VIS GOED VOOR POTENTIE In het spoor van een herhalingsoefening Twee extra POLITIE, HEB JE M'N ZUS NOG NIET GEVONDEN? toetjes voor de overste ECHO VAN „DONDERSLAG 5” I Eg» Ut Onbegrijpelijk Flapuit Niet streng 17 Erbij 1973 5 MEI ZATERDAG Chocolade Lekkerbekjes Bevelen Bi Buikpijn Meijnderts 7 - Mg „Wat ROLF STALLINGA I L l zagen”. subversieve Deze advertentie verscheen vorige week in enkele kranten (o.a. in onze bladen). De vertwijfelde ouders heb ben geen reactie van Elly op deze brief gekregen. ner. Eerst worden de legerzakken erin gegooid, daarna wij. De rilt naar de kazerne maakt duidelijk, dat de schok- brekers nog steeds de oude zijn. Het is woensdagavond. Van Ajax en Real. De defensietop zou ruzie of niet de góden hebben verzocht als ze dit simpele feit achter het behang zou heb ben gewerkt. Vandaar, dat we voor de Tekst van die brief, enkele weken geleden gestuurd (poststempel Haar lem, maar zonder adres): „Beste pa en ma, hier een briefje van Elly. Maak u geen zorgen. Ik ben Elly van Dijk, misschien nu met kort rood haar. eten nog geen alternatief, reisde je uit sluitend per locomotief en kneep je 'm bij elke inspectie als een dief. Tien jaar geleden was generaal Meijn- derts nog gewoon luitenant-kolonel in de Jan van Schaffelaar-kazerne in Ermelo, waar dienstplichtigen als pelotonscom mandanten werden afgeleverd. Gezag en discipline heersten en daar had je je maar bij neer te leggen. Op dezelfde SROI, zoals dat bolwerk heet, draait nu een volstrekt andere opleiding. De vaan drigs en sergeanten in de dop mogen de eerste weken je en jij tegen hun supe rieuren zeggen, doen het zonder exercitie en kunnen bij een oefening rustig hun zondagse schoenen aantrekken. bezig met die alsmaar dreinende vraag werkend als de oneindig ronddraaiende gleuf in het staal van een draaitol, niet tot een ein de komend „Waar is Elly en waarom laat ze niet weten, waar ze is?” De veldkeuken heeft „lekkerbekjes” en worteltjes te bieden. We zitten in een wagen, die als een soort caravan is verbouwd. Compleet met oliekachel en twee bedden. Een majoor vraagt of vis goed is voor de potentie. Als dat wordt bevestigd eet hij er vier op. De overste volgt zijn voorbeeld. Op zijn bedrand staan twee toetjes. „Daar heb ik altijd zo’n trek in als ik 's nachts om twee wakker word”, grapt hij. Maar hoe zat dat ook weer in het leger? Bepaalde voorschriften ziin er om overal en door iedereen aan de gepoetste laars gelapt te worden en zo gebeurt het, dat we tegen middernacht in het kampement van de buren alsnog achter een biertje zitten. Aan onze voeten een kist vol pornolectuur. Inlichtingendienst hebben ons De democratisering, de WDM en de doelmatigheid van het leger. Daarover ontspint zich na terugkomst in de kazer ne een discussie tussen enkele jonge beroepsluitenanten en blijkt, dat men er genuanceerd over kan praten. In het veld bewegen zich nogal opval lend twee burgers, die van de MID blijken te zijn. Eentje is als de dandy uit de negeropera Porgy and Bess ge kleed. Ze komen een praatje maken en vertellen, dat de VVDM-ers volstrekt overrompeld zijn door de oefening en dat er behalve op extreem links ook op radicaal rechts wordt gelet. De naam van Lewin valt. De volgende ochtend barst Donderslag pas goed los. Lopen is er bij de infante risten nauwelijks meer bij en met de AMX-pantservoertuigen worden we naar de IJssel gebracht, die moet worden overgestoken. Dat duurt allemaal wat langer, omdat enkele wagens zijn zoek geraakt en daarom zijn de rookpluim- pjes van de vijand aan de overkant al Mijn chauffeur begint het ook te ver velen, zij het om een andere reden. Hij kreeg zijn oproep op de dag dat hij (voor de wet) trouwde en troonde in plaats van zijn plunjebaal zijn bruid mee naar de kazernepoort in de overtui ging de wittebroodsdagen zonder helm te kunnen doorbrengen. Nou, en daarin had hij zich vergist. De zon is inmiddels opgekomen als op de hei de laatste grote lijnen worden getrokken. De wetten van de natuurbe schermers, die het niet zo voorzien heb ben op het ploegwerk van de tanks en met wie de Haagse generaals een ver bond hebben gesloten, worden vrij zorg vuldig nageleefd. Zoals we trouwens ook al met een boogje om de vogelbroed- plaatsen zijn heengetrokken. Een man van de „troep” zit dat niet lekker. „Waar hebben we dan eigenlijk nog die oefen terreinen nog voor”, schimpt hij. Op een gegeven moment werden de heer en mevrouw Van Dijk opgeroe pen door de politie. „Óf we een bundeltje kleren wilden komen bekij ken, dat gevonden was bij het Haagse Veer. Ze dachten dat het van Elly was”. Het klopte niet. Vader Van Dijk: „Dót heeft me erg teleurgesteld. Mijn vrouw was jarig gisteren. We hebben niets van Elly gehoord. We hadden gehoopt, dat ze iets zou laten weten”. hier b(j, ontzettend goeie mensen. Ik voel me ontzettend gelukkig. Pieker niet. Veel liefs van Elly. PS Wees niet boos. Probeer me te begrijpen”. Doorgestreept is: „PS Heb geen geld meer. Kunt u me niet sturen”. manipulerend. Het eerste sigaretje en de eerste hoestbui op het moment, dat de aanval op de vijand is ingezet. Driftige stemmen op de radionetten, die om Al pha, Bravo en Charly roepen. De overste heet 19. „Een negen”. Hoewel niemand het in het duister kan zien, verloopt het allemaal zo vlot dat het vermoeden rijst, dat de nog jonge bevelvoerder op de hoogte is van alle plannen. Dat klopt ook wel, want als later onverwachts met twee strepen op een zandweg een mijnenveld wordt aangegeven, loopt de zaak in het hon derd. Met de „vijand” mag ik de omgeving verkennen. Onderweg doen we een blok hut met barkrukken en jongelui aan, die de Donderslag al gehoord hebben en daarom uitermate vriendelijk reageren. Het is al laat als we de slaapzak inrol len. Als matras fungeert de bodem van een aanhang wagentje. Twee uur later staan we er alweer naast. In het donker en de vrieskou onhandig met veters Enkele uren later ontneemt de foerier de man die de uitrusting regelt me de illusie, dat ik de thuisreis zonder plunjezakken kan maken. Opnieuw zweetdruppels en grijnzende omstanders. Er schijnt zo komt het op me over een zekere doffe berusting op de ouders van de plotseling verdwe nen Elly te rusten. Vader is ogen schijnlijk meer aangeslagen dan moe der. Maar zo vermoed ik ze verbergt haar verdriet achter een masker van gemaakte opgewektheid, waaruit nu en dan een gekunsteld lachje opwelt. Als tijdens ons gesprek in het huis aan de dijk, liggend in het landschap van Waaldrecht (hier ligt een menselijk drama voor je), de telefoon rinkelt, valt het masker weg. Begerig naar nieuws grijpt ze de hoorn. Het is iemand, die vraagt of ze al iets van de dochter gehoord heb ben. Het masker wordt weer opgezet. „Nee, maar we blijven vol hoop. Fijn, dat je belde. Geeft niets. Dag”. Vader Van Dijk, vermoeid van werk en spanning zegt: „Ze moet toch eens weer te voorschijn komen. De recherche heeft me verteld: a twee of drie maanden komen die weglopers weer thuis. Hebben ze hun les ge leerd. Elk ogenblik hoop je iets te horen”. De ouders begrijpen er niets, hele maal niets van. Elke keer weer laten ze de film van hun tot dan toe rustige gezinsleventje terugdraaien om te zoeken naar de reden van Elly’s plotselinge verdwijnen, te zoe ken ook naar aanwijzingen, die de vlucht (van wat en naar wat of wie) kunnen verklaren. „Niets wees op de verdwijning”. Lieve EUy, Wij zijn genoodzaakt langs deze weig contact met je op te nemen. Wij zijn de wanhoop nabij. Laai iets van je horen. Wij zouden je graag willen feliciteren met je verjaardag en met je willen pra ten. Als Je niet naar huis wilt ko men mag je blijven waar je nu bent. Maar laat iets van je horen. Veel liefs van Ma en Pa. M. van Dijk. Dorpsstraat 81, Heerjansdam. Tel. 01857-1304. kast zitten. De officieren zien dat gebeu ren in zwart-wit, de manschappen in kleur. De rollen zijn omigedraaid. Een uitbundig feest wordt het echter niet want de tapkasten zijn voor de duur van de oefening vergrendeld en uit pure verveling hebben de officieren al om ijsjes zitten pokeren. Enkelen hebben er buikpijn van overgehouden. Moeder van Dijk: „Elly was altijd een gezellige flapuit, totdat twee jaar geleden onze oudste dochter, die pas zes weken getrouwd was (haar blik gleed naar de kleuren-bruidsfoto’s op de tv), door een ongeluk om het leven kwam. Daarna werd Els stiller. Af en toe had ze depressieve buien. Dan zei ze: wat heeft het leven voor zin. Dan monterde ik haar op. Over hét algemeen is ze een gezellig meis je”. Vader Van Dijk: „Daarom was dit het minste waar we aan gedacht hebben”. Er wordt uitsluitend met losse flod ders en lichtsignalen geschoten. Op dat punt is er niets veranderd, terwijl in de tussentijd bedenk je dan toch bloedrode bladzijden zijn omgeslagen in Vietnam, het Midden-Oosten, Biafra. Angola, Cambodja, Indonesië en Woun ded Knee. En nog steeds geen kruiers. Waarom beschikken Spoorwegen ook niet over herhalers, bedenk je dan. In Amersfoort helpt een vriendelijke Turk me met inladen, terwijl de passerende Ageeth Scherphuis haar neus ophaalt voor zo veel soldateske bravoure. Amsterdam. Een restauratieman roept smalend: „Dag chef”. Daardoor ontgaat het me dat een kind, dat met zijn ouders op weg is naar Zandvoort, zijn chocoladevingers aan mijn pet afveegt. Na het passeren van de schildwacht met een gezicht van „ik kan er toch ook niets aan doen” belanden we in een ruimte met een bar en een toneelpodi- um, waar een rij administrateurs formu lieren zit uit te delen. Aardige mensen, maar je moet tot vier keer toe invullen hoe je heet en waar je woont en daar versla je de Russen natuurlijk niet mee Mijn registratienummer? Je hebt er des tijds van gedroomd en de computer blijkt nog te werken. 10.06.42.338. Elly, zondag 29 april achttien jaar geworden, woonde op kamers in Schoonhoven, waar ze leerling was op de school voor goud en zilversme den. Ze zat in de eerste klas, waar ze goed mee kon komen. Alleen de laat ste maanden ging het opvallend slecht (een 2 voor handelskennis en een 3 voor Engels, terwijl ze toch met gemak het MAVO- en midden standsdiploma had gehaald). Maar dat hoorden de ouders pas later, toen het meisje weg was. Zoals ze ook pas drie dagen na de verdwijning te we ten kwamen, dat hun dochter op 13 maart spoorloos verdwenen was. Ze kwam namelijk vrijdag 16 maart niet thuis, zoals gebruikelijk met de week ends. Er werd onmiddellijk alarm geslaagen. Op school wisten ze van niets. Ze meenden dat Elly ziek was. En de ouders dachten, dat hun doch- Op de 65ste dag van de generaalscrisis is mijn reisdoel het Waterloo- plein, maar dat verandert als de brief van Defensie met 375 cent porto en de nadrukkelijke uitnodiging me naar het mobilisatie-adres te spoeden op de deurmat ploft. Mijn zoon heeft dat als eerste door. „Pappa moet naar de oorlog”, roept hij opgewekt. Zo erg is het gelukkig niet, maar feit is wel dat ook voor mij de herhalingsoefening „Donderslag 5” is begonnen. Dat rechtvaardigt enige consternatie, want er zijn inmiddels tien jaren ver streken en waar zijn mijn spullen gebleven? Na lang zoeken vinden we ze achter het hobbelpaard. Twee zakken vol olijfgroene onderbroeken, sokken, vechtjassen, helmen en al die andere attributen, waarmee je als krijger wordt uitgerust. Het pak past met moeite, maar de pet is spoorloos. Pas op dat moment hoor ik, dat-ie bij een indianenspelletje van mijn zoon is gesneuveld. Dan maar zonder. Bij de leiding heerat tevredenheid over de resultaten van deze paraatheidstest. Bijna negentig percent is opgekomen en bij de rest zitten nog enkele souteneurs, die als onbruikbaar zijn afgevoerd. Eni ge teleurstelling is er ook: over het feit, dat de haren toch nog langer zijn ge worden dan ze al waren. De meesten zijn pas drie maanden met verlof. Natuurlijk hebben de ouders (met familieleden en kennissen) alles ge daan om Elly weer op te sporen. De politie werkt er wel aan, maar laat weten, dat er zoveel kinderen van huis weglopen. Vader Van Dijk en familieleden zochten avonden en nachten lang in nachtclubs en cafés in Rotterdam, in Amsterdam in Haarlem. Met een moedeloos gebaar zucht bakker Van Dijk: „Het is in feite onbegonnen werk. In die nach- clubs zeggen ze: kijk maar of ze er is. We weten van niets. Je hoopt haar steeds maar ergens te ontmoeten, op straat of waar ook. Je krijgt toch wel een oplazer. In het begin waren we bang dat ze zelfmoord had gepleegd. Waren ze strenge ouders? Vader Van Dijk: „nee, dat geloof ik niet. De sfeer in ons gezin was wel gezellig. Je moet je natuurlijk wel aan be paalde regels houden. Maar streng, nee. Elly was ook altijd graag thuis. Ze hielp zaterdags in de winkel, met plezier. Maar ja, wat gaat er om in een kind, in een jong mens? Je denkt ze te kennen, maar het blijkt anders te zijn. Later ga je dingen terug draaien. Ze had een tijd regelmatig hoofdpijn. Toen ze de laatste keer van huis ging vroeg ze of ze een nieuwe broek mocht kopen. Ze kreeg zeventig gulden mee. Later hoorden we ook. dat er zoveel stickies gerookt worden. Elly dééd daar kennelijk aan mee. Wij hebben een briefje gekregen (zie boven, HR) Een klasgenoot ook. Het was onder invloed van drugs geschreven, meent de politie”. Als hem wordt gevraagd of hij een paar grote pleisters kan lenen, zegt hij: „Het spijt me, maar die zitten in afgesloten kisten en daar mag ik niet aankomen”. Voorschriften zijn voorschriften. Bea van Dijk, eersteklassertje van zeven jaar. komt thuis, ziet de foto’s van haar zus Elly liggen, grijpt ze even schijnbaar achte loos en weegt ze op haar hand. Dan zegt ze tegen haar moeder: „Ik ga buiten spelen”. Misschien komt ze wel weer de politieman van Heerjansdam tegen en wel licht zal ze weer, zoals twee da gen ervoor, aan hem vragen: „Po litie, heb je mijn zus nog niet ge vonden?” Er wordt in het gezin van bakker Van Dijk aan de Dorpsstraat, een kringelende dijk, niet al te veel onder elkaar gesproken over Elly, die op 13 maart van dit jaar verdween. Wel zijn de ouderen vader, moeder en ook de oudere kin deren Wil (15 jaar) en Gert (13 jaar) in gedachten steeds f!hg. w Compleet nu t!» Je haalt je van alles in je hoofd. Je bent er de hele dag mee bezig. Ik ben in Amsterdam naar het JAC geweest (Jongeren Advies Centrum, HR), maar zulke instellingen zijn voor mij waardeloos. Lieten ze de ouders al leen maar weten, dat hun kinderen er zijn. Meer niet. Ze hebben gezegd: we prikken de naam wel op het bord. Als ze hier zou komen, we kennen haar niet, dan kan ze zei zien o ze wil reageren- Ik wilde ook naar Pa radiso. Maar de politie raadde dat af. Ze zeiden, dat het daar zo’n bende is. Je valt ook wel op, ais je daar als oudere komt. Ik heb het maar niet gedaan”. ter gewoon op school zat. De mede- kamerbewoners (in het zg. „pakhuis” leefden er zo’n stuk of veertien) had den Elly niet zien vertrekken. Elly van Dijk was geen vlinderig typetje. Ze ging wel graag dansen in Rotter dam of Ridderkerk (in het kleine Heerjansdam moet de jeugd het doen met één fritestent als verzamelplaats en het belendende gereformeerde Barendrecht is ook in het geheel niets van vertier te vinden). Ze had geen vaste vriendinnen of vrienden. Op het salontafeltje, waar geurige rozen prijken mevrouw van Dijk was de dag te voor jarig ligt de inmiddels beduimelde brief van Elly, haastig geschreven woorden op en groot bloknootvel, als een kostbare boei, waaraan men zich vasthoudt. „Dat is een grijze”, mompelen de mannen uit hetzelfde bootje als ze me een paar uur later met de met lood gevulde plunjezakken door de lange sta- tionsgangen zien zeulen, maar niemand die een handje helpt. Dat is in deze tijd van democratisering in het leger ook nauwelijks verwonderlijk. Bovendien, op mijn schouders rusten in totaal vier sterren en is het niet een kostelijk gezicht een luitenant ook eens te zien lijden? Later zouden twee handlangers van de Militaire (MID) zeggen: „Luit, we bescheurd toen we u daar aan de gang Ze zijn speciaal gekomen om acties van de WDM en Witte BVD alsmede eventuele pogingen tot sabotage en wapendiefstal te ontmas keren, maar op dat front valt er niets te verdienen. Buiten het station wacht een drieton- Tien jaar leger. Het verschil tussen toen en nu? Wezenlijk is er niets veran derd, maar toen hadden we nog ons Franse oefenterrein bij La Courtine, waar de eveneens ingekwartierde Alge rijnen staande op een vier meter hoge stellage hun behoeften in een put mik ten, werd er nog in het stof gekropen en geslopen, waren er weliswaar al militai re tehuizen maar ook een groetplicht, werd je een weekeind binnen gehouden als je haardos te dicht je hals was genaderd, had je alleen nog maar een helmnetje, moesten je schoenen glimmen als Satchmo’s tanden en moest je plooi en van je eerste grijs bij wijze van spreken een taai karbonaadje kunnen doorsnijden, bood het gekanker op het door de hemel opgeslokt als we goed en wel in de boten stappen. Dat gaat nogal stuntelig en de „overste” windt zich daar hoorbaar over op. Enig talent in het bedenken van verwensingen kan hem niet worden ontzegd. Hij wil net wat gaan uithijgen als de, in een tien maten te groot soldatenpak gestoken, radiover slaggeefster van de NCRV aan zijn zijde hem serieus vraagt of hij „voor de luisteraars nog een paar bevelen wil geven”. Als de overste uit zijn vel had kunnen springen, had hij het op dat moment ongetwijfeld gedaan, denkt zo’n kind wel!”, gromt hij. Die avond strijken we neer op de Veluwe. Op de plaats waar het bivak moet komen, staat reeds een bataljon hospikken. Erg vervelend. De comman dant komt later zijn excuses aanbieden Zo’n verdwijning werkt natuurlijk ook door in het gezin. „We proberen wel te voorkomen, dat de anderen er de dupe van worden, mar je bent nu eenmaal eerder geïrriteerd dan an ders. Dat merken de kinderen (nog vier thuis). We gaan ook nooit met zijn tweeën uit. Er blijft er altijd één thuis. Je kunt nooit weten. Je moet toch thuis zijn, als er gebeld wordt. Er zijn wel wat tips binnengekomen, maar ze kloppen niet. Alleen gisteren kregen we nieuwe hoop. Iemand meende Elly in Rotterdam te heb ben gesignaleerd. Ze had kort haar, dat rood geverfd was. Dat zou best kunnen. En zo hoop je maar, hoop je maar. Dat ze op de verjaardag van moeder en van een broertje en zusje niets heet laten horen, valt ons wel tegen. Maar het geeeft alle maal niets. Als ze maar contact met ons opneemt. Die spanning en dat uitkoken. Daar krjjg je wat van”. HANS ROMBOUTS In Haarlem loopt een collega me te gen het lijf zonder me te herkennen. Hij spreekt over een operette-kostuum en later lacht ook de buurt zich ziek. Zo zijn wij Nederlanders nu eenmaal. Ge woon geen gevoel voor traditie, ’s Avonds brandt in mijn woning de stop van de elektriciteitskast door. Dat is dan Don derslag 6. En nu maar wachten op nummer 7. r.: W1- 1 :J- - 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 17