalte van 35 tot 50 percent ijzer. Het geheel is dusdanig gelegen dat het gemakkelijk te winnen is. Bomi Hills op ongeveer 60 km ten noorden van de hoofdstad Monrovia, is een van de grootste centra. Een andere berg, de Nimba, gelegen op het „drietan den punt” van Liberia, Guinee en Ivoor kust, waar de voorraden nog groter moeten zijn, is eveneens een bron van potentiële rijkdom. Het erts van Bomi Hills wordt gewonnen door de Amerika nen; het Nimba-erts is in handen van de LAMCO, een Liberiaans-Zweeds-Duits- Amerikaans concern, werkend met de nieuwste methoden. Zo verbindt bijvoor beeld een radiobestuurde trein de Nimba met de ertshaven Buchanan over een afstand van bijna 250 km. Geen mens komt er tijdens dit vervoer aan te pas. •winte- Sol? bunga- compl. [elegen kantie- t meer inl.: Milano inje. het >r de hond, PPie”, Imati- rtters, tek- wtjes, zwart ‘rdjes. geënt, toez. ■t 436, 110 en arlem. Na Het Leven nu De Lach (en straks Panorama en de Prins). Leo nard de Vries dook weer voor de uitgeverij Skarabee in de bestofte periodiekenhoek. De selectie uit „Het Leven” werd een groot succes. Het boek kwam op de toplijst te recht. Of dat met deze beeldschilde- ring van De Lach ook zal gebeuren is een vraag. De kracht van Het Leven was, dat je er een historisch overzicht uit kon puren; dat je er merkwaar dige en interessante gebeurtenissen in kon tegenkomen. De Lach heeft een heel ander patroon: dat van lach of ik schiet op een voor zijn tijd ge waagde manier (veel vrouwelijk schoon in vaak ellenlang badpak). De Lach was voor oudere genera ties een scabreus blad, dat niettemin of juist daarom uit de handen van de AKO-kioskhouders werd getrokken ïoor haastige treinreizigers. Oftewel werd het wat hitsig uit de leesmap pen bij de kapper gegrist. De porte- feuillelezers zagen uit naar hun we kelijkse dosering grappen en grollen Het merkwaardige nu is, dat juist deze abonnees op de leesportefeuilles de ondergang van De Lach op hun geweten hebben. Want, zo zegt At van den Ouden, de oud-hoofdredac- teur van De Lach, wij weigerden pertinent mee te doen met de rage van contactadvertenties voor partner ruil en dergelijke zaken. De blote Ster van de Week kon wel. Maar die advertenties durfde men via de por- Tussen 1364 en 1413 reisden er handelaren uit Dieppe naar de toen onvoorstelbaar verre, onbekende en jevaarlijke kusten van West-Afrika. Ze woonden er in twee redelijk veili ge vestingen: Grand Dieppe en Petit Dieppe. Ze verdwenen tenslotte weer op onbekende wijze. In 1461 kwamen de Portugezen. Die pakten de zaak grootscheeps aan. Zij karteerden de onbekende kusten en gaven baaien en kapen Portugese namen, die voor het grootste gedeelte nu nog bestaan. En to legden zij de grondslagen voor een teer lucratieve handel: peper, goud tn slaven. De 17e eeuw kwam met Fransen Nederlanders en Engelsen; de 18e kwam met Fransen en Zweden. Tot dat tegen het einde van de 18e eeuw het blanke geweten werd wakkerge- tchud en men begon in te zien dat slavernij ongeoorloofd was. Overal ontstonden anti-slavernij-verepigin- gen. In Amerika was dat de in 1817 gestichte (en nog steeds bestaande) American Colonisation Society. Aan de vereniging dankt de moderne Afri kaanse staat Liberia het ontstaan met de landing van een groep bevrijde slaven op ’t kleine eiland Providence, nu een nationaal, maar erg verwaar loosd monument. Men zette er een paar huisjes neer om echter na korte tijd naar het vaste land te verhuizen. Die eerste, in 1822 gearriveerde land verhuizers, later aangevuld door tel kens nieuwe aanvoer, zijn de voorou ders van wat nu de Liberiaanse elite Is, de omstreeks 45.000 zéér Ameri kaans georiënteerde intellectuelen en rijken, die het heel lang in Liberia voor het zeggen hebben gehad, en die zich zeer beslist nog altijd verheven voelen boven de in het achterland wonende inboorlingen, die zij maar al te vaak als „niggers” betitelen. Kleur speelt bij een dergelijke discriminia- tit géén rol. tholie- J.G. :h iets wel’ Hoe is i vrij- loor 8 post, ronck- MMM Dat zelfs een zo sterk exportprodukt als ijzererts onverhoeds verstek kan la ten gaan, ervoer Liberia in 1965, toen er nogal wat onaangename dingen plaats vonden. In januari had het land vier volle dagen feest gevierd, omdat Tub man toen zeventig werd. Het geschenk van het volk: een militaire academie! En dan voor een „leger” dat in normale tijden niet meer dan 3.500 man telt! Het achterland, de bush-bush van 'Liberia, achtte het geschenk belachelijk en on verantwoord. Waarin zij natuurlijk dik gelijk hadden. Economisch stond het land op de rand van een bankroet door de aflossing van astronomische schulden aan het buitenland, want als alle Afri kaanse staten ging ook Liberia maar al te graag leningen met het buitenland aan, zonder aan de directe consequenties te denken. De hele economie, het trans port, het onderwijs en de landbouw dreven op die credieten. Men rekende er voorlopig zelfs maar op dat het jaar 1969 wel een dieptepunt zou worden. Gelukkig is die ramp niet doorgegaan. Het tegendeel werd bewaarheid. Liberia is over de crisis heengekomen (niet het minst door de bemoeiingen van Tubman) en nu ontwikkelt het zich zeer snel tot een welvarend land. In 1965, toen de prijs van het erts op rampzalige wijze met 50 percent gekelderd was, durfde men dat niet te hopen. De rubber volgde kort daarop. Alleen de leningen konden toen de boel nog redden om de ertswinning zo efficiënt mogelijk te ma ken. Dat is inmiddels gebeurd. In 1967 viel de ertsprijs plus die van de rubber nog eens, en overal in het land waren er troebelen. Weer trad de regering keihard op. Vakbondsleiders verdwenen in de gevangenis en 22 per cent van het staatsinkomen ging dat jaar weg aan buitenlandse afbetalingen. Er kwam een nieuwe en zonderlinge heffing op het inkomen: er werd auste rity ingevoerd, die de koopkracht van het publiek nóg kleiner maakte. De banken krompen alle kredieten in, maar gelukkig bleek Amerika bereid te zijn het pleegkind Liberia leningen te geven voor scholen en ziekenhuizen en de ontwikkeling van de landbouw, die veel te gering was in dat toch zo vruchtbare land. In 1968 kwamen er de eerste tekenen van economische verbetering, al gebeur den er nog een aantal onaangename dingen, die duidelijk toonden dat het elitebestuur, ondanks het feit dat het achterland toch eindelijk ook eens een stem in het kapittel kreeg en dus nu kon meeregeren, nog altijd heeft te re kenen met die latente vijandigheid. In februari barstte er een enorm schandaal los. We zijn zo langzamerhand wel ge wend geraakt aan de vreemde rol. die buitenlandse ambassades kunnen spelen bij het omver werpen van een wettige regering, maar toen in 1968 leek dat nog onbestaanbaar. De ambassadeur van Kenia en Tanza nia, de heer Faubullet, bleek in een complot te zitten met een aantal opstan dige elementen. De rebelse groep wenste „the reactionary minority group” van de regering Tubman ten val te brengen. Opnieuw bleek Tubmans macht. Fanbul let ging de gevangenis in (een ambassa deur!), verdacht van hoogverraad en de president richtte een dringende verma ning tot de „subversieve elementen” studenten en professoren van de univer- siteit dat ze zouden worden gedepor teerd als ze zich niet koest hielden. Dat was duidelijke taal, want deportatie is een zéér gevreesde straf in Liberia. Men herinnert zich nog altijd huiverig de schandalen van 1946 en daarop vol gende jaren, toen er regelrechte slaver nij bestond in Liberia, het land der bevrijde slaven, want toen gingen er scheepsladingen mensen naar het eiland Fernando Pó om er voor de Spanjaarden te werken. Voor niets uiteraard. De president, die toen regeerde, en er alles van af wist, werd uit zijn ambt ontzet. Maar ook in 1969 maakte men nog een dergelijk, zij het minder erg geval mee. Twee jaar daarvoor was er een groep Amerikaanse negers naar Liberia geko men in de (ijdele) hoop er een nieuw vaderland te vinden. Ze hadden zich even buiten Monrovia gevestigd en had den geen „zichtbaar inkomen”, een be langrijk ding in Liberia. Ze kregen aan zegging. dat ze als ongewenste vreemde- 1 in gen hadden te verdwijnen met de nodige dreigementen. President Tubman heeft er zich tenslotte na alle tamtam Bevolking: 1.2 miljoen; Hoofdstad: Monrovia (100.000 inwoners); Opper vlakte: 111.370 vierkante kilometer; Monetaire eenheid: Liberiaanse dollar 1 VS Staatsbudget: 58 mil joen; Verharde wegen: 3700 km, Scheepstonnage onder Liberiaanse vlag: 33 miljoen; Telefoonverkeer ge heel automatisch door het hele land; aantal aansluitingen: 6.051; Radio toestellen: 152.000; Tv-toestellen: 6.000. Landbouw Rijst: 152.000 ton; cassave: 430.000 ton; palmpitten: 14.000 ton; rubber: 67.000 ton. Industrie Ijzererts: 14.786.000 ten: 836.000 karaat. In de verstikkende tropenhitte van Monrovia gaan de Liberiaanse dames als enigen in tropisch Afrika gekleed in echte nylons en witte handschoenen bij galagelegenheden; de heren zijn dan in jaquet en dragen een grijze hoge hoed. Het hele keurkorps aan Amerikaanse protestante sekten kan men in Liberia terugvinden en kerkdiensten met tien dominees tijdens één (urenlang durende) kerkdienst zijn geen uitzondering. Het christelijk volksdeel, waaronder de hele elite die graag een zeer vrome indruk maakt, maakt slechts een klein onderdeel van de animistische bevolking uit. De elite ziet heel goed aan welke kant de boterham Amerikaans beboterd is en wenst dat zonder meer zo te houden. Dé harde hand komt heel spoe dig tevoorschijn als er aan die invloed getornd mocht worden. Firestone heeft dat ervaren tijdens de grote stakingen van 1966. Ondanks de grote winsten op het ijzererts verdienden de arbeiders slechts 65 dollarcent per dag.Ze wen sten 15 cent per uur. Vijf volle dagen heeft het geweld van die staking ge raasd. Er werd latex verbrand, machines vernield. De schade bedroeg uiteindelijk 300.000. Al duurde het nog tot 1970 eer de welvaart een voldongen feit werd, toch ontstond de basis van die welvaart al in de jaren na de tweede wereldoorlog. Men kan het duidelijk zien als men de staatsbudgets van bijvoorbeeld 1944 en 1968 bekijkt, en dat terwijl 1968 een slecht jaar was. 1 miljoen voor 1944(!) en 60 miljoen voor 1968 De import steeg van respectievelijk $9 miljoen tot $125 miljoen; het onderwijs van $84.000 tot 13.5 miljoen. Vooral die laatste cijfers spreken boekdelen. Dan is er het hout. Van het zwaarbe- boste gedeelte van Liberia draagt meer dan 30 percent goed en voor export geschikt timmerhout. Maar nog altijd moet er naar Liberia voor de mensen, die aan dat hout verdienen dus beter zijn gaan eten, vlees worden geïmpor teerd uit Mali en Nigeria, en dat terwijl Liberia grond genoeg bezit die geschikt is voor veeteelt op grote schaal. Als men ziet wat een concern als Firestone kan bereiken met efficiënt werken, dan is het overduidelijk dat Liberia behoort tot de meer gezegende landen van Afrika, maar de mogelijkhe den worden nog niet gebruikt De plan tages van Firestone tonen wat mogelijk is: eigen radio en teevee: eigen elektrici teit; fabrieken voor baksteen voor de bouw van huizen en scholen: een zie kenhuis en een polikliniek: scholen, goe de wegen, sportterreinen, ja zelfs een paar (nog kleine) conservenfabrieken. De cijfers van 1970 liegen er waarlijk niet om: de rubber steeg van 66.000 op 72 000 ton. het erts van 22 8 miljoen ton op 24.4 miljoen ton De grote nieuwe palmaannlanten beginnen ervoor te zor gen dat de kostbare palmolie en palm- nitten behoorlijk stiigen in hoeveelheid. President Tnlbert, een totaal ander mens dan Tubman erg gereserveerd, kalm en ietwat kil. maar naar beweerd wordt even knan om niet te zeggen ..handig” wat vaak meer waard is in mlke moellHk reveo-hore landen ral het niet gemakkeliik hebben na de grote faam van Tubman Meid ”'»ri- aanse volk een voed raad voor die niet zo leuk klinkt- Harder „-«rVe„ alles opofferen voor hef welrHn van nw land”. tefeuilles niet in de huiskamers te laten komen. Men kan deze uitgave als een curio sum beschouwen. Het is wel een eenzijdig curiosum. Alsmaar foto’s van stevig aangeklede vrouwen (be halve op de slotpagina’s, als de laat ste jaren en vrouwen van De Lach uit de doeken worden gedaan). Men kan slechts met enig medelijden den ken aan de mannen, die de bikini nog niet kenden, maar zij hadden meer te vermoeden en dat is toch eigenlijk ook wel een ^oed goed. Overdaad schaadt is wel een leus, die zich bij je opdringt als je deze super-Lach doorbladert. Alle vrou wen van 1924 tot 1972 (uitgezonderd die van 1936 tot 1941) zijn bij wijze van spreken op één tijd-hoop ge veegd. En een teveel is ook weer niet ideaal. De bloemlezing staat ook berstens vol met de bekende mopjes. ZDals: Te laat. De kaartlegster zei tot den jon geman, die haar kwam consulteren: u moet oppassen voor een jonge, knap pe blondine, die.- Het is te laat zuchtte de jongeman, ik ben al met d’r getrouwd. De zogenaamde beroemde filmdi va’s, die uitvoerig te pronk werden gezet, zijn verdwenen. De Lach is dat ook. Of het een verlies is? Maar tardig is zo’n doorbladerboek natuur lijk wel, al is de technische kwaliteit ziet je dit. /p- i U1T6EVERSMAAT5CHAPPU -Ü6 LACH”

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 19