Zeilboot internationale klasse van Soling wordt in Nederland nog ondergewaardeerd :n IA Oranje 1920; Waites was zijn naam. Boze Groningers Citroenen Embrocation II Stank w Topsport Achtergebleven r 1 Sr 19 JULI 1973 18 uni >lvink di- en ZATERDAG 21 w.. KEN 10 jr. Bfi. Sl SHh i I) 11111(1 ’LEM tl aam- 1 42 74 THEO KLEIN STOPPER 68 01 •king. Op zijn tjalk „De Hoop” in de Me- demblikse Oosterhaven, die tijdens de EK als centrum voor de Soling suppor ters diende, vertelt de directeur van een adviesbureau uit Warmond: „Nederland is in de Soling-klasse eigenlijk wel een beetje een achtergebleven gebied. In het buitenland zijn al zoveel zeilcracks uit andere klassen aan de Soling verknocht geraakt, dat we nu al van de breedste internationale top kunnen spreken.” En Lucas: „Toen de olympische zeil- klassen voor Kiel vastgesteld moesten worden, hoefde men over de Soling niet In feite ging het echter niet om de vervangen spelers of hun vervangers, maar om de buitengesloten Be Quick- spelers. In z’n boek „Voetbalprestati.es in Oranjeshirt” geeft M. J. Adriani Engels daarover opheldering. De eer' in- ia- Niettegenstaande de beperkte belang stelling blijven ook de Nederlandse So- lingzeilers zich intensief op dit en ander verk- wor- Lijden O Ben Staartjes al belangstelling voor de Soling getoond, zodat er wellicht toch een rooskleurige toekomst voor Bakker c.s. inzit. Vooral de Oostduitsers maakten in Enkhuizen indruk met hun uitgebreide staf begeleiders. De twee bemanningen konden steunen op niet minder dan negen begeleiders. Bakker: „Dit is echt topsport. Er wordt hier om elk plaatsje geknokt. Ik hoop dat daar deze week ook veel andere Nederlandse zeilers door gegrepen zijn.” Uit het gewriemel in de Medemblikse jachthaven maakte zich deze week dagelijks rond elf uur een lange optocht van ranke hypermoderne scheepjes los, om op het Ijsselmeer vóór de eeuwenoude haven de strijd aan te binden om de Europese titel in de Solingklasse. Vijftig Solings, uit zeventien landen, die temidden van de duizenden vakantie vierende watersporters nauwelijks opvielen, maar die eenmaal buitengaats tesamen een imponerend gekleurd lint slagvaardige vaartuigen vormden. „Is dit nu een houdbare toestand: men laat het gekozen elftal niet be hoorlijk oefenen voor een wedstrijd, voorts zijn de meesten der sportsmen geen atleten en ontwikkelen zij bin nen de kalklijnen geen snelheid en summa summarum laat men de beste spelers uit onze contreien thuis en dit, omdat de toestand in de voetbal wereld zo gemoedelijk is, dat men altijd eerst gaat kijven voordat men internationale kampen speelt! Heus wij behoren niet tot de felste bewonderaars van deze wedstrijden, maar wij gaan van dit standpunt uit: Als stuurman dan wel want van de overige twee bemanningsleden wordt, vooral bij slecht weer, krachtsinspannin gen verwacht die men van een vijftiger nauwelijks mag verlangen. Vaste be manningsleden van Geert Bakker zijn Jan Bart Lucas, die als „middenman” het grootzeil en de taktiek in de gaten houdt en Peter Vollebregt, wiens taak als voorste man voornamelijk bestaat uit het bedienen van de fok en het spinna ker. Van dit duo wordt bij zwaar weer bovendien verwacht dat het buitenboord halsbrekende toeren uithaalt om het schip zoveel mogelijk in evenwicht te houden. Geen acties die alleen aan So- üngbemanningen voorbehouden zijn. In het zich steeds bij de moderne ontwik kelingen aanpassende zeil wereld je be staan talrijke klassen waarin men zich op soortgelijke manieren uit kan leven. Niettemin hadden er in de hele wereld meer dan tweeduizend enthousiastelin gen er rond de twintig mille voor over om op deze modernste driemanskielboot die er bestaat, over te gaan. Het is pas negen jaar geleden dat de Noor Jan Herman Linge zijn ontwerp voor de Soling completeerde. Hij dong met zijn prototype enkele jaren later mee naar de gunst van International Yacht Racing Union, die verschillende constructeurs in de gelegenheid stelde hun producten te laten testen. De schepen van diverse bouwers werden getest in een onderlinge race bij Travemünde, waaruit de „uit vinding” van Jan Herman Linge als overwinnaar tevoorschijn kwam. Aan boord van elk schip drie bemanningsleden met een uitgesproken liefde voor juist dit type. Waar om? Geert Bakker, voorzitter van de Nederlandse Soling Club en stuurman op een van de vier Neder landse schepen in de race heeft geen enkele moeite met het antwoord. „Omdat”, vertelt hij, „het varen met een Soling veel sportiever en geraffineerder is dan met vergelijkbare boten. Bovendien is het ook voor oudere mensen (hij is zelf 52 jaar, red.) zeer goed mogelijk om met een Soling te varen”. De Europese titelstrijd op het Ijssel meer, die de Nederlandse deelnemers geen ereplaatsen opleverde, moest voor de Soling-enthousiasten dan ook als pro pagandastunt dienen. In die opzet lijken zij geslaagd. Afgelopen dinsdag kroop Ben Verhagen, erkend FD-specialist, al eens als invaller voor een bemanningslid in de boot bij de Fransman Cheret, die de race won. Naast Verhagen heeft ook Geert Bakker met zijn bemannings leden Jan Bert Lucas en Peter Volle bregt. van bondswege organiseert men ze en daarom moet die organisatie zo voortreffelijk mogelijk zijn. Het is inderdaad niet nodig na de wedstrijd van zondag jongstleden een gedetail leerde kritiek op de spelers uit te brengen. De kritiek op de combinatie is voldoende. De kritiek op het ont breken van een lijn, van een systeem, is doorslaand. De wijze van kiezen is niet superieur. De wijze van spelen van de gekozenen is al evenmin te verdedigen. Over de sterkte van een nationale ploeg zal immer verschil van mening blijven bestaan de een zal die speler prefereren, een ander heeft ook weer een andere afgod. GEERT BAKKER sportiever en geraffineerder weggesleept met een Flying Dutchman. Maar zoals zoveel prominente zeilers, van ons slap beleid door de werke lijkheid zelve. Het zal ons benieuwen of de elftalcommissie voor de wed strijd tegen België een beter elftal in het veld brengt. Veel vertrouwen hebben we daarin niet. Want in het vijftiental dat voor deze wedstrijd is aangewezen en waaruit eerst voor de aanvang der match het elftal defini tief opgesteld zal worden, komen on der andere voor: Hoogstede en Cam- pioni, welke beiden hoe goed ze als clubspelers mogen zijn wel duidelijk bewezen in ons nationaal elftal niet op hun plaats te zijn.” De trainer had in die dagen kennelijk weinig te vertellen. Ik heb hem ten minste alleen kunnen ontdekken dank zij een foto waarop hij in de buurt van het elftal stond. Waites was zijn naam hecht combineren verwachten, een dergelijk presteren wordt totaal on mogelijk indien een zwakke midden- linie deze aanval steunt of beter, niet steunt. Onze halfs waren, behalve misschien Steeman, mislukkingen en noch Hoogstede, noch Campioni be hoorden bij deze internationale kamp thuis. Voeg dan daaraan toe een ach terhoede, verre van een hecht bol werk, een keeper, die bij clubwed- strijden wellicht kan bekoren, maar hier slechts zwakte demonstreerde en de val van het elftal is volmaakt. Volmaakt vooral waar de tegenpartij bestond uit Italianen, kerels die op het leer zaten, kerels die elkaar be grepen, die in vele gevallen briljant samenspeelden, degelijk schoten, ke rels die de beste indruk vestigden, dat daar, in het land der citroenen, voet bal in weinige jaren een eminent beoefende sport is geworden.” Daarmee was een nieuwe internatio nale klasse geboren. Getrouwe copiën van Linges moedermal gingen naar jachtbouwers over de hele wereld, die in ’t totaal rond de tweeduizend exemplaren bouwden. Slanke 8 meter 10 lange scheep jes met een romp van polyester en een aluminium mast. In 1968 accepteerde het IOC de Soling als een olympisch vaar tuig met als gevolg dat de eerste olym pische Solingraces vorig jaar in Kiel gehouden konden worden. De gouden medaille kwam terecht bij de Ameri kaanse perfectionist Bud Meiges, die in 1964 reeds een bronzen medaille had 1 1 grote internationale evenementen voor bereiden. Bakker: „De kwantiteit zegt niets. Oost-Duitsland heeft slechts twee boten maar de Oostduitse zeilers spelen wel een zeer voorname rol. In Zwitser land daarentegen staan ruim 160 Solings geboekt en daar komen helemaal geen cracks vandaan.” 125,- 187,- 249,- 372,- 496,. waaronder ex-starcrack Wernerström, stapte hij na een eerste kennismaking met de Soling definitief op het nieuwe schip over. Vreemd genoeg ging deze hele spektakulaire ontwikkeling aan het waterrijke Nederland voorbij. In ons land varen op het ogenblik welgeteld twaalf Solings, waarvan er vier echt intensief voor de wedstrijdsport worden gebruikt. Dat viertal (Blok, Bakker Hoefnagels en Rozendaal) vormt dan ook automatisch de kernploeg, die tien maanden per jaar in training blijft. „We zouden er graag wat meer wed- strijdzeilers bij hebben,” bedenkt Lucas, „met een stuk of tien boten zou er al veel meer onderlinge strijd komen.” Waarom de Soling in Nederland de slag miste is ook voor Geert Bakker nog altijd een open vraag. Hij heeft er met zijn weinige volgelingen veel aan gedaan om collega-watersporters warm te ma ken voor deze Noorse uitvinding maar tot nog toe zonder veel succes. Misschien is het de prijs? Twintig mille heeft tenslotte niet iedereen op zak. Bakker: „Het mag misschien een groot bedrag lijken maar in verhouding tot de prijs van vergelijkbare schepen, is de Soling niet duur. Een polyester Draak komt bijvoorbeeld al op dertig mille, dus daar kan het niet door verklaard worden. De Soling is juist ontwikkeld als een boot die betaalbaar moet blijven voor een bredere laag. Ik kan alleen maar vast stellen dat de Nederlandse zeilers ken nelijk huiverig zijn om op zo’n nieuwe olympische klasse over te gaan.” U ziet, dat is duidelijke taal, over gezet in de hedendaagse spelling. Het enige onduidelijke is misschien het woord „embrocation”, dat ik niet in de meest recente Van Dale heb kun nen terugvinden en evenmin de Van Dale van 1925. Gelukkig brengt een Frans woordenboek uitsluitsel: „Be handeling van een ziek lichaamsdeel door bevochtiging of inwrijving met een vet vocht. Goed, de verzorging van zere enkels door de grootvader van Salo Muller was dus blijkbaar best in orde, maar met de keuze van het elftal wilde het nog steeds niet vlotten, als ik mag afgaan op het elftal dat een week later tegen België aantrad (1-1). Baay was vervangen door Pelser, Campioni door Hordijk. Gupffert door De Natris, die van rechts naar links verhuisde, en De Natris door H. J. Kessler, terwijl Van Diermen de plaats van Buitenweg had ingenomen. Vier wijzigingen dus- De Haagse Post was de laatste weken geducht in het nieuws. In de tijd dat je dit blad nog met „sch” schreef, bevatte het ook geregeld een sportrubriek „Van onzen Sport-Cor- respondent”, wiens naam overigens niet wordt onthuld. Over ItaliëNe derland schreef deze in de Haagsche Post van 14 mei 1921 (het enige nummer dat ooit op groen, in plaats van op roze papier werd gedrukt een artikel onder de kop „De Les van het Stadion”. De wedstrijd werd op S mei 1921 met 2-2 gelijk gespeeld in Amsterdam, in de volgende opstelling, die ik ontleen aan het Handboek KNVB: doel: A. van Tilburg. Achter- H. B. Baay jr., P. A. J. Stevens. Midden: M. J. J. Campioni, B. M. Hoogstede, H. H. Steeman. Voor: J. D. de Natris, D. Buitenweg, J. P. A. van Gent. J. H. H. Kessler en W. H. A. Gupffert. Van Gendt en Kessler scoorden de beide doelpunten, Kessler was aanvoerder. denheid. Na zulk een draw wordt het Leitmotiv al spoedig: het zal ook wel een volgend maal lukken. Van deze leuzen hebben de leiders van ons voetbal zich blijkbaar reeds sinds ge ruime tijd meester gemaakt en zo doende worden wij bij internationale kampen telkens weer vergast op schouwspelen, waarbij in de eerste plaats de logica zoek is. Want logisch is het toch, wanneer men tegenover buitenlandse teams een elftal in het veld brengt waarvan de spelers enigs zins aan elkander gewend zijn, lo gisch is het dat men, na deze oefe ningen, een ploeg de voetbalsport als combinatiespel laat demonstreren, waar er toch tenslotte voor deze sport geen andere qualificatie is te vinden. Is het een en ander nodig, zeer nodig voor all-round sportsmen, het ontbreken van die oefening is een onvergeeflijke fout ten opzichte van voetballers die, bijkans allen, voetbal lers en niet meer zijn, mensen die óf aardig drijven, óf aardig schieten, maar die de grote schat missen: snel heid en dit, omdat zij de atletiek blijkbaar een kinderachtig jongesge- doe achten.” meer te praten. Het stond al bij voor baat vast dat de Soling met de Finnen sowieso in het programma opgenomen zouden worden. Over de rest moest lang worden gedebatteerd.” In Kiel schreven niet minder dan 26 landen in voor de Soling-races en inmiddels staat al weer vast dat deze klasse ook in Montreal van de partij zal zijn. Maar over dit ene punt kan nooit en te nimmer verschil van opinie voor komen, namelijk dat onze elftallen die tegen buitenlanders uitkomen daarvóór degelijk moeten oefenen, dat wijders deze sportsmen ook atle tisch goed moeten onderlegd zijn.” ste wedstrijd in 1921 was tegen Zwit serland. Het Groningse Be Quick be leefde toen zijn gloriejaren: kampi oen van Nederland 1920, sinds 1917 Noordelijk kampioen, wat tot en mei 1924 duurde. „Tot de Nederlandse-Elftalcommis- sie schijnen deze eisen nog niet door gedrongen te zijn. Althans: de heren kiezen en voor de rest bekommeren zij zich weinig om de ploeg. Ja, men zorgt wel eens voor een oefenmatch, men zorgt voor schone shirts, de embrocation zal wel in orde zijn, maar met het vervullen van deze geboden zijn degene waaraan het vertegenwoordigend elftal moet vol doen nog niet compleet. Het spijt ons dat wij de heren lastig moeten vallen met deze kritiek. Zij is echter mild na de kritiek die de praktijk zondag jongstleden bracht, een veroordeling Om u een idee te geven over de kracht van dat Nederlands elftal, geef ik ook nog even de uitslagen van de overige wedstrijden in 1921: NederlandZwitserland 2-0, België— Nederland 1-1, DenemarkenNeder land 1-1 en FrankrijkNederland 0- 5. Het ging dus niet zo slecht met het Nederlands elftal, wat de Sport-Cor respondent van de Haagsche Post toch niet tot triomfkreten kon verlei den. Na te hebben vastgesteld dat Nederland het gelijke spel niet ver diend had omdat Italië beter speelde, maar twee doelpunten moest incasse ren omdat het met tien man moest verder spelen, schrijft hij: „Nu forceerden wij een gelijk spel, en dit kweekt bij velen reeds tevre- Zondag zijn onze kleuren verde digd door een onvoldoend spelende ploeg. De voorhoede was nog de minst onfortuinlijke linie, maar een briljant combineren, een juist en hard schot, het viel niet te constate ren. De veelgeprezen crack Van Gendt was een tegenvaller. De Utrechtenaar Buitenweg was meer goochelaar dan verbandlegger. Gupf fert overleeft zijn roem. De Natris paarde soms aan goed spel een erger niswekkende aandrift tot comedie- spelen en slechts van de aanvoerder Kessler kan men zeggen dat hij wer kelijk een klasse-speler was. Kan men van een zodanig quintet al geen Wat de Groningers niet zinde, was dat er in de Nederlands-Elftalcom- missie van vijf personen drie Weste lijke vertegenwoordigers zaten en niet één Noordelijke. Toen de Be Quick-spelers Van Linge en Jaap Bulder in de nationale ploeg werden gekozen, stelden zij als voorwaarde dat één der Westelijke leden in de Nederlands-Elftalcommissie vervan gen zou worden door een Noordelijk lid! De elftalcommissie verving on verstoord de beide Be Quick-spelers. waarop Harry Dénie zich solidair verklaarde met de Groningers. Vre desonderhandelingen (schrijft Adriani Engels) werden weer tegengewerkt door aanvoerder Dé Kessler, die tele grafeerde dat hij zou bedanken als de Groningers weer in genade werden aangenomen. Door al deze verwikke lingen moesten we drie wedstrijden lang voorttobben met een onvolwaar dig Nederlands elftal, wat overigens 4.000 Nederlandse supporters niet be lette naar Antwerpen te reizen voor de uitwedstrijd tegen België. Toen Nederland een maand later in Ko penhagen tegen Denemarken moest svelen. kwam daar nog het probleem bij dat Boelie Kessler, Steeman, Pel ser en De Natris niet meekonden om dat ze zich voor zo’n lange reis niet konden vrijmaken. Gelukkig was de vrede met Be Quick inmiddels gete kend, zodat tegen Denemarken de Groningers Sissingh. Mar Tetzner en Rodermond konden worden opgesteld ■9 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 19