NIEUWE METHODEN Nauwere samenwerking IN TECHNIEK HULP tussen de medische en technische wetenschap WERKEN AAN ONTWIKKELING MATERIAAL KUNSTORGANEN Synthetische model-eiwitten Verpleegkundig beroep niet zo typisch-vrouwelijk meer UITBREIDING EXPERIMENTELE OPLEIDING VOOR DE MEDICI 1 THT streeft naar opleiding Knie nabootser voor bio-technisch ingenieur 1 1 Toenasliaarheid Nier dialyse thuis 21 1973 Erbij 5 MEI ZATERDAG HL I L ge wjfeiL.-,g I I I van i 5 E 1 Als een arts een dieptemeting in de hersenen wil uitvoeren en zieke hersencellen doet stollen via door elektrische stroom opgewekte warmte dan is daaraan een belangrijk stuk techniek aan voorafge gaan. En dat zelfs is het geval als er een instrument moet worden ontwikkeld met behulp waarvan zeer kleine elektrische verschijn selen aan zenuwvezels en aan spiervezel kunnen worden gemeten. dingen op middelbaar niveau tot verple gende en verzorgende beroepen” in Ne derland vzordt dit jaar belangrijk uitge breid. Vorig najaar startte de eerste van deze opleidingen in Eindhoven, in sep tember aanstaande gaan nog vier soort gelijke experimentele opleidingen van start: in Leeuwarden, Hoogeveen, Den Haag en Rotterdam. In Eindhoven waar het eerste studie jaar „nieuwe stijl” ten einde loopt, wordt de opleiding gegeven door het Regionaal Opleidingsinstituut voor ver- plegenden en verzorgenden. Tussen de lesuren door vertelt zuster Ingrid van Dijk, verpleegkundig projectleidster, dat een der verwachte winstpunten van deze Een operatie aan het kniegewricht. De donkere gedeelten op de foto zijn me talen kappen, die aan de einden van In de sector van de afdeling elektro techniek van de Technische Hogeschool Twente, waar aandacht wordt besteed aan de biomedische techniek, is het on derzoek nog steeds geconcentreerd op de verdieping van het inzicht in de ziekten, welke kunnen optreden bij de samen werking van zenuwen en spieren. Dat is een van de gebieden, waar de medische wetenschap verder gebracht kan worden door de instrumenten en methoden, die de elektrotechniek (speciaal de informa tietechniek), de chemische technologie en de werktuigbouwkunde aanbieden. In de afdeling elektrotechniek is men psychiatrische verpleging en zwakzinni- genverpleging. Op het ogenblik lopen er dertig mensen met een gedeeltelijk uit kunst stof vervaardigd kniegewricht, dat ontwikkeld is door de Technische Hoge school Twente, in samenwerking met de Hiifferstichting (orthopaedisch instituut) van de universiteit van Münster. Zij vormen het bewijs van de ontmoeting van de technische en medische wetenschappen, die op de hoge school in Enschede steeds grotere vormen aanneemt. Prof. dr. A. Bantjes, hoogleraar in de materiaaltechniek (chemische technologie) wijst erop dat de medische toepassing van kunststoffen om verschillende redenen bij zonder interessant is. Kunststoffen hebben in structuur en eigenschappen veel gemeen met de natuurlijke materialen waaruit het lichaam is opge bouwd. De toepassing dient in nauw overleg tussen medische en technische disciplines ontwikkeld te worden. Bij de knieprothese is er nauw overleg geweest tussen medici, chemici en tribologen (smerings- en slijtagedeskun- digen). Bij het kunstmatige kniegewricht is het niet gebleven. Er is, zegt prof. Bant jes, nu ook een kunstknieschijf bijgeko men die de noodzakelijke versteviging geeft aan het kniegewricht. Bij ge- wrichtsoperaties als deze wordt er, een metalen kap om het onderste eind van het bovenbeen aangebracht, het kraak been wordt vervangen door plastic pla teaus die op het scheenbeen worden bevestigd en waarop de kap kan bewe gen. Dit alles (inclusief de kunstknie schijf): een kunststof vervanging van het kraakbeengedeelte van de knieschijf geeft goede resultaten in de klinische praktijk. De belangstelling voor de experimen tele opleiding is in Eindhoven groot: zuster van Dijk spreekt zelfs van een „stormloop”. Het aantal aanmeldingen voor de nieuwe cursus, ligt alweer over de tweehonderd. Hetgeen betekent dat er ook nu weer drastisch zal moeten wor- keuze hoog aangeslagen. Al is het woord „roeping”, vroeger rotsvast verbonden aan het verplegings- en verzorgingswerk, uit de tijd geraakt, toch blijken veel gegadigden voor de opleiding in hun motivering te worden geraakt door wat ze „een erg menselijk beroep” noemen. Zuster van Dijk: „De sociale gedachte prikt duidelijk door bij die jongeren. Men heeft het gevoel het te moeten opnemen voor de zwakkere in de maatschappij. Een zware studie? Met lessen en studie moet worden gerekend op zo’n acht uur per dag, zeg ik altijd. Dat moet straks in de praktijk trouwens ook”. Belangrijk winstpunt bij deze experi mentele opleidingen is ook het verschui ven van de leeftijdsdrempel: in het ka der van het experiment kunnen zestien jarigen onmiddêllijk na een mavo-oplei- ding aan deze beroepsopleiding beginnen, in plaats van pas tussen hun zeventiende en hun achtiende jaar. In het tweede jaar van de experimentele opleidingen begint dan de integratie met de praktijk. In de vorm van stage lopen. Of die confrontatie met de praktijk alsnog aanleiding kan worden tot een grotere mate van verloop onder de ad- spirant-verplegenden, is een vraag waar projectleidster zuster van Dijk nog geen zinnig woord over kan zeggen. In zo’n experimenteel project kijn er wel meer vragen waar de praktijk straks pas het antwoord op kan geven. Het is in ieder geval duidelijk dat de traditionele opleidingen nog geruime tijd zullen blijven voortbestaan naast de ex perimentele. Zuster van Dijk meent zelfs dat voor de experimentele duur wel zo’n dertig tot veertig jaar mag worden gere kend. Dan zal in het gunstigste geval een volkomen integratie in de sector van de gezondheidszorg tot stand zijn geko men. De voornaamste reden voor deze lange overgangstijd is te vinden in het bezwaar dat in de ziekenhuiswereld te gen de aanpak-nieuwe-stijl wordt ingé bracht, namelijk dat dit systeem van opleidingen veel te veel „werkkracht” weg zal halen. Zeer belangrijk zou het zijn om een materiaal te componeren dat bloed bij contact niet doet stollen. Dit is, zegt prof. Bantjes, een van de hoofdproble men waarop alle mogelijke medische technieken afspringen. Er zijn tot nu toe wel redelijke resultaten bereikt maar toch zijn er nog geen kunststofmateria- len die bij transplantatie gedurende het hele leven bruikbaar zijn zonder bloed- stolling te veroorzaken. Als we denken aan kunstharten en kunsthartkleppen zegt prof. Bantjes, een bijdrage te kun nen leveren om de apparatuur voor de nierdialyse zodanig te vereenvoudigen dat de dialyse thuis kan geschieden. Die vereenvoudiging heeft eveneens ten doel een betere afscheiding mogelijk te ma ken van de afvalprodukten die in het bloed ontstaan van patiënten met een Slechte nierfunktie. zou een feilloos werkend materiaal een geweldige sprong vooruit zijn. Prof. Bantjes vertelt dat men op de THT nu onder andere bezig is met het maken van synthetische model-eiwitten. „Het ziet er naar uit dat wij er al een hebben, die in „contactstollingsopzicht” beter is dan vrijwel alle synthetische materialen, maar we zitten nog in het beginstadium”, zegt hij. De gezondheidszorg heeft, wat de nier dialyse betreft, nogal wat problemen. Er is een tekort aan faciliteiten voor de behandeling van het groeiend totaal aantal patiënten. Er moeten voorts elk jaar meer niertransplantaties plaats vin den, maar er zijn niet voldoende nieren ter beschikking. De researchgroep hoopt nu, door stol- lingsvrije oppervlakken te ontwikkelen. Meer en meer raken de verpleeg kundige beroepen hun image van typisch vrouwelijk beroep kwijt. Ook jongens ambiëren de opleiding tot beroepen in de verplegende en verzorgende sector. Aan de Eindhovense school bestaat de groep van dit eerste jaar uit 20 jongens tegen 80 meisjes. Aan cursusgeld (schoolgeld en boekengeld) betalen ze 500 gulden per jaar. De driejarige opleiding is een basisopleiding, aanloop tot de „gespecia liseerde” diploma’s algemene verpleging, Dr. J. Fcyen, een van de medewerkers van professor Bantjes, zit nu in Amerika en werkt bij de Nederlandse professor Kolff, de uitvinder van de kunstnier, die in Salt Lake City leiding geeft aan een ontwikkelingsprogramma op het gebied van kunstorganen, samen met professor dr. D. Lyman, die de materiaalaspekten van dit programma behartigt. Het gebied waarin de vakgroep nu bijzonder is geïnteresseerd wordt ge vormd door de materialen, die kunnen dienen als membraan voor de nier-dia- lyse. De experimentele opleidingen voor de verplegenden en verzorgenden behoren tot het middelbaar beroepsonderwijs. Ze sluiten aan op respectievelijk minstens vier en minstens drie jaar voortgezet onderwijs. Voor de toelating tot de op leiding voor verzorgende beroepen is tenminste vereist het niveau mavo-3 of lager beroepsonderwijs (theoretische stroom of praktische stroom maar dan met een verplicht vakkenpakket). Voor de opleiding tot verplegende is ten min ste mavo-4 vereist. Reserve-onderdelen voor het menselijk lichaam van top tot teen staan vandaag de moderne chirurgie ter beschikking. We kennen kunstnieren en -ledematen, -hartkleppen en -hart-gangmakers, -schedeldelen en -gewrichten, vervaardigd uit zeer hoogwaardige kunststoffen. Hier werken de technische en de medische wetenschap pen samen. De topprestaties, die de wetenschapsmensen hier leveren, kunnen alleen worden verricht als er een „kruisbevruchting” tussen verschillende vakgebieden tot stand komt. De Technische Hogeschool Twente streeft naar een opleiding voor bio-technisch ingenieur. Adspirant-verpleegsters en verplegers zijn in de nieuwe opleidingen niet langer werkkracht-in-dienstverband bij de zie kenhuizen. Ze behouden in principe tij dens de gehele opleiding de status van leerling, de school draagt de verant woordelijkheid voor leerling en oplei ding. Zuster van Dijk formuleert het als volgt: „In de traditionele praktijkoplei dingen is werken primair, en daarnaast moet er ook nog worden geleerd. In de nieuwe opleiding staat het leren pri mair”. Bij de nier-dialyse wordt het bloed uit de aderen van de patiënt buiten het lichaam rondgepompt via slangen en over een membraan geleid. Aan de an dere kant van het membraan bevindt zich een oplossing van zouten en gluco se. Via het membraan worden de afval produkten getransporteerd naar de dia- lyse-oplossing, terwijl het bloed na zui vering teruggevoerd wordt in het li chaam. Om stolling te voorkomen wordt heparine toegevoegd. Direct na het bin nengaan van het bloed in de kunstnier wordt dit geneutraliseerd door protami ne. Deze procedure, die ook nog andere klinische nadelen heeft, zou vereenvoj- digd kunnen worden. Ook de cellofaan- membranen hebben nadelen. den geselecteerd, want per experiment kunnen slechts honderd leerlingen wor den toegelaten (tenzij de experiment- groepen voor eigen rekening dit aantal kunnen en willen verhogen). Bij de selectie wordt motivatie bij de beroeps- „Intussen gaan we binnen mijn groep ook de richting uit van het ontwikkelen van materialen voor medisch gebruik. Handelskunststoffen stellen grote beper kingen aan het medisch gebruik en het is een uitdaging aan de chemie om nieuwe en betere materialen te ontwik kelen”. De leerling-verplegenden verzetten momenteel in veel ziekenhuizen tot 60 procent van het werk. Zuster van Dijk: „Naar mijn mening wordt er vaak erg inefficiënt gewerkt en slecht georgani seerd in de ziekenhuizen. Een van de achtergronden daarvan is weer dat er een groot tekort is aan kaderpersoneel. Maar dat is een ander hoofdstuk”. Dat verloop is tot nu toe één op de honderd, dus één procent in het eerste halfjaar", zegt zuster van Dijk die ook de „traditionele” opleidingen van haver tot gort kent; ze was ruim vijf jaar hoofd van de opleiding in een ziekenhuis in Geldrop. „Vroeger moest je rekening houden met een verloop van minstens, tien tot vijftien procent in het eerste halfjaar. Later zelfs wel eens met een halvering van de oorspronkelijke groep” De opleidingen-nieuwe-stijl zijn gerui me tijd in discussie geweest alvorens deze eerste opleiding in Eindhoven kon starten. De kern van het experiment, dat gefinancieerd wordt uit de experimen tenpot van het ministerie van Volksge zondheid en waar vijf groepen van zie kenhuizen uit verschillende delen van het land aan deelnemen, is dat de oplei ding plaatsvindt in afzonderlijke scholen die los staan van de ziekenhuizen. boven- en onderbeen worden bevestigd. Het gewricht draait om reepjes kunst stof (witte strip). opleidingen-nieuwe-stijl zich al duidelijk aftekent: het gevreesde verloop leerlingen is bij deze aanpak tot nu toe zeer gering gebleven. „De werktuigbouwkunde”, aldus prof. Bantjes, „komt ons hier te hulp. Prof. ir. R. Bosma is bezig een knie-nabootser te bouwen, die de loopbewegingen en de druk op het gewricht imiteert. Als de machine klaar is kunnen er een groot aantal testen aan nieuwe materialen voor toepassing op dit gebied worden uitgevoerd”. Het onderzoek in het medisch-tech- nisch terrein moet uiteraard sterk ge richt zijn op toepasbaarheid. Onderzoek om het onderzoek zelf kan heel interes sant zijn, maar zal een technicus niet geheel bevredigen. Daarom geeft het voldoening te kunnen wijzen op resulta ten van onderzoek, die reeds toegepast worden. Een daarvan berust op de vondst van ir. Boon van een goed reproduceerbare meting. Terwijl de meeste biologische metingen slecht reproduceerbaar zijn, bleek dat het ontspannen van een spier een verschijnsel is, waarbij grote repro duceerbaarheid aanwezig is en boven dien het verloop van de ontspanning, dat niet in 'n kromme is op te tekenen, gege vens verstrekt over de betrokken spieren en de aanhangende zenuwen. Dat is veel minder duidelijk bij het spannen van spieren. Het blijkt dan, dat wanneer er afwij kingen zijn aan het betrokken deel van het zenuwstelsel of aan de spieren, die vooral bij het ontspannen het best te beoordelen zijn. De invloed van genees middelen op Parkinson patiënten bereikt zo een zekere meetbaarheid, omdat ze duidelijk kan worden geconstateerd. Bovendien bleek dat geneesmiddelen, die gebruikt worden bij enkele vormen van psychische storingen, een pseudo- Parkinson opwecken. Deze zeer onge wenste bijwerking moet natuurlijk bin nen zekere grenzen gehouden worden. De meetbaarheid van de inwerking maakt nu dat men deze veel beter kan overzien, hetgeen in de St. Franciscushof in Raalte reeds practisch toegepast wordt. ertoe overgegaan dit werk te organiseren in de Werkgroep Biomedische Informatie Techniék, omdat men van oordeel is, dat op dit terrein nog bijzonder veel gecoör dineerd kan worden gedaan. In deze groep werkt „de leerstoel” van prof. Bosman speciaal aan instrumentatie, het lectoraat van ir. Peuscher richt zich op het aspect van de bedrijfszekerheid en veiligheid van het ontwerp van medische apparatuur, terwijl de groep van prof. Breedveld de toepassing van de compu ter in deze zaken bestudeert. De eerste aanzet van dit werk was de vraag van wijlen dr. G. J. van Hoytema om hulp bij het onderzoek en de medi sche ingreep bij mensen die lijden aan de ziekte van Parkinson. Deze is geken merkt door onwillekeurig trillende en schokkende bewegingen van de armen en/of benen. Medicijnen hebben tot nu toe bij deze ziekte slechts geringe uit werking, waarom in bepaalde gevallen tot een hersenoperatie moet worden overgegaan. Daarbij wordt met een zeer vernuftige apparatuur een meetnaald diep in de betrokken delen van de hersenen gebracht. De eigenlijke ingreep bestaat dan uit het door een elektrische stroom opge wekte warmte laten stollen van de zieke hersencellen. Het frappante van deze operatie is, dat de patiënt bij vol be wustzijn blijft en de trillende en schok kende bewegingen van de ledematen terstond verminderen en soms geheel ophouden. „Je zou”, zegt prof. Bantjes, „een membraan moeten hebben die een veel betere scheiding teweegbrengt. We heb ben de hoop dat we dat met eiwitachtige modelstoffen kunnen bereiken. Als die anti-stollingsmaterialen goed werken dan is dat van grote betekenis voor operaties in de ruimste zin op het gebied van hart- en vaatchirurgie, kortom voor materialen, die gebruikt worden bij overplanting in het menselijk lichaam en die in contact komen met bloed”. v i i’ -f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 21