EEN VONDST WORDT MEESTAL
WEL DIT NOODZAAK GEBOREN
Fotografisch credo
Dierenrijk
Fred Hazelhoff
Nederland
van
Medisch fysicus Van den Bogaard: nuttig uitvinder
F
I wfe
il .i
I®
*1.
s
i'w
Br *1
Uit nood
Betrekkelijk
Veel goedkoper
"OR
1
15
ZATERDAG
2 6
MEI
19 7 3
1
i
ii'
j
L
-
Erbij
Ms
te?*-
-
f w.
Er bestaat een bloeiende industrie van medische instrumentaria, die met de nieuwste (en duurste)
snufjes op de markt komt. Maar toch blijven er altijd wensen van specialisten, die met die instru
menten moeten werken. Zij merken in de praktijk, dat er soms handiger oplossingen voor problemen
zijn dan die welke de fabrikanten daarvoor hebben uitgedacht. Zo groeide de behoefte van artsen,
radiologen, psychologen en fysici om eens een uitwisseling te houden van ideeën en technieken.
Tijdens de vakbeurs van de instrumentengiganten Medica ’73 was er ook een hoek gereserveerd voor
de „doe-het-zelvers”, de mannen van de praktijk, die in de loop der jaren met handige vingers, kun
dig brein en vooral beroepservaring opmerkelijke resultaten bereikten. Geen dure uitvindingen,
maar handige soms zeer eenvoudige zaken, waar goed mee te werken valt. Zaken, waar de fabri
kanten aan voorbij stapten
f
7
.7lm-s 74’^
'SB
Hf w
s.
HANS ROMBOUTS
i
K***
■s- I
ii:
i
H. ROMBOUTS
ER,
VUMVMMMMtAMAMVMWWMMtfUMVMVMMWWMWtMMWRMAHWMVWAMAMMMMAMMAMMMIMMmAnMWM*
vmvwwmmwmmmmkm
em
I
c-j
veenmeertje. Want we hebben nog in
het wild levende vossen en dassen.
En herten en reeën en allerlei soor
ten prachtige vogels, zoals de ijsvogel,
de kemphaan, de buizerd en ga maar
door.
ng
le
id-
jr-
is-
i 1
je-
10-
re-
id”
te
10-
j
k -
lijn
/an
wij
•len
zan
ren
der
oor
iem
net
net
De belangrijkheid van zijn ontwerpen
vindt de Haarlemse fysicus moeilijk te
bepalen. „Alles is betrekkelijk. Er is zo
moeilijk een bepaalde waarde aan iets
toe te kennen. De pacemakerkatheter-
doorvoertang (wat een naam eigenlijk)
vind ik een fijne vondst. Binnen een dag
had ik het bedacht. Het is voor honderd
percent in gebruik. Het geeft de patiënt
aanmerkelijk minder onplezier dan het
op de gebruikelijke wijze doorvoeren
van de prikkelkatheter. Het is gebleken,
dat tijdens het gebruik van de doorvoer-
tang met een lichtere anaesthesie vol
staan kan worden.”
De cystometer (meetapparatuur voor
blaasdrukken; urine) is in de ogen van
dat
het
jan
oor
d”.
de
zan
Don
sen
sur.
aat
ris-
ede
en
eze
nze
sus,
ms-
ler-
vijl
tag,
de
stin
ien
er-
lits
ins
W
er-
ijd
:en
jke
ten
'Ta
pe
ten
ne-
in
ge
kt.
re-
70)
te
jk,
de
de
eel
an
Motivatie mag een modewoord zijn,
het slaat in ieder geval op de milieu-
activiteit, zoals Hazelhoff, die propa
geert in zijn Boek van de Maand.
Gemotiveerd voor het milieu, voor de
natuur vechten. Daar gaat het hier
om.
md
rij-
oor
ko-
or-
as-
e”,
•ale
■k.
ui-
or
de
no
dus
dd-
te
unt
lijn
Ien.
ten
len
eer
ag,
oor
de
an,
tak
Je
nde
in
te
'de
gin
ek.
>en
m-
aat
ran
>p-
oet
patiënt. Het gaat soms om een half uur.
Tussen haakjes: de grote afstanden, die
je in ziekenhuizen moet afleggen, zijn
daarbij een apart probleem. De proble
men komen meestal neer op meetproble
men. Hoe lossen we iets meetmethodisch
op? De medisch fysicus is ervoor, dat de
apparatuur zo goed mogelijk gebruikt
wordt. Daar gebruik je soms allerlei
slimmigheidjes voor. Die zijn in mijn
ogen triviaal. Maar de toepassing ervan
kennen ze nog niet in andere ziekenhui
zen, zoals ze elders weer dingen ontwer
pen, waar wij nog niet van op de hoogte
zijn.”
geven van datgene, dat iedereen, die
er een open oog voor heeft, kan zien
en meemaken. Als de bewoner van
dit land het unieke karakter van het
grillige stukje grond erkent, hebben
we misschien het stadium bereikt, dat
we onze omgeving als een natuurmo
nument zien en niet als een vrijblij
vend vuilnisvat. Geen ergernis meer
om plastic zakken, chocoladewikkels,
dozen en flessen, en wat er al niet
meer wordt weggegooid”.
"i >1
-:<« vzx,. ..-a
zz-:
Hoe komt men ertoe om instrumenten
te ontwikkelen of beter aan de praktijk
aan te passen dan de grote industrieën
dat soms doen? „Het wordt meestal uit
nood geboren. Je komt in je werk in het
ziekenhuis plotseling voor een probleem
te staan, dat zo snel mogelijk moet
worden opgelost in het belang van da
ttr
Hij stelt voorop, dat zijn boek geen
wetenschappelijke handleiding is met
een complete opsomming van alle
dieren, die hier voorkomen. ”Ik wilde
met dit boek alleen maar een indruk
De Haarlemse medisch fysicus F. van
den Bogaard, werkzaam aan het St.
Elisabeth’s of Grote Gasthuis, was op die
expositie met acht inzendingen vertegen
woordigd. Hij was daarmee recordhou
der. Zelf gaat hij daar losjes aan voor
bij. „Een aantal dingen is eigenlijk trivi
aal. Voor de hand liggend. Niet leuk om
in te zenden, omdat ze zo simpel zijn. Ze
hebben me bepraat om die toch maar in
te sturen. Want ja, denk je dan: mis
schien kunnen anderen, bijvoorbeeld
artsen in kleine ziekenhuizen, er hun
voordeel mee doen. Ze zitten tenslotte te
kijken met beperkte financiële middelen.
En als je ze dan van dienst kan zijn met
je ontwerpen, is dat leuk.”
Van den Bogaard is een idealistisch
man, zeker zonder commerciële inslag.
Hij heeft geen patent aangevraagd op
zijn vindingen („praat maar niet over
uitvindingen, zeg maar liever ontwer
pen”), maar biedt ze zo maar voor niets
aan zijn collega’s aan. „Als je patenten
moet gaan aanvragen, wordt dat een
veel te kostbare zaak. Dat geld heb ik er
niet voor. Bovendien moet je dan zulke
precieze omschrijvingen maken. Dat kost
allemaal tijd en ik heb het al zo druk.
Het is, dat men er zo op aangedrongen
heeft om mee te doen aan Medica. Het
heeft me toch veertien dagen aan voor
bereidingen gekost om alles bij elkaar te
scharrelen en het klaar te maken voor
een stand op de expositie. Dat was toch
meer werk dan ik gedacht had. Als ik
dat van tevoren geweten had, weet ik
niet of ik wel mee zou hebben gedaan.
Tenslotte blijft je gewone werk liggen.”
De fysicus (zeer vrij vertaald: een
ma», die de meeste technische, fysica-
V
Dat credo van Hazelhoff wordt op
unieke wijze kracht bijgezet door
fantastisch fotowerk. Hazelhoff heeft
eens berekend, dat hij op vijf foto
grafische zwerftochten vier keer met
niets terugkomt. Maar wat die één-
op-vijf (loon van het geduld) heeft
opgeleverd is bijzonder sterk Boeiend
zijn ook de verhalen, hoe de foto’s tot
stand gekomen zijn.
Vogels en herten hebben de voor
liefde van Hazelhoff. Je ziet dat aan
de opnamen. Vooral de platen van de
herten en reeën zeldzame opnamen
zoals de baltsgevechten en paringen)
zijn uniek. Een boek, dat terecht tot
Boek van de Maand (juni) werd ge
maakt.
Het grootste probleem van Van den
Bogaard is de uitwerking van een ont
werp. „Kijk, het construeren van een
idee vergt weinig tijd. Je vindt de oplos
sing van een probleem vrij snel. Maar
dan moet je dat idee concretiseren. Dan
gaat het je tijd, arbeid en ook wat geld
kosten. Die problemen op zich zijn soms
leuke puzzels. Dat heb je als je plezier
in je werk hebt. Maar ja, je gewone
werk gaat ook door. Neem nou die
Hazelhoff, die het Nederlandse
landschap gezellig noemt met zijn
mengelmoes van weilanden, akkers,
bossen, meren, rietvelden, sloten,
houtwallen en boerderijtjes, is geluk
kig als hij door dat landschap met
zijn kamera’s zwerft en - ook voor
anderen- kan vastleggen, wat hij aan
mooie dingen ziet, daarbuiten.
,>5
ECG-schakelaar (simpel gesteld: een
soort telexverbinding met de specialist
thuis, zodat hij een aantal praktisch
gelijk genomen cardiiografische grafieken
kan aflezen H.R.). Het idee was snel
uitgewerkt. In juli begon ik eraan. In
november ontstond er een samenwerking
met HTS-volontaires. Op wat klinische
testen na was de schakelaar in januari
klaar.”
Een medisch fysicus benadert de za
ken soms anders dan de specialist. „Je
moet soms als fysicus een hardnekkig
storingsprobleem op bijvoorbeeld de be-
wakingsafdeling oplossen door een me
thode, die in strijd is met de medische
methode om informatie te krijgen. Dat
speelt bijvoorbeeld bij het verplaatsen
van een
soms zo
d. Bogaard zjjn belangrijkste vinding
uit financieel oogpunt. Hjj slaagde erin
voor 3000 een betrouwbare cystometer
te vervaardigen, die ook nog eens ’t grote
voordeel heeft, dat hij ook door weinig
ervaren personeel bediend kan worden.
Normaal kost een moderne cystometer
ruim f 15.000.
„In principe”, aldus de fysicus, „is het
belangrijken een instrument te bezitten,
dat je voor honderd percent kan gebrui
ken voor de kosten van dertig percent
van de normale apparatuur dan dat je
een veel te dure apparatuur hebt, die je
voor tachtig percent niet gebruikt. Kos
tenbesparend werken doe ik uit princi
pe. Ik let nu eenmaal, ook privé, op de
kleintjes. Kijk, de investeringen zijn in
ziekenhuizen meestal de sluitpost. Op
een groot bedrag maakt 5000 natuur
lijk weinig uit. Investeringen van instru
mentarium worden gesubsidieerd. Inves
teringen van personeel, om het zo maar
te zeggen, niet. Daarom zal men snel ge
neigd zijn om te zeggen: laten we maar
de dure apparatuur nemen, liever
dan dat we laboratorium-research moe
ten bekostigen, ook al levert dat goedko
pere apparatuur op.”
Dat werpt automatisch de vraagstel
ling op: moeten de gewone ziekenhuizen,
dus niet de academische, ook aan re
search doen? „Ik zou zeggen: het moet
kunnen. Maar een directie zal van het
standpunt willen uitgaan, dat het geld
moet opbrengen, dat de kosten eruit moe
ten kunnen komen. Daar wordt momen
teel over gediscussieerd. Het voordeel
van onze research zou zijn, dat wij in de
zgn. producerende ziekenhuizen, direct
op de praktijk gerichte apparatuur kun
nen onderzoeken. In de laboratoria van
academische ziekenhuizen (de heer Van
den Bogaard werkte enige jaren in het
Laboratorium voor medische fysica in
Amsterdam, dat opdrachten voor o.a.het
WG uitvoerde H.R.) heeft men zo veel
verfijnde apparatuur, dat het type in
strumenten, dat wij willen, niet interes
sant is. En als fysicus zit ik daar nou
net voor. Je kunt niet wachten tot de
industrie het misschien over vijf jaar
maakt. Dat ontwerpen van mij is geen
hobbyisme. Het is pure noodzaak. Daar
om zou je voor dat werk subsidie moe
ten kunnen krijgen. Handzame betrouw
bare instrumenten hebben, daar gaat het
om.”
Je zou zo denken, dat de industrie met
argusogen kijkt naar wat mensen als
Van den Bogaard doen. Maar hij heeft
nog geen reacties van die zijde ontvan
gen. Wellicht heeft men wel snuffelend
rond de apparatuur van Van den Bo
gaard op de expositie rondgelopen. „Dat
weet je nooit. Ik was er tenslotte niet
zelf bij.”
Fred Hazelhoff, één van de beken-
ste wildfotografen in pak-weg Euro
pa, is natuurlijk een milieubescher
mer van de voorste rij. Hij heeft bij
Deltas Elsevier een boek uitgegeven
over het natuurlijk milieu- Maar hij
doet dat niet op de vandaag de dag
gebruikelijke wijze: demonstratiebor
den met leuzen opheffen tegen over
heid en bedrijfsleven, tegen de ver
vuilers als of de massa ook geen
massa-vervuiler is) en laten zien hoe
het niet moet, dus afbeeldingen met
smerige wolken uitstotende fabrieks
pijpen; met droeve dotten uitlaatgas
sen bezwadderde rivieren en beken.
As
Nee, Hazelhoff laat niet zien, wat
fout, maar wat goed is. Hoe het wel
moet. Wat wij nog hebben aan na
tuur, dat het verdedigen waard is. Hij
gaat van het principe uit: je moet
weten, waar je voor vecht. Dus laat
hij vossen zien, spelend met de wel
pen op de Nederlandse hei. Dus toont
hij met fraaie foto’s dassen, die wat
lopen te plonzen in een Nederlands
elektrode. Uit noodzaak moet je
handelen. En zo kom je soms
tot interessante vondsten. De respiratie-
meter (de ritme-bewaker) is er een goed
voorbeeld van.”
V. a M
s
V -A"'-
S'
problemen kan oplossen op hoog niveau)
is ook niet bij zijn standje op de vak
beurs gaan zitten. „Daar had ik geen tijd
voor. Misschien wel jammer, ja, want je
wilt toch wel eens met anderen over
medisch-technische problemen praten en
je apparatuur wat nader verklaren. Nu
heb ik maar wat schriftelijke toelichting
neergelegd plus mijn telefoonnummer.
Ik ben echter niet gebeld.”
Is hij daar niet over teleurgesteld?
„Ach. Het zou wel leuk geweest zijn als
ik wat had gehoord. Maar ik denk dat
dat nog wel komt, als iedereen weer
thuis is en op zijn gemak de papieren
kan bekijken. Het was trouwens een
experiment. Ik heb eens willen bekijken
wat de response van zo’n expositie is.
Als blijkt dat het niemand verder inte
resseert, doe ik natuurlijk niet meer
mee. Maar als er ook maar iemand is,
die ik met mijn ontwerpen van dienst
heb kunnen zijn dan ben ik al tevreden.
Ik heb die ontwerpen toch en hoe meer
mensen ervan profiteren, hoe liever het
mij is. Ik hoef er niets voor te hebben.
Als ze er alleen nog maar eens aan
denken, dat de ideeën van Van den
Bogaard waren”.
r r ’Ti