Informatief boek
over
biofeedback-training
O
Cl
ge
TRIOMFEN EN NODEN VAN
BOEKEN
AJAX IN TWEE
STRINDBERGS TIJD VAN GISTING
ISRAËLISCH
opstandige
De autobiografie
CONFLICT
van een
i
3
Vond Odysseus godin Kirke
p Schouwen-Duiveland?
[fl
h
hel
hemel
Amerika
aan
gene zijde
Tour de France
en
MYTHOLOCIE-ONTLEDINC OP SPECULATIEVE BASIS
AU
DO
Veel
u.
terui
niet
van
née
kost
MA
6
MAANDAG 6 AUGUSTUS
1973
voorgangers
TOEN AUGUST STRINDBERG in 1886 zijn vierdelige autobiogra
fie „Tjanstekvinnans Son” („De zoon van een dienstbode”) begon te
schrijven, was hij zevenendertig jaar en woonde hij, schijnbaar vre
dig, met zijn eerste vrouw, Siri von Essen, en hun drie kinderen in
een klein plaatsje bij Parijs. Maar innerlijke vrede heeft Strindberg
nooit gekend en ook zijn uiterlijke omstandigheden waren allesbe
halve idyllisch: Zijn huwelijk was al zo goed als mislukt, zijn finan
ciële situatie was uiterst benaderd, zijn cynische verhalen over het
huwelijksleven, „Giftas” („Gehuwden”) hadden tot een proces ge
leid, dat hij weliswaar had gewonnen maar waardoor hij toch veel
vrienden en een groot deel van zijn literaire reputatie in Zweden had
verloren, en zijn vertrek naar Frankrijk had dan ook bijna iets van
een vlucht gehad. Zijn zenuwgestel was tegen dat alles niet bestand
en bijgevolg werd de toestand nog verergerd doordat hij psychopa-
tische verschijnselen begon te vertonen.
Toneel-evolutie
ER BESTAAT bij sommigen
een onbedwingbare behoefte om
indrukwekkende historische fei
ten of legendarische verhalen in
eigen contreien te situeren.
Meestal wordt dat gedaan om
die eigen omgeving daardoor in
een heiliger daglicht te plaatsen.
Leidt zo’n behoefte tot her-
situering van gegevens tot waar
achtige geschiedschrijving? Het
blijft geloof ik bijzonder
speculatief. Maar anderzijds heb
ben „vrije denkers” soms dingen
ontdekt, waaraan de wetenschap
nu eenmaal voorbij gaat. Met het
bovenstaande waarschuw ik
eigenlijk mezelf om me niet voor
barig te laten meeslepen door
„Homerus, zanger der Kelten”,
met als ondertitel „Odysseus op
Schouwen-Duiveland”, onder de
schuilnaam Ernst Gideon na
jarenlange diepgaande studie ge
schreven. Het is door Ankh-Her-
mes in Deventer met veel foto’s
fraai uitgegeven.
'I’S E
t - li t
umwuf
HEIN STEEHOUWER
N'oterin
HEIN STEEHOUWER
Allemaal te gek, lijkt het Maar de
schrijver beroept zich dan wel op
vele voorgangers, die een dergelijke
mening waren toegedaan. Zijn belang-
te
kra
He
ko
Dit alles dient men in het oog te
houden bij het leze van zijn autobio
grafie, waarvan de Arbeiderspers in
1969 het eerste deel en nu, onder de
titel „Tijd van gisting”, het tweede
deel in Nederlandse vertaling heeft
uitgegeven. In het eerste deel worden
Strindbergs kinderjaren en zijn ont
wikkeling tot jongeman beschreven;
het tweede deel behandelt zijn stu
dententijd in Uppsala, die wordt ver
gald door de kleinsteedse atmosfeer
en door constant geldgebrek, het jaar
waarin hij als onderwijzer aan een
lagere school en als huisleraar in een
welgesteld gezin probeert zijn brood
te verdienen, zijn korte loopbaan als
assistent van een arts, zijn mislukte
poging om acteur te worden en zijn
teleurstellende ervaringen als begin
nend toneelschrijver. Bij elkaar een
periode van vijf jaar van zijn acht
tiende tot zijn drieëntwintigste.
STRINDBERGS LOTGEVALLEN in
die vijf jaar zijn dus afwisselend ge-
AMS'
enige 1
toch va
Nation?
anderei
aandele
tering
Gistere:
Verder
prefere
tuele o
begin t
seerd.
De ont
nations
verbete
bracht
Olie te
brokkel
Amerik
rige da
index a
der gez
werd d
juli eei
onderg:
maatre;
beschot
de ver
en and
zich, w
bleef ti
twaalf
rustig,
een kv
van Ui
verbete
Philips
een opi
zestig
tot f 73
ondank
vaartm
meren
ruim f
tje bei
slechts
stelde
boeken
BRI
vrij da
totaal
doorge
omdat
prijs
augur:
fabriel
voor
droogt
nen n
Geli
voor
miner;
stoffel
nen d
naar
taan I
betale
onkos'
escudt
teld. 1
neer
Chilee
SAP
bank
gen v
Ameri
koers
leveni
buiter
hoogd
reserv
koers
escudi
verbri
ten ui
hoogd
voor
bouw;
verhoi
de
ien
rut
Ernst Gideon kan gelijk hebben. En
waarom dan toch mijn waarschu
wende inleiding? Omdat ik meen, dat
de schrijver zich teveel door een
wensdroom heeft laten leiden. En dat
blijkt dan uit zijn taalkundige argu
menten. Hij leidt Zeeuwse plaatsna-
De verovering van de wereldbeker-
landskampioenschap en Europa cup I
stempelt Ajax tot een superformatie,
die alleen nog maar vergeleken kan
worden met Real Madrid aan het
einde van de jaren vijftig. Hoe dit
allemaal is gebeurd wordt uitvoerig
beschreven in het bij De Boekerij in
Baarn uitgegeven Ajax Jaarboek
1972-1973- Het is goed dat het alle
maal nog een uitvoerig is opgete
kend door Han Molenaar en Parool-
redacteur Leo Bolle, want het verle
den vervaagt snel.
noeg, maar het boek ontleent zijn
waarde vooral aan de stroom van idee-
en, bespiegelingen en dikwijls apodic
tische uitspraken over sociale, literai
re, filosofische en theologische onder
werpen waardoor de schrijver zich
onophoudelijk laat meeslepen om
langs die weg de ontwikkeling van
ziel” (de ondertitel van het werk) te
analyseren. Een objectieve analyse is
dat allerminst; bij het lezen rijst
herhaaldelijk de vraag, in hoe verre
de min of meer psychopatische
Strindberg van 1886 zijn denkbeelden
van vijftien jaar tevoren zuiver heeft
weergegeven en of hij niet een gro<
deel van zijn latere opvattingen in
heeft gemengd. Als twintigjarige war
hij ongetwijfeld al een opstandige
maar hij was toen ook al de socialist
anarchist en atheïst die hier wordt
beschreven, of heeft Strindberg mis
schien de ideeën uit zijn Franse peri
ode, toen allerlei nieuwe invloeden e
ervaringen op hem hadden ingewerkt.
Me
jammer dat de uitgave van de Arbei
derspers niet voorzien is van voe
ten met enige toelichting op de bete
kenis van sommige Zweedse s
vers, filosofen en politici over wie
Strindberg zich soms gunstig maar ir
de meeste gevallen ongunstig uitlaat
en die in ons land nauwelijks of in ’t
geheel niet bekend zijn. Maar vooral
betreurenswaardig is het dat de ver
taling door Marguérite E. Törnquvist-
Verschuur heel veel te wensen over
laat. Men mag aannemen dat de ver
taalster het Zweeds goed beheerst,
maar haar beheersing van het Neder
lands is bepaald onvoldoende. De
tekst wordt niet alleen ontsierd dor
grammaticale fouten, zoals „alle po
gingen van eerstejaars zich op r
voorgrond te dringen werden de kop
ingedrukt” (blz. 25), „al zijn eerzuch
tige dromen en verwachtingen zouden
de bodem ingeslagen worden” (blz.
35) en „moest nu die halve miljoen
de vier regeren?” (blz. 85); men vindt
ook stijlbloempjes als „het ijzer is nu
al te duur voor de spoorweg”, waar
bedoeld is dat vervoer per trein te
duur is voor het ijzer (blz. 30), een
jongen die het waagde, „vrijwillig en
luidruchtig te stinken” (blz. 50) en
een scène waarin „Johan zijn vrien
din het hof aan het maken was” (blz.
54). De vertaalster heeft het over
„wissels” voor eten en kleren, waar
zij bonnetjes bedoelt die aan armen
worden verstrekt, over het „semester”
van de schouwburg in plaats van
over het seizoen, en een edelman
noemt zij, heel Zweeds, een „adels-
man”. Dit zijn maar enkele grepen
uit deze slechte vertaling, waarmee
het belangrijke werk van Strindberg
allerminst gediend is.
SIMON KOSTER
den duur de
staat Israel
in zijn eigen jeugdportret „hineinin-
terpretiert”? Er zijn redenen genoeg
om dat laatste aan te nemen, maar
volstrekte zekerheid daaromtrent zul
len we natuurlijk nooit krijgen.
Belangrijk blijft in elk geval dat
Strindberg of het nu zijn overtui
gingen uit 1870 of 1886 waren in
dit boek ideeën heeft verkondigd die
in onze tijd, dus ongeveer een eeuw
later, nog verrassend modern aan
doen. Of het nu om kritiek op de
starheid van het universitaire systeem
gaat, over de noodzaak tot hergroepe
ring van politieke partijen, over verzet
tegen de gevestigde machten, of over
de wenselijkheid van maatschappij
hervorming, telkens weer vindt met
bevestigd dat wat Eugene O’Neil vijf
tig jaar geleden schreef ook nu nog
geldt: „Strindberg still remains
among the most modern of moderns”.
Het zou echter een te geringe hom
mage aan het fenomeen Ajax zijn als
de schittemde zegereeks in Europa
cup I, uitmondend iin de taktisch
bevochtten zege op medefinalist Ju
ventus, zo snel in de vergetelheid zou
raken. Molenaar voert u terug naar
het ongelooflijke succesjaar 1972-1973
dat al de vorige nog overtrof.
De successen gingen onvermijdelijk
met enorme spanningen gepaard. Een
willekeurige (negatieve) greep uit de
tol die voor het succes binnen het
voetbalbedrijf Ajax betaald moet
worden was bijvoorbeeld de meniscus
van miljoenenaainkoop Jan Mulder,
de rebellie van superster Johan
Cruyff tegen clubarts John Rolink,
die erin resulteerde dat Cruyff wei
gerde om met het elftal naar
München te reizen waar de return
Het bovenstaande is een fragment
uit het boek „Een wereld aan gene
zijde”, geschreven door Ruth Montgo
mery en uitgegeven door J. H. Gott-
mer in Haarlem. In dit boek treden
de overleden Kennedy’s op als hemel
se bemiddelaars in de wereldpolitiek.
Ze hebben het dus kennelijk nog niet
afgeleerd.
En hoe komt Ruth Montgomery
aan haar wijsheid? Ze is een schrij
vend medium achter de schrijfma-
schine „geïnspireerd door Ford”,
ook een overledene, die indertijd zelf
een wereldberoemd medium is ge
weest. En hij heeft het kennelijk ook
nog niet afgeleerd.
Ik wil beslist het spiritisme niet
bestrijden. Torenhoge stapels boeken
van grote parapsychologen zouden op
me neerstorten. Maar dat gene zijde
eruit ziet, zoals hier uitvoerig wordt
beschreven aan de hand van hele
massa’s clichévoorbeelden, die in ie
der dergelijk boek volkomen onge
controleerd te berde worden ge
bracht, is me te gortig. En nog veel
meer gortig, dat een inderdaad groot
man, als Arthur Ford geweest is, zich
bezig houdt met mededelingen over
het middellaarschap van de Kenne
dy’s (en anderen), die hier op aarde
nog hun invloed zouden doen gelden.
Het is gewoon apekool van een over
spannen vrouw, die haar eigen wens
dromen aanziet voor hemelse inge
vingen. Die ingevingen houden ook
in, dat Fidel Castro verdwijnt en dat
Cuba in de schoot van de Ameri
kaanse bondgenootschap terugkeert,
dat de communistische groeperingen
uit Zuid Amerikaanse landen zullen
verdwijnen en dat daar „gelukkig
sterke mannen voor in de plaats zul
len komen, om de macht in handen te
nemen.
Nee, Ruth Montgomery is een typi
sche wereldvreemde Amerikaanse
Middle-class-tante, die haar onderbe
wuste ingevingen kennelijk parallel
laat lopen met de ideeën van Ameri
ka ’s twee heiligste instituten, de
Morele Herbewapening in de CIA.
.4
Ernst Gideon argumenteert in het
algemeen bijzonder goed in navolging
van de genoemde Belgische onderzoe
kers. Bovendien heeft hij zelf veel
taalkundig en zeevaartkundig onder
zoek verricht. Hij heeft extra-argu-
menten aangevoerd om te bewijzen,
dat Odysseus zelfs via de Azoren en
de Canarische eilanden West-Indië
zou hebben bereikt. Dat doet hij, door
alles na te gaan, want Homerus uit
voerig beschrijft over de stormen,
getijden, stromingen, passaten en
aantallen vaardagen, alleen mogeiijk
op de Atlantische Oceaan, en niet in
een Middellandse Zee, die deze ocea
nische eigenschappen niet bezit.
Kirke betovert de manschappen
van Odysseus tot zwijnen, dan wel
mannen die zich als zwijnen gedra
gen, en sluit ze op in een varkenskot.
Wel, stelt Gideon: een mannelijk var
ken wordt beer, boor of beur ge
noemd, al naar het dialect. Het
plaatsje Borendam bij Zierikzee is
dus „varkensplaats”. Als de varkens
zijn onttoverd, beeft de grond volgens
Homerus’ tekst. Welnu, Beveland en
het plaatsje Schuddebeurs (geschud
mannetjesvarken dus) herinneren
daaraan. Dat is natuurlijk een woord
afleiding van dezelfde orde als die
in het roemruchte Oera-Linda-boek,
namelijk van de koude grond. Alsof
de fonetica van het Keltisch op zo'n
directe wijze gebonden aan diezelfde
begrippen in onze taal zou zijn be
waard gebleven. Zo zijn talloze voor
beelden, die veel te veel willen be
wijzen en die het overigens zeer op
merkelijk boek een groot aantal
vraagtekens meegeven.
De Wandleburg-ring in Engeland,
nabij de Wash, Bay. De schrijver van
„Homerus, zanger der Kelten”, si
tueert hier de plaats, waar de Tro
jaanse oorlog zich zou hebben afge
speeld.
DE GROTE EVOLUTIIE van de to
neelkunst rond 1900 heeft Strindberg,
hoewel hijzelf nog geen van de stuk
ken had geschreven die hem wereld
beroemd zouden maken, in 1886 voor
zien: „Hn de vervulling van deze
tijd zal een nieuwe dramatiek gaan
ontkiemen, en op dit ogenblik kunnen
we onze toneelschrijvers slechts de
raad geven, de tijd zelf te bestude
ren”. Ook zag hij vooruit, dat de toen
nog nauwelijks begonnen sociale ont
wikkeling op den duur tot het huidi
ge „doe-het-zelf”-systeem zou moeter
leiden: „De mancipatie van de lagere
standen zal de cultuurmens aanzetter
tot een zekere vorm van lichamelijk
werk waar nu de huisslaven voor
moeten draaien!”
Voor de Nederlandse lezer is b
rijkste informateurs zijn twee Bel
gen. Een ervan is Charles Jo
seph de Grave (17311806) aan wie
ook Hubert Lampo een boek heeft
gewijd. „Toen Herakles spitte en Kir
ke spon” en de ander is Thephile
Cailleux, levende in de vorige eeuw.
Die beiden kwamen al tot verstrek
kende conclusies inzake Homerus. Zij
schrijven bovendien in het spoor van
antieke autoriteiten als Thucidides en
Seneca, Verigillius niet te vergeten,
d‘ie beweerde dat Odysseus een Gal
liër was, Lucanus doet daar nog een
schepje boven op, door te schrijven,
dat de Belgen van destijds, ook Gal
liërs of Kelten,, zelf beweerden af te
stammen van de Trojanen.
tegen het arrogante Bayern München
op het programma stond en het anti-
voetbal en gevaar voor ontvoering
van de Ajacieden in Buenos Aires
waar Ajax in september de eerste
wedstrijd voetbalde die tenslotte de
wereldbeker naar Amsterdam zou
brengen.
Om het boek nog leesbaarder te
maken werden ook verscheidene in
terviews opgenomen. Leo Bolle sprak
met Johnny Rep, Sjaak Swart, sup
porter Willy Alberti en spion Henk
Groot. Ajax Jaarboek 1972-1973 rij
kelijk geïllustreerd, is een document
geworden, waaraan iedere voetbal
liefhebber zijn hart zal kunnen opha-
len.
Ajax krijgt ook een belangrijke
plaats in het door Herman Kuiphof
samengestelde boek dat als titel „Eu
ropa cup XVIII” meekreeg. Het is
een uitgave van Luiitingh in Baam.
Aandacht is ondermeer besteed aan
de Zuidamerikaanse perikelen van
Ajax tegen Independiente de erbar
melijke finale in Belgrado tegen Ju
ventus maar ook aan de cupverrich-
tingen van FC Twente en FC Den
Haag. Naast alle Nederlandse cupbe-
slommeringen, waarbij ook Feye-
noord nog ter sprake komt, is ruimte
gelaten voor interviews, voor be
schouwingen overhet buitenlandse
voetbal en voor de uitslagenbijlage.
M.S.
VANDAAG HEBBEN WE enkel»
nieuwtjes voor jullie over de gebroe
ders Kennedy. Jack houdt zich bezig
met internationale problemen en
heeft zich tot voornaamste doel ge
steld de een of andere overeenkomst
tot stand te brengen tussen de Israë
li’s en de Arabieren. Bobby probeert
het tempo te vertragen van de onge
duldige strijders voor gelijke burger
rechten, door de toestand enigszins te
kalmeren. Hij zegt dat hij gelooft
enige invloed te hebben gehad op de
meer radicale leiders van de Zwarte
Panters en van revolutionaire bendes
die diplomaten ontvoeren en om
wraak schreeuwen. Laten we nu hun
reacties bespreken toen zij hier naar
deze geestenwereld kwamen zonder
hun knappe, stoffelijke lichaam
waarvan zij in de bloei van hun
jaren afstand hebben moeten doen.
die toestand te blijven. Hij kan dan
bijvoorbeeld alfa- of thetagolven pro
duceren, waaraan niets mysterieus is
en die hem toch baat brengen. „Bio-
feedback” wordt zo’n oefening ge
noemd.
Onder die titel „Biofeedback, het
inschakelen van de kracht van uw
geest” is er nu voor het eerst een
goed boek in Nederland uitgebracht
door H. H. Gottmer in Haarlem. Het
is geschreven door twee onderzoekers,
Marvin Karlins en Lewis M. An
drews. Het boek is populair-weten
schappelijk en geeft heel veel infor
matie over de manier, waarop met
dergelijke apparaten moet worden
gewerkt. Er is namelijk volop van
deze apparatuur voor de leek in de
handel gebracht, zowel door Ameri
kaanse als Japanse firma’s. De Ame
rikaanse firma’s worden met name
genoemd en de kwaliteit van hun
apparatuur wordt omschreven. Voor
ondeugdelijke apparaten wordt ook
gewaarschuwd.
En wat is dan het doel van deze
Amerikaanse rage? De schrijvers blij
ven er heel nuchter bij. weiden wei
nig uit over bovennatuurlijke toe
standen, die men bij zichzelf kan
of zou kunnen opwekken. Ze
schrijven meer over het feit, dat men
via biofeedback de zenuwen kan be
heersen, ook het hart en de bloedva
ten, dat men er de spieren mee kan
leren ontspannen en zichzelf kan
wennen aan een juiste ademhaling.
Natuurlijk brengen al deze lichame
lijke verschijnselen ook een beïnvloe
ding van de geest mee, want lichaam
en geest zijn nu eenmaal twee aspec
ten van dezelfde mens, met de ziel
als derde onscheidbare facet. En over
die geestelijke beïnvloeding worden
dan ook de juiste informaties gele
verd, zonder dat de schrijvers zich te
buiten gaan aan fraaie beloften over
mystiek en dergelijke.
Ten overvloede is er aan het boek
nog een verstandig nawoord toege
voegd van F. Harthoom, een deskun
dige aan de Amsterdamse Universi-
teit, die bezig is met het onderzoek
naar de condioneerbaarheid van al-
faritme en de therapeutische bruik
baarheid van de feedback hiervan.
HEIN STEEHOUWER.
AL EEUWEN IS BEKEND, dat
meditatie, concentratie en contempla
tie in de mens krachten kunnen op
roepen die voor sommigen heilzaam
kunnen werken. B(j de meesten
blijft het bij meditatie, die soms rust
schenkt, omdat er ontspanning bij te
pas komt. Wordt niet meer bereikt,
dan is die geestelijke rust al een
zegen voor een mens in een over
spannen wereld.
Tot voor kort was meditatie een
kwestie van zich „geestelijk leeg ma
ken”, door middel van het in stilte
recitreren van een mantram, het zich
concentreren op een korte tekst, een
kaarsvlam en meer dergelijke midde
len. Meestal mislukt dat dan, omdat
er niet snel zichtbare resultaten toon
baar zijn en de leerling niet doorzet.
In Amerika is men al een aantal
jaren bezig om encefaogrammen te
maken van mediterende mensen. Dat
wil zeggen, dat ze electroden op het
hoofd geplaatst krijgen en dat hun
hersengolven worden gemeten. Ge
vonden is daarbij, dat inderdaad ver
anderingen in bewustzijnstoestanden
en dus ook die innerlijke rust
vrij gemakkelijk meetbaar zijn.
Ontdekt werd ook, dat als de proef
persoon zelf naar een wijzerschaal op
een encefalograaf of naar de lijn op de
voorbijglijdende papierstrook mee
kijkt, het hem gemakkelijk is om in
Ofschoon de samenstelling van het
zadel tegenwoordig voornamelijk uit
een plastic-produkt bestaat, dekt die
gekozen titel het fenomeen Tour en
alles wat daaraan vast zit op een
boeiende manier. Jean Nelissen ver
schaft een uitstekend inzicht in de
beginperiode van de Tour toen boeren
met bijlen en spijkers klaarstonden
om het parkoers te verstoren en hij
volgt de geschiedenis trouw tot de
laatste explosies van Eddy Merckx.
De grote kracht van dit boiek is een
schat aan achtergrond-informatie, ge
steund door statistieken die er een
waardevol naslagwerk van maken. In
zijn opdracht heeft Jean Nelissen
precies samengevat waar het om gaat
en wat zijn boek zo boeiend maakt:
„Aan allen die de verzengende hitte
van de Midi Libre en de koude, mist
en regen in de Vogezen trotseerden;
aan de invaliden; aan allen die de
dag prijzen of vervloeken dat zij in
de Tour kwamen; aan de Tour, anar
chist in een gemotoriseerd tijdperk,
uitdager, verstrooier en kweller”. De
prijs van dit boek staat in geen
enkele verhouding tot de prijs die
degenen betaalden om dit boek te
kunnen doen schrijven...
PETER HEEERKENS
Want wait beweert Ernst Gideon?
Wel, dat de altijd als Grieks be
schouwde Ihlias en Odyssee zich niet
afspelen binnen de kusten van de
Middellandse Zee. Beide epische dra
ma’s zijn van Keltische afkomst, be
weert hij. De Kelten hebben voor de
Grieken op de Balkan gewoond. Het
is niet ónmogelijk, want via Klein
Azië kwamen de Gallische (of Kelti
sche) stammen door Oost-Europa
naar de Atlantische en Noordzeekus
ten.
De Grieken zouden bij hun verove
ring van de Balkan de Illias en
Odyssee hebben overgenomen en
„vergriekst”. Homerus zou een Kelti
sche druïde zijn geweest, een pries-
ter-zanger. De Grieken zouden hun
Troje hebben genoemd naar de Kelti
sche Troja-burchten, die in heel Eu
ropa worden gevonden Ook andere
voor ons Griekse namen en begrip
pen, zouden door de Grieken zijn
.genaast” omdat henzelf de waarheid
in Homerus drama’s zou zijn ontgaan
Homerus woondde aan de Spaanse
kust een Keltisch centrum met uitlo
pers tot in Engeland en ons land
maar tevens ook Foenicische in-
vloedsgebieden omdat de Foeniciërs
.als zeevaarders hun kolonies bij de
Kelten hadden.
Volgens Ernst Gideon is Troje het
oud-Keltische Goigmagog in Engeland,
nabij de Wash Bay, een zogenaamde
Troja-burcht. Kirke was een vrouwe
lijke druïde, die haar tempel had op
Schouwen-Duiveland, waar Odysseus
terechtkwam tijdens zijn omzwervin
gen met Foeniciërs.
men veel te lichtvaardig af uit het
Foenicisch, het Grieks en zelfs de
„mysterietaai” van de Kelten. Een
paar voorbeelden.
De godin Kirke zou de naamgeef-
ster zijn van Zierikzee, vooral als je
de spelling Circe gebruikt en die als
Tsiertse uitspreekt.
„ALS GOD, zoals sommigen nu
zeggen, dood is, dan is hij ongetwij
feld doodgegaan aan zijn pogingen
om voor het Arabisch-Joodse pro
bleem een billijke oplossing te vin
den.’.’ Met dit motto begint het boekje
„Het konflikt in het Midden-Oosten”
van P: Idenburg en P. Geelkerken
(Uitgeverij In de Toren, Baarn).
Het citaat van de Amerikaanse
journalist I. Stone wordt heel ken
merkend herhaald in het laatste
hoofdstuk „Knelpunten en perspek-
tieven”, als het ware om aan te geven
hoeveel klemmende aspecten en
kleurloze uitzichten er voor het pro
bleem bestaan.
De schrijvers van de studie zijn
docent (mr. Idenburg) en student
(Geelkerken) aan de Vrije Universi-
teit van Amsterdam, die hun werk
stuk „het eindprodukt van een werk
college van studenten politikologie”
noemen. Maar het is eigenlijk méér,
want in ruim honderd bladzijden
wordt hier beknopt het terrein afge
bakend groter dan het Midden
Oosten de historie geschetst e n elk
divergerend standpunt geanalyseerd.
Het gebeurt allemaal intelligent, en
(vanzelfsprekend voor een werkcolle
ge) terdege doorgepraat.
Eén van de conclusies: „Een Israë
lisch beleid dat niet uitgaat van de
gelijke rechten van anderen en de
principiële menselijke gelijkwaardig
heid zal de Israëlische cultuur in zijn
meest wezenlijke elementen aantas
ten en daarmee op
fundamenten van de
zelf.”
Boeiende lectuur, dit deeltje uit de
Anthos-reeks over het konflikt dat
nu al een kwart eeuw doorwoekert.
A. W.
ÓVER DE TOUR de France be
staan tal van anekdotes maar nog
nooit (althans in Nederland) werden
ze zo overzichtelijk en boeiend ge
bundeld als in het thans verschenen
boek van Jean Nelissen: „Hemel en
hel op een stukje leer”.
«HM*
J