Fransman ging voor het eerst naar specialist CYRILLE GUIMARD STEUNT OP ZIJN DUBIEUZE MEDICIJNMAN Donderbui op Meribel teisterde coureurs Tour de France DAGBOEK m j Iw Thevenet: „Ik ben sterkste” wl t n 4*5^* W uil maandag 9 JULI 19 73 Betrekkelijk Pittig (Van onze sportredactie) >- MERIBEL Gedreven door eerzucht („zeker niet door geld”, zeggen de mensen uit zijn naaste omge ving) heeft Cyrille Guimard het ook zondag niet kun nen laten een lijdensweg te gaan. Het leek, voor je hem krom lopend naar de start zag gaan en scheef op de fiets aantrof, een onverantwoorde gang en dat was het voor degenen die tot oordelen bevoegd zijn ook, maar Cyrille Guimard is wat dat betreft eigenwijs. Hij heeft zo z’n eigen opvattingen over medische begelei ding, maar de ellende die daaruit voortvloeit kon de chef van het medisch tourteam, dokter Miserez, op de rustdag in Divonne niet langer aanzien. Hij greep per soonlijk in, zij het dat hij verder geen invloed kon uit- - oefenen op de situatie en dat juist maakt „het knietje van Guimard” tot zo’n opzienbarende zaak, waar de medische verantwoordelijkheid als een rode draad doorheen loopt. Het initiatief van dokter Miserez na melijk ging feitelijk, het klinkt paradoxaal, maar de Tourwet schept die situatie nu eenmaal, buiten zijn be voegdheid om. Voor en na de wedstrijd namelijk mag een renner de arts van zijn keuze consulteren. In de omgeving van Cyrille Guimard vertoeft daartoe ene Bernard Sainz, die de persoonlijke dokter van Gui mard zegt te zijn, maar over wiens medische bevoegd heden dokter Miserez de neus hoog optrekt. „Hij is geen arts”, zegt hij beslist. Wat is Sainz dan wel? Mi serez wenst daar verder niet op in te gaan, maar zijn gezicht spreekt boekdelen. X ■LU',. ^4.1 i A - 'IbEH ju; ipT6 ’’I I Si 9eRIT" 234,5 km •|Xk >-i UVERNET Cwo/lefr ©NIZZA (Van onze sportredactie) Lol Ocana voor Joop Zoetemelk AMMRMM e n PIERRE HUYSKENS. ik. anderen toelieten met de kracht die z* ontwikkelden. s Joop Zoetemelk zei zeer tevreden: „Vandaag had het weinig te beteke nen. Het was pittig, maar niet wat je noemt ellendig. Het zwaarste moet nog komen. Morgen en overmorgen, dan gaan we wat beleven. Maar we hebben in elk geval toch wel iets Doch sjuust is dat natuurlijk niet. Maar ja, hij komt ook uit Nantes, waar Cyril le woont”. Sainz zelf echter praat uiterst tevreden over zichzelf. „Ik ben al vier jaar bij Guimard. Ik weet precies hoe ik hem moet behandelen. Hij heeft zwakke knieën gekregen van lange marsen in militaire dienst. Ik heb hem aangeraden niet aan deze Tour te beginnen, maar hij wilde toch. Nu heb ik gezegd dat hij moet stoppen, maar hij gaat door. Dat is fout. Een week rust, en alles gaat over”. Ofschoon de betrekkelijke waarde van de eerste indicatie naar alle kan ten doorgetrokken moet worden, ook naar de nagatieve dus, maakten twee van de groten een slechte indruk bij de intocht van de bergen, die zelfs de zwakste klimmers niet te zwaar was, zodat iedereen het einde haalde. binnen, sme- e n T Cyrille Guimard: vriendjes. Geruime tijd had het er naar uitgezien dat „Ollie’ dicht bij zijn eerste grote prestatie voor de Canada Dry-ploeg zou komen. Hij fietste tot een paar kilome ter onder de top van de Meribel in de eerste groepen, geleid door de vedetten, in wier aanwezigheid „Ollie” zich goed thuisvoelde. Hij trapte soepel, leek niet stuk te krijgen onder het noodweer, maar toen sloeg de peeh toe: zijn ach terband liep leeg. En dat kostte hem, behalve een goede plaats, zijn ritme, zo dat het lang duurde voor hij weer goed op gang was. Werden geserveerd. „Vroeger had-ie al leen pijn als-ie trapte, maar nu ook als- ie ligt”, wist Jos Janssens, die voorspel de: „Wanneer Guimard zó doorgaat geen rust neemt en dat personeel in zijn buurt houdt, zal het gauw gedaan zijn met zijn carrière.” Een grapje van meneer Levitant. Hij wilde een van zijn voornaamste sponsors, verantwoordelijk voor de medische verzorging in de Toer, eens Voor de tobbers in de cols werd het lijden zodoende beperkt tot de kleinst mogelijke afstanden, want pas bij het in zicht komen van de bergpassen drukten de bedreven klimmers hard op de peda len. Beide keren miste Raymond Pouli- dor de slag toen hij ging vallen, hij was de enige van de favorieten. De rest trof elkaar zoals verwacht. Van Itnpe, The- venet, Ocana, Zoetemelk en Fuente maakten beide keren de dienst uit in de kopgroepjes, waarin ze slechts weinig „We staan voor een compleet myste rie”, aldus Miserez, die Guimard weer moest overhevelen aan zijn eigen perso neel, wier kwaliteiten door de erkende soigneur Jos Janssens (Raymond Pouli- dor heeft hem al vanaf zijn tweede Tour bij zich) vernietigend worden om schreven: „Ze hebben nooit voor deze stiel geleerd, ze zijn er door Guimard zomaar bij gesleurd. Het zijn buurjon gens van hem. Eerst was het er één, toen kwam er een ander bij, want diens vader overleed en de jongen zat zonder werk. Cyrille wilde hem helpen, zo is hij. Een doodgoeie vent, maar in dit opzicht verschrikkelijk onverstandig. Die soigneurs knoeien maar wat aan”. „Met mijn ervaring weet ik hoe ik de knieën van Guimard zou moeten .behan delen. Goed warm houden, altijd. Gloei- „Och ja, ge kunt ermee lachen, want wat-ie met allerlei geheimzinnige toeren uitspookt, houdt ge niet voor mogelijk. Dokter Miserez, die zichtbaar geïrri teerd is door de aanwezigheid van Sainz: „We hebben Cyrille drie acupuncturen gegeven. Hij wilde zelf starten voor deze etappe en daar heb ik verder niets aan kunnen doen. Voor ons was er via die röntgenfoto geen aanwijzing dat hij iets ernstigs heeft, maar ik geef toe dat het vreemd is. Ik sta voor een compleet raadsel. Er is niets aan die knie te zien, alles fungeert normaal. En toch kan hij het amper houden van de pijn”. ingsnx I ide par I en en: I men r| m faill.1 gerecht- voor schulde .AM, 4 ewerte barre bedrijs zich (a i metl chuldw IdviestJ and. K i 18 159-1® ikostei Het was, hoe de Franse kampioen onder die wolkbreuk ook met vertoon van macht tekeer was gegaan op de fiets, een al te voorbarig oordeel. Hij won het tweede deel van de etappe wel met een imponerende demarrage (twee km voor 3è top), maar daar stond een even sterk optreden tegen over van Luis Oocana, die in de eerste rit van de dag door een soepele jump op de Col du Salève niet alleen de etappe won, doch ook de gele trui, die aan het eind van de zevende tourdag nog steeds in zijn bezit was.’ Wie daarnaast Thevenet in zijn geestdrift ook vergat, was Joop Zoe temelk, van de favorieten degene die Luis Ocana op de Salève het langst volgde en die ’s middags in noodweer op acht seconden van Thevenet als tweede finishte en zijn verdiende be loning vond in de tweede plaats (al weer) van het algemeen klassement, op 2.51 van Luis Ocana. Wat Bernard Thevenet dan bovendien bij het uit kraaien van zijn vreugde ook nog over het hoofd zag, was het feit dat rondebaas Felix Lévitan de Col du Salève (in het eerste deel) en de Meribel als krachten-vretende reuzen in het profiel van de etappe had laten zetten, wat achteraf al te uit- Door die vlammende steken bracht Guimard zijn hele rust door op zijn hotelkamer, waar al zijn maaltijden van eikaars krachten kunnen zien”. En wat dat betreft maakte Joop Zoe temelk een uitstekende indruk op Luis Ocana en Bernard Thevenet, die eensluidend oordeelden: „Hij reed sterk”, al kon Bernard Thevenet niet nalaten op te merken: „Maar ik nog sterker. Dat ik in die eerste halve etappe niet won, kwam gewoon door pech”. In die tegenslag had Joop Zoete melk een ongewilde rol gespeeld bij de klim van de Salève, waar Theven et tegen zijn achterwiel zwiepte en neerging. In de afdaling toen jacht werd gemaakt op Ocana kreeg Thevenet moeilijkheden met zijn remmen, waardoor hij van de fiets moest, maar Joop Zoetemelk meende dat zonder die strubbelingen Luis Ocana niet te grijpen was geweest. „Ocana’ prees Zoetemelk, „viel me 100 procent mee. Zoals hij van ons wegsprintte op de Salève was van grote klasse. Ik heb hem kunnen houden tot drie km van de top, toen fietste hij gewoon van me weg. Geen houden aan”. Ook in de lange, sloom oplopende lussen van Meribel maakte Luis Oca- MERIBEL. Als een belangrijk man van de eerste dag in de bergen kreeg Bernard Thevenet er niet ge noeg van gelukkig te zijn. Terwijl aan de top van de Meribel (1750 meter hoog) het uit elkaar gerammel de peloton door een storm van regen en hagel terug naar beneden spoelde om er de hotels op te zoeken, wan delde hij met een grote bereidheid voor de journalisten onder de don derende hemel, waaruit alsmaar wa ter kletterde. Op een Cassius Clay- inanier schreeuwde hij, de anders zo rustige, zijn macht uit. „Ik voel me de sterkste klimmer van allemaal". MERIBEL. Zondag Deze no tities komen onder een zinken dak vandaan, waarop een hoosbui 'met de kracht van een zondvloed zo ver schrikkelijk tekeer gaat, dat men geen schrijfmachines meer kan horen en telefoneren onbegonnen werk is- De perszaal van de Tour is een grote loods op de hoogste top van het bij droog weer zo charmante Meribel. Maar nu spoelt de Ronde van Frank rijk weg. Een dijk van een onweer tracht hem te treffen tot in het merg. Renners vluchten over de finish met een onder iedere paraplu of ieder afdakje, dat zij kunnen vinden. Het publiek is of weggevaagd of zit onder de tribunes. En vergrijsde Tourvol- gers zijn het er over eens, dat nog nimmer zo’n hel precies boven het eind van een etappe is losgebroken. De situatie is op dit ogenblik, vijf over half zes, bijna beangstigend. Het licht is uitgevallen. Electriciëns klim men langs de spanten van onze loods om de gedoofde lampenperen weer aan het gloeien te krijgen. De tele foonverbindingen zijn gestoord. Hagel vermengt zich met regen en het zin ken dak ratelt en roffelt alsof een compagnie van het vreemdelingenle gioen er stampvoetend overheen gaat. De ramp is compleet, omdat Meri bel voor de ontvangst van de Tour toch al zoveel noodvoorzieningen had moeten treffen. De tenten van de renners slaan los uit de haringen. De spandoeken zijn in het kolkende wa ter op weg naar omlaag. Motorrijders worden in de persloods drooggewre- ven door masseurs en het is duidelijk Ondanks alles stapte Guimard zondag in de vroege ochtend toch op. „Ik ben een prof”, verdedigde hij zijn besluit, „ik moet het maximum geven”. Zondaga vond echter na in de twee korte ritten samen ruim een half uur achterop geraakt te zijn begon hij zich gere serveerder op te stellen. „Ik zal kort voor de start beslissen of ik doorga”, zei hij in Meribel en het klonk alsof hij de voorbereidingen trof voor een definitieve aftocht. Het zou de beste oplossing zijn. „Guimard is aan rust toe”, oordeelde Miserez. (Van onze sportredactie) MERIBEL Na de rustdag hebben de groten van de Tour niets gevoeld voor een veldslag op „het vlakke” van de in tweeën gehakte zevende etappe. En daarvan konden de minder begaafden in het klimwerk dankbaar profiteren. Zij werden tussen Divonne en Gaillard slechts tegengehouden met een flinke solo van Walter Godefroot en tot op 20 kilometer voor het einde (waar de klim begon) van de tweede rit naar Meribel bleef het peloton volledig gesloten. In de rit naar Gaillard waren dat Martinez, Galdos, Torres en Delisle; in de beklimming van de Meribel: Van Springel en weer Martinez met Galdos. Achter hen gaf de situatie in beide etappes het vertrouwde Tourbeeld. Wat minder ver en uiterst diep in de achter hoede ploeterende coureurs. Een lange sliert van kleine groepjes, wier vreugde over het betrekkelijke gemak van de dag neersloeg door de donderbui op de Meribel, toen ze dicht bij de finish waren. Daar stortte het ijskoude water met striemende vlagen op hen neer en maakte hen van trots vechtende minde ren tot drijfnatte, zielige, maar dapper doorzettende renners. verpesten en hun zo te betrekken bij de hoofse buiging die hij zo nodig voor een Befaamd Pillendraaier moet maken”. De coureurs moesten allemaal weer even de tempel van de mammon in en zij deden het gedwee. Ook zo’n eerbetoon is maf. Liever waren zij na de Salève doorgereden, warmgedraaid als zij waren, met de spieren hele maal op het klimwerk ingesteld. Nu moesten zij in gedwongen rust hun gedachten andermaal zien te bepalen op het stukje bijna-steilewandrijden, dat aan het einde van de middag wachtte. Die klimpartij op zichzelf was groots en Joop Zoetemelk was zo mogelijk nog grootser, maar zij moesten etage na etage een donder end noodweer in, dat hen iedere‘kilo meter meer te grazen nam en hen aan de finish botweg trachtte te ver zuipen. En ook dat is, menselijk ge sproken, te gek om los te lopen. Maar zo is nou eenmaal de Tour. In de rit van vandaag zaten alle nuances, waaruit de formule van dit circus bestaat. Het is zot, aartsdrama- tisch, sportief en wat de begeleidende verschijnselen betreft volstrekt onbe rekenbaar. Willem Duys, vandaag voor het eerst van zijn leven in de Tour, had voor dit spektakel bijna het Franse volkslied gezongen. Met open mond ervoer hij het als een stuk gekker nog dan een platenmaat schappij en hij balde de vuist van verrukking. Totdat ook hij, op de top van de berg, werd weggespoeld. Soigneur Jos Janssens, een rondbuiki- ge Belg, die al negen jaar in de ploeg van Guimard zit, zegt wel te weten wie Sainz is en wat hij doet. In sappig Vlaams legt hij uit: „Een homeopaat. Zo’ne kerel die ze van alles wijsmaakt, verstaat ge. Hij kletst wat en goochelt met fleskes. „Ne echte amateur”. Gui mard blijkt al een paar jaar van Sainz’ diensten gebruik te maken. „Maar”, al dus Miserez, „dat is natuurlijk fout. Hij had afgelopen winter, toen hij diende te herstellen van zijn knieblessures die hij in de vorige Tour opliep, naar een specialist moeten gaan”. Guimard zelf over zijn dubieuze medisch beleid: „Och, met die Sainz heb ik niets te verliezen”. Toch kon Miserez de situatie niet langer aanzien, wellicht ook al omdat zich in de nabijheid van Guimard twee soigneurs ophouden die Jos Janssens kwalificeert met „niksnutters. Billen- wrijvers. Ze hebben geen verstand van het vak”. In Divonne vervoegde Miserez zich bij Guimard met de beleefde vraag zo gaat dat buiten zijn koers verantwoorde lijkheid...) of hij bereid was voor onder zoek mee te gaan naar een ziekenhuis in Genève. plezieren. Hij wilde voor het eerst in zijn leven óók eens lollig zijn- Dus hakte hij, zonder consideratie met de renners, deze werkdag in tweëen: een ochtendrit naar Aspro, waar iedereen kon proberen zijn kater kwijt te raken, omdat hem de poeders en de pillen bij wijze van spreken in het gezicht vlogen, samen met koude, halve kippen, mineraalwater en wijn plus een Rennie voor de maag als toetje en een middagrit die uit mondde in een zondvloed. 's Morgens sloeg Ocana toe op de iedereen onbekende Col de Salève, een ploert van de eerste categorie, die met korte maar o zo steile en scherp zig-zaggende trapezes tegen de hemel staat. Voor de renners een barre surprise, voor de volgers een niet mis te verstane aansporing om toch maar aan het werk te gaan. Een als geestig bedoelde Aspro-rit met ingebouwde scherprechter van de ergste soort is the day after the night before natuurlijk helemaal geen punt. Regelrecht gemeen is h'et van Lévitan om na de Salève de renners van de fiets te halen, hen opnieuw te verzorgen, hun ritme te na een indrukwekkende wedstrijd, samen met Bernard Thevenet, in wiens gezelschap hij de grote aanvoer der was( terwijl Joop Zoetemelk wat op de aohtergrond bleef, omdat hij door het slechte weer moeilijk op gang kwam, zoals hij later Verklaar de. Dat Bernard Thevenet kans zag op 2 km voor het hoogste punt van de Meribel te ontsnappen, maakte op de gele-truidrager Luis Ocana, die daar mee vanaf dit weekeinde de favoriete rol in alle zwaarte draagt, wel in druk, maar ondersteboven was hij er niet van. Net als Joop Zoetemelk oordeelde Ocana: „De tijd moet leren wie het sterkst is. Na één dag kun je er weinig van zeggen, maar ik geef toe dat Thevenet een man is om goed in de gaten te houden”. end zetten. Cyrille heeft zwakke kniegewrichten. Die paar keer dat ik hem masseerde, in een ronde of zo, heb ik het gemerkt. Maar van dat al begrij pen zijn soigneurs niks. Dat zijn meer supporters dan vakmensen, maar zo gaat dat in Frankrijk. Daar heeft een renner op een gegeven moment binnen de ploeg voor het zeggen wie hij als personeel bij zich wil. Zo is die Sainz er ook ingerold. Die man kan helemaal niks”. dat morgen alle auto’s schokken van de hoestbuien, want dit klimatolo gisch evenement jaagt ons na zoveel hitte gegarandeerd zware verkoudhe den op het lijf. Méér dan ouderwets, is nu tien over half zes de toestand. Op de onhoorbaar geworden schrijfmachines wordt teruggegrepen naar 50 jaar geleden, toen alle ellende van de wereld bij een Tour hoorde. Is dit dan de dag van Bernard Thevenet? Heeft hij op een aankomst als deze gewacht met een loeder van een klim, met een nijdige Ocana, met een verbazingwekkende Zoete melk en met een weer dat nauwelijks te beschrijven valt? Alles vandaag was precies zo gek als de Tour zelf is: een verschrikkelijk vroege start na een rustdag, die wat de volgers betreft over het algemeen op een feestnacht, is uitgelopen, zodat zij met kennelijk houten hoofden op weg gingen naar de Asprofabrieken. Aan het begin van de schermutse lingen namelijk bleef Raymond Pou- lidor voor zijn doen opvallend ver achter (in de eerste rit 2.23, in het tweede deel 1.54, zodat hij nu al bijna zes minuten achter staat op Luis Ocana) en schommelden de prestaties van José-Manuel Fuente onregelmatig op en neer met sterk fietsen aan het hoofd van de kop groep en het oplopen van een onver wachte achterstand, die hij overigens weer snel goed maakte. Beiden spra ken over een tijdelijke inzinking, die ze naar eigen zeggen te boven komen. Ook dat zullen met name de twee eerstvolgende etappes moeten uitwij zen. Voor het eerst sinds zijn knieklachten (een jaar nu) doorbrak Cyrille Guimard het scherm van het door hem opgetrok ken begeleidingsteam. Sainz bleef achter op het imposante zonnegazon van hotel Du Golf et Pare, Guimard koos de zijde van Miserez. Voor het eerst bezocht hij een specialist, maar die het maakte de zaak alleen nog maar gecompliceer der kon van de röntgenfoto geen verontrustende berichten aflezen. Zij slopen koukleumend schreeuwend om een regenjack, kend om een handdoek en snakkend naar warm vocht. Wim Schepers: „Dit moest niet mogen, oh, wat heb ik afge zien.” En Gerard Vianen: „Het zit erop, maar daar is alles mee gezegd. Wat een verschrikkelijk weer”. Lange, magere Herculane Oliveira: „Dit heb ik nog nooit meegemaakt. En ik hoop het niet meer mee te maken ook.” Bernard Thevenet nam op de streep niet meer de moeite om het gebaar van de triomfator te maken. bundige uithalen van de tekenpen bleken. De Salève was wel lastig, vooral door een aantal haakse bochten die resoluut omhoog voerden, maar niet vernietigend gemeen. En de Meribel blonk wat zwaarte bestreft voorna melijk uit door lengte (17 km) en onverwacht ook een waterhoos die op de aan temperaturen van 30 graden of meer gewende rennerslijven insloeg als bliksem. Toch kwam de hele kara vaan aan, ook de nog steeds in grote nood verkerende Cyrille Guimard, die op 23.51 in zijn eentje als laatste aankwam met de boodschap dat hij na het genieten van Ajn nachtrust zou bekijken of hij de 8e etappe kan beginnen. f, - - ife... C 10-7-1973 ,X V^yelbei^ St- Martin. Guillaumes j^RocquebillièrelXTi"™ n SSt-Roc/i CoarazeH ChateauneufJB.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 9