Joop Zoetemelk geeft
voorkeur aan Gitane
LUIS OCANA NA ZIJN INDRUKWEKKENDE TOUR-ZEGE
Tour de France
DAGBOEK wü (fe Ww
ZOALS
IK BEN”
„IK DOE
O
Sr
BR wis
CZL
fes****^'
Nederlander gelukkig met witte trui
a
w 1
8
MAANDAG
juri
1973
23
(Van onze sportredactie)
Huilen
Sterker
n
WiM
£-1
-
I
1
JÉ
i
-
ij
f J
a
md-
la-
tv-
na,
va-
jf-
ll-
ijks
PIERRE HUYSKENS
hem". Die belofte heeft hij al die jaren
bij zich gedragen, maar als Merckx er
was, faalde hij.
•na
;len
in
■ie
10
ival
„Het lachen vergaat je wel als je hebt
meegemaakt wat ik meemaakte”, is zijn
stereotiepe reactie op aanmerkingen op
zijn humeur. Naarmate de Tour dichter
bij Parijs kwam, werd Luis Ocana vro-
lijker en vriendelijker. Hij veranderde,
dat was te zien, maar zelf is hij zich dat
niet bewust.
„Ik zou niet weten in welk opzicht ik
anders werd,” zegt hij kortaf, alsof hij
zich geneert voor de onvriendelijkheid
die hij in het verleden etaleerde. Ploeg
leider Maurice de Muer, een alom ge
waardeerd vakman die de kunst verstaat
om door te dringen tot de ziel van een
renner, weet beter. „Ocana,” zegt hij, „is
een ander mens geworden. Ik heb hem
altijd gekend als een opstandige die zich
afzette tegen de tegenslag in zijn leven.
Dat maakte hem soms hels. Nu hij voor
het eerst echt succes heeft, toont hij
meer begrip voor zijn omgeving.”
Daar heeft het bij Ocana nogal eens
aan ontbroken. Zijn mecanicien Robert
Onder degenen die hem van nabij
kennen, circuleren daarover spectaculai
re verhalen. Bijvoorbeeld van Luis Oca
na die in het hotel om een detail een
kamermeisje tot huilens toe kon uitkaf
feren. Van Luis Ocana bijvoorbeeld, die
de biefstuk wat te taai vond, waarna hij
in blinde woede het stuk vlees door het
restaurant zwiepte. Aan het begin van
deze Tour moesten zijn ploeggenoten het
ontgelden nadat hij over een hond ge
vallen was. „Hij ging vreselijk tegen ze
tekeer”, aldus De Muer, „en het sloeg
nergens op”.
Jan Janssen: „Dat was typisch Ocana.
Die moet zich bij pech ergens op afrea-
Ocana: „Over die tijd kan men beter
niet meer spreken, omdat het geen ver
gelijken is. Ik reed toen even sterk als
in deze Ronde, maar nu ben ik rijper. Ik
ken mijn vak beter, dat is het verschil.
en aan koel vernuft het zit alle
maal in de Tour opeengepakt.
oeg
ur-
IU-
aar
jke
ind,
ieel
zegt
ga
:ag,
serie
W® Wlllffl
Ocana, de onbetwiste Luis d’Or van
deze nu tot rust gekomen Tour-editie,
heeft nog eens gedemonstreerd wat
een klasse-coureur, die stijf staat van
karakter, uit zo’n Ronde van Frank
rijk kan halen. Hij bewees dat op de
Puy-de-Dome, waar hij zich het licht
uit de ogen fietste, waar hij moet
hebben gegrabbeld aan de rand van
de dood, waar hij zijn volstrekt afge
ragd lichaam, op bevel van een on
tembare ambitie die tot over de fy
sieke vermogens heen reikt, één kilo
meter lang alles gaf. Hij deed dat
niet voor zijn vrouw, hij deed dat
ook niet om het geld, hij deed het om
de prestatie zelf. Een gruwelijk l’art
pour l’art, dat ik in de sport nog nooit
heb gezien. Je moet gek zijn om
zoiets te durven ondernemen. Of een
sportman van het zuiverste water,
met alles wat aan lichamelijke en
geestelijke „inhoud" daarbij behoort.
Ocana maakte de Tour zo groot als
de Tour kan zijn. Hij trapte de
commercie eruit weg, hoe nadrukke
lijk die zich ook manifesteert. Hij
degradeerde ook Lévitan tot een pas
sant. Hij liet ons alle niet wezenlijke
bijverschijnselen vergeten- Ocana was
het hart van de Tour.
Ja, de Parijse politie ging er aardig
Met die overmacht confronteerde Luis
Ocana allen, die dachten te kunnen
profiteren van Merckx’ afwezigheid. Hij
vernietigde hun reputaties en over dat
falen van zijn tegenstanders bouwde hij
een filosofisch-knap en alleszeggend
antwoord op: „Mij”, zei Luis Ocana aan
het eind van het gevecht, „hebben ze
niet ontgoocheld, maar ik denk dat zij
het zullen zijn over hun eigen wed
strijd
PARIJS- De Tour is niet dood.
En het bewijs daarvoor bestond langs
de weg tussen Versailles en Parijs.
Het zat óók op de tribunes van het
velodrome van het Vincennes, in het
ferme aantal machtige personen dat
Félix Lévitan uit zijn onafzienbare
kennissenkring had laten aanrukken.
Pompidou zelf ontbrak weliswaar,
maar het was toch duidelijk dat de
„200 van Lévitan", die present waren,
in Frankrijk een potje kunnen bre
ken.
Vier grote mannen van deze Tour bijeen op het ereplatvorm. V.l.n.r.: Joop Zoetemelk, winnaar van de witte trui (combiné), Bernard Thevenet, tweede in het algemeen
klassement, heerser Luis Ocana en Herman van Springel, die zich in het groen mocht hullen.
Joop Zoetemelk op de laatste dag van de Tour, die hem uiteindelijk toch nog een
bevredigende plaats opleverde.
(Van onze sportredactie)
PARIJS Toen hij bij het uitdelen
van de prijzen de witte trui (uitgeloofd
voor een klassement over de belangrijk
ste onderdelen) ais definitief bezit mee
naar huis mocht nemen, was Joop Zoe
temelk (vierde in het eindklassement)
heel wat gelukkiger met dat tricot dan
een paar dagen geleden. „Als ik het
Luis Ocana deed het zelden, doch in
elk geval meer dan men van hem ge
wend is. Zelfs na zijn alles-verpletteren-
de race die in Les Orres eindigde en
beslissend was voor deze Tour, straalde
zijn gezicht geen groot plezier uit. Oca
na: „Ik doe zoals ik ben”. Toch moest
het voor hem in Les Orres een groot
feest van binnen zijn geweest. Ocana:
„Dat was het ook. Ik houd er niet van
om te zeggen: die en die zege maakte op
mij de meest indruk. Ik vind het altijd
fijn als ik win. Of dat in een criterium
is of in een Tour-etappe, dat maakt me
weinig uit”.
Ryckenbrusch„Er kon nooit een dank-
je-wel af. Voor het eerst heeft Luis me
in deze Tour een keer „merci” gezegd.”
En Jan Janssen, die Ocana een paar jaar
meemaakte als ploeggenoot bij Bic:
„Soms was er geen land mee te bezei
len. Als hij ook maar even dacht dat het
wat tegenzat, ontplofte hij”.
euws,
tma’i
ibalk.
14.03
16.00
17.00
tzen-
Veeg-
nding
arde-
'ezen.
18.57
i en
19.3:
aziek
nmo-
Be-
euws
Lichl
ws.
PARIJS In het wielerleven van Luis Ocana
(28 jaar) is eindelijk de zon gaan schijnen. Hij, de
altijd rampzalige, kon in de 60e Tour de France zijn
klasse uitleven, omdat de hem zo nauwgezet achter
volgende pech plotseling ontbrak, op één dag na, de
eerste, maar achteraf bleek dat de voorbode van ge
luk. Bij het uitrijden van Nederland de Ronde was
toen nog maar een paar kilometer oud viel hij,
zonder ernstige gevolgen over een hond. „Als ik daar
aan terugdenk”, zei Luis Ocana in Parijs, „lopen de
koude rillingen weer over m’n lijf. Het is het enige
Daarna is Luis Ocana alleen maar
sterker gaan koersen en daarbij drong
zich de vraag op wat het geworden zou
zijn als Eddy Merckx zich onder de
deelnemers had bevonden. Ocana: „Het
zou dan in elk geval een heel wat
boeiender Ronde geworden zijn. Of ik
dan ook gewonnen had? Daar kun je
uren over theoretiseren zonder er hele
maal uit te komen. Ik denk zelf dat ik
het in deze vorm wel gered had tegen
Als ik naga hoe ik dit jaar Merckx
losreed op de enige werkelijke col in de
Ronde van Spanje en wat ik geleerd heb
over de manier waarop Fuente Merckx
een paar keer in moeilijkheden bracht
tijdens de Ronde van Italië, dan zeg ik:
in deze Tour zou ik Merckx in de
bergen verslagen hebben en op het vlak
ke had hij me niet weggereden omdat
mijn ploeg op dit moment sterker is dan
die van hem”.
ook wat na. Jacques Goddet, wat
kippig geworden, ziet de Grand Bou
de door een vergrootglas.
Vorige week maandag ontstak hij
in waardige toorn, toen in het tv-
programma Acutel II, de Tour aan de
kaak werd gesteld. Omdat hij tot
afstomping zou leiden. In een
hoofdartikel bestreed Goddet die stel
ling te vuur en te zwaard, met een
nummertje pathetiek, zoals hij er zel
den een heeft weggegeven. De Tour,
meende Goddet, is als sportevenement
een leerschool voor karakter en mo
raal; de Tour stimuleert de kennis
omtrent het eigen, lieve Frankrijk;
De Tour brengt achtergebleven gebie
den tot welvaart, hij bevordert de
toepassing van telecommunicatiesyste
men, en levert een bijdrage aan de
ontwikkeling van de medische weten
schap. Aldus Goddet.
Maar dat is toch wat veel van het
goede. De achtergebleven gebieden
zakken achter de bezemwagen weer
terug in hun naamloosheid. De toe
passing van telecommunicatiesyste
men gaat voort, ook zonder de Tour-
En de medische wetenschap lijkt me
niet koud of warm te worden van de
coureurs-urine, die met zoveel poeha
dagelijks tegen het licht werd gehou
den en waarvan het onderzoek niet
leidt tot de kennis omtrent de mate
waarin werkelijk wordt gedrogeerd.
De Tour heeft de overtrokken ar
gumenten van de oud geworden Jac
ques Goddet niet nodig om het spek
takel te blijven dat hij is. Hij heeft
ook de pedanterigheid van Lévitan
niet nodig om voort te kunnen rollen
tot in lengte van jaren. En daarom
de Tour is ten einde. Leve de Tour.
moment in de hele Ronde geweest dat ik in paniek
raakte. Ik dacht dat de wereld voor me instortte”.
Het geluk, dat daarna met hem was, maakte van
Luis Ocana een ander mens. Ineens bleek hij te kun
nen lachen, al ging het bij alle huldigingen na een
etappe duidelijk niet van harte. Opgegroeid in een
arm milieu (zijn vader leidde een moeilijk hout-
hakkersbestaan in Spanje, waarna hij uitweek naar
Frankrijk), en in de wielersport geteisterd door tegen
slag op belangrijke momenten (tweemaal door een val
en één keer door ziekte uit de Tour verdwenen) is
Luis Ocana somber van aard.
tegenaan. De journalisten en fotogra
fen die zich een doortocht zochten
naar de wielerbaan van Vincennes,
mochten een kilometer omlopen of,
als zij niet horen wilden, een pak op
hun lazer krijgen. In de perszaal zag
je het aantal uitgedeelde muilperen.
En Claude Mennel van Agence Fran
ce Presse werd eerst de arrestanten
wagen ingeslagen en daarna op de
wielerbaan door een withete commis
saris nog eens in de kraag gepakt,
omdat hij zich beklaagde.
De Parijse politie deed, zonder aan-
ziens des persoons (met uitzondering
dan van de „200 van Lévitan") alsof
de Palestijnse verzetsbeweging met
een moorddadige stunt had gedreigd.
Een ontvoering van Ocana of zo. Sinds
München worden opzienbarende
sportevenementen, die voor politiek
stuntwerk een aanlokkelijk podium
zijn, nerveus bewaakt met alle
gevolgen van dien. En dat moeten
óók journalisten maar accepteren.
Jacques Goddet is inderdaad, of
schoon ten vierde male gehuwd, zee:
vergrijsd en, ofschoon tot comman
deur van het legioen van eer verhe
ven, sterk vereenzaamd. Hij liep wat
verloren rond bij zijn terugkeer in
Parijs en na zijn verplichte act aan
de zijde van Lévitan. Zijn visie op de
Tour de France, een schepping van
Henri Desgranges en zijn vader, laat
„Als het publiek maar genoten heeft,
dat is voor mij het belangrijkste. Maar
aan Les Orres bewaar ik toch speciale
herinneringen. Ik heb er gereden als een
bezetene. Als een gek, kun je wel zeg
gen. Voor mezelf was dat een groots
moment. Onvergetelijk”.
„IK HAD OOK MERCKX GEPAKT”
Zolang de kleine grote man over
die rugdekking beschikt, blijft de
Tour als het grootste mobiele sporte
venement ter wereld overeind. De
journalisten mogen klagen zoveel zij
willen; ze mogen huilen over het
gebrek aan consideratie dat de huidi
ge Tour-leiding jegens hen betoont;
ze mogen snakken naar de stijl van
de vergrijsde en wat vereenzaamde
Jacques Goddet, die het allemaal veel
beter had geregeld, en ze mogen zich
laten afrossen door de Parijse politie
de Tour zal daar niet aan ten
onder gaan. Omdat hij niet stuk te
schrijven is.
De Tour kan hoogstens worden ge
moduleerd, zijn formule kan worden
bijgestuurd (en dat wordt hoog tijd),
maar hij blijft komen, ieder jaar. De
Fransen willen hem zien. De com
mercie wil hem blijven gebruiken. De
coureurs willen hem blijven rijden,
omdat hij meer is dan het wereld
kampioenschap namelijk: het top
punt van cyclisme. Wat in de wieler
sport denkbaar is aan glorie en aan
leed, aan dapperheid en aan lafheid,
aan goud en aan lood, aan moraal en
aan inzinking, aan geel en aan groen,
aan leven en aan dood, aan hysterie
geren en wie dan het dichtst in de buurt
zit, is de klos. Volgens mij komt dat
door zijn Spaanse temperament en een
merkwaardig soort van wantrouwen dat
hij aan al zijn tegenslag overhield. Echt
blij heb ik hem zelden gezien, ook in
deze Tour niet, al vind ik wel dat hij
sterk veranderde. Hij lachte tenminste
af en toe eens, maar toch niet zo dat je
kon zeggen: daar staat een gelukkig
mens. Hoe hij innerlijk ook is, ik vind
het onverstandig om zo gereserveerd te
doen. Als Tour-winnaar moet je je ver
kopen, dat hoort bij het vak. De mensen
willen een winnaar zien lachen”.
Luis Ocana is nog steeds van plan het
uurrecord van Eddy Merckx (49,431 km) aan
te vallen. Hij kondigde begin dit seizoen aan
dat het misschien komend najaar zou gebeu
ren maar wat dat betreft is hij wat terug
houdender geworden.
„Wanneer en waar ik het zal doen”, i
hij nu „weet ik nog niet. Dat ik het
proberen, staat in elk geval vast”.
achteraf allemaal eens bekijk,” rede
neerde hij, „is dat eigenlijk een prachti
ge prijs. Het betekent dat ik de regelma-
tigste renner ben geweest. De compleet
ste zou je kunnen zeggen. Daar heb ik
niet voldoende bij stil gestaan toen ik zo
op die groene trui ging mikken. Nu zeg
ik: die witte is toch een mooi bewijs van
succes.”
Dat hij al met al toch opvallend
achter bleef bij de eindwinnaar, Luis
Ocana, heeft Joop Zoetemelk innerlijk
wel zeer gedaan, maar over die teleur
stelling zegt hij heen te zijn. „In het
begin vind je dat natuurlijk vreselijk.
Op zoiets reken je niet. Ocana heeft ons
allemaal verrast. Ik wist dat hij goed
reed, maar dat hij het drie weken vol
zou houden hield ik voor onmogelijk.
Hij was deze ronde totaal anders dan
normaal. Helemaal niet nerveus in de
koers. Volkomen rustig en dat zijn we
niet van hem gewend.”
„Toen hij in Les Orres die enorme
voorsprong nam, voelde ik me erg opge
laten. Op zo’n moment weet je dat je
het publiek en je sponsor teleurstelt. De
enige troost die ik had was dat, op
Fuente na, alle kanshebbers toen de
boot ingingen. In die situatie konden we
ons achter eikaars nederlaag verschui
len, dat was een geruststelling. Ik hoef
de niet het gevoel te hebben dat ik aleen
faalde. Ik heb ervan gemaakt wat ik
ervan kon maken.”
Op de managers maakte dat (witte
trui, twee overwinningen, drie tweede
plaatsen) een zo goede indruk, dat Joop
Zoetemelk meer contracten dan ooit
kreeg voor de criteria. „De komende
twee weken r(jd ik elke dag. Dat is nog
nooit gebeurd. Afgezien van de verdien
sten, ben ik daar blij mee o mdat het
betekent dat ik slaagde in mijn plan om
aanvallender te rijden. Ook bij de ploeg
leiders is dat blijkbaar opgevallen. Ze
hebben me in al die jaren nooit zoveel
aanbiedingen gedaan als nu de laatste
dagen. Ik trek daar voor mezelf de
conclusie uit dat ik steeds beter fiets,
anders gebeurt dat niet”.
Vandaar dat Joop Zoetemelk innig
tevreden uit de Tour stapte, nagezeten
door sponsors die naar zijn diensten
hunkeren. Joop Zoetemelk wil het liefst
bij zijn huidige werkgever Gitane blij
ven. Via zijn ploegleider André Desvagez
heeft hij een aantal wensen kenbaar
gemaakt, die zich toespitsen op contract-
geld en kwaliteit van de ploeg.
Joop Zoetemelk: „Ik ben niet zo’n
wegloper. Bij Flandria kreeg ik ook
verschillende aanbiedingen, maar ik
bleef er drie jaar. Als Gitane me finan
cieel zo tegemoet komt dat het bedrag
in redelijke verhouding staat tot wat ik
bij andere ploegen kan verdienen en
wanneer er wat sterkere renners bijko
men, dan verander ik niet van merk.”
Ploegleider Desvages meent dat aan
die eisen is te voldoen en dat Zoetemelk
daarom niet overstapt. „Ik ben al bezig
met het zoeken naar een stel goede
knechten voor Zoetemelk”, zegt hij, „en
mijn directie is in beginsel bereid Joop
salarisverhoging te geven. Voor mij staat
het vast dat hij bij ons blijft.”
■Jat
h
i
»«if
iillÜ
.1
'•'■-•
'-■■■
ij?*,
BH*