Wou Ajax soms gelijk spelen? Ji flp- PO 1 <11 BITTER Kussende arbiter Voetbal* VIP’s Zwendelaars 3 ZWIERIG BLIKSEMACTIE Erbij ZATERDAG 9 JUNI 1973 21 B 7 'j PW Ton Vissers ZEGGEN, MAAR IK KAN HET NIET is bekend dat g Is het wegvallen van PETER HEERKENS zwendelaars!!" „Zwendelaars, later van STOPPER Hoe hoog de nood is gestegen, moge blijken uit een bliksemactie die deze Vissers en macaniciën Arie: samen in Parijs. Hoe kon dit kwalijke idee bij mij opkomen? In de eerste plaats doordat Ajax duidelijk zichzelf niet was. De redenen daarvan zijn achteraf wel te begrijpen, maar tijdens de wedstrijd en vooral na de eerste uitstekende 20 minuten, leek het nogal raadselachtig. Wagtmans en toen die ziekte moest stoppen, equipe in. onvrede met allerlei scheidsrechterlij ke zaken. leek Ster maar er met dankzij „Alleen Ben Koken en Theo van de Leeuw, daar ben ik echt tevreden over. •f it Ondanks onze perskaarten kwamen we bij Rode SterPartizan niet de persloge binnen. We werden verwe zen naar de tribune schuin achter het doel, ergens in de hoogte. Verrassend genoeg kwamen we toen temidden van de Belgradose voetbal-vips te recht. Achter ons zat Rajko Mitic, de voormalige bondscoach van Joegosla vië. Naast ons zat dr. Obradovic, de vroegere „Jaap van Praag” van Rode Ster, die in Amerika twee jaar lang gepoogd heeft het Europese voetbal van de grond te krijgen. Dat lukte Omdat de mens in wezen slecht is en voetballers hierop geen uitzonde ring maken, om nog maar te zwijgen van de sportjournalisten, kreeg ik gaandeweg de wedstrijd AjaxJu ventus het idee dat Ajax (al dan niet in samenwerking met Juventus) aan stuurde op een gelijk spel. Hoe de samenstelling van zijn ploeg voor de Tour is (als ronde-baas Felix Levitan hem bij de definitieve selectie op 15 juni tenminste niet laat vallen, wet theoretisch kan maar praktisch niet lijkt te gebeuren nu Nederland als ver trekpunt geldt en de Italiaanse ploegen met hun afzegging het aanbod beperk ten) weet Ton Vissers pas na de natio nale kampioenschappen op 24 juni. „Daags erna maak ik het bekend.” En getuigend van zijn zin voor vrolijkheid in donkere tijden: „We halen in elk geval met twee man Parijs. Onze meca nicien Arie en ik. Wij geven het niet af Van wielerploegleider Ton Vissers hij een optimisme in zich draagt waar geen van zijn collega’s van terug heeft. Daarom ook valt hij zo op. Waar anderen zich bij tegenslag na de koers mok kend terugtrekken, wisselt Ton Vissers van kleding om zijn zorgeloosheid op een Frans terras te vieren met een vin rouge of pernod. Ton Vissers huilde (wat in de wielersport erg gebruikelijk is op emo tionele momenten) niet toen zijn renner Harm Ot- tenbros in Zolder wereldkampioen werd. En bij de steeds groter wordende achterstand die Frits Hoo- gerheide in de Tour van 1970 opliep zag Ton Vissers een lichtpunt in het bereiken van de allerlaatste plaats in het algemeen klassement want die kon naar zijn berekening en het kwam uit ook een smak publiciteit opleveren. Hij noemt zichzelf lucky boy („op zondag geboren, dat kan niet mis- Nu, drie weken voor de start van de Tour de France in Den Haag is Ton Vissers wakker geschud uit zijn eeuwig lijkende roes van opgewektheid. De ontreddering van de coureurs met wie hij Nederland na het Goudsmit/Hof-tijdperk van Pelle naars weer een eigen ploeg gaf werd zo groot dat zelfs hij er niet meer aan voorbij kon. Achter de schermen is er deze week, toen Ton Vissers terugkwam van de Dauphiné Liberé waarin hij vijf uitvallers telde, top-beraad geweest over de vraag of het wel zin heeft om deel te nemen aan de Tour de France. Niet één renner steekt in grote vorm en de Tour vreet een flinke post van de begroting op: onge veer zestig mille. Woensdagmiddag sprak Ton Vissers de situatie door met Canada Dry-directeur Van de Beuken, daags erna ging hij te biecht bij Gazelle-directeur Breukink. Uitslag: de ploeg start in elk geval, hoe hopeloos de vooruitzichten ook zijn. de kopman per definitie demoraliserend, voor de met een flink stel amateurs opgebouwde jon ge Canada Dry-Gazelleploeg bleek het funest ook al omdat de neo-profs er een over het algemeen teleurstellende inzet Die bittere ervaring met wat hij eind vorig jaar samenbracht, stoelt voor Vis sers op twee punten: pech met de rede lijk kansrijken en teleurstelling met de beloftevolle jeugd. Zijn „sub-top” werd ontkracht door een hardnekkige knie blessure van klimmer Mathieu Pustjens en een langdurige aanval van hooikoorts die sprinter Jan Krekels maanden uit de roulatie hield. Tweede sprinter Koeken kreeg een darminfectie en tweede klim mer Wim Prinsen kon alsmaar niet in de goede conditie komen. De twee ren ners die hij een kans gaf zich waar te maken (Harings en Wanders) moest hij bij gebrek aan enige werkzin buiten zetten en van de talentvolle amateurs die hij aantrok, beleefde hij weinig ple zier. Dat de hem eigen zwierig-charmante werkstijl (in plaats van een keiharde aanpak) ook wel eens van invloed zou kunnen zijn op die prestaties, wil Ton Vissers geen seconde geloven. „Oh neen”, weert hij af. „Ik ben wel vrolijk en optimistisch van aard, maar serieus in ook, maar ze willen toch naar de Tour. De uiteindelijke beslissing lieten ze aan mij. Dat was een erg moeilijke zaak. op na hielden. „Ik ben gestruikeld", zegt Ton Vissers, „op Rinl Wagtmans. Nor maal gesproken moest het succes van hém komen. Dan had het er in feite niets toe gedaan hoe de rest reed. Pak Joop Zoetemelk. Die heeft heus geen imponerende ploeg rond zich. Maar als hij straks in de Tour geweldig fietst, valt dat geen mens op. Dan glorieert de firma dank zij Zoetemelk. En toch is het te weinig, één kopman. Daar ben ik wel achter. Je moet twee coureurs hebben op wie je kunt spelen, dat is trouwens bij de meeste ploegen zo. Als er dan een wegvalt, hou je tenminste wat over. Anders ben je, zoals ik, ineens alles kwijt.” Jo van Pol, Jan Spetgens en Jo Vrane- ken vallen me zwaar tegen. Dat waren bij de amateurs grootheden, de kranten stonden er bol van. Nou, ik heb ze leren kennen die zogenaamde top-amateurs. Verpest zijn ze, helemaal. Er zit geen greintje koersmentaliteit bij en het is volgens mij de schuld van de wieler bond. De KNWU jaagt ze maar op naar prestaties in het buitenland waardoor die gasten door het succes verblind wor den. En van die resultaten profiteren ze weer door in de criteriums flinke start- gelden te vragen waar de bond niet tegen optreedt. Als het kon, zou ik er een aanklacht tegen NKWU over willen indienen zó verschrikkelijk kwaad kan ik me daarover maken. Die amateurs zijn niet hard als ze prof worden. En ze hebben te veel geld verdiend. De honger is eraf, snap je. Een echte beroepsrenner weet dat het brood op de meet ligt, de amateurs die net prof zijn, stappen af als het lastig wordt want ze hebben thuis nog brood. Zó zit dat. Het Is toch zeker niet normaal dat drie van die topamateurs zich zo belabberd gedragen bij de profs.” niet zo erg, maar hij slaagde er met het daar verdiende geld wel in een eigen hotel in Lubljana te bouwen, dat hij „dr. O” heeft genoemd, niet beseffend dat deze naam dankzij de beruchte Berkelse dr. O. in Nederland weinig wervingskracht heeft (zo zag ik eens in Joegoslavië het hotel Re pen, dat me ook al wiet aantrok). Met volle overtuiging strijden voor iets dat ik wil, kan ik geweldig, maar met overgave uitleggen wat ik niet wil dat kan ik echt niet, omdat ik in mijn hart wél wil. Bij veel andere ploegen zitten ook een stel verschrikkelijk zwakke plekken en dan denk ik: gut, we zijn het toch niet alléén. En wie weet valt er een ritje te winnen. De voornaamste reden dat ik tenslotte gezegd heb „toch maar doen”, is dat ik vind dat je als nationale ploeg gewoon niet mag ontbre ken bij een Tour-start in Den Haag. Deze Jakse bleek een soort populai re Leo Hom op non-actief, ton-rond, bijna niet meer uit de middencirkel weg te rollen en daardoor wel ge dwongen op zijn grensrechters af te gaan. Vandaar dat een collega ver zuchtte: „Waren alle Nederlandse scheidsrechters maar zo dik!" Jakse floot overigens bij vlagen abominabel, maar toen de uitgevoetbalde Kovace- vic na 18 minuten afscheid nam van het publiek, beloonde Jakse de Parti zan-speler met een kus op beide wangen en dat is natuurlijk ook wel wat waard. Alleen werd de raadselachtigheid nog vergroot door de passiviteit van Ju ventus. Maar in geval van afgespro ken werk kon Juventus er natuurlijk op rekenen het benodigde doelpunt toch wel in de schoot geworpen te krijgen. Dus vermoedelijk wilden de Italianen zich sparen voor een tweede match op vrijdagavond, want dan zou het er pas echt om gaan! Het kwalijke idee van een combine werd tegen het slot nog even extra bijge voed door die manoeuvre van Heinz Stuy die terug dribbelde naar zijn doel in de richting van een Italiaan, waardoor bijna die gelijkmaker ont stond. De derde reden waarom de gedachte aan afgesproken werk kon ontstaan, was dat Ajax juist aan deze finale weinig zou verdienen: de toe gangsprijzen waren verhoudingsge wijs laag, de overwinningspremie zeer hoog, de afdracht aan de UEFA niet Maar hadden we in Nederland twee prof-ploegen, zoals indertijd Caballero en Willem II-Gazelle, en ik zou de minste zijn dan bleef ik thuis. Dan ging ik gegarandeerd niet.” „Eigenlijk is dat de grootste fout die ik bij de opbouw van deze ploeg maakte, maar het kon niet anders. Ik kreeg deze sponsors te laat bij elkaar om nog voldoende keuze te hebben. Waren ze er een maand of wat eerder geweest, dan zou Joop Zoetemelk misschien bij ons gezeten hebben. Ik was serieus met hem bezig, maar Joop kon begrijpelijk niet wachten tot ik eindelijk firma’s achter me had. Ik jaag nu weer op hem. In de Dauphiné heb ik twee gesprekken met Zoetemelk gehad. Hij houdt de boot nog even af. Ik snap dat wel. Jopie gokt natuurlijk op een geweldige Tour, dan ligt de hele markt voor hem open. Met Mortensen voer ik ook onderhandelingen voor een contract volgend jaar. Hij wil in principe, net als René Pijnen. Kijk, als dat nou zou lukken dan zit ik goed. Gaat dat niet, een ploeg met ten minste twee vedetten, dan stop ik. Dan peins ik er niet over om volgend seizoen door te gaan. Dat zou onverantwoord zijn, een soort ploeg als ik nu heb.” gering. Het zou dus veel centen kos ten één finale, de echte winst zou pas binnenstromen als ook een herha lingsoefening nog een vol stadion trok. tenslotte 3-2 zou een In dit geval komt het optimisme meer van sponsorszijde dan van Ton Vissers die met zijn gedachten tussen hemel en •arde zweeft. „Toen ik dinsdag van de Dauphiné vanuit St. Etienne terug naar huis reed, heb ik duizend kilometer zitten piekeren. Voor het eerst, zo lang ik in die wielrennerij ben. Zoveel zorg heb ik me van m’n leven nog niet gemaakt. Ik ben alles tegen elkaar gaan •fwegen. Moet ik die Tour doen of moet ik 'm niet doen? Ik weet wat me te wachten staat. In feite is deze ploeg niet geschikt voor zo’n ronde. We zullen waarschijnlijk weggeschreven worden door de Nederlandse journalisten. Voor mij geeft dat niet, ik kan er tegen. Voor de renners maakt het ook niets uit, die zijn er dan zelf schuld aan. Maar een sponsor kan zoiets moeilijk hebben. En dat schrikt me af, die negatieve publici teit voor de firma’s. Ik ben bang dat we ons met deze ploeg in de Tour niet kunnen waarmaken. Ik zie het somber in. Als ik het anders zei, zou ik liegen. Het is gewoon een trieste situatie.” „Canada Dry en Gazelle beseffen dat Slavische kranten meldde de volgende dag dat Vasovic al enkele dagen voor de wedstrijd tegen twee journalisten had gezegd dat er een „aantrekkelijke wedstrijd voor het publiek" van zou worden gemaakt. Een 3-3 uitslag, ge volgd door penalty’s! Gelukkig schijnt zulk „zesdaagse-professionalis- me” niet te werken, bij voetbal. Het publiek pikt het niet, omdat het te zichtbaar moet gebeuren. Het valt moeilijk te constateren of een wiel renner een half wieltje langzamer rijdt dan hij kan, maar het is bijna onmogelijk om te maskeren dat je een bal slecht wilt trappen. Je moet wel een acteur zijn van de klasse van Ton van Duinhoven om zodanig over een bal heen te kunnen maaien dat het publiek werkelijk gelooft dat je het per ongeluk deed. het werk. Dan wandel ik er echt niet met een los beleid op los. Ik denk zelfs dat mijn aanpak juist goed is voor die jonge profs. Schelden doe ik nooit, dat ligt niet in mijn aard en ik heb geduld met xe omdat ik besef dat ze in dit vak moeten groeien. Dat lijkt me heel wat beter dan die jongens onder enorm* prestatiedruk te zetten en te foeteren als het tegenzit. Daar maak je volgens mij nog meer mee kapot. En och, wat is een goede ploegleider? Zet Maurice de Muer bij mijn stel en laat ik die van hem nemen met Ocana Rosiers, Mortensen en Pijnen. Dan ben ik de bink en zit hij in de vernieling." op dat win- onge- Even Rode aangespeeld, geen Partizan-speler stond in zijn buurt, maar in plaats van de bal simpel in het doel te schuiven, besloot hij het leder met tegeneffect via de buitenkant van zijn voet, hoog de tribune in te jagen, 20 meter naast het doel. Toen vielen ook de Partizan-aanhangers, hoewel die hun handen dus mochten dicht knijpen, het Rode Sterkoor bij: „lopo- vi, lopovi!” donderde het nu door het stadion. Het publiek (en het deed me bijzonder veel goed dat te merken) laat zich niet graag bedriegen, ook niet ten bate van de eigen vereniging. de Rode Steraanhang te roepen, ofte wel (om hetzelfde ritme aan te hou den): kreeg de midvoor Ster de bal bij de penaltystip geen Naast Obradovic zat oud-doelman Radenkovic, ofwel „Der Radi”, de po pulaire vliegende kiep van München 1860. Hij vergeleek Heinz Stuy met Sepp Maier: „Weinig hoogtepunten, weinig dieptepunten, een middelmatig keeper”. Links voor ons zaten (behal ve enkele bekende Belgradose toneel spelers, de Duinhovic en Molenbergic van Joegoslavië zal ik maar zeggen) enkele spelers van OFK Beograd, in gezelschap van Paja Samardzic, de vroegere rechtsbuiten van OFK Beo grad, het Joegoslavisch elftal, FC Twente en Feyenoord. Samardzic had nog steeds last van zijn knie, die een einde maakte aan zijn (laatstelijk Franse) voetbalcarrière, maar hij sprak nog wel wat Nederlands. Bij voorbeeld: „Happel is een slechte man”. Ik vroeg: Bedoel je een slecht mens of: een slechte trainer?" Hij ontweek de vraag door te zeggen dat Happel in de zeven jaar bij ADO toch eigenlijk ook niets bereikt had. Het Rode nen, looflijk lichtzinnige wijze van verde digen slaagde Rode Ster er toch nog in de gelijkmaker aan Partizan ca deau te doen. „Lopovi, lopovi”, begon Mochten al deze transfers doorgaan, dan heeft Canada Dry-Gazelle vijf bui tenlanders van wie er reglementair maar vier opgesteld kunnen worden. Het betekent tevens, dat er dan nog slechts zeven Tour-plaatsfen beschikbaar zijn voor de Nederlanders die met achttien man de nationale ploeg in eerste instan tie een goed aanzien gaven, ook al blonk de lijst niet uit door grote namen. De enige werkelijke „vedette” was Rini door een hart- sortte de hele En zelfs niet als het in ruil daarvoor zo’n populaire strafschoppenserie krijgt aangeboden om de uiteindelijke winnaar te bepalen. Een der Joego- Schaam ik me niet dat ik zulke kwalijke gedachten kon koesteren? Natuurlijk schaam ik me diep, maar ik kan een verzachtende omstandig heid aanvoeren. De dag tevoren, op dinsdagavond, had ik een vriend schappelijke prestigematch gezien tussen de twee grootste clubs van Belgrado, Rode Ster en Partizan. Die wedstrijd was een ideetje van Velibor Vasovic. De reeds aanwezige buiten landers konden dan aan de voora vond van Ajax-Juventus kennis ma ken met het beste Joegoslavische voetbal en bovendien: je hield er die brooddronken, opgewonden suppor ters mee van de straat. Dat laatste lukte vrij aardig: 35.000 toeschou wers, overigens voor het overgrote deel Joegoslaven, wilden deze prestigeslag best bijwonen, temeer omdat er een soort happening van werd gemaakt. Partizanspeler Kova- cevic zou na een half uur voorgoed afscheid nemen van zijn publiek en een internationale jury zou een prijs toekennen aan de beste speler van de match en de wedstrijd zou worden geleid door de Sloveense scheidsrech ter Jakse, die drie jaar geleden zijn fluit aan de wilgen hing, wegens sen”). Zijn optimisme is soms zo groot dat de vro lijkheid onwezenlijk aandoet. Ton Vissers stelt zich op het standpunt dat zorgen nooit vat op hem krij gen, maar nu is het dan toch gebeurd. Zijn opgewektheid zonder voorbehoud, lijdt onder problemen van zijn Canada Dry/Gazelle-wieler ploeg. Maandenlang hield hij er de moed in. Een hele prestatie want het enige succes van een duur voorseizoen (reizen naar de ronde van de Levant, Andalusië, Catalonië, vierdaagse van Duinkerken en Dauphiné Liberé) bestond uit een criterium- overwinning van Wim Prinsen in het Brabantse gehucht Galder. Regelmatige tweede plaatsen in de buitenlandse rondes mochten dan wel binnen de ploeg tot enige tevredenheid stemmen, een werke lijke bijdrage tot de internationale presentatie van Canada Dry/Gazelle leverden ze er niet mee. week werd ingezet om buitenlandse krachten te werven ter ondersteuning van de Tour-ploeg. Gazelle probeert bij de Engelse moedermaatschappij Raleigh om Harrison en Bilsland over te nemen voor de Ronde van Frankrijk. Geen hoogvliegers, maar theoretisch „uitrij- ders” en daar is wel behoefte aan. Ver der heeft Ton Vissers ene Herculano Oliveira al ingelijfd en geprobeerd („het ging aardig”) in de Dauphiné waarna hij deze onbekende Portugees naar huis liet gaan met de opdracht ergens in het land een collega op te sporen die eventueel ook wel zin heeft in de Tour. Voorts zijn er onderhande lingen geopend met de Belgische ama teur Ludo Noels die de aandacnt van Vissers trok met een tweede plaats in het bergklassement van „Warschau-Ber- lijn-Praag”. „IK ZOU NEE TEGEN TOUR WILLEN 1 A''

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 21