KATHOLIEKE PEDAGOGISCHE ACADEMIE BEVERWIJK BESTAAT 75 JAAR
Inspraak Beverwijkse
studenten groter dan
op andere academies
een geliefd
tijdverdrijf voor kweekzakken
n
iü
3i
„Breetje poten
I
I
IF w
J|g
i
i tU
--
B -
I
-Jm
F*.
I
E®
■WBI
RB!
BISSCHOPPELIJKE KWEEKSCHOOL IN DE DERTIGER JAREN
SF"
ZATERDAG
1
SEPTEMBER
1973
1
5
(Van een onzer verslaggeefsters)
t
I
iES
Studentenopstand
(Van een onzer verslaggeefsters)
Terugkeer
S
Opdracht terug
Zolderetage
I B
Ki
ill
p.'fk
I
Bezetting
W<l»
ifiM
BEVERWIJK „Wat ben je,
DOR of DeNeR?” Dat was het eer
ste wat de zes eveneens externe
„kweekzakken” in 1919 aan de heer
J. Geerts vroegen, die halverwege
het schooljaar zijn studie aan de
Bisschoppelijke Kweekschool Be
verwijk aanvatte. Op goed geluk
antwoordde Geerts: „DeNeR na
tuurlijk”. Onder luid gejuich werd
hij vervolgens in de club van
nieuwlichters (DOR betekende De
Oude Richting, DeNeR de Nieuwe
Richting) opgenomen: „U ziet dus”,
aldus Geerts, „er is tegenwoordig
ook al niets nieuws meer onder de
zon”.
iai>
ig-H”1
IIL*-
-
■MW If
!!laS
Student Buijs
jpi
W
BEVERWIJK In 1897 kreeg
de toen al enige tientallen jaren
bestaande Vereniging tot bevorde
ring van het R.K. Bijzonder Onder
wijs in het Bisdom Haarlem, die
zich tot die tijd had bezig gehouden
met de oprichting van een pen
sioenfonds voor en de theoretische
opleiding van (de zogenoemde
„normaallessen”) onderwijzers, van
de bisschop opdracht de stichting
van een kweekschool voor te berei
den. In Hoorn werd een zeven-
tiende-eeuws herenhuis aange
kocht, waarin onder leiding van di
recteur Brom de kweekschool op de
twee kamers tellende bovenverdie
ping hetzelfde jaar nog van start
ging. I
tt, N-is* A
Hpir
Schoolstaking
iMilIk
Sul
ww
uw
Ai
5
T
■u.
JOKE DIEBEN-FRERICHS
(Van een onzer verslaggeefsters)
Over
APA
(en
en
OPA
J. F. D.
periode
dat
In
de
Rotterdammer
J. D.-F.
iHiihHi'
mmmï
UU Ull- ll IU.IIIU1I
4 -■ J
g
1
Een opname, gemaakt in mei 1932, van
het voetbalteam van de vierde kweek-
schoolklas: De toekomstige onderwijzers
gingen er op het driehoekige voetbal
veldje hard tegenaan.
Begin 1900 werd de school te klein en moest naar een grotere behuizing worden
omgezien. In Beverwijk werd al spoedig ,.de driehoek” van Jan de Wit aangekocht,
waarop in september 1906 de nieuw gebouwde Bisschoppelijke Kweekschool plechtig
kon worden ingewijd. In ditzelfde gebouw, de „burcht” aan de Beverwjjkse Baan-
straat, herdenkt directeur Th, J. M. Ettema met zjjn bestuur, docenten en studenten
volgende week het vijfenzeventigjarig bestaan van de zo moeizaam van de grond ge
komen Pedagogische Academie.
structuur van de school vormde in 1970
de opheffing van het internaat. In 1920
was op aandrang van regent Höppener
die dit ideaal reeds lang nastreefde, de
helft van het aantal kwekelingen op de
zolderetage van het schoolgebouw on
dergebracht. In 1923 werd het nieuwe
internaatsgebouw, naast de kweekschool,
ingewijd. Bij bestuursbesluit werd echter
pas in 1938 het externaat afgeschaft:
alle leerlingen werden tot inwoning in
het internaatsgebouw verplicht. Dit van
wege de „verderfelijke invloed” die an
deren op de studenten zouden kunnen
uitoefenen: in het internaat kon de op
voedingssituatie aldus de regenten,
die zelf ook als internen hun studie aan
de seminaries hadden voltooid in de
hand worden gehouden. In 1956 werd
aan deze toestand een einde gemaakt: de
studenten mochten zelf beslissen of zij
intern, dan wel extern (in kosthuizen)
wilden zijn. In 1970 werd het internaat,
vanwege de terugloop van leerlingen als
gevolg van de gezagscrisis op de Acade-
De heer Ettema is uiterst beknopt in
zijn mededelingen over de studentenop
stand in ’69-’70. „Ook naar aanleiding van
wat er in Beverwijk is gebeurd (zie
Academie-nieuwbouw zit er, aldus de
heer Ettema, voor Beverwijk voorlopig
niet in. Wel is er nog ruimte om eventu
ele noodlokaien neer te zetten en voorts
staat hij op het standpunt dat „zo’n oud
gebouw ook z’n bekoring heeft”. Ge
vraagd naar de huidige inhoud van het
woordje Katholiek voor de Pedagogische
Academie antwoordt directeur Ettema
gedecideerd: „Kjjk, het Katholieke basis-
onderwijs heeft onderwijzers nodig om
zijn doelstellingen te kunnen verwezen
lijken. Wij kunnen natuurlijk niet dwin
gend handelen: De jongens moeten zelf
beslissen. Maar het is noch de bedoeling
van het bestuur, noch van het docenten
korps om het predicaat „katholiek” te
laten vallen: wat de studenten willen is
in deze relevant”.
Drs. Haddingh leek al spoedig succes
te gaan krijgen: het academie-bestuur
bleek na enige tijd bereid de verwijder
de studenten „gratie” te verlenen, wilde
Een andere belangrijke wijziging in de
>n
J9
W
73
0;
48
M
10;
73
n-
>i-
en
en
ok
jn
uil
nu
De
en
n-
st-
d
a
n
4
1
3
0,
ig
3
7.
:1.
)-
4.
I-
ÉjHT.rtE
De derde klas van de Bisschoppelijke
Kweekschool in de jaren dertig: De klas
van Beverwijker J. Buijs (onderste rij
tweede van rechts).
•NI
op 23 april 1970 wanneer een nieuw be
stuur moest worden gevormd de zetels
ter beschikking stellen en ging accoord
met het voorstel, een stuurgroep in die
periode aan de onderwijsvernieuwings-
plannen te laten werken. Voorts ging
directeur dr. J. P. Gribling met ziekte
verlof en werd onderdirecteur G. N. M.
Merz tijdelijk belast hierin bijgestaan
door een uit docenten en studenten sa
mengestelde stuurgroep met de dage
lijkse schoolleiding. Op 26 november gaf
bemiddelaar Haddingh zijn opdracht te
rug: de partijen bleken het niet met
elkaar eens te kunnen worden.
elders op deze pagina, red.) is er lande
lijk in de lerarenopleidingen wel het een
en ander veranderd. Er is een grotere
academisering ingevoerd: meer vrijheid
voor de studenten en de academie zélf”.
Hij verwijst naar het rapport van de
werkgroep Lochem, waarin een nieuwe
structuur voor de onderwijsopleiding
wordt voorgesteld. „Dit rapport, een dis
cussiestuk, behelst een driedeling van
het onderwijs in een algemeen program
(vakken die voor alle studenten ver
plicht zijn), een differentiatieprogram
(de student kiest ui) een aantal basis
schoolvakken) en een keuzeprogram.
De vrijheid is echter wel enigszins be
knot! een onderwijzer moet overal be-
mie. opgeheven. In de gebouwen is nu
het onderwijs- en documentatiecentrum
gevestigd.
In 1970, het jaar van de veranderin
gen, werd de school bij bestuursbesluit
ook toegankelijk voor niet-katholieken.
Directeur Ettema: „Ook dit betekende
een belangrijke wijziging in het school
beleid. De academie fungeerde nu niet
meer uitsluitend als onderwijzers-oplei-
ding voor studenten uit het bisdom,
maar werd meer regionaal gericht. Ook
de banden met het bisdom werden los
ser: de kerk ging zich meer en meer op
pastorale zorg toeleggen. De verantwoor
delijkheid voor de gang van zaken op de
school werd overgenomen door de Ne
derlandse Katholieke schoolraad, waarin
afgevaardigden van schoolbesturen, do
centenorganisaties, ouderverenigingen en
de regionale schoolraden zitting hebben.-
Het bisdom beperkt zich nu tot de
verantwoordelijkheid voor de pastorale
zorg op de academie: de benoeming van
een godsdienstleraar geschiedde dan wel
door het bestuur, maar alleen die men
sen die toestemming van het bisdom
hebben verkregen, kunnen soliciteren”.
Dit gaf weer aanleiding tot hernieuw
de acties. Op 8 januari werd het school-
Met kerst, pasen en de grote vakantie
mochten de kwekelingen naar huis; in
de tusengelegen periode verbleven ze in
het „moderne soort gevangenis” dat in
ternaat heette. Er was weinig afleiding
in te vinden. Een surveillant hield de
kwekelingen voortdurend in de gaten, en
de straffen werden snel en in ruime
mate uitgedeeld. Vooral de zondagen be
tekenden voor de meeste studenten peri
oden van uitzichtloze verveling.
Geerts aan de kweekschool studeerde
(van 1919 tot 1923) heerste daar een
straf regime: iedere dag zes uur uit de ve
ren, om half zeven verplichte godsdienst
oefeningen in de kapel, voor en na het
ontbijt een langdurig staand gebed.
Wandelen met meisjes was ten streng
ste verboden: „breetje poten” (flaneren
langs de Breestraat) was slechts in het
gezelschap van klasgenoten toegestaan.
Ook de strafmaatregelen waren niet
misselijk: op de knieën voor de klas
liggen, in de hoek staan maar vooral
strafregels schrijven behoorden tot de
normale „boete”doeningen voor de kwe
kelingen. „Gewoon was,” aldus de heer
Geerts, „bijvoorbeeld zeven maal Oos
tenrij k-Hongarije uitschrijven, tien blad
zijden meetkunde of vreemde talenstraf.
Dit schrijfwerk was echter een klusje
van niks, want in de meeste gevallen
hielp de gehele klas aan dit rot-werkje
mee. De leraar begreep dit wel: het
strafwerk moest echter worden gemaakt
maar wie er per slot van rekening zijn
tijd aan had gegeven liet hem blijkbaar
koud.”
Toch ziet de heer Geerts, die ook nog
noembaar zijn”. Overigens gelooft de
heer Ettema wel dat de inspraak van de
studenten in het Academie-onderwijs
zoals dat in Beverwijk wordt gegeven,
groter is dan op de meeste andere aca
demies.
HE F
Op 15 januari werd het onderwijs op
de KPAB hervat, terwijl de APA zich
tot een stichting omvormde. In maart
werd als direct gevolg van het conflict
het academie-internaat gesloten en werd
een „vernieuwingsraad” in het leven ge
roepen. De processen tegen de Acade-
mie-bezetters gaven in juni nog aanlei
ding tot hevige relletjes voor het Haar
lemse gerechtsgebouw. De Pedagogische
Academie zélf begon zich echter langza
merhand van de troebelen te herstellen:
er werd een academie-raad (vijf studen
ten en drie docenten) opgericht, terwijl
tevens een nieuw bestuur werd geïnstal
leerd. Tot onder-directeur werd in au
gustus docent Nederlands Th. J. M. Ette
ma benoemd. De APA-periode, de meest
woelige in de vijfenzeventig jarige histo
rie van de kweekschool, kon worden
afgesloten.
-i!
In de Bisschoppelijke Kweekschool, de
Hogere Pedagogische School St. Jozef of
de Katholieke Pedagogische Academie
Beverwijk zoals de school sinds de
invoering van de mammoetwet heet
wordt volgende week het vijfenzeventig
jarig bestaan herdacht.
Vijfenzeventig jaren. die voor de
school niet altijd gladjes zijn verlopen.
1
7„
Al heel snel ontstonden er tussen direc
teur Brom en de door de bisschep aan
gestelde regent die in feite het
schoolbeleid bepaalde fundamentele
moeilijkheden. Na het overlijden van
directeur Brom (in 1903) is dan ook
gedurende twintig jaar de functie van
directeur en regent in één figuur vere
nigd geweest.. Toen werd er weer een
directeur benoemd, maar de weinig af
gebakende taakverdeling tussen d irec-
teur en regent hebben tot het vertrek
van de laatste regent (in 1964) steeds
opnieuw aanleiding gegeven tot interne
strubbelingen. Directeur Ettema ziet het
vertrek van de laatste regen dan ook als
één der grootste structurele verandrin-
gen, die de school in de laatste tientallen
jaren heeft ondergaan.
„Toch werd er weinig kattekwaad
uitgehaald,” meldt de heer Buijs. „Men
was veel te bang van school te worden
gestuurd: het feit dat je aan de kweek
school mocht komen studeren betekende
immers al een hele uitverkiezing waar
voor door de parochianen zware finan
ciële offers moesten worden gebracht.
De rapporten werden ook aan je eigen
pastoor toegezonden, waar je ze in1 de
vakantie eventueel voorzien van een
stichtend preekje kon komen afha
len.”
Van 1928 tot 1932 studeerde de heer P.
H. C. Buijs aan de Bisschoppelijke
Kweekschool: het externaat was toen
reeds af geschaft en hij kreeg een „kotje”
Alsnog werd teruggegrepen naar het
bemiddelingsvoorstel van de Katholieke
Schoolraad IJmond. De onderhandelin-
gen knapten af op de bestuurlijke eis,
dat de naar de academie terugkerende
studenten zich opnieuw zouden moeten
laten inschrijven. Op 14 december keer
den de APA-studenten „onder protest”
toch naar de Academie terug: wanneer
zij niet langer als student aan de Acade
mie stonden ingeschreven zou dit verre
gaande financiële consequenties (kinder
bijslag, dienstplicht, studiebeurzen enzo
voorts) met zich mee kunen brengen.
De nu weer hereenigde studen
ten wenden met vervroegde kerstvakan
tie gestuurd en ontvingen een brief van
het bestuur, waarin een ieder werd aan
geraden zonder verdere tegenwerking in
het onderwijsproces mee te participeren.
Op 5 januari 1970 werd het onderwij
hervat waarbij spanningen optraden tus
sen APA- en „OPA” (Oude Pedagogisch'
Academie)-studenten. Veertien APA-stu
denten werden geschorst.
(bed, wastafel, boekenkast) in het inter
naat toegewezen. Onder regent Melchers
was een einde gemaakt aan het geliefde
„breetje poten”. De kweekzakken moch
ten, vergezeld van klasgenoten, wat
wandelen door Beverwijk doch de gezel
lige Breestraat (Beverwijks enige „uit
gaanscentrum”) was voor de studenten
verboden gebied verklaard. Strandwan
delingen warn voorbehouden voor de
winterperiode: de studenten mochten
dooi- de blote ruggen eens in verleiding
worden gebracht. De heer Buijs weet
zich nog te herinneren, dat vijf van zijn
klasgenoten van de school werden ver
wijderd, omdat „iemand? ze met een
meisje had zien praten. Dat was in die
dagen voor de Beverwijkse deernen een
geliefd spelletje: kijken hoeveel van die
kweekzakken je van school kon laten
trappen. Daar was in die jaren slechts
weinig voor nodig.
:i
•- -
'•’r 1
BEVERWIJK. Landelijke bekend
heid verwierf de Katholieke Pedagogi
sche Academie Beverwijk in de periode
tussen november 1969 en november 1970.
In dat roerige jaar, waarover onder
andere van Academie-zijde een „wit
boek” en van de tegenpartij een „kleur
boek” is verschenen, verliet een groep
studenten de school om in de toenmalige
ABC-sociëteit een Alternatieve Pedago
gische Academie (APA) te vestigen.
Lang slepende conflicten over de be
stuurlijke- en de onderwijstechnische
gang van zaken op de Academie lagen
aan deze beslissing ten grondslag. De
directe aanleiding tot de uittreding
vormde echter in november 1969 een
bestuursbesluit, waarbij twee leerlingen
die in de klas met condooms hadden
gespeeld, na langdurige „verhoren” van
school werden verwijderd.
gebouw door APA-studenten en mede
standers bezet. Een week later (op 14
januari) werd de Academie op last van
het bestuur en het bisdom de laatst
verantwoordelijke instantie met
zachte hand ontruimd. Er werden 106
bezetters geverbaliseerd. De meeste stu-
denten-bezetters vloeiden af naar andere
academies, daar het bestuur van de
KPAB de 53 man sterke groep en bloc
van school verwijderde.
‘IfUIPliti"-"1' 'r
De studenten eisten dat dit besluit,
hangende een onderzoek door de onaf
hankelijke studentenraad, zou worden
ingetrokken. Het bestuur bleek echter
niet bereid de eisen van de studenten in
te willigen, waardoor als direct gevolg
van de inmiddels uitgeroepen schoolsta
king op 18 november 1969 in de ABC-
sociëteit de Alternatieve Pedagogische
Academie van start ging. Dit om de veel
gehoorde bezwaren tegen onderwij sstag-
nering te kunnen ondervangen. De APA-
studenten er werd gesproken over 220
man) zegden het vertrouwen in het be
stuur op, waarbij één docent zich soli
dair verklaarde. Een bemiddelingsvoor
stel van de Katholieke Schoolraad IJ
mond werd in eerste instantie verwor
pen. Men was wel bereid met de door de
toenmalige staatssecretaris voor onder
wijs aangezochte bemiddelaar drs. Th.
Haddingh (plaatsvervangend hoofdin
specteur voor het kweekschoolonderwijs)
in zee te gaan.
enige tijd in het internaat heeft ge
woond („daar werd ik op een goede
avond uitgeschopt”) met plezier aan zijn
Beverwijkse jaren terug. „We hadden
heus wel goede leraren, ofschoon ze het
niet altijd met ons hadden getroffen.
Want engeltjes waren wij in die jaren
ook weer niet.”
i' •,ldhllulflF::ë
i