R
E
1
I
I 4
r
1.
HERVORMDE
de kerk
WERELDBOND
VERGADERT IN
AMSTERDAM
L
j <J
”1^
w
11
z'b
ware hij een lijk
ZWARTE PAUS
LEVEN
II
HERSTEL ORDE
Kogel door
Hij gehoorzaamt als
swwyia
"r
ZATERDAG
1973
JULI
2 1
14
Erbij
Enige maanden geleden is Zwitserland om een merkwaardige reden
in het nieuws gekomen. Op 20 mei heeft een volksstemming in dat
land een besluit van beide Kamers bekrachtigd om het Jezuïeten
artikel uit de Grondwet te schrappen. Dit artikel was in 1847 „in
naam van de almachtige God” opgenomen, omdat de toenmalige Zwit
serse regering de Jezuïeten aansprakelijk stelde voor de tweedracht
tussen de katholieke en de protestantse kantons. Het hield in dat het
de Jezuïeten verboden was in Zwitserland te wonen en te werken.
Zwitserland is de laatste Europese staat die aan de discriminatie ten
aanzien van de leden der Societas Jesu een einde heeft gemaakt,
maar het is opmerkelijk dat het aantal tegenstemmers dat zijn dus
degenen die het verbod van 1847 wilden handhaven zo groot was.
Er waren globaal 649.000 tegenstanders van opheffing van het ver
bod tegenover 791.000 voorstanders. De opposanten uitten als voor
naamste bezwaar dat naar hun mening „de Jezuïeten een van buiten
af geleide macht vertegenwoordigen die, evenals de communisten dat
doen, Zwitserland wil onderwerpen”. Een merkwaardige vergelijking.
Ij
y---T
pi
-
opkomst en
ondergang
Paus Paulus III door Titiaan.
Ignatius van Loyola
Dr. P.H. Schröder.
De
■r
uil
ev
pl<
sis
lig
ga
in
hi<
be
lu
hc
V» WW
IT
0]
d
vi
tj
V.
g
d
e
h
ro
D<
he
m
ee
w
di
Pï
g(
b<
oi
g<
a
I
a
v
r
6
3
t
i
paus het recht had een geestelijke orde
op te heffen. Een andere vraag is of hij
er verstandig aan heeft gedaan. Er zijn
allerlei redenen om te vermoeden dat
Clemens met de zaak niet goed raad
wist en dat toen hij onder druk van
buitenaf tot opheffing had besloten, toch
probeerde een achterdeurtje open te
houden. Dat maak ik op uit het volgen
de. In de eerste plaats is de opheffings-
tekst vervat in een zogenaamde breve,
niet in een bul. Het verschil is dat de
breve in het algemeen voor minder be
langrijke zaken wordt gebruikt. Het La
tijnse brevis betekent: kort. Dat een ge
wichtig besluit als de opheffing toch
was in een breve wereldkundig wordt
gemaakt, een stuk dat zelfs niet steeds
door de paus zelf behoeft te worden
getekend, geeft te denken. Bovendien gaf
Clemens XIV in het stuk bijzondere
voorschriften over de wijze van afkondi
ging ervan en maakte hij de opheffing
afhankelijk van de proclamatie van het
besluit.
In het nieuwe gebouw van de Vrije
ilniversiteit te Amsterdam zal van 6-11
september 1973 een regionale conferentie
voor Europa van de wereldbond van
hervormde/gereformeerde kerken (Ware)
worden gehouden. Op deze Europese
Warc-conferentie worden afgevaardigden
ran 35 lid-kerken uit 24 landen ver
wacht. Zij zullen met elkaar beraadsla
gen rond het thema „Wie zegt gij dat Ik
ben”, de vraag die Jezus zijn discipelen
stelde.
Het conferentiethema zal voor de af
gevaardigden naar deze Europese regio
nale raad van de Ware worden ingeleid
door de Leidse hervormde theoloog prof,
dr. H. Berkhof en door rabbijn dr. J.
Soetendorp te Amsterdam. In het pro
gramma is met nadruk veel plaats inge
ruimd voor bijbelstudie, die dagelijks zal
plaatsvinden onder leiding van dr. Hans-
Rüdi Weber te Genève, verbonden aan
de sectie voor bijbelse studie van de
Wereldraad van kerken.
In het programma zijn verder ook
pgenomen een discussie van een panel
ver het thema en een vertoning van de
elevisiefilm van Dennis Porter „Zoon
des mensen”.
Gastheren van de conferentie zijn de
drie Nederlandse leden van de Ware: de
hervormde kerk, de gereformeerde ker
ken en de remonstrantse broederschap.
De bisschoppen moesten in elk Jezuië-
tenhuis van hun bisdom de breve afkon
digen. En dat is zoals te verwachten was
niet overal gebeurd. In Rusland verbood
Catharina II, in Pruisen de vrijmetsela
Frederik II de afkondiging: in beide
staten wilde men de Jezuïet voor het
onderwijs behouden. Daaruit is afgeleid
dat in feite de Orde nimmer is opgeb
ven. Vele Jezuïeten konden zich op be
roepen dat hun de breve niet was vc
gelezen. Of dit de bedoeling van de paus
is geweest, is niet te zeggen. Hij is reed»
het volgende jaar overleden. De vrien
den der Socitas zeiden: verteerd, ja
bijna krankzinnig van wroeging, hun
tegenstanders: vergiftigd door de Jezuïe
ten. Beide soort praatjes tekenen de
sfeer. De generaal, pater Ricci, werd met
zijn assistenten in de Engelenburcht op
gesloten en is daar in gevangenschap
gestorven
Het is hier niet de plaats de Societas
Jesu als instelling te bespreken. Dat
bijna 250 jaar na haar stichting tot
opheffing werd besloten, is namelijk be
halve aan de tijdgeest meer te wijten
aan de wereldse, dan aan geestelijke
oorzaken. Niet alleen buiten maar ook
in de kerk zelf werd het aantal tegen
standers van de Orde steeds groter. Do
minicanen en Franciscanen beschouwden
haar als een gevaar, de eersten vooral
omdat de Jezuïeten heftige tegenstanders
van de inquisitie waren, waarbij de
Dominicanen juist nauw waren betrok
ken. Maar vooral de rijkdom der Socie
tas wekte afgunst. Weliswaar legde iede
re Jezuïet de belofte van armoede af,
maar die gold, was de redenering, niet
voor de Orde zelf, alleen voor de leden,
bovendien dreven Jezuïeten in de mis-
sie-gebieden soms een uitgebreide han-
De ex-Jezuïeten hebben snel enige
congregaties opgericht, die van het Al
lerheiligste Hart en die van het Geloof,
die in 1799 met elkaar versmolten en het
herstel van de Orde voorbereidden. Dat
kwam officieel in 1814, ditmaal niet
door een breve, maar door een plechtige
bul.
hovaardig, een nederige kruiper met
armzalige fantasie. Maar het zal alle
maal wel zijn meegevallen. Hij was een
telg uit een oud Baskisch geslacht in het
noorden van Spanje, opgevoed aan het
streng-kerkelijke hof van Ferdinand en
Isabelle. Na Isabelle’s dood hertrouwde
de koning met een Franse prinses en het
hofleven veranderde totaal. „Lage zinne
lijkheid, grove vraatzucht, wilde bras
partijen, vleselijke lusten en uitspattin
gen bekent hij later, beheersten het
leven en de page Inigo deed daaraan,
bekent hij later, mee. In de oorlog met
Frankrijk verbrijzelde een kogel zijn
voet en in de periode van herstel begon
hij uit verveling een boek over heiligen
levens te lezen. Wereldse en geestelijke
gedachten begonnen in zijn geest post te
vatten. De laatste wonnen het en toen
hij genezen was trok Inigo als pelgrim
naar Manresa, waar hij een jaar lang
onder de strengste boetedoeningen, kas
tijdingen en zelfvernederingen door
bracht. Als hij na dagen vasten weer
voedsel nam, bestrooide hij dat eerst
met as om de smaak ervan te bederven.
Gelukkig is hij later van die excessen
teruggekomen en droeg hij zijn volgelin
gen op „de lichamelijke krachten gezond
te houden voor de dienst van onze Heer
en ze te versterken in plaats van ze te
verzwakken.” In Manresa doorleefde hij
ook de exceroitia spiritualaia, de geeste
lijke oefeningen die hij later aan zijn
volgelingen zou opleggen. Daarna trok
hij naar Jeruzalem, studeerde aan
Spaanse universiteiten en in Parijs en
verzamelde daar zijn eerste zes gezellen
om zich. Na de geestelijke oefeningen te
hebben gehouden legden zij de geloften
van kuisheid en armoede af en trokken
naar Rome om paus Paulus III hun
diensten aan te bieden en hem het
grondplan voor te leggen van de Socie
tas Jesu. Paulus ÏII was nog een echte
Renalssance-paus, wiens eerste rege
ringsdaad was zijn veertien en zestienja
rige kleinzoons tot kardinaal te verheffen.
Maar door in 1540 de Sociëteit van Jezus
goed te kauren heeft de paus een
groep vurige zieleherders en godsdiensti
ge opvoeders voor de kerk verworven.
De Jezuïeten lieten zich, geheel in
de geest van die tijd, bewust inspireren
door het evangelie. Dat deden Wijcliff,
Johannes Hus, Geert Groote en de grote
hervormers ook, maar de Orde deed het
binnen de kerk. Vooral als missionaris
sen buiten Europa en als stichters van
beroemd geworden scholen en universi
teiten hebben de volgelingen van Ignati
us de invloed van andere orden over-
schaduwd, maar het geloof en de weten
schap grote diensten bewezen. Niettemin
werd hun Societas, hun gemeenschap,
door paus Clemens XIV op 21 juli 1773,
nu 200 jaar geleden, opgeheven. Hoe was
dat mogelijk?
ilex*
Clemens XIV deelt de opheffing van de
Jezuïetenorde mede aan de Spaanse
gezant.
een gedeelte der waarheid verzwijgen
mag, dat tyrannenmoord, ook alweer
onder bepaalde omstandigheden verde
digbaar is, wordt, naar het mij voor
komt, na de tweede wereldoorlog anders
beoordeeld dan in de 18e eeuw.
De Jezuïeten:
Nu maakt de geschiedenis graag ver
gelijkingen en daarbij is zij zeer inven
tief. Zo trekt zij een parallel tussen
Ignatius van Loyola, de stichter van de
Orde der Juzuieten en Johannes Calvijn
die de gereformeerde kerkleer grond
vestte. En die vergelijking is niet on
juist, al kenden de 16e en de 17e eeuw
geen heftiger en verbetener vijanden dan
de Jezuït en de Calvanist. Beide, Ingnati-
us en Johannes, zijn bitter gesmaad en
hun volgelingen zijn wreed vervolgd; zij
zijn beiden schandelijk gelasterd door
hun tijdgenoten en hen die na hen
kwamen. Met hun scherp intellect en
hun heilige overtuiging hebben zij de
denkbeelden die zich in hun geest had
den vastgezet, met de strengste conse
quentie tot het einde toe doordacht en
met een uiterste wilsinspanning onder
woorden gebracht en op schrift gesteld.
Beiden hebben een ontzaglijke invloed
uitgeoefend op hun aanhangers en daar
door op de loop der geschiedenis. Zij
hebben velen tot blinde verering ge
bracht en anderen tot even blinde haat.
Vreemder lijkt het, wanneer bij deze
vergelijking ook de figuur van Lenin
betrokken wordt: tussen de principiële
atheïst van de 20e eeuw en de geloofsij
veraar van de 16e gaapt immers een
afgrond. Groter tegenstelling dan tussen
beider idee, beider levensdoel en beider
persoonlijkheid is nauwelijks denkbaar.
Het punt van overeenkomst evenwel is
beider organisatie-talent.
Zowel Ignatus als Lenin hebben een
stelsel ontworpen en met een helder
inzicht in de menselijke natuur gereali
seerd, een stelsel dat de volgelingen
ervan volledig beheerst, een nauwkeurig
werkend systeem dat de aanhangers in
absolute gehoorzaamheid samenbindt.
Door niets hebben zij zich laten afleiden
van de eenmaal gekozen weg, tegen alle
bedenkingen en verzet in zijn zij voort
gegaan om hun systeem te vervolmaken.
Dat van Lenin richt zich uitsluitend op
het aardse leven, dat van Ignatius op
het hiernamaals.
Het leven van Ignatius van Loyola
gelijkt op dat van vele heiligen: ze
beginnen een werelds bestaan te leiden,
bekeren zich dan tot een godvruchtig
leven en kijken met afschuw terug op
hun zondig verleden dat in hun herinne
ring of verbeelding steeds afschuwelij
ker wordt. Ignatius noemt zichzelf ma
teloos ijdel, lichtzinnig, werelds, boven
menselijk eerzuchtig, gewelddadig, ver
raderlijk, wraakzuchtig, diefachtig, grof
St. Jan de Doper
aan de Amsterdam-
straat in Haarlem is een
langzame dood gestor
ven. Een fotograaf leg
de de beelden vast: Van
de kogel, die door de
kerk ging, het neerval
lend puin en van de res
tanten van het schip.
Het kerkgebouw is nu
plat en het puin is af
gevoerd. Nog even en er
verrijst een nieuwe
kerk en een woonge
bouw voor 68 bejaarden
of alleenstaanden.
De grootste tegenstander van de So
citas is nog niet besproken. Het is de
tijdgeest. Men noemt de 18de eeuw wel
de eeuw der Verlichting, een geestelijke
omwenteling waarbij niet langer de
openbaring maar de rede zijn stempel zet
op het openbare leven. Die denkbeelden
hebben geleid tot de Franse revolutie en
tot nieuwe maatschappij vormen. De cul
tuur van de verlichting was eenzijdig
verstandelijk: met zijn verstand zal de
mens alle problemen oplossen, maar het
geloof vormt een belemmering. Geloof is
immers niet een zaak van het intellect,
dus dient het te worden overwonnen.
Gevolg was dat de scheiding tussen
Kerk en Verlichting steeds groter werd.
De politieke actie die geleid heeft to’
opheffing van de Orde, begon in Portu
gal, waar de bekwame, doortastende
doch tevens harde minister Pombal
trachtte het land op te heffen uit zijr
verval, verval dat hij mede toeschreef
aan de Jezuïeten. Terwijl hij maatrege
len trof om hun invloed te beperken,
werd Lissabon door een geweldige aar.-’
beving getroffen, die door de Jezuïten
onmiddellijk als een straf van de hemel
werd verklaard. Omgekeerd werd een
moordaanslag op de Koning de Orde
de schoenen geschoven en in 1759 wer
den de Jezuïeten verbannen. Eenzelfde
lot trof hen vijf jaar later in Frankriik
waar bleek dat een Jezpïet pater La
Valetta in strijd met de statuten der
Orde en in strijd met het pauselijke
verbod handel gedreven had en wel on
zo’n grote schaal dat zijn faillissement
aan een aantal handelshuizen een schade
van 2*/s miljoen francs toebracht. Een
Franse rechtbank veroordeelde de Orde
tot schadevergoeding, maar deze weiger
de, juridisch misschien terecht maar
moreel onverdedigbaar, daarvoor aan
sprakelijk te worden gesteld. Nu keerde
alles zich tegen haar de werken der
Jezuïeten werden verbrand, hun scholen
gesloten en tenslotte eiste de regering
dat de Jezuïeten zelf hun statuten zou
den wijzigen. Het was toen dat de gene
raal der Orde, Ricci, de beroemde woor
den sprak: Sint ut sunt ant non sint:
Laat hen zijn zoals zij zijn of niet zijn.
De paus, Clemens XIV koos voor het
„non sint” en op 21 juli 1773 werd de
opheffings breve Dominus ac Redemptor
getekend.
Er is geen enkele twijfel aan dat de
del, wat in strijd was met hun statuten.
Speciaal met het oog op hen vaardigde
de paus in 1751 een handelsverbod uit
voor alle religieuze instituten, maar het
werd slecht nageleefd.
Een ander punt was dat in de 18e
eeuw allerlei Europese regeringen en
vorsten streefden naar absolute macht.
In het beste geval wilden zij als verlich
te despoten wel aanwenden ten behoeve
van hun volkeren, maar ook bestreden
zij de invloed van de geestelijkheid op
het staatsbestuur en dan in het bijzon
der de invloed van de machtigste, ijvo
igste en meest militante orde, die der
Jezuïeten. Die op hun beurt probeerden
hun positie te versterken bijvoorbeeld
door als biechtvader van vorsten en
andere hooggeplaatsten op te treden. Zij
stonden midden in het volle leven en
trokken zich niet in kloosters terug.
Jezuïeten dragen gazen eigen orderkleed
en ook dat wekte wantrouwen. Maar
wat hun vooral ten laste werd gelegd
was de verplichte volstrekte gehoor
zaamheid die zij hun superieuren ver
schuldigd zijn met verloochening van
eigen inzicht en geweten. Dat de Jezuïet
zich laat leiden „als ware hij een lijk”
dat hij geen banden meer heeft met
vrienden, familie en vaderland maakte
hem in de ogen Van velen tot een slaaf
van zijn generaal, die werd af geschil
derd als de „zwarte paus”. De Orde is
vooral berucht geworden door bepaalde
stellingen door leden verkondigd, maar
soms misverstaan. Dat een goede bedoe
ling een ongeoorloofde daad geoorloofd
maakt, dat men in bepaalde gevallen
MMW