Kwart eeuw geleden: Schokkend proces in VS Richard Nixon: „verraad hoge beginselen” w lijk D ■I I 1 r Troebel Sterf! it Goed nest it Kuiperijen it Neo-fascisme r* t alles 9409 ing ik 1 slijk oi t onze M 2201 zulte iver de steken- ons be- z MwX Nixon Nixon f, waai 2, 2 K' --- :4 V, w# NIXON STARTTE POLITIEKE CARRIERE MET AANPAK VAN HISS IN SENAATSONDERZOEK eid in onder emie. ebben, ARNOLD WILLINCK Joseph McCarthy, de heksenjager. J-26991 n geia- □gelijk- ssen iefst □iele venden ester, me i de Na' reen ma earn (ai nde, lot ie huid iniek ki verplee m meti waar 1 i opge- dagbeh- r per i indeling Het verzamelen van inlichtingen over mensen die verdacht worden van gezagsondermijning is in de Verenigde Staten al heel lang een veelvoorkomende bezigheid. Een niet te schat ten aantal figuren verdient hiermee zyn dagelijks brood. Het leger, de Federale recherche (FBI), de Centrale Inlichtingen dienst (CIA) verzamelen op min of meer legale manier ge gevens. Maar ook buiten deze officiële paden houden zich lieden bezig met afluisteren, telefoons aftappen, en inbreken om bijvoorbeeld aan de weet te komen hoe burgers denken over politieke zaken, wie hun vrienden z|jn. enzovoort. Par ticuliere instellingen hebben verder lange lijsten van mensen die niet met geld kunnen omgaan en die je als financiële instelling daarom maar beter als debiteur kunt mijden. Onlangs nog werd bekend dat een gepensioneerde chef van Alger Hiss was president van het Car negie Instituut voor Internationale Vre de een van die prettige goedbetaalde banen waar je in Amerika als vanzelf terechtkomt na een voorspoedige politie ke carrière. Voordien was Hiss namelijk hoofdambtenaar geweest op het ministe rie van Buitenlandse Zaken in Washing ton, in welke functie hij onder meer als vertrouwensman van president Roosevelt de conferentie van Jalta bijwoonde. Hiss had verder een belangrijke rol’ gespeeld bij de tot standkoming van de Verenigde Naties. Kortom, een man die wel achter de diplomatieke schermen had kunnen kijken. Maar als medewerker van de regering- Roosevelt was je in die dagen kort na de Tweede Wereldoorlog en bij het be gin van de Koude Oorlog bij voorbaat verdacht in de ogen van senator-heksen- jager Joseph McCarthy, die met zijn commissie voor on-Amerikaanse activi teiten beweerde een gigantisch commu nistisch complot binnen de regeringsmu- ren te hebben ontdekt. communist zijn (wat Hiss altijd heeft ontkend) méér niet. Pas maanden later, nadat Hiss Chambers had aangeklaagd wegens smaad en 75.000 dollar schade vergoeding van hem had geëist, kwam de „briljante intellectueel”, zoals Cham bers in de Amerikaanse pers werd ge noemd, op de proppen met bewijsmate riaal dat Hiss ook nog voor de Russen had gespioneerd. WHITTAKER CHAMBERS communistenaanklager (Foto Time/Lif») Om iets van de troebele sfeer in het Gedurende de processen tegen Hiss de inlichtingendienst v»n het Amerikaanse leger, generaal- majoor Ralph van Deman dermate door z|jn vak was gefasci neerd dat h|j na z|jn pensioen er niet aan dacht met z|jn werk te stoppen. In z|jn particuliere archief bewaarde h|j rapporten van zo’n 125.000 mensen, die naar z|jn mening wel eens gevaarlijk zouden kunnen z|jn voor de Amerikaanse staat. De Van Deman-rapporten, genoemd naar de paranoïde eigenaar, bevatten onder andere namen van filmsterren, Con gresleden en schrijvers (zoals Pearl Buck, „want die had lange tijd in China gewoond, zodoende”). Die Van Deman* rapporten waren gebaseerd op vertrouwelijk materiaal van leger- en marine-inlichtingendiensten. politiedossiers, plus ge gevens van de FBI. Verder had de voormalige militaire com- mandext nog zjjn eigen legertje van spionnen. dat Hiss communist was geweest ook juist. Wat waren de bewijzen dat Alger Hiss had gespioneerd? Uit een pompoen in zijn tuin („Ik was bang dat de commu nisten mijn huis zouden doorzoeken”) haalde Whittaker Chambers microfilms te voorschijn. Ze bevatten kopieën van brieven, die de Amerikaanse ambassa deur in Parijs Bullitt had geschreven en van nota’s die overhandigd waren aan de Duitse ambassadeur in Washington. Documenten uit de jaren 1937 en 1938. De zaak-Hiss sleepte zich voort van eind 1948 tot januari 1950. ALGER HISS voor meineed gepakt (Foto Time/Life) Met de gebruikelijke retoriek als het om zaken als on-Amerikaanse activitei ten ging, kon Nixon dan ook later ver klaren: „In de zaak tegen Alger Hiss lag de veiligheid van de Verenigde Staten besloten, ja de vrijheid in de gehele wereld.” Dit brengt de kwestie tot Nixons opvattingen over communisme. Hij beschouwde deze ideologie als een pest, een infectie, een verraderlijk kwaad. Communisten zijn „ratten” en het hele probleem vooral van tegenstel lingen tussen kapitalisme en marxisme, van economische, maar ook van sociale en sociologische aard wordt daarmee gereduceerd tot een kwestie van „goed” en „slecht”. Politieke tegenstanders, zoal» Adlai Stevenson, Helen Douglas (door Nixon voortdurend „de roze dame” ge noemd) werden op dezelfde zwart-wit wijze bestreden. Genuanceerde opvattin gen kregen van hem al gauw het predi- caat „meelopen met de tegenstander”, of „verraad van de hoge beginselen”. jdens en met Alger Hiss werd dan ook niet veroor deeld wegens spionage voor de Sovjet unie, maar wegens meineed. Hij kreeg vijf jaar gevangenisstraf, die hij onder ging in de staatsgevangenis van Lewis burg en waar hij twee maanden voor zijn straftijd was verstreken, werd ont slagen „omdat hij een modelgevangene was geweest.” Interessanter dan de afloop van deze zaak is nu misschien wel de merkwaar dige band tussen Whittaker Chambers en het commissielid voor on-Amerikaan se activiteiten, Richard Nixon. Chambers schreef Nixon omstreeks 1960 een brief, waarin hij zei dat hij in het Congreslid „een bepaalde hoedanigheid” had gevon den, „diep geworteld, veelzeggend en van grote betekenis voor u zelf en vele anderen.” „Waarom hij niet eerder met die be wijzen voor de dag was gekomen?” Deze vraag beantwoordde de vlezige ex-com- munist, die had gedacht dat zijn verkla ringen als voormalig partijgenoot vol doende zouden worden geloofd zo: „Ik ben Quaker en ik verwierp de gedachte het leven van wie dan ook te ruïneren.” Het is niet te geloven dat zo’n larmoy ant credo dat bovendien slechts een waarde bleek te bezitten van een moge lijke schadevergoeding van 75.000 dollar, voor zoete koek werd geslikt in het land van de ongekende mogelijkheden. Hoe zei het ook weer de voorzitter van een onderzoekscommissie tegen een vermaard Amerikaans geleerde? „Na tuurlijk, het feit dat iemand in rassen gelijkheid gelooft, bewijst niet dat hij een communist is, maaru kunt toch niet ontkennen, dat rassengelijkheid „is part of the Communist line”. Daarmee was de bewijslast keurig verschoven en erger: dit gold als een serieuze grond tot onderzoek.” Richard Nixon, de huidige Amerikaan se president, was lid van de commissie van het Huis van Afgevaardigden voor „on-Amerikaanse activiteiten”. Nixon was ervan overtuigd dat de ex-commu nist Whittaker Chambers de waarheid sprak toen deze beweerde dat Alger Hiss een spion was van de Sovjet-Unie. De man die zich ook graag op zijn Quaker-opvoeding voorstaat, maar niet gehinderd door dit pacifistische idealis me later tienduizenden Vietnamezen liet kapotbombarderen, deze man, Richard Nixon genoemd, vertelt in zijn „Six Crises” hoe hij opeens Whittaker Cham bers op zijn woord geloofde, toen het Quaker-schap van Hiss’ vrouw ter spra ke kwam. Als Chambers ér zo over sprak, dan moest hij er meer van afwe ten, en als hij er zo goed van op de hoogte was, dan waren zijn beweringen Dat vertrouwen was wederzijds. Nixon, die volgens een biograaf aan een minderwaardigheidscomplex leed, om schrijft Hiss als iemand die uit een „goed nest stamt”. In aantekeningen over de zaak staan voortdurend opmer kingen als „zijn (Hiss) manieren waren koel beleefd, tegen het neerbuigende aan”.„tegenover mij was hij tamelijk beledigend”,Zijn (Hiss) onbe schaamd optreden.” Het was blijkbaar gemakkelijker voor Nixon om zich te identificeren met de mislukte Chambers dan met de succesvolle intellectueel Hiss, die afkomstig was uit het oostkust- establishment. kregen juryleden, die voor ontslag vaa rechtsvervolging hadden gestemd brie ven als: „Sterf of vertrek naar Rusland”. Twee artsen dr. C. Binger en dr. H. Murray (directeur van het psychologisch instituut van de Harvard universiteit) verklaarden als getuigen dat Whittaker Chambers geestesziek was. Binger: „Chambers doet alsof iets waar is, maar het is een waarheid die alleen in zijn verbeelding bestaat. Chambers is een dief (in zijn studententijd had Hiss’ op ponent boeken gestolen), een pathologi sche leugenaar, iemand die zijn schulden niet terugbetaalt, een besluiteloos mens, nu eens atheïst, dan weer Quaker.” Verklaringen van Chambers, dat hij Hiss zou hebben ontmoet op bepaalde momenten in Petersborough en Was hington werden door ge.uigen en brie ven ontzenuwd. Voor sofisterij is deze manier van redeneren nog te onbenullig, maar het paste wel in de sfeer van die dagen, waarin een Joe McCarthy, verklaarde dat de Verenigde Staten het doelwit waren van een samenzwering, zo enorm, een schandvlek, zo zwart als nog nooit in de geschiedenis van de mensheid is voorgekomen en alles in de schaduw stelt. „Een samenzwering die erop ge richt is dat wij ingekapseld raken, schaakmat worden gezet en uiteindelijk ten prooi zullen vallen aan communisti sche kuiperijen van binnenuit en Russi sche militaire kracht van buitenaf.” land van Uncle Sam van die dagen te begrijpen dit citaat uit „Amerika” (uit gegeven door Elsevier, Amsterdam) van prof. J. Presser: „Het waren deze lieden (Senator McCarthy en zijn assistenten Roy Cohn en David Shine, red.) die nu eens uit maakten en dat voor jaren wie en wat wél ën wie en wat niét „un- American” moest heten. Voor de daarbij toegepaste lastermethoden moet men te ruggaan naar de dagen van Joseph Goebbels. Ze schiepen in Amerika een sfeer als in de bezettingstijd, van ge ruchten, van angst, van paniek. Men kan nu lachen over de ervaringen van een vooraanstaand hoogleraar, die, uitgeno digd voor een reeks lezingen van tevo ren onder allerlei dreigementen een acht honderd vragen moeten beantwoorden met inbegrip van zulke diepgaande, of hij ooit zware nachtmerries had gehad en of hij aan bedwateten leed men kan erom lachen, omdat dit tenslotte een vreemdeling was, die deze vragen lijst kon verscheuren. Hoe weinig Ame rikanen konden dat? Of durfden dat? Ondanks deze paranoia, of wie zal het zeggen dank zij, leefde Chambers in 1948 nog steeds, inmiddels landelijk be kend omdat hij een lange rij namen uit zijn mouw had geschud van mensen die volgens hem behoorden tot het „Was- hington-apparaat” (dat wil zeggen com munisten die tot in de regering waren doorgedrongen) de aanhangers van Hen ry Wallace’s Progressieve Partij: Joh Abt, Victor Perlo en Lee Pressman, e verder onder meer Donald en Alge Hiss. Het is duidelijk wat met deze „hoge beginselen” werd bedoeld: de democrati sche spelregels van de Amerikaanse maatschappij. Wie daar nu in het Watergate-tijdperk aan terugdenkt kan niet anders dan bijzonder verontrust raken door een melding van onze redacteur in Washing ton, naar aanleiding van het schandaal in de Amerikaanse hoofdstad: „De ver trouwenscrisis in de Verenigde Staten is nu zo groot dat op informele bijeenkom sten openlijk over het neo-fascisme in het Witte Huis wordt gesproken.” De toen 47-jarige Whittaker Chambers was zelf van 1924 tot 1937 lid geweest van de Communistische Partij een „betaalde functionaris”. Na zijn breuk was hij zijn voormalige kameraden „gaan haten”, sterker nog leefde hij in een complete achtervolgingswaanzin „mijzelf verbergend, overdag slapend en ’s nachts wakend met een geweer of revolver vlak bjj”. Beweerd wordt dat aanhangers van Richard Nixon het materiaal van Van Deman hebben gebruikt in diens verkiezingscampagne om een zetel in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden in 1946. Ook al werd het overtuigend bewijs niet geleverd, de speciale hobby om tegenstanders af te luisteren, ge gevens te stelen, gesprekken in het geniep op banden op te nemen, waarvoor nu het samenvattende woord „Watergate” bestaat, is op zichzelf niet nieuw in de Verenigde Staten van Amerika. Dat ondervond ook, precies 25 jaar geleden, Alger Hiss, in een destijds zeer geruchtmakende zaak. Een hoogstmerkwaardige samen loop van omstandigheden is dat toen in augustus 1948 een jong Amerikaans Congreslid zo’n lande lijke bekendheid kreeg door de zaak-Hiss, dat hij na veel politieke ups en downs tenslotte president van zijn land werd: Richard Nixon. Nu was er in de verklaringen va Whittaker Chambers één belangrij manco: toen hij ih augustus Alger Hiss als lid van het „apparaat” aanwees, bleef het bij deze beschuldiging Hiss zou onderzoek commissie - A WW x.xv'*'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 13