ANNIE M.G
bezig aan de musical
SCHMIDT
Ik ben heel saai
en vervelend
„Wat een planeet”
i
D
Ik heb twintig jaar met mijn
koffertje door Europa gesjeesd.
Ik hoef niet per se in het
harnas in elkaar te zakken
Ki
e COMMERCIE
GEWONE TAAL
15
ZATERDAG 23
JUNI 1973
Erbij
4
F
M»
l
gi f1",/ J 'j
SSHH
(jDS@00 SËHfeSff
is
(„de
Z(.
ermee
ifl
En Jennifer Willems? Dat vindt Annie
Schmidt hét type van een meisje dat
zowel de dupe van een situatie kan zijn
Joan Remmelts en John Koch noemt
ze „heerlijke acteurs die lekker scènetjes
kunnen spelen” en de tien veelzijdige
meisjes en jongens die in veel scènes
zullen opdraven zullen ook niet lang op
hun stoel kunnen zitten.
lopen en Harry vindt het fijn om aller
lei muziekstijlen te gebruiken”.
een
omdat
Maar botsen? Je gaat het aftasten en
in elkaar voegen. In het begin maakt
iemand de dienst uit. Dat is nu niet
meer zo."
Vq
ffi:
glji„Al»iil
Annie M. G.: „Commercieel is niet op
ons van toepassing. We moeten het fijn
vinden anders doen we hef niet. John
leeft met het idee dat hij een kwart
miljoen kan verliezen maar dat hij dat
met z’n impresariaat kan terugverdienen.
Ons uitgangspunt is niet dat het per se
een succes moet worden, dat het kosfe-
wat-kost z’n geld moet opbrengen. Als
Maar zover is het nog niet. De schrijf
ster spoken nog allrlei verhaaltjes door
het hoofd. „Radeloos ben ik. ’tls net een
huis bouwen met zes blauwdrukken. Je
vraagt je af hoe daar nog iets gaaf uit
kan komen. Op het laatst wordt het
monteren, een liedje hiervan, een zinne
tje daarvan. Het belangrijkste is de
structuur. Als het thema goed is, is de
basis af. Op het laatst schrijf ik in een
paar uur soms een liedje dat het hele
maal is. John de. Crane zegt wel eens:
jij schrijft een Chinese opera van twaalf
uur en d’r mag geen woord uit.”
In „Wat een planeet” bezetten Conny
Stuart, Willem Nijholt, Joan Remmelts,
Jennifer Willems en John Koch de be
langrijkste rollen. Annie M. G. heeft
eigenlijk voor ieder van hen een verhaal
in haar hoofd. In april ging ze met
regisseur Paddy Stone de voorlopig
definitieve musical grondig doorlezen
en kon Harry Bannink aan de liedjes
beginnen.
Corrie Brokken (Neel noemt haar
man haar) studeert al een jaar Latijn
in Utrecht. In juni doet ze een soort
toelatingsexamen, colloguium doctum
Ze volgt al colleges oud-vaderldnds
recht en Romeins ■privaatrecht. „Ik
wilde even uit de heksenketel. Daar
om heb ik die vrijwillige rustperiode
genomen. Maar ik wil niet uitputtend
over mijn studie uitwijden. Niet dat
het een geheim is, maar ik vind het
gewoon een hobby."
als een brutaal wicht. Willem Nijholt,
die kan zingen, dansen én acteren, ziet
Annie M. G. in haar gedachten als een
soort master of ceremonies zoals die
door „Cabaret” wervelt. „Dat vind ik een
leuk figuur. Iemand die aankondigt, er
naast staaf en vertelt. Willem is er het
type voor.”
Annie schrijft met horten en stoten.
Producer John J. de Crane belt haar
geregeld op („Annie hoe staat het met
’thuiswerk”) en ze vindt het best lekker
om af en toe wat opgepord te worden.
Als ze een liedje schrijft, belt ze na één
regel componist Harry Bannink al op.
Ze leest ’them voor en hij bedenkt dan
vast de muzikale lijn. „Dat is een erg
prettige manier van werken. Zo dwing
ik hem niet in mijn muzikale spoor te
Annie Schmidt zegt dat ze van gewó-
ne taal houdt. Tijdens het schrijven
identificeert ze zich met iemand uit het
publiek die zichzelf uit een zak snoep zit
te voeren en onderwijl aan tante Truus
denkt die er ook is en die ze straks in
de pauze wil zoenen.
Laat ze haar kladwerk aan haar man
of zoon lezen?
En nu naar bed haalde moeiteloos 350
voorstellingen. Legt het schrijven van een
nieuwe show niet een druk op haar? Ze
geeft toe d at ze in het holst van de
nacht wel eens wakker wordt met het
idee, Gód, nog zoveel weken en dan
beste bij thuis en ik kan er het meest
mee lachen.”
Ze staat bekend om haar taalgebruik.
Haar teksten, haar liedjes komen zo
lekker over. Hoe ziet ze dat zelf?
w
een man om een leven te leiden
waarin werk en gezin gelijke aan
dacht krijgen. „Als pappie studeert, is
iedereen stil. Maar ik moet aan de
kapper denken, mijn lijn, ik moet
zingen, ik heb mijn studie en ook
mijn man en mijn dochter. En dan
komen daar natuurlijk nog wel dui
zend taken bij." Niet meer dan lo
gisch is aansluitend Corrie Brokkens
verzuchting: „Emancipatie? In de
praktijk lukt het nog niet zo erg
hoor.”
In Berkel-Rodenrijs of in Nice werkt Annie M. G.
Schmidt aan een nieuwe musical: „Wat een planeet”.
De zestigjarige Annie M. G. (Heerlijk duurt het langst,
En nu naar bed) is ingespannen bezig voor het project
dat in het najaar de theaters ingaat. Dat gebeurt op
een voor de buitenstaander zeer rommelige, wellicht
chaotische wijze. „Ik schrijf vijf verhalpn door elkaar.
Ik kan namelijk zo moeilijk afstand doen van leuke
ideeën. Misschien zijn ze niet eens zo leuk”, mijmert
Nederlands produktiefste theaterschrijfster, „want als
ik ze aan mensen vertel blijven ze maar een beetje
voor zich uitkijken”. Natuurlijk is de druk groot, want
ze weet dat men van haar steeds iets bijzonders ver
wacht Onder die druk groeit langzaam Annie’s
planeet
Corrie Brokken („door Slees blijf
ik aan het vak ruiken En dat wil
ik ook”) zegt, dan dat ze „een fijn
leven” leidt „Erg rustgevend. Mijn
vak mi in studie, mijn gezin. Het is
een soort inspanning die me rust
geeft Ik kan eigenlijk wel zeggen
dat nu de beste tijd van mijn leven
is ingegaan. Slees zegt het ook; het
leven, begint bij veertig En hij kan
het weten, want hij is 25 jaar
ouder."
uitoefent. Dat weet ik maar al te
goed. Ik was constant op reis. Voor
de rest van de tijd was ik bezig
kindermeisjes voor Nancy te organi
seren."
ik met die gedachte zou moeten schrij
ven zou ’t niet goed worden geloof ik. Ik
doe het ook voor m’n plezier. Financieel
hoef ik ’t niet.”
„Ik wil verstaanbare taal schrijven.
Eenvoudige taal die ook nog over het
voetlicht komt. Er moet een zekere
spanning inzitten. Niet de spanning van
een defective maar de spanning van het
verhaaltje vertellen. Dat vind ik niet zo
moeilijk, die theatertaal. Een stuk in een
krant zou ik niet kunnen schrijven. Ik
schrijf spreektaal, huiselijke taal. En
dan nog meer voor vrouwen dan voor
mannen.”
Annie Schmidt: „Nog altijd veel brie
ven van teleurgestelde christelijke vrou
wen, omdat ik iets tegen het huwelijk of
weet-ik-veel heb gezegd. Door die kin
derliedjes zijn ze van me gaan houden
en ze zijn teleurgesteld, als ik iets zeg,
dat m’n ongelovigheid verraadt. Ik kan
me dat wel voorstellen. Ja, ik kwets
altijd zoveel gereformeerde en hervormde
vrouwen”.
Er zijn plannen om een programma
op te nemen met als uitgangspunt de
elpee „Corrie zingt Toon", een Bove-
ma-produktie, waarop tien liedjes
van Toon Hermans staan. De plaat is
geproduceerd door John Moering. In
de begeleiding komen mensen van
naam voor .zoals de gitaristen Hans
Hollestelle en Jan de Hont, de vibra-
fonist Carl Schultze, de fluitist Wim
Abma, de accordeonist Coen van Or-
souw en de violisten Behr en Nij-
veen. Toon Hermans schrijft op de
hoes dat hij sprakeloos heeft geluis
terd naar zijn liedjes uit Corrie’s
waar ze erg op is
familieband is erg
De zangeres wil niet dat iemand na
dit verhaal het idee heeft dat
wil ophouden. „Ik vind het
nog steeds erg leuk. Maar ik bepaal
nu wel: tot hier en niet verder”, zegt
ze. Een seconde later realiseert ze
zich hardop dat het voor een vrouw
honderdmaal moeilijker is dan voor
Musical is voor haar totaal theater.
Voor hét grote publiek? Nee, voor een
groot publiek. Annie M. G.„Ik ben het
beste in dingen die een groot publiek
fijn vindt. Heerlijk duurt het langst, En
nu naar bed. Niet voor hét grote pu
bliek. Dat houdt van Heintje, van de
Zangeres zonder Naam of nog liever van
Ajax alleen. Maar een groot publiek
gaat naar Hermans, naar Sonneveld. Dat
zijn mensen zoals ikzelf: geen intellectu
elen, geen hoogvliegers of mensen die
iets willen veranderen. Vanuit die men
sen schrijf ik, zo heb ik ’t in m’n buurt.
Ik voel me er in m’n privéleven ook het
Corrie Brokken spreekt en ziet
nauwelijks collega’s. Vriendinnen
in of buiten het vak heeft ze
niet. „Wel kennissen. In het vak heb
ik altijd vrij oppervlakkige contacten
gehad. D’r waren er wel een paar die
ik graag mocht, maar het waren geen
echte vrienden. Ik heb 20 jaar met
mijn koffertje door Europa gesjeesd
Ik hoef niet per se in het harnas vn
elkaar te zakken. Er zijn nog zo veel
andere dingen leuk om te doen."
Hoe zit het over het algemeen met de
inspiratie?
Annie Schmidt: „Ik werk niet op rou
tine. Inspiratie is vrijwel onmisbaar voor
mij. Ik moet ’t echt leuk en fijn vinden
om aan de machine te gaan zitten. Dat
heb ik niet altijd en dan hoef ik er ook
noet op te wachten. Dan zijn er platen,
boeken en films en dan krijgt ik ’t weer.
Die injectie van buitenaf heb ik nodig.
Dat is in Frankrijk vaak zo zwaar, want
olijfbomen inspireren niet tot het schrij
ven van musicals. Dan moet er wel
gauw een telefoontje van John komen.”
In het land optreden doet ze nog
wel, maar met mate. Ze zingt dan
meestal anderhalf uur, vult met
haar eigen trio dan een hele avond.
„Dat is veel meer ontspanning dan
inspanning voor me. Als ik thuis
kom, voel ik me alsof ik uit het
bad ben gestapt. Maar tv. Ik heb
nu de dreigende angst van hoe zal
het aankomen. Ik ben zo lang weg
geweest." Toch wordt er aan een
soort come-back gedacht. Hoewel
dat woord hier nauwelijks past.
mond. „Ik ben zo trots als een pauw
op deze plaat”, schrijft Toon.
Nu ze studeert is ze zich van alles
gaan realiseren. Bijvoorbeeld: „Ik heb
het idee dat ik liever op een andere
carrière in een ander beroep had
teruggekeken. Want met die studie,
iedere dag word ik me meer bewus
ter. Je groeit van binnen. Die voldoe
ning heb ik nooit gehad toen ik
zong."
moet het af zijn. „Maar ik kan niet
meer doen dan m’n best. We doen het
met ons allen.Schrijven is kansen geven
voor iedereen. Mogelijkheden openlaten.
De tekst kan soms heel vervelend zijn
als zij de kansen maar hebben.”
„Wat een planeet” is weer een parti
culiere produktie. Er worden tonnen in
gestoken door John de Crane. Moet
Annie Schmidt daarom commerced
werking van hem uit. Maar eigenlijk schrijven?
vertrouw ik demands oordeel want je
bent nergens als je daarop blijft afgaan.
Ik vind het wel prettig om mensen over
m’n werk te horen.” Ze maakt een
uitzondering voor regisseur Paddy Stone
met wie ze toch uiteindelijk de definitie
ve musicalvorm vaststelt.
De schrijfster is niet scheutig met het
geven van informatie over het verhaal
- van Wat een planeet. Ze wil wel wat
filosoferen over de hoofdrolspelers. Ze
komt niet weer met het sprookjesgege-
ven, waardoor ze Conny Stuart in En nu
naar bed een machtige boze fee kon
laten zijn. Wel wordt het weer iemand
die buiten het spel kan treden: iemand
die in de ruimte liedjes kan zingen.
Waarschijnlijk een soort gastvrouw in
een cultureel centrum.
„Altijd maar rennen, naar de kap
per, de couturier. Je wordt geleefd en
aan een goed boek kom je niet meer
toe. Je geest verrijken is er niet bij.
Je bent van iedereen. Je jaagt succes
na: platen, shows, geld. Ik had een
volkomen gebrek aan privacy”.
De zangeres denkt dat ze met de te
verwerven kenr's misschien in de
toekomst ook haar dochter Nancy
van dienst kan zijn, die nu nog op
het Goois Lyceum zit, maar mogelijk
daarna gaat studeren. Corrie Brakken
komt er rond voor uit: ze ziet zich
zelf over een paar jaar liever als
vrouw met een meestertitel dan als
ex-zangeres. „Ik wil geen zangeres
worden die te lang is meegegaan. Dit
vak is in zekere zin boeiend. In het
begin heb je je ijdele jaren. Je bent
pril, je ontdekt dat het geld opbrengt
Je gaat naar het buitenland. Maar je
mist zo veel als je het consequent
Annie M. G. vertelt dat haar man
geen fantasie heeft, maar dat haar zoon
een echt kind van zijn moeder is: „Hij
heeft theatergevoel. Hij denkt filmisch,
in verhaaltjes. Hij zegt wel eens: dat
vind ik maf of dat kan niet. Ja, en dan
gaat er wel een zekere corrigerende
Haar laatste AVRO-tv-show
werd ruim een jaar geleden uitge
zonden. Dat was de laatste uit een
serie. Ze wist dat ze wat de studie
aanging een zwaar jaar voor de
boeg had. „Er werd al weer bij de
tv over een andere formule gespro
ken. Maar dat gezenuw van de
televisie. Ik heb het met mijn man
besproken en ik zag niet waarom
ik überhaupt mijn gezicht moest
laten zien.”
Ze heeft nog twee broers. Ook een
jongere zuster
gesteld
hecht"). Haar moeder heeft, twee ka
mers in haar huis aan de Bussumse
Amersfoortsestraatweg. Ze gelooft
niet dat haar stem veel veranderd is
nu ze het kalmer aan doet. „Ik kan
nog steeds mooi zingen. Daar zijn de
geleerden het wel over eens. Ik ben
nooit zo zuinig op mijn stem geweest.
Hij is niet voor- en niet achteruit
gegaan Ja, hij klinkt minder kinder
achtig. Maar het zou potverdorie ook
wat zijn als hij nog hetzelfde als 20
jaar geleden zou zijn.”
Lachen! Om haar? Nee, mét haar.
Annie Schmidt: „Ze moeten om mij
nooit lachen. In gezelschap zeg ik nooit
iets geestigs. Ik ben heel saai en verve
lend en altijd vrij timide hoor. Dat is
écht zo. Ik merk het wel eens, als ik
ergens kom. Dan kijken ze met die
pretoogjes naar je. Verwachtend: nu
komt 't vuurwerk. Maar er komt zelfs
geen enkel rotje.”
Behalve aan Wat een planeet, werkt
Annie nog aan een serie kinderboekjes
voor de eerste klas van de lagere school.
Deel één, Waaidorp, is bij Wolters ver
schenen. Waarom ze na „Ja zuster” niet
meer voor de t.v. heeft geschreven? Ze
wordt er vaak genoeg voor gevraagd en
mag uitkiezen met wie ze wil werken.
Maar ze doet het niet. „Misschien komt
het er weer eens van”, zegt ze. „Eigen
lijk zou ik ’t erg graag willen. Maar het
is een enorme druk. T.v. betekent heel
veel werk, heel veel teleurstellingen.
Heel haastig, gauw samenraapselwerk.
Het kan niet zorgvuldig zijn.”
Ze schrijft kinderboeken, heeft succes
met een maatschappelijk geëngageerde
musical, staat achter het radicaal femi
nisme en schrijft daarover in het blad
Opzij. Tóch zien veel briefschrijvers
haar als „een moeder, een tante”.
Kan ze zichzelf als artieste en
studente vergelijken?
Corrie Brokken: „Als zangeres leef
je aan de oppervlakte. Het is een en
al ijdelheid. Daar heb ik mezelf ook
aan schuldig gemaakt. Het is een
kant van me. Dat hebben studeren
den ook. Die zijn uit op positieverbe
tering. Die willen ook resultaat zien
Het nadeel van zo’n studie is dat je
in zekere mate mensenschuw wordt
Je hebt de angst van: zal ik het
halen Je raakt een beetje geïsoleerd
Ik merk het als ik naar een receptie
of een officiële toestand moet. Dat
doe ik eigenlijk liever niet meer."
Corrie Brokken: „Ik wilde op een
gegeven moment dat het gezeur maar
eens voorbij moest zijn. Nu bepaal ik
zelf of ik zenuwachtig of kalm wil
zijn. Ach, door de jaren heen ben ik
tot deze houding gekomen. Toen ik 25
was, zou ik er niet op gekomen zijn.
Maar niemand kan me nu nog van
mijn studie afbrengen. The show
must go on? Ja, alleen als ik het wil
Dat was mij vroeger geheel onduide
lijk. Dat probeer ik Nancy ook bij tf
brengen."
Corrie Brokken vindt dat ze rijper
is geworden. Haar huwelijk heeft
daarmee te maken gelooft ze. Ze
zegt: „Mijn man heeft een sterke wil.
Corrie Brokken (40 jaar) is ver
anderd. Jaren is haar gezicht niet
van het scherm weggeweest en dan
opeens lijkt ze niet meer te bestaan.
Maar niets is minder waar. Corrie
Brokken bestaat nog. En ze komt
altijd tijd te kort. Nu niet omdat ze
van de studio naar huis en van een
optreden naar een receptie moet
vliegen, maar omdat naast haar
carrière huishouden en studie alle
aandacht en tijd vragen.
Corrie studeert rechten in
Utrecht. „Ik heb alleen MULO en
verder niks. Die studie was altijd al
een hartewens”, vertelt ze in het
grote huis dat ze met haar man
(René Sleeswijk), haar dochter Nan
cy (13 jaar) en haar moeder deelt.
Waarom rechten? Op die vraag
weet Corrie Brokken niet zo snel
een antwoord. Ze zegt: „Ik vind het
ontzettend leuk. Waarom kan ik
niet uitleggen. Ik wil het zo lang,
dat ik niet eens meer weet waarom
ik het wil. Maar ik heb in dit vak
al zo veel met rechten te maken
gehad bij contracten en zo. Ik heb
’t altijd vervelend gevonden dat ik
er zo weinig vanaf wist. Ik weet
wel, ze kunnen met juristen de
gracht dempen. Maar ik hoef niet
meteen advocate te worden. Ik kan
bijvoorbeeld juridisch adviseuse
worden in een bedrijf dat verwant
is aan mijn vak. En zo iets ambieer
ik ook.”
)C