R. Ocana en Fuente zetten concurrentie voor schut ZOETEMELK FAVORIET-AF DAGBOEK Tour is voorbij voor vier Nederlanders 1*1 „Ik 99 I JT i 'ISIS Gelukkige Luis Ocana ben nu een stuk rustiger re# o Jl r I k ■L— I' f ri TI t ij- j fgiïL i Tour de France IO f f i I DINSDAG 10 JULI 1973 11 Kritiek <010 ,W; Vernieling .’ten. MILD enMENTHOL-25/L55 oo,. Tivoli onderscheiden voor kwaliteit AÜBAGNE^< Genève 1972 .2 B'? K.) n'l i NIZZA Vernietigend 1Oe RIT If U'. M f i r - j 'HU I Ji t wraak (Van onze sportredactie) TOUR MET SPAANS LEF BESLIST igskind (Van onze sportredactie) Idspoor laadse- blauwe -saga aan de jn (se- D ■ié. z. Zee ;r Yehudi imerk- verko- ADVERTENTIE TIVOLI s L PIERRE HUYSKENS S‘ZE werd van zijn acties om anderen pijn te doen, bezweek hij, mét iedereen. toedje tit de t dat oeroe Zuca- knik- ]t-Soos. s.; 8.36 /oor de Sphinx nprogr. alf tot n tuin- Raden de as. lermuz. ir. 16.30 rheids- ziek in Hier en sl. 18.30 ■htzien- onmuz, NOS.: Nws, mag. isdaga- Carcés (fplEspigoulier U f c CJ a 3 - i. Koffer- jW i K R de dag Klank- 't. 19.35 ibelstu- •t. 20.45 n Spel, 'ndshii- en a la 2.40 (S) 3.15 (S) LES ORRES. Luis Ocana heeft zijn rust gevonden. In een duivelse jacht over bergpassen die zó zwaar waren, dat al zijn concurrenten een moeizame tocht tegen de bulten maakten om ten slotte gehoond te worden door het publiek, bereikte zijn nervositeit een punt van kalmte. Voor Luis Ocana zich dat goed realiseerde, waren er minuten nodig, want hij lag met gesloten ogen lange tijd tegen de bonkige schouders van zijn verzorger, die hem met eau de cologne en spuitwater bij moest brengen. Innig gelukkig sprak Luis Ocana over de mooiste overwinning uit zijn hele carrière. „Mooier heb ik ze niet gehad”, zei hij, „maar zwaarder ook niet. Dit was de lastigste race uit mijn hele leven. Maar het schenkt voldoening. Dit succes had ik nooit verwacht. Het ver baasde me dat al die anderen zo achter bleven”. Uit dat feit putte Luis Ocana uiteindelijk de moed gerust te zijn. „Het heeft geen zin”, filosofeerde hij, „om te praten over het verleden toen ik in de spanning van de wedstrijd faalde. Die val op de Col de Menté is geen maatstaf om te veronderstellen dat me nu weer iets zal gebeuren. Ik ben nu veel rusti ger”. Cyrille Guimard, die na een lijdens weg van enkele dagen maandagochtend uit de Tour de France stapte, heeft besloten veertien dagen volledig rust te nemen alvorens de training te hervatten. „Ik wil veertien dagen lang niets over fietsen horen. Ik ga uitrusten. Misschien gewoon thuis, misschien in mijn caravan aan de Atlantische kust”, aldus Gui mard. Van die kritiek kennis nemend brak er een brede glimlach door op het smal le gezicht van José-Manuel Fuente. „Dat was nu precies wat ik wilde”, zei hij. „In de etappe naar Meribel, toen The- venet won, heeft Ocana me dwars geze ten. Dat kon ik aan alles merken. Hij maar één doel: dat ik niet zou winnen. Daar heb ik me vreselijk boos King Dat is in de eerste plaats José-Manuel Fuente, zijn landgenoot, met wie hij de eer van de dag deelde en op wie hij des duivels was. „Vanaf de Galibier”, ratelde Ocana vol minachting, „deed hij totaal geen werk”. Ocana’s ploegleider De Mu- er: „Fuente was de slechtste vluchtmak- ker die Luis kon treffen”. LES ORRES. Zelden heeft de jury van de Tour de France gesteund door de directie zo hard ingegrepen in het leven van de mindere wielrenners als in de achtste etappe van deze 60e ronde. Terwijl normaliter het tijdelijk han gen aan een ploegleiderswagen in een zware klim bestraft wordt met een-boe te (meestal 50 frank) kregen 12 renners nu te horen dat ze vanwege zo’n over treding uit de koers zijn gezet. De Ne derlandse ploeg van Ton Vissers verloor op die manier drie renners: Mathijs de Koning, Ben Janbroers en Jo Vrancken, waarmee het totaal aantal Nederlandse uitvallers op vier kwam, want Wim Schepers stapte in de bezemwagen. (Van onze sportredactie) LES ORRES Van de ene op de andere dag is Joop Zoetemelk geen Tourfavoriet meer. In Meribel mocht hij zich nog verheugen in de lof van met name Luis Ocana, in het vakantieoord Les Orres deelde hij in de schaamte van de vedetten die door de lange Spanjaard als kleine jongens waren weggezet. „Het is gebeurd”, sprak Joop Zoetemelk be rustend. Zijn ondergang werd in de hand ge werkt door een lekke band, van welk» tegenslag hjj zich wilde herstellen met een krachtsexplosie, en dat kon achteraf bekeken niet. Eerlijk bekende Zoete melk: „Ocana reed gewoon te sterk, daar was niets tegen te doen. Als je voor het klassement wilt rijden, moet je met zo’n ontsnapping zoals Ocana en Fuente die maakten, meegaan. Als je het niet kunt, zoals ik, dan is het afgelopen. Anders kun je het niet uitleggen”. geslagen treinde zijn landgenoot zonder een moment te verslappen tegen de Galibier op. Daarna geloofde hij het wel. Vanaf de afdaling liet hij het werk over aan Ocana, die daar zeer ontstemd over was. 8y de beklimming van de Galibier konden Zoetemelk en Thevenet (in tweede lijn) de Spanjaarden Ocana (links) en Fuente nog volgen. Het zou niet lang meer duren Toen Luis Ocana zich weer mens voelde en gehuldigd was als winnaar van een van de meest historische Tour- etappes, die wat hem betreft vergelijkin gen opriep met twee jaar geleden toen hij op de Orcieres Merlette een opzien bare slag toebracht aan Eddy Merckx, bleek hij zijn emoties de baas. „Einde lijk”, sprak hij tevreden, „voel ik me op had m’n gemak. Natuurlijk zal ik gespannen blijven op elke aanval en ik realiseer me dat de koers pas in Parijs gedaan is, maar er kan me weinig meer gebeuren. Ik weet nu wie ik in de gaten moet houden”. weten op wat die norse, nukkige Spanjaard hem vandaag op de Izoard heeft geflikt, dan is er op een boven menselijke wijze gekoerst. Dan is er gekoerst, zoals zelfs Merckx dat nooit gedaan heeft. Dan moet er een satan zowel in Ocana als in Fuente zijn gevaren, want die twee droogden el kaar af op een gruwelijke manier en vooral ten koste van Joop Zoetemelk. Jacques Duchaussoy kan het nog niet vatten. Hij voelt zich tegenover zijn Hollandse vrienden geweldig in zijn hemd staan. Hij had hen namelijk al uitgenodigd om na Joops eindover winning in Parijs meteen dezelfde avond te gast te zijn in zijn huis te Germagny. Daar zou hij ons witte en rode wijnen schenken, de beste Fran se kazen laten aanrukken, de hele voorraad paté de la maison uit de terrine laten snijden en een harmoni- ka huren voor zowel de valse muset te als het Oranje boven. Nu moet ik Jacques troosten. De Ronde is nog niet gedaan, of wel? En heeft Joop dan tóch niet de moraal, die Jacques in zulke vlammende kleuren heeft geschilderd? Gaande weg trekt schoonpapa bij. Het mine raalwater wordt een glas wijn. En met de wijn vloeit weer wat optimis me bij hem binnen- Inderdaad, ver domme, de Ronde is nog lang niet gedaan. Die Ronde is net zo wispeltu rig, valt net zo van het ene uiterste in het andere, als het weer boven op de Galibier. En die dekselse Span jaard kwam toch ook zo kapot, als een coureur maar kapot kan zijn, over de meet? Natuurlijk heeft Joop moraal. Jac ques zal hem daar op zijn kamer eens eventjes van gaan overtuigen. Hij zal ééns door Joops zwijgzaam- - over gemaakt genomen”. Volkomen uitgeput liet Luis Ocana zich aan de eindstreep door zijn verzorgers opvangen. heid heenboren en fors graaien in de geestelijke reserves die bepaald wel in het souterrain van zijn inborst liggen opgeslagen en nog onaangetast zijn. Hij belooft Joop nog voor de zon achter het station van Les Orres 'is ondergegaan weer aan het bruisen te brengen als een flesje Perrier. Vana vond nog komt hij mij de uitslag meedelen. En hij is ervan overtuigd dat Joop hem zal permitteren nog maar weer eens een flesje open te kraken. En zo nokt Jacques af. Een boeiende man. Even wispelturig als de Ronde en het weer op de Galibier. Misschien gaat hij weer verder als een trein! Of Ocana inderdaad zo kapot zit als Jacques en ik met ons gezamen lijk Zoetemelk-complex na amper beraad aannemen, onttrekt zich in feite aan mijn waarneming. De Span jaard is opgeborgen in zijn kamer en ongenaakbaar. Hij had zich al gebaad en verschoond, toen Tino Tabak een van zijn vele slachtoffers schreeuwend van de pijn, half ver lamd door het onfortuin van zijn val en met de laatste grammen van zijn moraal over de eindstreep wankelde. Ik reed achter hem toen hij met 80 km-uur in de afdaling tegen de weg sloeg. Wat hij daarna heeft gepres teerd, is de mooiste overwinning van zijn leven. Zij is terecht beloond met het pardon der wedstrijdcommissaris- sen, ofschoon zij de voorpagina’s niet halen zal. Rijd na zo’n val, met zoveel ver wondingen, met zoveel neiging tot afstappen en met niets minder dan de Izoard nog in het vooruitzicht, maar eens door! Tabak deed het. Rijd maar eens door als het geduwd-worden, normaliter een zegen voor een cou reur die met een col worstelt, zoveel pijn doet, en als het goedwillende publiek dat maar niet begrijpen wil. Rijd maar eens door met het uitnodi gende grommen van de bezemwagen achter je, in gezelschap van een ren ner die eigenlijk ook wil afstappen omdat doorrijden als je zo kapot zit, toch eigenlijk geen sport meer is. Of misschien wel? Is het misschien de hoogste vorm van sport? De Tour de France kreeg daar, tegen de Galibier, zijn beslissende wending dank zij José-Manuel Fuente, de als een orkaan wervelende. Hij reed de favorie ten in de vernieling, behalve Luis Ocana, die overigens het werk zo schitterend ging afmaken, dat zijn succes geen en kele weerslag ondervond van wat Fuen te ervóór deed. „Het was helemaal mijn bedoeling niet om vandaag wat te onder nemen”, zei Luis Ocana. „Daarom liet ik Fuente maar gaan.”, Volledig op hol Valbonne T61 - w Dan is de cirkel toch rond, meent Jacques- Dan hebben uiteindelijk de Hollanders hem een kleinkind gele verd. Het zal daarom Hollands wor den opgevoed, zonder dat nochtans de Franse esprit en de Franse smaak aan hem voorbij zullen gaan. De ogen zullen blauw zijn als die van Joop blauw als de hemel boven Rijpwete- ring. Het karakter zal duidelijk van Joop stammen, filosofeert Jacques, terwijl Francoise er een snuifje tem perament aan zal toevoegen. En zo is het toch mooi? Zo is toch alles ver wezenlijkt wat opa Jacques zich kan wensen. Dus néémt hij er nog eentje: een goede fles wijn, waaruit hij zijn Hollandse vrienden inschenkt met een bekwaam handgebaar. Toen José Manuel Fuente met dat dies vernietigende spel begon, konden in eerste instantie alleen Ocana en Theve net hem houden. Joop Zoetemelk sukkel de wat achteruit door een lekke band en ipande zich daarna zó in voor een ach tervolging dat hij uiteindelijk bezweek. Hij was te onverstandig met zijn krach ten omgesprongen. „Ik heb me gefor ceerd om terug bij Ocana te komen”, wist hij aan het slot van een alles ontgoochelende race. Zwaar op kop van de achteruitgezette favorieten werkend, was Joop Zoetemelk er nog wel in teslaagd bij de leiders te komen (in zijn wiel profiteerden Van Impe en Poulidor dankbaar van die inspanning), maar toen Fuente tekeer bleef gaan en niet moe l LES ORRES. De schoonvader van Joop Zoetemelk, Jacques Du chaussoy, ging tot vandaag als een trein. Hij beleeft de Tour in de reclamekaravaan, waarvan hij ad- junct-chef is, maar hij beleeft hem ook ’s avonds in het reusachtige rand- gebeuren van de Ronde. Jacques is een beminnelijk man. Ontvankelijk voor iedere Hollander, die hem onder ogen komt. Want, redeneert hij, het zijn toch de Hollanders die hem zo’n jongen als Joop hebben geleverd. Joop op zijn beurt heeft Jacques’ dochter Francoise veroverd. Via haar zal Joop hem in augustus tot groot vader promoveren, hetgeen Jacques een sensationele ervaring vindt, voor al als Francoise erin mocht slagen een zoon ter wereld te brengen. Dat was op 5 km onder de top van de Galibier, waar José-Manuel Fuente („ik had er vandaag zin in”) zijn imponeren de roffel van demarrages afbrak met een explosie van pure macht. De almaar bjtende concurrenten die zich achter hem hadden geschaard (Ocana, Van Im pe, Poulidor, Thevenet, Ovion, Pedro Torres en Lopez Carill) en bij voortdu ring gelost werden, waarna zij tot op de bodem moesten gaan om de achterstand goed te maken, begaven het daar defini tief. Op Luis Ocana en voor even maar Bernard Thevenet na. De driftig stampende José-Manuel Fu ente bleek ten slotte alleen voor Luis Ocana houdbaar en de twee Spanjaarden gingen als een onstuitbaar duo over de Galibier en tegen de Izoard op. Bernard Thevenet, de voorbeeldigste van alle vechters, lag op de top van de Galibier al 1.10 achter en Joop Zoetemelk, die een paar kilometers daarvoor nog maar 30 sec. verlies telde, arriveerde er 3.45 later. Hij smakte terug in een groepje met de ontluisterde Lucien van Impe („ik was ziek, last van darmkrampen”) en Raymond Poulidor („het ging niet beter”). 11-7-1973 222,5 km LTk n Terwijl de onwaarschijnlijk hard ach teruitgezette Tour-favorieten benede neerden wat er nu nog aan kruimels weg te halen was (Zoetemelk: „Mis schien een ritje winnen”, Van Impe: „Wie weet kan ik nog naar de bergprijs dingen”) straalde José Manuel Fuente een zelfverzekerdheid uit die niet te remmen was. „Morgen probeer ik het weer”, kraaide de kleine Spanjaard vro lijk, „wie weet of hij het dan houdt.” José Manuel Fuente, hij was de aan stichter van alle kwaad geweest. Zijn ontembare vechtlust en onberekenbaar temperament kostten Joop Zoetemelk, Lucien van Impe, Bernard Thevenet en Raymond Poulidor hun kans. In de be klimming van de Col du Télégraphe (na 15 kilometers al) liet hij zijn zinnen zó de vrije loop dat het achter hem ging kreunen en kraken. „Ja”, grijnsde de frêle Spanjaard, „dat was nog eens van tac, tac, tac, hè.” De regelmaat waarmee Fuente aanzet te voor een krachtsexplosie leek geen eind te kunnen krijgen, en de sterksten van het peloton jakkerden er hijgend achteraan. Luis Ocana steeds als eerste, maar hij reageerde nooit direct, „ik dacht”, vertelde Ocana later, „als ik het met een sprong doe, rijdt hij mij kapot. Daarom ben ik steeds langzaam terugge komen.” Maar vanavond is Jacques be droefd. Hij treurt, geheel tegen zijn gewoonte in, boven een flesje mine raalwater. Had hij niet het grootva derschap in het vooruitzicht, dan zou hij in staat zijn spoorslags terug te reizen naar zijn woonplaats Germag- ny-l’Eveque, in het departement Sei ne et Marne, de karavaan de kara vaan laten en in zijn drukkerij weer gewoon aan het werk gaan. Het liefst zou hij Joop maar meenemen, nu deze door die duivelse Ocana op 20 minuten is gereden tijdens een etap pe, zoals er nog nooit een in de Tour heeft gewoed. Als Joop geen antwoord heeft ge- St-Arnoux [Xjoraguignan^ sïsgns. St - Max imin^^rg UgS Op zijn beurt was Luis Ocana voor de start i» woede ontstoken over Fuente, omdat die via de Franse bladen gemeld had dat hij hem in de heuse bergen met gemak op een kwartier zou fietsen. „Laat het hem officieel op papier zet ten”, schreeuwde Ocana in Meribel geïr riteerd, „ik zal het tekenen en boven op de Galibier op hem wachten om het tot een toeter te vouwen en op zijn s> tse neus te steken”. Verweer van Fut.ite: „Dat heb ik helemaal niet gezegd. Dat ik eraan dacht is wat anders, maar verteld heb ik het zeker niet. Mijn woorden zijn verkeerd begrepen. Ik heb gezegd: in de zware bergen zullen ze de echte Fuente tegenkomen en dan kan men zien tot wat Ocana in staat is”. Na die helse 8e etappe revancheerde Ocana zich met de opmerking: „Fuente viel me tegen”, waarop de gangmaker van de zo beslissende rit weer bits uitviel met: „Als ik geen lekke band had gekregen, zou Ocana me nog niet kwijt zijn geweest. Toen ik van fiets verwisse len moest, kon Ocana vrij z’n gang gaan”. En dat ontkende de gele-truidra- ger niet. „Ik had geen plan om Fuente te lossen. Tja, toen hij platreed, was het niet zo moeilijk meer”. WWW In zijn eentje moest hij het tempo hoog houden en dat leidde aan de voet van de Izoard tot een voorsprong van 2.25 op Thevenet en van 8.30 op het groepje, waarin Zoetemelk, Van Impe en Poulidor met een verloren strijd bezig waren. Alles wat hij te bieden had, legde Luis Ocana in een lange vlucht, die zo imponeerde, dat aan de finish de vakantie vierende manager van Eddy Merckx, Giorgo Albani, uitriep: „Van daag spreken we niet over de afwezig heid van Merckx, maar begroeten we de formidabele prestatie van Ocana”. De gele-truidrager mocht het feest van zijn glorie alleen vieren, omdat José-Manuel Fuente 35 km voor de finish een lekke band kreeg. „Maar”, zei Luis Ocana, „anders had ik hem in de finale toch wel gepakt, want ik vond dat hij niet meer fris zat.” Bijna één minuut na hem was José- Manuel binnengekomen. Teleurgesteld over het tegen Ocana verloren duel, maar tevreden over wat hij bereikte: de genadeslag voor de Tour. Ontdaan van alle franje het werk van José-Manu el Fuente en later van de in supervorm stekende Ocana druppelden de kans loos gemaakte vedetten Les Orres bin nen. Ze waren simpelweg te kort ge schoten in kracht. s Ki. fi ii LES ORRES Wat konden de als honden geslagen favorieten van de Tour anders doen dan Luis Ocana prijzen? Ze deden het, een voor een, en ze erkenden zonder uitzondering want ook daar was geen ontvluchten aan dat de Tour de France beslist is. Luis Ocana, die hen tussen Meribel en Les Orres op een beschamende achterstand van 7 minuten (Thevenet) en meer fietste (ruim 20 minuten voor Zoetemelk, Van Impe, Poulidor), gaat de Ronde winnen. Hij heeft een voorsprong In het algemeen klassement van ruim 9 minuten op José Fuente de man die de verwoesting op gang bracht 10 minuten op Thevenet en meer dan 23 minuten op Zoetemelk, Van Impe en Poulidor. Maar Luis Ocana zelf wenste nog geen hosanna te roepen. „In Parijs pas”, zuchtte hij, „is het beslist”. En zjjn ploegleider, Maurice de Muer: „Met Luis weet je het nooit eerder dan wanneer hij de eindstreep ge passeerd is. Maar het moet al gek gaan, wil hij dit nog verliezen”. en ik heb nu L, K— 1 I ifc t f- 3. és W i 0

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 11