Informatief boek over biofeedback-training O Cl ge TRIOMFEN EN NODEN VAN BOEKEN AJAX IN TWEE STRINDBERGS TIJD VAN GISTING ISRAËLISCH opstandige De autobiografie CONFLICT van een i 3 Vond Odysseus godin Kirke p Schouwen-Duiveland? [fl h hel hemel Amerika aan gene zijde Tour de France en MYTHOLOCIE-ONTLEDINC OP SPECULATIEVE BASIS AU DO Veel u. terui niet van née kost MA 6 MAANDAG 6 AUGUSTUS 1973 voorgangers TOEN AUGUST STRINDBERG in 1886 zijn vierdelige autobiogra fie „Tjanstekvinnans Son” („De zoon van een dienstbode”) begon te schrijven, was hij zevenendertig jaar en woonde hij, schijnbaar vre dig, met zijn eerste vrouw, Siri von Essen, en hun drie kinderen in een klein plaatsje bij Parijs. Maar innerlijke vrede heeft Strindberg nooit gekend en ook zijn uiterlijke omstandigheden waren allesbe halve idyllisch: Zijn huwelijk was al zo goed als mislukt, zijn finan ciële situatie was uiterst benaderd, zijn cynische verhalen over het huwelijksleven, „Giftas” („Gehuwden”) hadden tot een proces ge leid, dat hij weliswaar had gewonnen maar waardoor hij toch veel vrienden en een groot deel van zijn literaire reputatie in Zweden had verloren, en zijn vertrek naar Frankrijk had dan ook bijna iets van een vlucht gehad. Zijn zenuwgestel was tegen dat alles niet bestand en bijgevolg werd de toestand nog verergerd doordat hij psychopa- tische verschijnselen begon te vertonen. Toneel-evolutie ER BESTAAT bij sommigen een onbedwingbare behoefte om indrukwekkende historische fei ten of legendarische verhalen in eigen contreien te situeren. Meestal wordt dat gedaan om die eigen omgeving daardoor in een heiliger daglicht te plaatsen. Leidt zo’n behoefte tot her- situering van gegevens tot waar achtige geschiedschrijving? Het blijft geloof ik bijzonder speculatief. Maar anderzijds heb ben „vrije denkers” soms dingen ontdekt, waaraan de wetenschap nu eenmaal voorbij gaat. Met het bovenstaande waarschuw ik eigenlijk mezelf om me niet voor barig te laten meeslepen door „Homerus, zanger der Kelten”, met als ondertitel „Odysseus op Schouwen-Duiveland”, onder de schuilnaam Ernst Gideon na jarenlange diepgaande studie ge schreven. Het is door Ankh-Her- mes in Deventer met veel foto’s fraai uitgegeven. 'I’S E t - li t umwuf HEIN STEEHOUWER N'oterin HEIN STEEHOUWER Allemaal te gek, lijkt het Maar de schrijver beroept zich dan wel op vele voorgangers, die een dergelijke mening waren toegedaan. Zijn belang- te kra He ko Dit alles dient men in het oog te houden bij het leze van zijn autobio grafie, waarvan de Arbeiderspers in 1969 het eerste deel en nu, onder de titel „Tijd van gisting”, het tweede deel in Nederlandse vertaling heeft uitgegeven. In het eerste deel worden Strindbergs kinderjaren en zijn ont wikkeling tot jongeman beschreven; het tweede deel behandelt zijn stu dententijd in Uppsala, die wordt ver gald door de kleinsteedse atmosfeer en door constant geldgebrek, het jaar waarin hij als onderwijzer aan een lagere school en als huisleraar in een welgesteld gezin probeert zijn brood te verdienen, zijn korte loopbaan als assistent van een arts, zijn mislukte poging om acteur te worden en zijn teleurstellende ervaringen als begin nend toneelschrijver. Bij elkaar een periode van vijf jaar van zijn acht tiende tot zijn drieëntwintigste. STRINDBERGS LOTGEVALLEN in die vijf jaar zijn dus afwisselend ge- AMS' enige 1 toch va Nation? anderei aandele tering Gistere: Verder prefere tuele o begin t seerd. De ont nations verbete bracht Olie te brokkel Amerik rige da index a der gez werd d juli eei onderg: maatre; beschot de ver en and zich, w bleef ti twaalf rustig, een kv van Ui verbete Philips een opi zestig tot f 73 ondank vaartm meren ruim f tje bei slechts stelde boeken BRI vrij da totaal doorge omdat prijs augur: fabriel voor droogt nen n Geli voor miner; stoffel nen d naar taan I betale onkos' escudt teld. 1 neer Chilee SAP bank gen v Ameri koers leveni buiter hoogd reserv koers escudi verbri ten ui hoogd voor bouw; verhoi de ien rut Ernst Gideon kan gelijk hebben. En waarom dan toch mijn waarschu wende inleiding? Omdat ik meen, dat de schrijver zich teveel door een wensdroom heeft laten leiden. En dat blijkt dan uit zijn taalkundige argu menten. Hij leidt Zeeuwse plaatsna- De verovering van de wereldbeker- landskampioenschap en Europa cup I stempelt Ajax tot een superformatie, die alleen nog maar vergeleken kan worden met Real Madrid aan het einde van de jaren vijftig. Hoe dit allemaal is gebeurd wordt uitvoerig beschreven in het bij De Boekerij in Baarn uitgegeven Ajax Jaarboek 1972-1973- Het is goed dat het alle maal nog een uitvoerig is opgete kend door Han Molenaar en Parool- redacteur Leo Bolle, want het verle den vervaagt snel. noeg, maar het boek ontleent zijn waarde vooral aan de stroom van idee- en, bespiegelingen en dikwijls apodic tische uitspraken over sociale, literai re, filosofische en theologische onder werpen waardoor de schrijver zich onophoudelijk laat meeslepen om langs die weg de ontwikkeling van ziel” (de ondertitel van het werk) te analyseren. Een objectieve analyse is dat allerminst; bij het lezen rijst herhaaldelijk de vraag, in hoe verre de min of meer psychopatische Strindberg van 1886 zijn denkbeelden van vijftien jaar tevoren zuiver heeft weergegeven en of hij niet een gro< deel van zijn latere opvattingen in heeft gemengd. Als twintigjarige war hij ongetwijfeld al een opstandige maar hij was toen ook al de socialist anarchist en atheïst die hier wordt beschreven, of heeft Strindberg mis schien de ideeën uit zijn Franse peri ode, toen allerlei nieuwe invloeden e ervaringen op hem hadden ingewerkt. Me jammer dat de uitgave van de Arbei derspers niet voorzien is van voe ten met enige toelichting op de bete kenis van sommige Zweedse s vers, filosofen en politici over wie Strindberg zich soms gunstig maar ir de meeste gevallen ongunstig uitlaat en die in ons land nauwelijks of in ’t geheel niet bekend zijn. Maar vooral betreurenswaardig is het dat de ver taling door Marguérite E. Törnquvist- Verschuur heel veel te wensen over laat. Men mag aannemen dat de ver taalster het Zweeds goed beheerst, maar haar beheersing van het Neder lands is bepaald onvoldoende. De tekst wordt niet alleen ontsierd dor grammaticale fouten, zoals „alle po gingen van eerstejaars zich op r voorgrond te dringen werden de kop ingedrukt” (blz. 25), „al zijn eerzuch tige dromen en verwachtingen zouden de bodem ingeslagen worden” (blz. 35) en „moest nu die halve miljoen de vier regeren?” (blz. 85); men vindt ook stijlbloempjes als „het ijzer is nu al te duur voor de spoorweg”, waar bedoeld is dat vervoer per trein te duur is voor het ijzer (blz. 30), een jongen die het waagde, „vrijwillig en luidruchtig te stinken” (blz. 50) en een scène waarin „Johan zijn vrien din het hof aan het maken was” (blz. 54). De vertaalster heeft het over „wissels” voor eten en kleren, waar zij bonnetjes bedoelt die aan armen worden verstrekt, over het „semester” van de schouwburg in plaats van over het seizoen, en een edelman noemt zij, heel Zweeds, een „adels- man”. Dit zijn maar enkele grepen uit deze slechte vertaling, waarmee het belangrijke werk van Strindberg allerminst gediend is. SIMON KOSTER den duur de staat Israel in zijn eigen jeugdportret „hineinin- terpretiert”? Er zijn redenen genoeg om dat laatste aan te nemen, maar volstrekte zekerheid daaromtrent zul len we natuurlijk nooit krijgen. Belangrijk blijft in elk geval dat Strindberg of het nu zijn overtui gingen uit 1870 of 1886 waren in dit boek ideeën heeft verkondigd die in onze tijd, dus ongeveer een eeuw later, nog verrassend modern aan doen. Of het nu om kritiek op de starheid van het universitaire systeem gaat, over de noodzaak tot hergroepe ring van politieke partijen, over verzet tegen de gevestigde machten, of over de wenselijkheid van maatschappij hervorming, telkens weer vindt met bevestigd dat wat Eugene O’Neil vijf tig jaar geleden schreef ook nu nog geldt: „Strindberg still remains among the most modern of moderns”. Het zou echter een te geringe hom mage aan het fenomeen Ajax zijn als de schittemde zegereeks in Europa cup I, uitmondend iin de taktisch bevochtten zege op medefinalist Ju ventus, zo snel in de vergetelheid zou raken. Molenaar voert u terug naar het ongelooflijke succesjaar 1972-1973 dat al de vorige nog overtrof. De successen gingen onvermijdelijk met enorme spanningen gepaard. Een willekeurige (negatieve) greep uit de tol die voor het succes binnen het voetbalbedrijf Ajax betaald moet worden was bijvoorbeeld de meniscus van miljoenenaainkoop Jan Mulder, de rebellie van superster Johan Cruyff tegen clubarts John Rolink, die erin resulteerde dat Cruyff wei gerde om met het elftal naar München te reizen waar de return Het bovenstaande is een fragment uit het boek „Een wereld aan gene zijde”, geschreven door Ruth Montgo mery en uitgegeven door J. H. Gott- mer in Haarlem. In dit boek treden de overleden Kennedy’s op als hemel se bemiddelaars in de wereldpolitiek. Ze hebben het dus kennelijk nog niet afgeleerd. En hoe komt Ruth Montgomery aan haar wijsheid? Ze is een schrij vend medium achter de schrijfma- schine „geïnspireerd door Ford”, ook een overledene, die indertijd zelf een wereldberoemd medium is ge weest. En hij heeft het kennelijk ook nog niet afgeleerd. Ik wil beslist het spiritisme niet bestrijden. Torenhoge stapels boeken van grote parapsychologen zouden op me neerstorten. Maar dat gene zijde eruit ziet, zoals hier uitvoerig wordt beschreven aan de hand van hele massa’s clichévoorbeelden, die in ie der dergelijk boek volkomen onge controleerd te berde worden ge bracht, is me te gortig. En nog veel meer gortig, dat een inderdaad groot man, als Arthur Ford geweest is, zich bezig houdt met mededelingen over het middellaarschap van de Kenne dy’s (en anderen), die hier op aarde nog hun invloed zouden doen gelden. Het is gewoon apekool van een over spannen vrouw, die haar eigen wens dromen aanziet voor hemelse inge vingen. Die ingevingen houden ook in, dat Fidel Castro verdwijnt en dat Cuba in de schoot van de Ameri kaanse bondgenootschap terugkeert, dat de communistische groeperingen uit Zuid Amerikaanse landen zullen verdwijnen en dat daar „gelukkig sterke mannen voor in de plaats zul len komen, om de macht in handen te nemen. Nee, Ruth Montgomery is een typi sche wereldvreemde Amerikaanse Middle-class-tante, die haar onderbe wuste ingevingen kennelijk parallel laat lopen met de ideeën van Ameri ka ’s twee heiligste instituten, de Morele Herbewapening in de CIA. .4 Ernst Gideon argumenteert in het algemeen bijzonder goed in navolging van de genoemde Belgische onderzoe kers. Bovendien heeft hij zelf veel taalkundig en zeevaartkundig onder zoek verricht. Hij heeft extra-argu- menten aangevoerd om te bewijzen, dat Odysseus zelfs via de Azoren en de Canarische eilanden West-Indië zou hebben bereikt. Dat doet hij, door alles na te gaan, want Homerus uit voerig beschrijft over de stormen, getijden, stromingen, passaten en aantallen vaardagen, alleen mogeiijk op de Atlantische Oceaan, en niet in een Middellandse Zee, die deze ocea nische eigenschappen niet bezit. Kirke betovert de manschappen van Odysseus tot zwijnen, dan wel mannen die zich als zwijnen gedra gen, en sluit ze op in een varkenskot. Wel, stelt Gideon: een mannelijk var ken wordt beer, boor of beur ge noemd, al naar het dialect. Het plaatsje Borendam bij Zierikzee is dus „varkensplaats”. Als de varkens zijn onttoverd, beeft de grond volgens Homerus’ tekst. Welnu, Beveland en het plaatsje Schuddebeurs (geschud mannetjesvarken dus) herinneren daaraan. Dat is natuurlijk een woord afleiding van dezelfde orde als die in het roemruchte Oera-Linda-boek, namelijk van de koude grond. Alsof de fonetica van het Keltisch op zo'n directe wijze gebonden aan diezelfde begrippen in onze taal zou zijn be waard gebleven. Zo zijn talloze voor beelden, die veel te veel willen be wijzen en die het overigens zeer op merkelijk boek een groot aantal vraagtekens meegeven. De Wandleburg-ring in Engeland, nabij de Wash, Bay. De schrijver van „Homerus, zanger der Kelten”, si tueert hier de plaats, waar de Tro jaanse oorlog zich zou hebben afge speeld. DE GROTE EVOLUTIIE van de to neelkunst rond 1900 heeft Strindberg, hoewel hijzelf nog geen van de stuk ken had geschreven die hem wereld beroemd zouden maken, in 1886 voor zien: „Hn de vervulling van deze tijd zal een nieuwe dramatiek gaan ontkiemen, en op dit ogenblik kunnen we onze toneelschrijvers slechts de raad geven, de tijd zelf te bestude ren”. Ook zag hij vooruit, dat de toen nog nauwelijks begonnen sociale ont wikkeling op den duur tot het huidi ge „doe-het-zelf”-systeem zou moeter leiden: „De mancipatie van de lagere standen zal de cultuurmens aanzetter tot een zekere vorm van lichamelijk werk waar nu de huisslaven voor moeten draaien!” Voor de Nederlandse lezer is b rijkste informateurs zijn twee Bel gen. Een ervan is Charles Jo seph de Grave (17311806) aan wie ook Hubert Lampo een boek heeft gewijd. „Toen Herakles spitte en Kir ke spon” en de ander is Thephile Cailleux, levende in de vorige eeuw. Die beiden kwamen al tot verstrek kende conclusies inzake Homerus. Zij schrijven bovendien in het spoor van antieke autoriteiten als Thucidides en Seneca, Verigillius niet te vergeten, d‘ie beweerde dat Odysseus een Gal liër was, Lucanus doet daar nog een schepje boven op, door te schrijven, dat de Belgen van destijds, ook Gal liërs of Kelten,, zelf beweerden af te stammen van de Trojanen. tegen het arrogante Bayern München op het programma stond en het anti- voetbal en gevaar voor ontvoering van de Ajacieden in Buenos Aires waar Ajax in september de eerste wedstrijd voetbalde die tenslotte de wereldbeker naar Amsterdam zou brengen. Om het boek nog leesbaarder te maken werden ook verscheidene in terviews opgenomen. Leo Bolle sprak met Johnny Rep, Sjaak Swart, sup porter Willy Alberti en spion Henk Groot. Ajax Jaarboek 1972-1973 rij kelijk geïllustreerd, is een document geworden, waaraan iedere voetbal liefhebber zijn hart zal kunnen opha- len. Ajax krijgt ook een belangrijke plaats in het door Herman Kuiphof samengestelde boek dat als titel „Eu ropa cup XVIII” meekreeg. Het is een uitgave van Luiitingh in Baam. Aandacht is ondermeer besteed aan de Zuidamerikaanse perikelen van Ajax tegen Independiente de erbar melijke finale in Belgrado tegen Ju ventus maar ook aan de cupverrich- tingen van FC Twente en FC Den Haag. Naast alle Nederlandse cupbe- slommeringen, waarbij ook Feye- noord nog ter sprake komt, is ruimte gelaten voor interviews, voor be schouwingen overhet buitenlandse voetbal en voor de uitslagenbijlage. M.S. VANDAAG HEBBEN WE enkel» nieuwtjes voor jullie over de gebroe ders Kennedy. Jack houdt zich bezig met internationale problemen en heeft zich tot voornaamste doel ge steld de een of andere overeenkomst tot stand te brengen tussen de Israë li’s en de Arabieren. Bobby probeert het tempo te vertragen van de onge duldige strijders voor gelijke burger rechten, door de toestand enigszins te kalmeren. Hij zegt dat hij gelooft enige invloed te hebben gehad op de meer radicale leiders van de Zwarte Panters en van revolutionaire bendes die diplomaten ontvoeren en om wraak schreeuwen. Laten we nu hun reacties bespreken toen zij hier naar deze geestenwereld kwamen zonder hun knappe, stoffelijke lichaam waarvan zij in de bloei van hun jaren afstand hebben moeten doen. die toestand te blijven. Hij kan dan bijvoorbeeld alfa- of thetagolven pro duceren, waaraan niets mysterieus is en die hem toch baat brengen. „Bio- feedback” wordt zo’n oefening ge noemd. Onder die titel „Biofeedback, het inschakelen van de kracht van uw geest” is er nu voor het eerst een goed boek in Nederland uitgebracht door H. H. Gottmer in Haarlem. Het is geschreven door twee onderzoekers, Marvin Karlins en Lewis M. An drews. Het boek is populair-weten schappelijk en geeft heel veel infor matie over de manier, waarop met dergelijke apparaten moet worden gewerkt. Er is namelijk volop van deze apparatuur voor de leek in de handel gebracht, zowel door Ameri kaanse als Japanse firma’s. De Ame rikaanse firma’s worden met name genoemd en de kwaliteit van hun apparatuur wordt omschreven. Voor ondeugdelijke apparaten wordt ook gewaarschuwd. En wat is dan het doel van deze Amerikaanse rage? De schrijvers blij ven er heel nuchter bij. weiden wei nig uit over bovennatuurlijke toe standen, die men bij zichzelf kan of zou kunnen opwekken. Ze schrijven meer over het feit, dat men via biofeedback de zenuwen kan be heersen, ook het hart en de bloedva ten, dat men er de spieren mee kan leren ontspannen en zichzelf kan wennen aan een juiste ademhaling. Natuurlijk brengen al deze lichame lijke verschijnselen ook een beïnvloe ding van de geest mee, want lichaam en geest zijn nu eenmaal twee aspec ten van dezelfde mens, met de ziel als derde onscheidbare facet. En over die geestelijke beïnvloeding worden dan ook de juiste informaties gele verd, zonder dat de schrijvers zich te buiten gaan aan fraaie beloften over mystiek en dergelijke. Ten overvloede is er aan het boek nog een verstandig nawoord toege voegd van F. Harthoom, een deskun dige aan de Amsterdamse Universi- teit, die bezig is met het onderzoek naar de condioneerbaarheid van al- faritme en de therapeutische bruik baarheid van de feedback hiervan. HEIN STEEHOUWER. AL EEUWEN IS BEKEND, dat meditatie, concentratie en contempla tie in de mens krachten kunnen op roepen die voor sommigen heilzaam kunnen werken. B(j de meesten blijft het bij meditatie, die soms rust schenkt, omdat er ontspanning bij te pas komt. Wordt niet meer bereikt, dan is die geestelijke rust al een zegen voor een mens in een over spannen wereld. Tot voor kort was meditatie een kwestie van zich „geestelijk leeg ma ken”, door middel van het in stilte recitreren van een mantram, het zich concentreren op een korte tekst, een kaarsvlam en meer dergelijke midde len. Meestal mislukt dat dan, omdat er niet snel zichtbare resultaten toon baar zijn en de leerling niet doorzet. In Amerika is men al een aantal jaren bezig om encefaogrammen te maken van mediterende mensen. Dat wil zeggen, dat ze electroden op het hoofd geplaatst krijgen en dat hun hersengolven worden gemeten. Ge vonden is daarbij, dat inderdaad ver anderingen in bewustzijnstoestanden en dus ook die innerlijke rust vrij gemakkelijk meetbaar zijn. Ontdekt werd ook, dat als de proef persoon zelf naar een wijzerschaal op een encefalograaf of naar de lijn op de voorbijglijdende papierstrook mee kijkt, het hem gemakkelijk is om in Ofschoon de samenstelling van het zadel tegenwoordig voornamelijk uit een plastic-produkt bestaat, dekt die gekozen titel het fenomeen Tour en alles wat daaraan vast zit op een boeiende manier. Jean Nelissen ver schaft een uitstekend inzicht in de beginperiode van de Tour toen boeren met bijlen en spijkers klaarstonden om het parkoers te verstoren en hij volgt de geschiedenis trouw tot de laatste explosies van Eddy Merckx. De grote kracht van dit boiek is een schat aan achtergrond-informatie, ge steund door statistieken die er een waardevol naslagwerk van maken. In zijn opdracht heeft Jean Nelissen precies samengevat waar het om gaat en wat zijn boek zo boeiend maakt: „Aan allen die de verzengende hitte van de Midi Libre en de koude, mist en regen in de Vogezen trotseerden; aan de invaliden; aan allen die de dag prijzen of vervloeken dat zij in de Tour kwamen; aan de Tour, anar chist in een gemotoriseerd tijdperk, uitdager, verstrooier en kweller”. De prijs van dit boek staat in geen enkele verhouding tot de prijs die degenen betaalden om dit boek te kunnen doen schrijven... PETER HEEERKENS Want wait beweert Ernst Gideon? Wel, dat de altijd als Grieks be schouwde Ihlias en Odyssee zich niet afspelen binnen de kusten van de Middellandse Zee. Beide epische dra ma’s zijn van Keltische afkomst, be weert hij. De Kelten hebben voor de Grieken op de Balkan gewoond. Het is niet ónmogelijk, want via Klein Azië kwamen de Gallische (of Kelti sche) stammen door Oost-Europa naar de Atlantische en Noordzeekus ten. De Grieken zouden bij hun verove ring van de Balkan de Illias en Odyssee hebben overgenomen en „vergriekst”. Homerus zou een Kelti sche druïde zijn geweest, een pries- ter-zanger. De Grieken zouden hun Troje hebben genoemd naar de Kelti sche Troja-burchten, die in heel Eu ropa worden gevonden Ook andere voor ons Griekse namen en begrip pen, zouden door de Grieken zijn .genaast” omdat henzelf de waarheid in Homerus drama’s zou zijn ontgaan Homerus woondde aan de Spaanse kust een Keltisch centrum met uitlo pers tot in Engeland en ons land maar tevens ook Foenicische in- vloedsgebieden omdat de Foeniciërs .als zeevaarders hun kolonies bij de Kelten hadden. Volgens Ernst Gideon is Troje het oud-Keltische Goigmagog in Engeland, nabij de Wash Bay, een zogenaamde Troja-burcht. Kirke was een vrouwe lijke druïde, die haar tempel had op Schouwen-Duiveland, waar Odysseus terechtkwam tijdens zijn omzwervin gen met Foeniciërs. men veel te lichtvaardig af uit het Foenicisch, het Grieks en zelfs de „mysterietaai” van de Kelten. Een paar voorbeelden. De godin Kirke zou de naamgeef- ster zijn van Zierikzee, vooral als je de spelling Circe gebruikt en die als Tsiertse uitspreekt. „ALS GOD, zoals sommigen nu zeggen, dood is, dan is hij ongetwij feld doodgegaan aan zijn pogingen om voor het Arabisch-Joodse pro bleem een billijke oplossing te vin den.’.’ Met dit motto begint het boekje „Het konflikt in het Midden-Oosten” van P: Idenburg en P. Geelkerken (Uitgeverij In de Toren, Baarn). Het citaat van de Amerikaanse journalist I. Stone wordt heel ken merkend herhaald in het laatste hoofdstuk „Knelpunten en perspek- tieven”, als het ware om aan te geven hoeveel klemmende aspecten en kleurloze uitzichten er voor het pro bleem bestaan. De schrijvers van de studie zijn docent (mr. Idenburg) en student (Geelkerken) aan de Vrije Universi- teit van Amsterdam, die hun werk stuk „het eindprodukt van een werk college van studenten politikologie” noemen. Maar het is eigenlijk méér, want in ruim honderd bladzijden wordt hier beknopt het terrein afge bakend groter dan het Midden Oosten de historie geschetst e n elk divergerend standpunt geanalyseerd. Het gebeurt allemaal intelligent, en (vanzelfsprekend voor een werkcolle ge) terdege doorgepraat. Eén van de conclusies: „Een Israë lisch beleid dat niet uitgaat van de gelijke rechten van anderen en de principiële menselijke gelijkwaardig heid zal de Israëlische cultuur in zijn meest wezenlijke elementen aantas ten en daarmee op fundamenten van de zelf.” Boeiende lectuur, dit deeltje uit de Anthos-reeks over het konflikt dat nu al een kwart eeuw doorwoekert. A. W. ÓVER DE TOUR de France be staan tal van anekdotes maar nog nooit (althans in Nederland) werden ze zo overzichtelijk en boeiend ge bundeld als in het thans verschenen boek van Jean Nelissen: „Hemel en hel op een stukje leer”. «HM* J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 6