Topjaar met gemiddelde van 48.000 toeschouwers Hulshoff en "Duels tussen mij kunnen mooi worden" "LIVERPOOL’S beste tijd moet nog komen Verafgode manager Bill Shankly: Liverpool-elf bleef intact 1x3 OM F t -w VOETBALKRANT DINSDAG 7 AUGUSTUS 1973 Kopspecialist Toshacki ONGECOMPLICEERD MEER FLAIR MOOIE TIJD (Van onze sportredactie) LIVERPOOL Met het winnen van het achtste landskampioenschap in zijn bestaan en het veroveren van zijn eerste grote Europese trofee, de UEFA-Cup, sloot Liverpool enkele maanden geleden een schitterend seizoen wel heel over tuigend af. Bovendien bereikte Liverpool met die prestatie een mijlpaal: Voor de tiende maal achtereen gaan „the Reds” hun geluk in een Europees bekertoernooi beproeven. Een overtuigender brevet van bekwaamheid kan een Engelse club niet overleggen. (Van onze sportredactie) LIVERPOOL De waarde van John Toshack voor Liver pool bleek het afgelopen seizoen misschien wel het duidelijkst in de eerste van de twee UEFA Cup-finalewedstrijden tegen Bo russia Mönchengladbach. Dat Toshack op die wedstrijd, door Liverpool met de achteraf nét toereikend blijkende cijfers 30 gewonnen, zo nadrukkelijk zijn stempel kon drukken dankte hij aan een plensbui die het terrein van Anfield Road op woensdag avond 10 mei teisterde en die de Oostenrijkse scheidsrechter Li- nemayr na een half uur noopte Liverpool en Borussia naar de kleedruimten te sturen. VERBAZINGWEKKEND Eöt i F r. t? - is WWWWWWWWWWWW^WWWtAA/WtAl n/VVWVWVVWVVVVWVWWVIAAMVVVVVWVlAIVVWr FiTMFVVVVVVVVVVWVVVVVVWWVWVVVWVWVmn Liverpool in triomftocht door de stad. Manager Bill Shankly, die zich bij de inmense supportersschare van de rode brigade uit de kleurloze havenstad een bijna bovenaardse populariteit heeft ver worven, ontkent dat niet, al haast hij zich te zeggen dat hij zelf de grootste voldoening beleefde tijdens het moment waarop Liverpool in 1962 weer van de tweede naar de eerste divisie promo veerde. Shankly, in het najaar van 1966 in Nederland uitgeroepen tot ’s werelds grootste voetbalbluffer omdat hij na de historische 5-1 nederlaag van Liverpool tegen Ajax luidkeels verkondigde dat zijn club „die Nederlanders op eigen terrein alsnog zou opvreten”, slaat het Liverpool anno 1973 wat hoger aan dan de formatie die in het midden van de jaren zestig zulke imponerende resulta ten bereikte. Coach Bill Shankly en de spelers van Liverpool bedanken de supporters van de befaamde Spionkop-tribune na het behalen van het kampioenschap voor de steun tijdens het afgelopen seizoen. De manager wenst wat de nabije toe komst betreft één ding duidelijk te stel len: „Iedereen in Nederland zal nu wel denken, dat heel Liverpool wacht op revanche op Ajax in het Europa-Cup- toernooi. Dat is een foute gedachte. We zullen graag tegen Ajax spelen en er ook graag van winnen, maar het woord re vanche leeft bij ons niet. Dat begrip is op andere dingen dan voetbal van toe passing. De relatie tussen Ajax en Liver pool is trouwens veel te goed. Meneer Van Praag was hier onlangs nog op een gala-avond die Liverpool organiseerde. Dat heb ik buitengewoon gewaardeerd. Er zijn niet veel mensen die dat in zijn plaats zouden doen. Het tekent de goede betrekkingen tussen Ajax en Liverpool.” John Toshack: Gebrand op duels met Hulshoff. In die 30 minuten had coach Bill Shankly zich één ding heel duidelijk gerealiseerd: niet de talentvolle Brian Hall, maar John Toshack zou een dag later de wedstrijd werd 24 uur ver schoven in het centrum van de aan val opereren. Dat bleek een gouden greep. Toshack, tegen het einde van een zwaar seizoen niet in zijn beste vorm, kon zich tegenover de relatief kleine centrale verdedigers van Borussia uitle ven in zijn specialiteit: het koppen. Tweemaal legde het hoofd van de lange (1.90 meter) en zeer fors gebouwde Tos- De tijd om de dag grotendeels met relaxen door te brengen lijkt voor Bill Shankly echter nog verre. De binding met Liverpool, zijn ongelooflijke popula riteit bij de supporters (waarvoor Liver pool’s grote baas een opvallend respect heeft) en de uitdaging om Liverpool aan de absolute Europese top te brengen en daar te houden, al die factoren leven nog te sterk bij Bill Shankly. Rechterverdediger Chris Lawler is houder van een trots record in Enge land. In de 504 wedstrijden die hij voor Liverpool speelde scoorde hij 57 doelpunten, waarvan niet één uit een strafschop. Aanvaller Phil Boersma (23) heeft, dankzij zijn grootvader, een vleugje Nederlands bloed in de aderen. Boers ma. geboren in de omgeving van Li verpool spreekt overigens geen woord Nederlands. e Van 1905 tot 1954 speelde Liverpool onafgebroken in de eerste divisie, een periode die alleen door Sunderland (nu tweede divisie) werd overtroffen. Na de degradatie in ’54 keerde Liverpool in 1962 terug in de hoogste klasse. Van het Liverpool-team dat in 1966 door Ajax in de tweede Europa Cup- ronde werd uitgeschakeld, maken nog drie spelers deel uit van het eerste elftal: Lawler, Smith en Callaghan. Liverpool’s beste optreden in het EC-toernooi voor landskampioenen: het bereiken van de halve finales in 1965, waarin de Engelsen van Inter- nazionale Milaan verloren. (Van onze sportredactie) I LIVERPOOL Het elftal waar- mee Liverpool dit seizoen een gooi I wil doen naar de Europa Cup voor I landskampioenen zal in het geheel I niet afwijken van het team dat van i het seizoen 1972-’73 het meest succes- I I volle in de 81-jarige historie van de I I club maakte. De enige speler die Liverpool afgelopen zomer contrac- I teerde, de 19-jarige aanvaller Allan I I Waddle (voor 45.000 pond, ofte wel I zo’n 300.000 gulden overgenomen van I Halifax Town), zal, tenzij de omstan- I; digheden zulks noodzakelijk maken, I nog niet in het eerste elftal worden ingezet. Het standaard-elftal van Liverpool zag er het afgelopen seizoen als volgt uit: in het doel Ray Clemence, ach- I ter: Chris Lawler, Tommy Smith;! (Aaanvoerder), Larry Lloyd en Alec I I Lindsay; midden: Emlyn Hughes, Ian [Callaghan en Peter Cormack; voor:]; Kevin Keegan, John Toshack (Phil I Boersma) en Steve Heighway. hack de bal panklaar voor rechterspita Kevin Keegan (10 en 20), het derde doelpunt scoorde hij zelf. Met het hoofd. De vernietigende luchtoorlog die John Toshack tegen Borussia uitvocht bete kende voor de 24-jarige Welshman éen schitterende apotheose van een voor hem niet geheel bevredigend seizoen. Toshack: „Ik heb ongeveer de helft van de 42 league-wedstrijden meegespeeld. Als gevolg van blessures en van een tijdelijk minder goede vorm heb ik nog al wat duels gemist. Maar ik was toch nog altijd goed voor 17 doelpunten”. Met dat aantal bleef Toshack overi gens wel onder het produktiepeil dat hij gewend is. Het aantal league-doelpunten dat hij sinds zijn komst bij Liverpool (november 1970) scoorde „veruit de meeste ontstonden uit kopballen” be draagt ruim 40. Niet dat het zich verzekeren van trips naar het Europese vasteland voor een Engelse club het hoogste goed is (secre taris Peter Robinson: „De league gaat voor”) maar het is wel een tastbaar bewijs voor het bereiken van een con stant hoog niveau. Waar erkende tob clubs als Tottenham Hotspur, Leeds United, Manchester United of Everton Liverpools grootste plaatselijke rivaal na een periode van grote successen met inzinkingen, soms wel eens van gigantische omvang, te kampen kregen, handhaafde Liverpool zich voortdurend in de hoogste regionen. Sinds 1962, het jaar waarin Liverpool zich na een afwe zigheid van acht jaar weer in de eerste divisie wist te werken, werd het drie maal landskampioen (1964, 1966, 1973), eenmaal tweede, eindigde het in alle andere gevallen vlak onder de absolute top en won het bevendien een keer (in 1965) de FA Cup. Hard werken en zorgen voor goed amusement voor het publiek, dat zijn de taken die Bil) Shankly een profvoetbal ler vooral toesehrijft. „Al geef ik toe dat het geen gemakkelijke zaak is om altijd aan die eisen te voldoen. De competitie in Engeland is zwaar. Iedere week moet Daarna kwam ik terecht bij Hudderfield Town en nu zit ik al 14 jaar bij Liverpool. Maar echt leuk is het vak beslist niet. De pressie waaronder je moet leven is wel eens benauwend. De leukste momenten van de dag beleef ik echt niet op Anfield Road, maar bij mijn gezin. Daar relax ik, daar ga ik pas echt leven, als je begrijpt wat ik be doel”. er topprestatie worden geleverd, omdat een groot aantal clubs elkaar weinig in kracht ontloopt. Dat betekent dat spelers en managers altijd onder zware druk staan. Ook ik. Die instelling had ik al toen ik zelf nog speelde. Ik heb gevoetbald in Carlisle, 16 jaar bij Pres ton North End en ik speelde kort voor de oorlog ook in het Schotse nationale elftal. Het voetbal heeft me nooit losge laten. Toen ik stopte met voetballen werd ik coach bij Carlisle, een kleine club waar ik het vak goed kon leren. „Na het winnen van de landstitel en de UEFA-Cup hebben we een rondrit van zo’n 12 mijl gemaakt. Er ston den meer dan een half miljoen mensen langs de weg. Weet je hoe dat komt? Liverpool is zich van zijn verantwoorde lijkheid ten opzichte van zijn aanhang bewust en het gedraagt zich daarnaar. Liverpool geeft zijn publiek, zeker op Anfield Road, spektakel. Dan krijg je een wisselwerking. De kracht van de spelers én de kracht van de supporters maken Liverpool gevreesd. Ook op het continent. Zo’n reputatie is erg goed. Met de reputatie alleen kun je welis waar geen wedstrijden winnen, maar het geeft je wel een psychologisch voordeel. Dat is belangrijk”. Geheel in de stijl van de kleine Bill Shankly past zijn benadering van de spelers. „Voor mij zijn ze allemaal ge lijk. Vraag mij niet wie de beste spelers zijn, want namen noem ik niet. Voor mij zijn ze allemaal even goed. Alle spelers zijn mijn favorieten en de elf die voor mij het hardst willen werken in welke wedstrijd tegen welke tegenstan der dan ook zijn de elf die ik zal kiezen". op de plaatselijke bevolking heeft verbazingwekkend en overtreft die van Everton royaal, ook als het Everton wat meer dan eens gebeurd is beter gaat. Shankly daarover: „Het publiek op Anfield Road (Liver pool's stadion met de beroemde staantri- bune Spionkop, die 24.000 toeschouwers kan bevatten en achter een van de doelen is gesitueerd) is het beste en het trouwste wat er bestaat. Het afgelopen seizoen en het seizoen daarvoor kwamen er bij de thuiswedstrijden gemiddeld 48.000 toeschouwers. Meer dan één mil joen bezoekers per seizoen. Er is geen club in Engeland die Liverpool dat kan nazeggen”. Nooit was het succes van Liverpool echter zo groot als dit jaar, toen het, na de slopende strijd om het landskampi oenschap met Leeds United en Arsenal in zijn voordeel te hebben beslist, nog voldoende veerkracht over had om ook de UEFA-Cup te winnen. Daarmee vul de Liverpool een leemte op, die in de rij van triomfen die de club behaalde als uiterst storend werd beschouwd. Waaruit blijkt, dat zelfs de primair op nationale wapenfeiten mikkende Engelse clubs maar wat graag koketteren met een Europese Victorie. Vooral dank zij zijn sterk ontwikkelde gevoel voor het maken van doelpunten is John Toshack wiens voetbalkwali- teiten vooral aan het licht komen in het strafschopgebied van de tegenpartij; een allround speler is hij bepaald niet een vaste keus voor het nationale elftal voor Wales, waarvoor hij tot dusver negen tien wedstrijden speelde. Toshack: „Dit wordt voor mij een interessant jaar. Met Liverpool tegen de sterkste clubs van het continent in het Europa-Cuptoernooi en met Wales misschien naar het we reldkampioenschap in West-Duitsland. Momenteel staan we in onze groep ge lijk met Engeland bovenaan, maar het doelgemiddelde van Wales is beter. Als Wales zijn laatste wedstrijd (uit tegen Polen - red.) wint, en ik geloof dat dat kan gebeuren, dan is de kans op kwali ficatie heel groot. Dat zou fantastisch zijn, te meer omdat dat dan ten koste van Engeland zou gaan”. Een soortgelijk optimisme ventileert John Toshack met betrekking tot de Europa-Cupmogelijkheden voor Liver pool. „Ik geloof dat er op het ogenblik maar heel weinig clubs zijn die Liver pool kunnen verslaan. Ajax is uiteraard de gevaarlijkste tegenstander. Maar ik heb gehoord dat daar een nieuwe trainer is gekomen en het effect daarvan moet je eerst nog maar af wachten. Ik weet dat die lange verdediger, Huls hoff heet hij geloof ik, erg sterk is in de lucht. Dat kunnen nog erg leuke duel» worden tussen ons”. voetbalvak ongeclompiceerd pleegt te be naderen. Shankly: „Voetbal is in wezen een zeer ongecompliceerde sport. Het wordt alleen maar moeilijk gemaakt. Maar ik geloof niet dat je het publiek daar een goede dienst mee bewijst. Wat heb ik aan dat defensieve gedoe, zoals de Italianen dat zo graag laten zien? Het is vervelend, je ziet bijna geen doelpun ten en het is nooit sportieve sensatie. Italianen zijn spelbedervers, waardeloos. Ik kan dat systeem van voetballen niet uitstaan”.t Liverpool-secretaris Robinson over Shankly: „Bill is bezeten van zijn vak. Hij wordt in Liverpool op handen ge dragen. Hij benadert de voetballerij po sitief, valt zijn spelers in het openbaar nooit af en weet het publiek te bespelen. Hij slaat geweldig aan. Hij is nu 14 jaar bij Liverpool en ik weet zeker dat hij nooit meer weg gaat. Trouwens, hij is bijna 60 jaar” De aantrekkingskracht die Liverpool ui.Mi -I i' „De ploeg van nu heeft wat meer flair, wat meer fantasie ook. De individuele kwaliteiten van de meeste spelers zijn ook wat beter. Kevin Keegan en Peter Cormack, om een paar van de bekendste spelers van het afgelopen seizoen te noemen, zijn jongens die hun kopje gebruiken, die met meer dan alleen hun benen voetballen. Bovendien is dit elftal gemiddeld beduidend jonger dan de ploeg uit de jaren zestig. Het Liverpool van nu heeft grote mogelijkheden en ik ben ervan overtuigd dat de beste jaren nog moeten komen. Kijk over een paar jaar maar eens naar Liverpool, dan verrast het iedereen. Bij de jeugd zitten een paar spelers waar ik verschrikkelijk veel van verwacht. Als die over vier, vijf jaar helemaal klaar zijn voor de zware league-compeititie. gaat Liverpool gouden jaren tegemoet” „Ik weet wat ik zeg. het is geen snoeverij. Ik weet dat men mij in Ne derland Bill de Bluffer heeft genoemd nadat we die wedstrijd tegen Ajax had den verloren. Het werd 5-1, ik zei: in Liverpool maken wjj er zes. Ik kan mijn spelers toch niet voorhouden dat ze kansloos zijn? Als ik dat doe ben ik niet geschikt voor dit werk. Bovendien, ik meende wat ik zei. De verdediging van Ajax was in die tijd niet best. In Liverpool werd het 2-2, maar na tien minuten hadden wij gemakkelijk met 3- 0 voor kunnen staan. En wat zou er dan gebeurd zijn? Nee, het was niet alleen bluf. Nu zal het moeilijker zijn. Het Ajax van nu is een verschrikkelijk sterk team. Ook defensief. Er zitten geen zwakke plekken in”. Klare taal w. het i van een man. die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 21