maar ook van de triomfen
COMMUNICATIE IN KERK
Omlijner
UIT HET SLOP HALEN
pauselijke
macht
Canossa
werd begrip
GREGORIUS VII
de paus van de nederlagen
Sh
Hartewens kardinaal Alfrink:
I*
Nieuwe groep behoudende
katholieken
CENTRAAL
VERDUIDELIJKING
Boetekleed
ACTIVITEITEN
MILJOENEN
17
ZATERDAG
5
MEI
1973
Erbij
16
Onder de titel „Rondom Alfrink” zendt de KRO-televisie morgenavond,
"Be v^vey
als start van een actie voor een communicatiecentrum voor de Nederlandse
kerkprovincie, een programma uit, dat een terugblik wil zijn op de ge
beurtenissen in de afgelopen twintig jaar binnen de katholieke kerk van
Nederland. Centrale figuur in dit programma, dat rechtstreeks wordt uit
gezonden vanuit de Hilversumse Vituskerk, is kardinaal Alfrink.
In de eerste eeuwen van het christendom zijn alle pausen na hun
dood, men zou haast zeggen: Automatisch heilig verklaard. Een
ononderbroken rij van 58. Daarna, dat wil zeggen: Na ongeveer
het jaau 500, heeft de canonisatie, de inschrijving in het canon, het
register der heiligen, kennelijk meer voeten in de aarde gehad:
Van de 50 pausen die tot ongeveer 850 de kerk bestuurd hebben,
zijn er 20 heilig verklaard en 30 niet. En in de laatste 1100 jaar
waren het er slechts 5. Men is als leek geneigd zich af te vragen
of die vroege pausen zoveel beter waren dan de latere. Dat lijkt
heel onwaarschijnlijk. Evenmin kan men aannemen dat in de loop
der tijden steeds hogere eisen aan heiligverklaring werden gesteld;
dat, om het wat gemeenzaam uit te drukken, het examen telkens
werd verzwaard. De verklaring is eenvoudiger. Aanvankelijk ge
schiedde de heiligverklaring óók door bisschoppen, pas omstreeks
1200 werd ze nadrukkelijk aan de Heilige Stoel voorbehouden.
Maar belangrijker was dat een volk soms een overledene als een
heilige begon te vereren en dat de kerk dan later die verering
goedkeurde. Het lijkt aannemelijk dat het volk van Rome in die
beginjaren voetstoots de heiligheid van gestorven pausen aan
vaardde.
Investituurstrijd
fcxi» P 4
Over Gregorius VII die in mei 1073, dus
l
bisschoppen durfden het niet aan een
koning te blijven steunen die geëxcom
municeerd was.
Hendrik IV als smekeling tussen de abt
van Cluny en Mathilde van Toscane.
en in
deze
Boven: Hendrik IV verjaagt Gregorius
uit de Engelenburcht. Ónder: De dood
van Gregorius.
Bij deze uitzending zijn alle leden van
het Nederlandse episcopaat aanwezig.
Medewerking aan het programma wordt
verder verleend door de Capella Sancti
Servatti uit Maastricht, die meerstemmi
ge oude liederen zingen, en het Jonge
renkoor Groenestraat uit Nijmegen, dat
zal worden begeleid door het trio Louis
van Dijk Het programma wordt gepre-
senteerd door Ad Langebent.
In mei 1970 hadden enige in de publi
citeit werkzame katholieken het initia-
■n
Op het valse bericht dat Hendrik met
een leger in Italië was gekomen, nam de
paus zijn toevlucht in de burcht Canossa
die toebehoorde aan zijn trouwe volge
linge en bewonderaarster Mathilde van
Toscane. Het kasteel verhief zich vijftig
meter boven een plateau in een kale
onherbergzame uitlopers van de Apen
nijnen. Aan de voet daarvan heeft Hen
drik drie dagen vertoefd. Elke dag klom
hjj, blootsvoets en in een boetekleed ge
huld, tegen de helling op en bad aan de
slotpoort om toegang tot de paus. Op de
derde dag werd hij toegelaten, sommigen
zeggen: op aandringen van Mathilde en
van Hugo van Cluny die zijn peetvader
was.
X
nu 900 jaar geleden tot paus gekozen
werd, is allerlei merkwaardigs te vertellen. Hjj was een monnik die uit een eenvoudige
Toscaanse familie stamde en heette eigenlyk Ildebrando; wfl noemen hem Hildebrand.
In tegenstelling tot zeer vele pausen was hij niet alleen belangrijk in de periode van
zjjn pontificaat. Ook in de jaren daarvoor oefende hij als raadsman van vier pausen
grote invloed uit. Het is op zijn voorstel geweest dat in 1059 de op zijn aandrang ge
kozen paus Nicolaas II het beroemde decreet uitvaardigde waarbij bepaald werd dat
de pauskeuze aan de kardinalen toekomt. Het was onder zijn invloed dat paus Alexan
der II de expeditie van Willem de Veroveraar zegende, die dan ook bjj Hastings de
overwinning behaalde, wat door velen als een godsoordeel beschouwd werd en in
ieder geval de Engelse kerk onder de paus bracht. Het was alweer Hildebrand die als
gezant naar het keizerlijk hof in Duitsland werd gezonden om de verkiezing van paus
Stephanus IX mede te delen. Dat was een hachelijke onderneming, want Stephanus
was gekozen door de adel en de geestelijkheid van Rome en in de voorafgaande pe
riode had de Duitse keizer Hendrik III op de pauskeuze grote invloed uitgeoefend, ja,
hij had enige pausen geheel eigenmachtig en zonder anderen er in te kennen be
noemd. Hendrik III stierf echter onverwacht en zijn zoontje, de latere Hendrik IV,
was pas zes jaar toen Hildebrand hem en zijn moeder kwam bezoeken. De regentes
erkende inderdaad Stephanus en Hildebrand keerde tevreden naar Rome terug. Of
hij heeft beseft dat hij zjjn grootste vijand in de ogen had gekeken toen hij het zes
jarige kind aanzag, blijft onzeker.
Bovendien was Gregorius een geweldi
ge briefschrijver die zich in de corres
pondentie met zijn bisschoppen telkens
weer een meester toont die gehoorzaamd
wil worden, meer dan een gelijke die
wil overtuigen. „Wie mijn gezant ont
vangt, ontvangt mij”, schreef hij op een
woord van Jezus zinspelend en elders:
„Luister naar mijn gezant zoals ge naar
mij zoudt luisteren en zie hem aan met
de eerbied waarmee ge mij zoudt aan
zien”. Maar hoofdzaak blijft dat de cen
tralisatie van de kerk in de persoon van
de stedehouder Gods onder hem haar
beslag krijgt. Het hoofd der kerk bezit
het hoogste leergezag, de hoogste be
stuursmacht en het hoogste rechterlijk
gezag. Dit is bereikt door de man die
men wel de paus der nederlagen heeft
genoemd, maar die evenveel recht heeft
op de naam paus der overwinningen.
DR. P. H. SCHRÖDER
Ook bisschoppen die de zijde van
Hendrik hadden gekozen, werden geëx
communiceerd. Dat maakte natuurlijk
diepe indruk op de gelovigen. Hendrik
kreeg het bericht van zijn excommuni
catie in Utrecht en de bisschop van
Utrecht, die aan zijn kant stond, hield
op de eerste paasdag in de St. Pieters
kerk een heftige reden tegen Gregorius.
Na de dienst brak een onweer los en de
bliksem sloeg in het kerkgebouw in.
Velen zagen dit als een straf van God
voor de belediging Gregorius aangedaan.
Zo leek het of de paus over de gehele
linie de overwinning had behaald. De
Duitse leenmannen nodigden hem zelfs
uit als scheidsrechter naar Duitsland te
komen en verklaarden dat zij Hendrik
niet meer als koning zouden erkennen,
als hij niet binnen een jaar van de ban
bevrijd was. Maar Hendrik was niet
voor één gat te vangen. Wetend dat zijn
vijand zich reeds had opgemaakt om
naar het noorden te trekken, besloot hij
hem voor te zijr. Midden in de winter
trok hij, vergezeld van zijn vrouw, zijn
tweejarig zoontje en een paar vertrou
welingen hals over kop naar het zuiden.
Sympathisanten van kardinaal Al
frink zullen morgenavond worden opge
roepen hun bijdrage te leveren aan dan
de vervulling van de hartewens van
kardinaal Alfrink: een goed functione
rend communicatiecentrum voor de Ne
derlandse kerkprovincie. In dit program
ma zal overigens niet de geldinzameling,
maar de betekenis van de kardinaal
voor kerk en wereld centraal stan.
~.x~4,«x«v ***- ^.^.U-VX-Z WAV v gV-lACl VU11U,
Een aantal zich „rechtgelovige katho
lieken” noemende personen heeft in Til
burg het „Rooms Katholiek Nederlands
Centrum Pro Fide et Ecclesia” opgericht.
De bewegingen „Confrontatie” en
„Waarheid en Leven” hebben inmiddels
al verklaard in beginsel tot samenwer
king met de nieuwe groep bereid te zijn.
Het Michaellegioen heeft nog geen
standpunt ingenomen.
In allerlei opzichten is Gregorius VII
een der belangrijkste pausen uit de Mid
deleeuwen geweest. Niemand heeft als
hij de vrijheid der kerk en haar onaf
hankelijkheid voorgestaan, niemand
heeft zo concreet de macht van de paus
als opvolger van St. Petrus omlijnd.
Tijdens zijn pontificaat werd de instel
ling van pauselijke legaten belangrijk:
deze gezanten reisden Europa af en
verkondigden overal ’s pausen voor
schriften.
Maar de waarheid is dat Hendrik
Gregoïrius door zijn boetedoening heeft
gedwongen hem van de ban te ontslaan.
Hij wist heel goed dat de plaatsvervan
ger van Christus een zich rouwmoedig
tonend of voordoend zondaar niet mag
afwijzen. Gregorius was natuurlijk
Er zal overigens heel veel communica
tie nodig zijn voor de bedoelingen van
de veranderingen, die voortvloeien uit
het Tweede Vaticaans Concillie overal
zijn doordrongen. De visie van dit con
cilie heeft al is het wel beschamend
na zoveel jaar nog veel verduidelij
king nodig voor zij vlees en bloed kan
worden in het gewone leven van gelovige
mensen.
tief voor een dergelijk communicatie
centrum genomen. Niet alleen wilde
men Alfrink in dat jaar voor zijn ze
ventigste verjaardag een tastbaar ge
schenk geven, ook de behoefte aan een
moderne vorm van voorlichting over de
katholieke kerk werd onderkend.
In gesprekken met Nederlanders, die
samen met Alfrink de ontwikkelingen
hebben meegemaakt en soms meege
stuurd komen de volgende thema’s
aan de orde: „Het mandaat en de ver
maatschappelijking” in een gesprek met
mr. Jaap Burger, in die dagen fractie
voorzitter van de PvdA: „de verandering
in de moraal” in een gesprek met NKV-
voorzitter Jan Mertens en zijn vrouw:
„de verandering in het priester-zijn” in
een gesprek met mgr. Möller, bisschop
van Groningen, en pater Alfred van der
Weyden; „de verandering in het gods
dienstonderwijs en de liturgie” met de
Rotterdamse bisschop mgr. Simonis en
„Nederiand-Rome-wereldkerk” (de ver
houding tussen de Nederlandse kerkpro
vincie en Rome) in een gesprek met dr.
Marga Klompé, oud-minister van CRM
en lid van de commissie Justitia et Pax,
oud-minister-president P. de Jong en de
Amsterdamse studentenpater Van Kils-
donk.
L!
"v>
In april 1073 overleed paus Alexander
II. Toen Hildebrand die lijkplechtigheden
in de basiliek van het Lateraan leidde,
ontstond onder de schare der aanwezi
gen grote beweging. Iemand riep luide:
„Hildebrand paus!” en die kreet werd
door de menigte overgenomen. „Hilde
brand paus!” klonk het eenstemmig door
de gewijde gewelven. Toen de kardina
len daarna bijeenkwamen, vervulden zij
de duidelijk uitgesproken wens van het
volk en de geestelijken en kozen Hilde
brand. Hij nam de naam Gregorius VII
aan
Gregorius wordt ons beschreven als
een klein en onooglijk mannetje, wiens
lelijkheid de spotlust van zijn vijanden
opwekte. De heilige Satan noemden zij
hem. Maar het Handboek van de Kerk
geschiedenis somt zijn verdiensten op
met de volgende woorden: Hij was een
man van onvergelijkelijke geestelijke
potentie, groots van opvatting, van een
geweldige wilskracht, onverschrokken in
gevaren. Het had eraan kunnen toevoe
gen dat Gregorius een uitermate kundig
politicus was, een eigenschap die hem
zeer te stade is gekomen. Op dit gebied
vond hij namelijk een bekwaam tegen
stander tegenover zich in de persoon van
de inmiddels volwassen geworden Duitse
koning Hendrik IV,
landse journalisten.
Het communicatiecentrum wil dit al-
leemaal niet bevorderen om de Neder
landse kerkprovincie in binnen en -bui
tenland te „verkopen”, maar om door
exacte en snelle voorlichting het wan
trouwen weg te nemen dat door onbe
grip kans krijgt te ontstaan, en vervol
gens om de dialoog over belangrijke
zaken te bevorderen. Bij dit alles is het
de bedoeling om de intentie onder ande
re van de bisschoppen te verduidelijken.
Tot de activiteiten van het communi
catiecentrum zulen worden gerekend:
de verzorging van een 14-daags Neder,
lands nieuwsbulletin en van een onre
gelmatig verschijnende nieuwsbrief in
het Engels en het Frans; het verstrek
ken van mededelingen en achtergrondin
formatie naar aanleiding van gebeurte
nissen en vergaderingen: vertaling en
verspreiding van belangrijke documen
ten vanuit de kerkprovincie en het voor
lichting geven aan bezoekende buiten-
De eerste oproepen hadden weinig
succes, omdat men zich wat had verke
ken op de organisatorische kant van de
zaak. Er kwamen wel enige tienduizen
den guldens binnen, maar voor een der
gelijk centrum zijn miljoenen nodig. De
zaak is nu beter voorbereid. De werk
groep, die de gehele actie, inclusief het
televisieprogramma voorbereid heeft,
deed dat door bijvoorbeeld meer rucht
baarheid aan de actie te geven.
De noodzakelijkheid van een goed
functionerend communicatiecentrum zal
voor iedereen duidelijk zijn. De commu
nicatie moet op gang gebracht wor
den, vooral nadat deze ernstig bemoei
lijkt was geworden sinds de zitting van
het Pastoraal Concilie in Noordwijker-
hout in januari 1970 en de daarna gepu
bliceerde verklaring van de Nederlandse
bisschoppenconferentie over het priester
celibaat. Het lijstje gebeurtenissen,
waarover als gevolg van onder meer een
slechte communicatie, deining ontstond,
kan overigens gemakkelijk worden uit
gebreid.
van simonie en nicolaïsme. Onder het
eerste verstaat men het kopen en verko
pen van geestelijke ambten, onder het
tweede schending van het celibaat. Beide
zonden kwamen in Gregorius’ tijd zo
veelvuldig voor dat strenge maatregelen
nodig waren. Maar vele geestelijken za
gen speciaal in het nicolaïsme geen
kwaad en werden dus woedend als de
paus hen excommuniceerde.
Zo ontstond in Duitsland grote ver
warring. Sommige wereldlijke vorsten
steunden Hendrik, anderen vielen hem
af en kozen een nieuwe koning. Een
deel van de geestelijkheid bleef Hendrik
trouw, een ander deel boog voor het
gezag van de paus. Een burgeroorlog
brak uit en in 1080 koos Gregorius
daarin partij. Hij excommuniceerde
Hendrik opnieuw. Maar nu waren er
velen die aan deze ban geen waarde
hechtten omdat die volgens hen niet
door godsdienstige, maar door staatkun
dige motieven was ingegeven.
Een synode zette opnieuw Gregorius
af en koos een tegenpaus. De geschiede
nis herhaalde zich dus. Maar ditmaal
rukte Hendrik met een leger Italië bin
nen, bezette Rome, liet zich door zijn
tegenpaus tot keizer kronen en belegerde
de Engelenburcht waarin Gregorius zich
nog onverschrokken verdedigde. De paus
riep de hertog van Zuid-Italië te hulp,
maar deze bondgenoten bleken allerbe-
denkelijkste redders: zij plunderden Ro
me op afschuwelijke wijze wat bij de
inwoners zo veel haat tegen Gregorius
verwekte, dat hij niet anders kon doen
dan met zijn „bevrijders” de stad te
verlaten. Het volgende jaar stierf hij in
Salerno.
De strijd tussen Kerk en Staat, heet
de investituurstrijd. Het Latijnse werk
woord vestire betekent kleden; investi-
re is bekleden. Ons woord vest is ervan
afgeleid. Onder investitituur verstond
men in de tijd van het leenstelsel: het
bekleden van de leenman door de leen
heer met het leen.
De leenman verklaarde plechtig dat
hij zijn leenheer trouw zou zijn. Tolt
zover is de zaak eenvoudig. Maar nu
werden ook bisschoppen, dus geestelij
ken door de vorsten beleend met „tijde
lijke goederen’’ en daar de bisschoppen
geen wereldse tekenen van macht had-
den, geschiedide de investituur door
overreiking niet van zwaard en hand
schoen, maar van ring en staf, dus van
de tekenen der geestelijke waardigheid.
Dit nu was het breekpunt: in de ziens
wijze van Gregorius was het een groot
kwaad dat wereldlijke heren geestelijke
ambten vergaven en in het jaar 1075
verbood hij kortweg de lekeninvestituur:
Dit betekende dat bisschoppen niet
meer door de Duitse koning of keizer
mochten worden benoemd. Nu had Gre
gorius in zoverre gelijk dat de koning of
keizer bij de benoeming van bisschoppen
er soms weinig rekening mee hield of de
man die hij wilde benoemen, een goede
zieleherder was. Anderzijds waren de
bisschoppen niet alleen geestelijke, maar
ook wereldlijke heren en als leenman
nen van de koning hadden zij de plicht
hun leenheer met geld en troepen te
steunen.
Daar kwam nog iets bij? in de loop
der jaren waren de lenen erfelijke bezit
tingen geworden. De zoon van de leen
man volgde zijn vader op. De lenen der
bisschoppen konden natuurlijk niet erfe
lijk worden en het gezag van de leen
heer in zulke lenen was dus sterker. Op de
trouw van de bisschoppen was de macht
van de leenheer voor een groot deel
gebaseerd. Wie zou die leenheer zijn, de
koning of de paus? Daarover ging de
strijd.
Hendrik stoorde zich niet aan de de
creten van 1075. De paus sommeerde
hem zich eraan te onderwerpen. Hendrik
riep een Duits concilie bijeen en de daar
verenigde bisschoppen die hun zetel aan
de koning te danken hadden, zegden niet
de paus maar „de valse monnik Hilde
brand” de gehoorzaamheid op en eisten
zijn aftreden. Gregorius deed Hendrik in
de ban en ontbond zijn onderdanen van
de eed van trouw die zij hun koning
hadden gezworen.
Zo ging het hard tegen hard. Aanvan
kelijk was de paus aan de winnende
hand. In Hendriks rijk braken opstanden
uit onder de wereldlijke vorsten; vele
pt- <.e<T5» pAKev Vt
il
scherpzinnig genoeg om Hendrik te
doorzién, .die, zoals het vervolg, leert, er
geen ogenblik aan heeft gedacht in wer
kelijkheid het hoofd te buigen. Maar het
was karakteristiek voor deze paus dat
hij zioh vóór alles priester voelde
moeilijke omstandigheden zoals
zich daardoor heeft laten leiden.
Het leek dus aanvankelijk of de Kerk
in deze strijd had gezegevierd: een ko
ning had immers als een arme zondaar
de knie gebogen voor een kerkvorst. Zo
oordeelde Bismarck 800 jaar later toen
hij, strijdend tegen de Katholieke Kerk
in Duitsland, uiitriep: „Nach Canossa ge-
hen wir nicht!”, waarmee hij wilde zeg
gen: wij onderwerpen ons niet aan het
pauselijk gezag zoals Hendrik IV heeft
gedaan.
In werkelijkheid evenwel was Canossa
een grote politieke overwinning voor de
koning. In de eerste plaats gold een
openbare boete voor in het openbaar
begane misslagen en zonden in de Mid
deleeuwen niet als vernederend. Maar
belangrijker was dat de Duitse leenman
nen moeilijk in verzet konden komen
tegen een vorst aan wie de paus vergif
fenis had geschonken en die in genade
was aangenomen. Hoofdzaak was echter
dat Hendrik door zijn optreden Gregori
us in een scheve positie had gemanoeu
vreerd.
De paus was immers op verzoek van
de Duitse vorsten onderweg naar Duits
land om als scheidsrechter op te treden,
natuurlijk na de hele zaak te hebben
onderzocht’ en na hen als getuigen te
hebben gehoord. Nu had hij op dit alles
vooruitlopend al een beslissing genomen
door Hendrik te absolveren. Het is dan
ook te begrijpen dat Gregorius zijn reis
niet voortzette, maar naar Rome terug
keerde en dat de Duitse vorsten met zijn
optreden weinig ingenomen waren.
Daar kwam nog bij dait Gregorius in
deze zelfde tijd een aantal „proposities”,
wij zouden zeggen: stellingen heeft ge
formuleerd, de zogenoemde Dictatus Pa-
pae, die in het originele handschrift zijn
overgeleverd en waarin hij ’s Pausen
macht tegenover de bisschoppen en de
koningen formuleerde. Daarin staat dat
de paus alleen bisschoppen en koningen
kan afzetten, dat zijn uitspraak voor
niemand kan worden herzien, dat hij
door niemand kan worden geoordeeld en
dat hij onderdanen kan ontslaan van de
eed van trouw aan onrechtmatige .vor
sten. Dit betekent kortweg: de absolute
macht van de paus en daarvan waren de
bisschoppen, zelf machtige heren uit
adellijke geslachten, helemaal niet ge
diend. En het zou nog lang duren voor
zij eraan gewend waren.
Een ander punt dat de paus van
sommige bisschoppen scheidde, was dat
Gregorius een krachtig bestrijder was
tëé ''"'A