Mijn spelers reageerden bij enkele acties als verlamd
VYCPALEK: REALITEIT
TEGEN AJAX IS ANDERS
Hulshoff en
Krol haalden
t
alles weg
Programma Ajacieden
JAAP VAN PRAAG ZONG OP HET UEFA-FEEST
i
H0YBS
27
y R IJ D A G
1973
1
JUNI
s
Sluw
Blunder
Verontschuldigingen
Concurrent
Club van zangers
Sjah achterop
t
F1
s
I
f
Uitgelaten Ajacieden op de terugweg naar de middencirkel. V.l.n.r. Suurbier, Cruyff, Keizer, doelpuntenmaker Rep, Arie Haan en Johan Neeskens.
3
Haan schiet dwars door het verdedigin gsblok Capello-Salvadore heen Zoff zal echter attent reageren.
i
t
i
i
t
2
2
1
t
i
i
t
t
t
k
1
1
1
Een eenzame Heinz Stuy viert zijn triomf nadat Rep aan de andere kant van
het veld voor 10 heeft gezorgd.
Dat bleek vooral in de voorhoede. Het
uiterst sluwe spitsen-trio Altafini, Anas-
hartelijk werden bejegend door de au
tochtone bevolking, maar zich dan ogen
blikkelijk begonnen te verontschuldigen
voor het vertoonde spel. De verwachte
exhibitie was uitgebleven. Ajax-Juven-
tus leek eerder op een tentoonstelling
die men bezig was af te breken.
t
J
1
i
Het stond allemaal toch wel in schril
le tegenstelling tot de mening van doel
man Dino Zoff. „Ajax heeft in feite
nauwelijks kansen gehad”, klonk het fel,
„dat doelpunt was een verdedigingsblun-
der. Als wij alsnog gelijk waren geko
men dan had ik het nog niet geweten.
Ajax viel mij toch erg tegen.”
d
e
e
t.
P
a
r
Q
1
5
5
1
5
3
1
X
s
1
1
t
s
1
tasi en de veelal wat teruggetrokken
Bettega kreeg de counters waarop het
hooptt en waarin het zich doorgaans zo
koelbloedig in de afwerking toont. Tegen
Ajax mislukten de uitvallen echter.
Vycpalek: „Dat is ook een van de reden
geweest dat ik Bettega na een kwar-
Ajax had wel eens beter gevoetbald,
dat wel, maar desalnietteminHet
speelde toch wel zo imponerend dat
Juventus niet in zijn normale spel kon
komen. Waar was het Juventus dat in
Boedapest eerder dit seizoen zo verras
send tegen Ujpest Dosza een 2-0 achter
stand nivelleerde. Waar was bijvoorbeeld
ook het Juventus dat tegen de Engelse
kampioen Derby County de zaken in
beide wedstrijden net zo feilloos onder
controle had als Ajax in Belgrado. Vyc
palek: „Ik heb als trainer op de bank
waarschijnlijk net als u op de tribune
tijdens deze wedstrijd ook met de ge
dachte gespeeld: Als er ooit een hans is
voor mijn elftal om dit grote Ajax te
verslaan, dan is het vanavond toch wel.
De realiteit is dan toch anders. Je hebt
namelijk met de situatie in het veld te
maken. En die is dat zelfs wanneer Ajax
dan niet op honderd percent van zijn
kunnen speelt, het tijdens zo’n eerste
helft toch drie, tot vier acties onder
neemt waardoor mijn spelers als verlamd
reageren. Het was dan alsof ik ze hard
op in het veld hoorde denken. Dis is
ook mogelijk in voetbal. In zo’n situatie
is het begrijpelijk dat mijn elftal niet
die felheid tegen Ajax toont die het tegen
andere tegenstanders wel demonstreert”.
„Slabo” was na afloop van Ajax-Ju-
ventus, en ook de dag erna, de algemene
opinie van de taxichauffeurs, kelners en
soortgelijke leden van de spraakmaken
de gemeente in Belgrado. „Slabo”
betekent „zwak”. Maar de uitslag en de
hele teneur van de wedstrijd speelden
natuurlijk wel in de kaart van de plaat
selijke autoriteiten, die zoveel voorzorgs
maatregelen genomen hadden om de
Italiaanse en Nederlandse supporters een
warme en toch hartelijke ontvangst te
bereiden.
BELGRADO Cestmir Vycpalek, Juventus’ even vriendelijke als
merkwaardige coach, bekeek met een glaasje whiskey in de hand in de
lounge van hotel Yougoslavia. waarheen ook ziin snelers na afloon werden
gedirigeerd, het Ajax-gewoel met twinkelende oogjes. Het feest van de
Amsterdammers, of wat daarvoor moest doorgaan tenminste, riep ook
geen enkele rancune of teleurstelling bij de Tsjech op. Emotieloos ver
klaarde hij dat Ajax toch wel een erg sterke tegenstander was geweest.
Dat precies was gebeurd wat bij gevreesd had. Sterker nog: Vycpalek
vond AjaxJuventus, enkele restricties daargelaten, zelfs een goede
wedstrijd waarvan hij toch wel genoten had.
orkaan van geluid die zelfs bijna de bal
opcilde van ’t hoofd van de wereldkam
pioen koppen, die met de pink op de
naad van zijn korte broek op het veld
was blijven doorkoppen tijdens het spe
len van de volksliederen.
Ik zei dat de uitslag en de teneur van
de wedstrijd de autoriteiten in de kaart
speelden. Had Juventus gewonnen dan
was Belgrado te klein geweest voor de
feestvierende Italianen. Nu Ajax won,
liep het 50.000 man sterke Italiaanse
legioen groggy door de stad, of lag
ineengezakt, met open monden te snur
ken in de fauteuils van hotel Yougosla-
vië, in de zalen waarin koningin Juliana
vorig jaar nog haar staatsbanket liet
aanrichten. Het enige gevaar voor Bel
grado kwam dus van de Nederlandse
Ajax-fanatiekelingen, maar die hadden
allemaal iets over zich van „moe, maar
onvoldaan”. Want zij, juist zij, wisten
beter dan wie ook ter wereld dat Ajax
beneden zijn kunnen had gespeeld en zij
wilden dat best weten ook.
De volgende dag kwam je nog overal
in de stad Ajax-supporters tegen die
Het blijft voor de sportjournalist een
helt-moeilijke taak om de prestaties te
beoordelen van spelers die hij niet van
haver tot gort kent. Er zijn sommige
spelers die dank zij hun reputatie en
bekendheid (Cruyff) of dankzij hun
presence (Blankenburg) wat meer in de
smiezen lopen dan andere spelers, waar
door zij wat meer houvast bieden, ter
wijl anderen altijd door de mazen van
het net lijken te vallen.
Vycpalek is gisteren met zijn elftal
bepaald ook niet gedesillusioneerd naar
Turijn teruggevlogen. Vycpalek: „Nie
mand zal het ons kwalijk hebben geno
men dat wij van Ajax hebben verloren.
Dat is een te sterke concurrent. Iedere
tegenstander in, die finale was goed ge-
Staj (7, 8, 7, 7), Soerbieje (6, 7, 7, 6),
Blankenboerg (7, 8, 7, 8), Hoelshof (7, 8,
8, 8), Krol (8, 8, 7, 8), Han (6 ,6, 7, 6),
Neskens, in Sport door een drankzuchti
ge journalist Henkes genoemd (6, 7, 7, 6),
Rep (7, 7, 8, 7), Miren (7, 7, 7, 7), Krojf
(6, 8, 8 ,7), Kajzer (6, 6, 8, 6).
in Belgrado gebruiken het Tyrïllische
dus ongeveer het Russische) schrift. Ik
schrijf de namen van de Ajacieden nu
even over zoals de Belgradose lezers ze
dank zij dit schrift uitspreken:
Johan Cruyff (in het shirt van Morini) en Barry Hulshoff. De enige twet
Ajacieden die het gezeul met de Europa-beker een volle ronde vol hielden.
weest, behalve Ajax. Omdat wij ook een
beetje met die gedachte naar deze wed
strijd zijn toegeleefd kwam die neder
laag ook niet zo hard aan. Het was
natuurlijk geweldig geweest als wij voor
een stunt hadden gezorgd door hier te
winnen. Dat was niet mogelijk. Maar ik
vraag mij toch langzamerhand af wie
dat wel klaar had kunnen spelen tegen
Ajax. Bovendien heeft het veroveren
van het Italiaanse landskampioenschap
de pil erg verguld. Volgend seizoen be
ginnen wij gewoon opnieuw.”
Ook José Altafini, de Braziliaanse ve
teraan, die toch nog één seizoen heeft
bijgetekend, was die mening toegedaan.
Altafini, Ajax complimenterend: „Ik heb
met AC Milan toch wel het een en
ander meegemaakt in de Europacup. Er
is er natuurlijk altijd een de sterkste
maar er zijn gradatieverschillen. Dit
Ajax toont zich nu al jaren de sterkste.
Dat getuigt van klasse die je ook in hun
voetbal terugvindt. Ook al speelde Ajax
vanavond misschien wat onder zijn kun
nen.”
juli komt Ajax tegen het nationale
elftal van Algerije in het veld te
Algiers. De volgende week gaat Ajax
op zaterdag naar Metz voor een wed
strijd tegen deze Franse topclub, een
uitvloeisel van de transfer van enkele
jaren geleden van Tom Sondergaard.
Van 3 tot 5 augustus speelt Ajax
een internationaal toernooi te La Co
runa. Op 8 augustus, de woensdag
voor de competitie begint, volgt de
erewedstrijd voor Sjaak Swart. Tus
sen de twee interlands tegen Ijsland
(22 augustus in het Ajax Stadion, 29
augustus in Deventer) door gaat Ajax
op 25 en 26 augustus naar een inter
nationaal toernooi te Cadiz.
Hoe uit zich de feestvreugde bij de
Ajacieden zelf, na afloop? De UEFA had
voor de spelers en genodigden in hotel
Yougoslavië een koud buffet aangericht
dat er wezen mocht. Om half drie *s
nachts stond de helft ervan nog op tafel.
Aan een tafel in het midden van de zaal
zaten de hoge heren: sir Stanley Rous
tussen Jaap en Pia van Praag in, UEFA
voorzitter Franchi en dat soort celebri
teiten. Aan een tafel aan de kant zater
de spelers en hun aanhang echtgenotes,
masseurs, de kok, lagere bestuursleden
en dergelijke. Verder een orkestje op
volle sterkte met een zanger en een
zangeres.
Een Joegoslavische journalist vroeg
me voor de aanvang van de wedstrijd
wie naar mijn mening beter was: Ajax
of Juventus? Ik heb hem toen, als een
wijze goeroe, geantwoord: „De suppor
ters van Juventus zijn veel beter dan
die van Ajax, maar de spelers van Ajax
zijn weer een stuk beter dan die van
Juventus”. Die prog ose kwam uit. Eerst
zwelde mijn hart nog op van vaderland
se trots toen het Wilhelmus zo duidelijk
hoorbaar werd meegezongen door de
8000 aanwezige Nederlanders, nadat de
Joegoslavische hymne bijna ongemerkt
voorbij was gegaan (Joegoslaven plegen
hun volkslied niet massaal mee te zin
gen). Ik dacht zelfs even dat we de
eerste supportersveldslag gewonnen had
den toen het orkest het Italiaanse volks
lied inzette, zonder dat een van de
Italianen z’n mond opendeed. Maar toen,
opeens, spoot het „Italia!” eruit, een
tiert je in de tweede helft heb vervangen
door Helmut Haller. Bettega past eigen
lijk niet naast Altafini in de spits. Zij
trekken beiden naar dezelfde kant waar
door zij elkaar soms zelf in de weg
lopen. Ik wilde Altafini er echter niet
uithalen omdat hij tegen Ajax zeker aan
de verwachtingen heeft voldaan. Hij is
tenslotte negentig minuiten, hoe weinig
hij dan ook tegen die Hulshoff of Krol
msschien aan de bal kwam, in de mo
menten dat hij aanwezig was toch erg
gevaarlijk geweest.”
Dat er tenslotte geen felbegeerde Ju-
ventus-treffer viel lag volgens Vycpalek
dan ook meer aan de Ajax-defensie dan
aan het falen van zijn eigen team dat
zelfs in geslagen positie uiterst huiverig
voor een weliswaar riskant maar
noodzakelijk aanvallend avontuur was.
Vycpalek: „Ajax was in alle linies net
iets sterker. Voetballers als die Krol en
Hulshoff halen alles weg. Dan maakt
het niet eens zoveel uit of er dan ook
nog spelers lopen die hun dag niet zo
hebben. Ook Stuy deed vanavond zelfs
niet voor Zoff onder.”
AMSTERDAM Voor de Ajacie
den volgen vijf weken vakantie vóór
trainer George Knobel de groep op 6
juli verzamelt voor de eerste training.
De spelers vertrekken op 9 juli naar
een trainingskamp in de Lutto (Ov.)
voor een zesdaags verblijf. In die
periode worden vier wedstrijden ge
speeld, namelijk op 9-7 te Assen
tegen een ACV-Achilles-combinatie,
op 10-7 te Hengelo tegen een Henge-
lo’s elftal, op 12-7 te Meppel (Did) te
gen een nog onbekende tegenstander
en op 14-7 te Denekamp tegen DOST9.
In de volgende trainingsweek
wordt op 17-7 te Noordwijk tegen
Noordwijk gespeeld en op zaterdag 21
gavond om 8 uur niet aanving met het
staatsbezoek van de Perzische sjah, maar
met beelden uit Belgrado van suppor
ters, maatregelen rond de match en
andere Ajax-Juventus-zaken, pas daarna
kwam de sjah op de proppen-
Men moest wel minstens een rode en
een gele kaart bezitten om tot dit wal
halla te worden toegelaten, dus u be
grijpt dat journalisten met hand en tand
geweerd werden, ook al waren ze in het
stadion ook al niet in de gelegenheid
geweest tot de spelers door te dringen.
De UEFA-receptie kende drie plakkers
onder de spelers: Heinz Stuy, die de
indruk maakt zich altijd en overal wel
te amuseren, Arie Haan (die te moe was
om nog een poot te verzetten) en Jan
Mulder, over wiens poot ik helemaal
maar zal zwijgen: „Doe je een beetje
voorzichtig met je andere knie!” heb ik
hem nog gezegd.
De grote animator van het feest werd
op den duur Jaap van Praag, die met de
zanger van het orkest als duet Otsji
Tsjornye zong. Ajax is altijd al een club
van zangers geweest: Rinus Michels
zong, de broertjes Mühren, hebben nu
een plaat gemaakt, Cruyff is gelukkig
alweer vergeten dat hij een plaat ge
maakt heeft en nu Van Praag weer.
Wordt er bij Feyenoord misschien te
weinig gezongen? Of moet er eerste een
reden zijn om te zingen?
Ik heb van de Italianen eigenlijk ook
alleen maar een duidelijk beeld van
Altafini overgehouden en de rest was
zo’n beetje één pot nat- Ik heb van vier
Joegoslavische kranten de cijfers over
genomen die zij aan de Ajacieden toe
kenden. Het eerste cijfer tussen haakjes
is steeds van Sport, het tweede van
Vecerne Novosti, het derde van Ekspres
en het vierde van Politika. De kranten
In de etalages stonden bordjes met
onveranderlijk: „welkom in onze stad”
en in de restaurants had men drietalige
menu’s met een klein woordenlijstje
waarin bijvoorbeeld het woord „hand
doek” geen overbodige luxe was voor
wie even naar de wc wilde. Ook waren
zij er niet voor teruggedeinsd de „sjah
der sjahs” van Perzië al na een half
dagje door te sturen naar Slovenië, waar
ze minder belangstelling hebben voor
voetbal, en trouwens ook voor sjahs. Het
ongekende feit deed zichzelfs voordat
het Joegoslavische tv-journaal woensda-