^toestanden aan de kaak
gesteld door werkgroep
het moeten
Zo
zou
Klachtenbureau functioneert
,z Verzekeraars een poliep
met twee vangarmen"
1.ol
^4.
Bloembergen
Zeldenrust
Chicanes
Mr. Njet
te
(Van onze parlementaire redactie)
-1LJ
f ■si r
Ravage op rijksweg 4 na kettingbotsingen in dikke mist.
an/Vron
dg chaos op de rijksweg bij Breda, de kettingbotsing met de tankadto’s in.de mist, die velenden en gewonden veroorzaakte. Zeker is wel dat dergelijke
Overzicht van
Verkeerslachtoffers zijn medisch vogelvrij
over
'orniéplffli H
I.
leling
twee
U zo
'0
Verkeersslachtoffers zijn medisch vogelvrij: de verzekeringsmaatschap
pijen kunnen naar believen met hen handelen en zij doen dat ook. Velen,
die schadeclaims hebben, moeten jarenlang vechten om hun rechten er
kend te krijgen. Zij krijgen dan te maken met een warnet van procedu
res, waarin leugens, verkeerde diagnoses en het verdraaien van feiten wor
den gehanteerd. Het ongevallenverzekeringswezen is al „een poliep met
twee vangarmen”, aldus enkele van de slachtoffers die een werkgroep
hebben gevormd met als doel deze wantoestanden aan de kaak te stellen
om anderen te waarschuwen.
Dit zijn de wensen, waarmee de verkeersslachtoffers verbetering
denken te brengen in hun situatie:
Geen enkel verkeersslachtoffer mag meer gekeurd worden door
een verzekeringsarts. Dit moet gebeuren door artsen van sociale dien
sten.
■drijf,
zeer
iding
zijn
„Sedert begin april van dit jaar is
nog een wat gemakkelijker weg geo-
Ze
naar
een
chni-
veau.
staat
aan
een
RPS.
onder
g
nsterdam.
pend voor degenen die klachten heb
ben. Dat is het inlichtingen- en
klachtenbureau voor Schadeverzeke
ring, postbus 3370, Den Haag, tel.070-
469238. Dit bureau heeft een zeer
grote mate van onafhankelijkheid en
het is bij uitstek bedoeld om gevallen
als waarop hier wordt gedoeld uit te
zoeken”.
meteen aan de raad van toezicht ter
behandeling worden gegeven.
De woordvoerder van de schade
verzekering die het moeilijk vond te
reageren „op individuele gevallen als
door de groep slachtoffers aan de
orde gesteld”, wees er nog op dat in
de raad van toezicht mensen zitten,
die geheel onafhankelijk als deskun
digen staan tegenover het verzeke
ringswezen. Leden zijn onder meer
vooraanstaande figuren uit de rech
terlijke macht, leden van de Hoge
Raad, oud-voorzitters van de Mij. Ge
neeskunst en andere prominente me
dici.
De werkgroep wijst ook op het rap
port dat prof. mr. A. R. Bloembergen uti
Leiden op verzoek van het ministerie
Slachtoffers moeten inzage krijgen in de medische rapporten.
y
Schadegevallen mogen niet langer dan twee jaar lopen. In die
periode moet het mogelijk zijn vast te stellen of er verbetering is ge
komen in de toestand van het slachtoffer.
ongelukken onnoemelijk groot leed teweegbrengen, waarvan de nasleep voor de slachtoffers soms nog jarenlang kan duren.
Gezien de ernstige klachten van de
verkeersslachtoffers over hun behan
deling hebben we van de zijde van
het schadeverzekeringswezen om een
reactie gevraagd. „Reeds meer dan
tien jaar bestaat in onze branche”,
aldus de woordvoerder van de scha
deverzekering, „een raad van toezicht,
die klachten in ontvangst neemt en
onderzoekt. Deze raad kan men zien
als «en soort tuchtcollege, dat ver
keerde praktijken van verzekeraars
intern aan het licht stelt”.
zijn als ze ’n ongeval krijgen. Zij krijgend
geen uitkering, moeten advocaten nemen
om te procederen, maar als ze dat geld
niet hebben, gaan ze maar akkoord met
wat de verzekering wil geven. Het rap
port stelt dan ook het harde onderhan
delen van de schaderegelaars, de weer
loosheid der slachtoffers en het misbruik
dat van hun positie wordt gemaakt.
Prof. Bloembergen pleit daarom onder
meer voor het instellen van een ver-
keersverzekering.
De werkgroep heeft ook steun gekre
gen van de patholoog-anatoom dr. J.
Zeldenrust, die stelt dat bij diagnoses
van gewonden teveel ruimte wordt gela
ten voor vermoedens over de werkelijke
aard van veranderingen, die zich in de
lichamelijke gesteldheid hebben voltrok-
gevallen liggen diagnoses klaar. Je
wordt direct bestempeld als een neuroti
cus en als je wat ouder bent, wordt
gesproken van lichte aderverkalking of
■dementie. En ziekten, die in de familie
voorkomen, worden tegen de mensen
uitgespeeld.”
En als je je daartegen verweert? „Dan
ben je een querulant of je bent recalci
trant. De rechter wordt uiteindelijk mis
leid door het geknoei met onbewezen
vermoedens. Al dat soort behandelingen
maken de mensen murw; iedereen krijgt
op den duur dat gevoel van volkomen
machteloosheid.”
Bij de schadeverzekeraars heeft
men de indruk dat het nieuwe bu
reau in een behoefte voorziet. Sedert
de instelling tot eind juni hadden
zich al 300 mensen met een klacht
tot het bureau gewend. Op het bu-
de een andere specialist vast dat hij
voor 80 pet invalide was en constateerde
o.a. ernstige hersenbeschadigingen en
vergeetachtigheid. Voor de kwestie van
zijn AR-verzekering moest een scheids
gericht worden ingesteld. De uitspraak:
het ongeval had hersenkneuzingen tot
gevolg gehad en een blijvende invalidi
teit van 60 pet.
De Nederlandse maatschappijen von
den echter dat de dokter de zaak maar
in Duitsland moest uitzoeken en na
ettelijke verwikkelingen meende de
Duitse firma ,dat Schoonheyt zich nim
mer in het opgegeven Duitse ziekenhuis
had laten onderzoeken. De Hagenaar, die
in deze periode tientallen keren op reis
moest .ontdekte dat het betreffende hos
pitaal was opgeheven, maar via speur
werk in de archieven en de verklaring
van een assistente van de inmiddels
overleden specialist kon hij dat weerleg
gen.
van Justitie heeft gemaakt en waaruit
blijkt dat de betekenis van de wettelijke
aansprakelijkheid niet groot is. Gecon
cludeerd wordt dat nauwelijks 15 per
cent van de slachtoffers een beroep doet
op de schuldige tegenpartij en dat niet
meer dan acht pet een uitkering van
boven de vijf mille krijgt. Het rapport
spreekt ook over gevallen, waar pas na
jaren en dan nog niet volledig een
uitkering volgt.
Belangrijk is ook het gegeven dat
vooral zelfstandigen er slecht aan toe
__J door geen objectief
beeld te geven van de afwijkingen, die
het. slachtoffer heeft. „Ze verdraaien en
verdoezelen de feiten”, zegt hij „en doen
daarmee afbreuk aan de weerloze positie
van de meeste patiënten. Zij kunnen
doen wat zij willen omdat op de stuk
ken een medisch geheim rust.”
Hierbij gaat het niet om hele kleine
gevallen, want als het afgerukte ledema
ten betreft, is de zaak zo duidelijk dat
de verzekering wel moet afwikkelen.
„Maar bij interne kwetsuren, die niet
bepaald zichtbaar zijn, wordt de betrok
kene een prooi van chicanes”, aldus
Schoonheyt, die het in dit verband on
juist vindt dat de verklaring van de
huisarts niets ter zake doet. Dat noemt
de verzekering een vriendendienst,
voortkomend uit de goede relatie arts
patiënt. Ik heb zulke gevallen in mijn
praktijk meegemaakt, maar meestal
kreeg ik geen voet aan de grond. Maar
omdat ik als arts wel „medisch geheime
stukken” mag lezen, is het me zo duide
lijk hoe er wordt geknoeid.”
„Jawel, het staat nooit zwart op wit,
maar altijd met „waarschijnlijk had be
trokkene voor het ongeval al dit of dat.
Het zijn altijd vermoedens en voor alle
Dr. Schoonheyt spreekt uit eigen erva
ring. Sinds elf jaar is hij al in gevecht
gewikkeld met de verzekeringsmaat
schappijen. „We mogen gerust zeggen
dat er een Dachau over ons heen is
gegaan”, zeggen hij en medestander C.
Zijn er cijfers over het aantal slacht
offers, dat na een ongeval van een
koude kermis is thuisgekomen?
De werkgroep wijst op een onderzoek
van Vara-ombudsman, die vorig jaar
1800 brieven kreeg waaruit er 1000 over
bleven, die van toepassing bleken. Er is
De inmiddels gepensioneerde Haagse
arts dr. J. L. A. Schoonheyt, die de
voornaamste woordvoerder is, zegt: „Het
kan iedereen gebeuren, in de vakantie of
wanneer dan ook. En het gebeurt ook
dagelijks dat mensen als gevolg van
een ongeval geconfronteerd worden
met machten, die hen te groot zijn en
die tussen hen en de te vergoeden scha
de staan. De meesten begrijpen niet wat
hen overkomt. Zij denken verzekerd te
zijn en hun claim erkend te krijgen.”
Poliep met twee vangarmen? „Ja”,
zegt hij. „De ene arm is de verzekerings
arts en de andere de verzekeringsadvo-
caat. En het meesterbrein dat daar ach
ter zit, krijg je nooit te zien.”
Volgens dr. Schoonheyt staat het vast
dat de belangen van de maatschappijen
voorrang hebben op die van de slachtof
fers. „Voor een aantal verzekeringsartsen
is de ongevalspatiënt een simulant en
voor sommige advocaten is hij een ver
dachte”.
Naar zijn mening schaden deze artsen
hun afgelegde eed C-
schappijen hebben duidelijk belang bij
het rekken van de procedures, er is
trouwens ook een verband tussen de
duur van de zaak en de waarschijnlijke
omvang van het schadebedrag.”
Inmiddels heeft prof. Rang, hoogleraar
in het gezondsheidrecht, er voor gepleit
de omkering van de bewijslast ten on
gunste van de slachtoffers af te schaf
fen. Voorts heeft de Groningse chirurg
Binnendijk er onlangs nadrukkelijk op
gewezen dat men er meer doordrongen
van moet zijn welke ernstige blijvende
en onherstelbare gevolgen verkeersonge
lukken hebben voor de slachtoffers.
Afschaffing van de omgekeerde bewijslast. Bijna niemand kan
aantonen dat hij voor een ongeval gezond was. De maatschappijen
dienen te bewijzen dat de betrokken niet gezond was.
De fiscus moet rekening houden met de situatie van slachtoffers.
Instelling van een autonoom ombudscollege, dat moet beschikken
over artsen en advocaten om slachtoffers op te vangen en bij te staan.
Zo niet, dan nationalisatie van het ongevallenschadeverzekerings-
wezen. Voor dit soort schade zou een algemene volksverzekering moe
ten komen.
nadere informatie gevraagd en toestem
ming om de zaak bij de maatschappijen
aanhangig te maken. „De Vara zou er op
terugkomen, maar tot dusver hebben we
er nog niets over gehoord”, aldus
Schoonheyt.
De verwijten zijn hard. De Haagse
arts: „Die maatschappijen hebben het uit
te keren geld al apart gezet op rente.
De schuld van de lange duur geven ze
aan de advocaten en voor het werk van
de advocaten en artsen aanvaarden ze
geen verantwoordelijkheid. De maat-
reau werken twee „klachtenrege
laars”, deskundigen die uitstekend op
de hoogte zijn van wat er in de
schadeverzekering omgaat. Zij hebben
een bemiddelende functie, zij probe
ren een brug te slaan tussen de
klagende verzekerde en de betreffen
de verzekeraar.
Aan het einde van dit jaar zal een
eerste verslag met de resultaten wor
den gepubliceerd van het bureau. De
relatie van het bureau tot de raad
van toezicht is zodanig, dat deze raad,
die blijft bestaan, toegang heeft tot
zaken die het bureau behandelt. Ook
kan het gebeuren dat bepaalde zaken
Na zeven jaar kwam dan het moment
dat een rechtbank kon vaststellen, dat
Schoonheyt geen schuld aan het ongeval
had gehad en dat een ander schuldig
was geweest. Toen moest echter de om
vang van de schade worden vastgesteld
en dat is na vier jaar nu nog steeds niet
gebeurd ,want de Duitse maatschappij
accepteert niets en haar advocaat staat
bekend als „mr. Njet.” Deze klampt zich
vast aan de vage bewering dat er sprake
van dementie zou kunnen zijn. Schoon
heyt: „Ik heb na het ongeval mijn (zie-
kenfonds)praktijk moeten verkopen. Uit
de opbrengst waarover ik weer belas
ting moest betalen heb ik al mijn na
speuringen in die elf jaar moeten bekos
tigen. Dat heeft me tussen de 10 en
18 mille gekost, maar zoiets kan de kleins
man niet betalen. Die is weerloos en
moet zich er maar bij neerleggen. Dat
zoiets maar kan gebeuren, Is een
schreeuwend onrecht.”.
Zij mede-strijder Bousardt heeft iden
tieke ervaringen, maar hij eiste op een
gegeven moment van de betrokken
maatschappij, dat zij de claim binnen 36
uur moest erkennen. „Zo niet, dan zou
ik een open brief richten onder meer
aan de minister van Justitie, de staatsse
cretaris van Volksgezondheid, minister
van CRM en andere instanties. Toen
erkende de maatschappij binnen die ter
mijn die claim, zij zond me tevens de
schadekwitanties”.
De heer Bousardt heeft deze claim
nog niet geïnd. Hij voelt zich moreel
verplicht dit niet te doen „in het alge
meen belang en in het bijzonder met het
oog op elk ongevalsslachtoffer.” Verder
voelt hij zich verplicht zijn ervaringen
in de openbaarheid te brengen, omdat
„de mogelijkheid aanwezig is dat er ten
opzichte van andere slachtoffers ook on
regelmatigheden gebeuren en zijn ge
beurd.”
ken. Ook uitwendig onderzoek zou naar
zijn mening vaak onvolledig geschieden.
Hieronder het relaas van de heren
Schoonheyt en Bousardt over hun eigen
ervaringen na ongevallen.
Dr. Schoonheyt, 70 jaar, moet na elf
jaar nog steeds op een uitkering wach
ten. Aan „zijn zaak” zijn al meer dan 60
artsen te pas gekomen. In de zomer van
1962 raakte hij in Zuid-Duitsland samen
met zijn assistente betrokken bij een
botsing waarbij zijn auto door een ach
teropkomende wagen werd gekraakt.
Bij hem werden in een ziekenhuis een
hersenschudding en rugletsel geconsta-*
teerd, maar hij kon niet worden opge
nomen. Ze reden in een opgelapte
auto naar ons land terug, waar een
huisarts een hersenbeschadiging, licht
schuwheid in beide ogen, pijn in het
rechteroog en een afwijking in het lin
keroog constateerde.
Andere klachten: duizeligheid en ge
brek aan concentratievermogen. Een
daarna op aanraden van de Duitse ver
zekeringsmaatschappij geconsulteerde
hoogleraar concludeerde een lichte her
senafwijking uit het hersenonderzoek.
Maar, zo constateerde deze specialist, het
liep niet zo’n vaart, want waarschijnlijk
werden de klachten ook veroorzaakt
door een lichte vorm van dementie. De
invaliditeit werd op 15 tot 20 pet ge
schat. De eigen AR-verzekering bracht
deze op 10 pet.
Na het ongeval is de Hagenaar twee
jaar onder controle geweest. In 1964
werd hij ontslagen. Conclusie zieken
fonds: dr. Schoonheyt i$ als gevolg van
het ongeluk niet meer geschikt om
praktijk uit te oefenen. Ook zijn
pensioenverzekeringsmaatschappij keur
de hem af voor het medische beroep. De
Duitse maatschappij weigerde echter de
schade te vergoeden. Een jaar later stel-
-g
HDC