GENERAAL MEIJNDERTS Ik heb me nog nooit geschaamd voor mijn beroep IK KAN ZE NIET ALLEMAAL LEKKER WARM NEERLEGGEN E Een generaal is te oud Ontwakende natuur Koppigheid Rebel-Meijnderts Lijdend voorwerp B? 14 u Het interview was gepland in het hoofdkwartier van het Eerste Leger korps in Apeldoorn. Op de kamer van de generaal hangt een immense reliëfkaart van Europa: Het te verdedigen gebied. Generaal Meijnderts praat snel, in vrij afgemeten zinnen waar het woordje „ik” vaak na drukkelijk in voorkomt. Ais je hem daar op wijst, kijkt hij je verrast aan. Als je je ten overstaan van generaal Meijnderts afvraagt of er vandaag de dag nog een leger moet zijn, zegt hij halfweg je zin al: „Dat dachten som migen in 1940 ook. U weet wat er toen gebeurd is”. Even later: „Natuur lijk, over dat onderwerp is met mij wel te praten, maar het wordt wel een eindeloze discussie”. BK-MBH Dat is iets anders dan koppigheid? u Erbij Tijdens de persconferentie over de oefening in Duitsland vertelde u hoe Wat is het verschil in benaderbaar- heid tussen u en de generaals onder wie uzelf gediend hebt? Generaal Meijnderts: „Ach moeilijk te zeggen. Als je bijvoorbeeld de verhalen Duitse een Vanaf 10 september is de commandant van de pa rate troepen in Nederland, luitenant-generaal F. E. Meijnderts (55), weer te velde. Veertien dagen lang is hij aanvoerder van de Big Ferro-oefening in Duits land, met 40.000 man de grootste Nederlandse ma noeuvre sinds de tweede wereldoorlog. Hij laat het vaderland achter in discussies over haardracht, ver maatschappelijking van de krijgsraad en over de al cohol die volgens een recent rapport het legerkorps bedreigt. In vredestijd zijn generaals in Nederland zeer onbekende mannen, behalve als ze ruzie hebben: Iedere Nederlander kent sinds enige tijd generaal Meijnderts. Over zijn plannen voor een beter func tioneren van de landmacht ontstond een heftig me- Generaal Meijnderts: „Koppigheid is het dwars door alles heen doordrijven van je eigen wil. Dat kan in bepaalde gevallen goed zijn, maar het kan ook desastreus zijn. Koppigheid is niet een eigenschap die ik een generaal zou wil len toedichten.” De kloof zit ook in de kwestie van hel leven onder tucht. Hebt u daar zelf ooit problemen mee gehad? Generaal Meijnderts: „Nee, daar heb ik persoonlijk nooit moeite mee gehad”. Als we nu even in de krijgsgeschie denis duiken: welke generaals bewon dert u? ningsverschil met de bureau-generalen in Den Haag. Toen het conflict op het heetst was, werd generaal Meijnderts uit Duitsland, waar hij aan het oefenen was, bij de minister van Defensie ontboden. Twee maanden later traden twee collega-generaals om hem af. De luitenant-generaal is er sindsdien niet spraak zamer op geworden. Het image dat in dag- en week bladen over hem wordt opgehangen als de ruige vechtjas met een ongecompliceerde rauwe woordkeus heb ik niet bevestigd gevonden. Tijdens het interview heeft hij slechts een paar maal „verrek” en „ver domme” gezegd Dat is ook exact na te gaan: Een overste, die naast de generaal zat, heeft alles op de band opgenomen. Er was nóg een hoge militair aan wezig, die ons zwijgend gadesloeg. een directeur van een fietsenfabriek.. Generaal Meijnderts, breed lachend uit zijn fauteuil opverend: „Ja, maar het verschil is ook niet zo groot. Maar zonder flauwekul: een generaal moet veel beslissingen nemen in het menselij ke vlak. De verantwoordelijkheid die hij in oorlogstijd heeft is onmetelijk groot. Buitenlandse legers proberen hun gene raals oorlogservaring op te laten doen om een generaal zo breed mogelijk te maken. Je moet besluitvaardig zijn, open voor je mening uitkomen. Standvastig zijn van karakter.” Als u in de krant leest over de rebel Meijnderts, wat denkt u dan? Generaal Meijnderts: „Dan ben ik diep bedroefd. Want een rebel is nou niet iemand waar je een bijzondere hoogach ting voor hebt.” Hecht u daar dan aan? Generaal Meijnderts: „Och, of ik daar aan hecht? In hoeverre is dat „rebel” denigrerend gebruikt? De Rebel van Apeldoorn staat er dan. Ik dacht dat het niet kwaadaardig bedoeld was. Ik de man met de Op de persconferentie viel het me op dat u vaak het woordje „ik” ge bruikt: ik ga met de troep naar bui ten, waarom doe ik dat? Generaal Meijnderts: „Het leiden van zo’n oefening door één man is niet mogelijk- Maar er zijn bepaalde beslis singen die aan de commandant zijn voorbehouden. Daarom zeg ik: ik heb dat of dat gedaan. Niet om mezelf belangrijk te maken, maar omdat de verantwoordelijkheid bij mij ligt. Als ik dat benadrukt heb, is dat een fout mijnerzijds.” Wat zijn uw motieven om generaal te zijn? Generaal Meijnderts: „Het is de be hoefte van een officier om het hoogste te halen wat er te halen is. Bij ons is dat generaal. Dat zit in elke beroepssol daat. Je moet er hard voor werken, en je moet geluk hebben, in oorlogstijd, maar in vredestijd ook.” Ik heb eens gelezen dat je om generaal te worden in je loopbaan twee dingen niét moet doen: je moet niet te veel fouten maken, maar je moet het ook niet te briljant doen, want dan val je op en dat geeft jaloezie. Generaal Meijnderts: „Ach, er zijn vele verhaaltjes over. Ook dat je met de ellebogen generaal wordt. Een andere kreet is: hij is generaal geworden door nooit iets fout te doen. En de bak is dan dat hij nooit iets gedaan heeft, dus kon hij ook niks fout doen. Het zijn spotten de opmerkingen, ik geloof dat het van daag de dag zo is dat je in dit beroep hard moet werken. U moet goed begrij pen: in het algemeen is het zo dat ook in ons beroep de meest bekwamen aan de top komen.” Toen u een klein jongetje was in Malang, zat de strateeg er toen al in? Generaal Meijnderts: „Je hebt daar een heel andere jeugd dan in Nederland. Veel meer vrijheid, veel meer terrein Verrek man, je had daar de bossen, de bergen, je kon lopen en gaan waar je wou. Alleen de rijken hadden een auto je liep alles. Je was stevig op de voeten alles ging met lijn twee, je beide benen Vliegeren deed je toen veel-” Viel uw tactiek daarbij al op? Generaal Meijnderts: „Weet ik nie weet ik niet. Op je draad maakte je et glasmengsel om een ander z’n draa door te snijden. Ach, je had er een zee geïsoleerd leven, je ging naar school, d< hele middag had je vrij, er was hei tropenweer. We werden op schooi nog niet seksueel voorgelicht en je werd ook nog niet geconfronteerd met de wereld problemen.” over generaal Eisenhower leest. Wij hebben ook altijd sterk gekeken naar de Engelse legers. Na de oorlog is het bijzonder interessant geworden om over de Duitse verrichtingen te lezen. Maar ik bewonder niet speciaal een bepaalde generaal. Je leest van een Montgomery. Een Patton is in verschillende van zijn slagen fascinerend.”- ze dit soort zaken in het Oostblok regelen: daar ontruimen ze een groot gebied en dan kun je overal doorheen banjeren. Toen u dat zei, bespeurde ik een zekere weemoed bij u. Generaal Meijnderts: „Ja, het is een feit dat Nederland klein verkaveld is, er is een veel intensievere bebouwing. Er is weinig ruimte voor het ontwikkelen van bepaalde eenheden. In het noorden zijn wel hele grote stukken met vrijwel geen afrastering. Maar daar is het weer dikke klei.” Over de oefening hebt u gezegd: Voor een Patton onder mijn comman danten is er wel ruimte om er door te rammen. Zijn er dan nog Pattons? (Patton was een doorrammende gene raal in de Tweede Wereldoorlog)- Generaal Meijnderts: „Tuurlijk zijn die er nog. Het zijn de mensen met een bijzonder dynamisch optreden. Die alle middelen uitbuiten en proberen de gang er in te brengen en in te houden. Patton legde in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog 90 kilometer per dag af.” Hoe moet je in elkaar zitten om generaal te worden? Generaal Meijnderts: „In eerste in stantie moet je de kennis hebben. Een hoop ervaring, je moet bereid zijn be slissingen te nemen. Een generaal moet duidelijk kiezen tussen. Maar dat geldt allemaal ook voor Zo te horen bent u daar niet rouwig om. Generaal Meijnderts: „Nee, het lijkt me dat als je kinderen wel vroeg con fronteert met wereldproblemen, je ze vroeg oud maakt. Het zijn problemen die een kind (och niet kap overzien. Maar het voordeel is wel dat de jeugd nu met opener oog groot wordt dan wij.” Waarom bent u beroeps geworden? Generaal Meijnderts: „Ik kwam van de hbs in de tweede helft van de jaren dertig. Ik ging in dienst en ik werd gepakt door de mogelijkheden, door de sfeer, het dienen. Er was een dreiging: vandaag of morgen zou je daar iets aan moeten doen. Het land verdedigen, dat sprak mij wel aan.” Bent u blij dat u nu weer te velde gaat? Generaal Meijnderts, breed grijnzend naar zijn beide stafleden: „Ik heb er altijd de pest aan gehad maar ik doe het omdat het nodig is.” Wat moet u zelf dan nog bijleren? Generaal Meijnderts: „Je leert elke dag nog. Het is niet zo dat als je generaal bent geworden, dat je dan alles weet. Dat is niet zo. Je ziet op zo’n oefening dat er soms bepaalde andere resultaten uitkomen dan je had gedacht. En dan denk je: verrek.” Generaal Meijnderts: „Onvergelijk baar. Toen ik hen diende, was het een volledige oorlogssituatie. Dat kun je niet' vergelijken met een vredesleger. Ik heb een generaal gehad die 27 was. Vergeet niet: het van maandag tot vrijdag die nen kende je niet. Je zat maanden bij elkaar, en dan heb je een heel andere band- De problemen lagen veel eenvou diger. Er was maar één probleem: in leven te blijven. Terwijl er nu maar één probleem is: hoe geniet je van het leven.” Dat is me wel een grote simplifica tie. Generaal Meijnderts: „Ja, natuurlijk is dat een simplificatie. Men zegt wel: het leger moet meer de maatschappij volgen. Maar door de ontwikkeling van de maatschappij wordt de kloof met het leger steeds breder. In mijn jaren was het een uitzondering als je thuis centra le verwarming had of wanneer je gemo toriseerd werd vervoerd. Je stond veel dichter bij het moeilijke leven van de soldaat te velde. Maar ik kan niet ieder een lekker warm neerleggen. De kloof wordt daarom groter ervaren, de schok over het primitieve karakter van het leven te velde wordt groter.” Een vrij moeizaam proces is het ook om over hemzelf te praten. Vragen over zijn persoonlijke motieven om generaal te zijn, buigt hij vrij snel af naar algemene, militair-technische beschou wingen. Het werd zo een snel switchen de samenkomst met veel vragen en veel korte antwoorden. Om wat te wennen startten we met het nieuws van de dag: er was net een rapport verschenen over het hoge drankgebruik in het leger. Generaal Meijnderts: „Ja. kijk, we zijn van de betutteltoer af. Ik geloof dat het in de eerste plaats een individuele verant woordelijkheid is om zich te bedrinken of zich niet te bedrinken.” „We zijn van de betutteltoer af” Generaal Clumpkens (brigade-gene- raal die onder Meijnderts staat) heeft in een interview gezegd: Wat is er mooier dan dit: wakker worden aan de rand, van het bos en in de verte tanks en troepen zien, de ontwakende natuur. Voelt u dat ook zo? Generaal Meijnderts: „I kan me voor stellen dat hij zo reageert. Hij is een paar jaar jonger. En hoe jonger je bent, hoe meer je geniet- Het is wel zo dat je ’s morgens om vier uur aan de bosrand een bepaald gevoel van tevredenheid kunt hebben, omdat alles goed loopt. Maar ik kan me ook voorstellen dat je een bataljon die kant op hebt gestuurd en je komt er niemand tegen. Dan prikt elke zonnestraal pijnlijk in je ogen: welke fout heb ik gemaakt? Maar ik ben ook maar een gewone man, ik sta niet elke morgen bij zonsopgang te jui chen, dat is niet zo.” Ik heb nóg een citaat meegebracht: generaal De Savomin Lohman heeft gezegd: „het lijkt wel of je een beroep uitoefent wat je niet hardop mag noemen.” En even verder noemde hij het woord souteneur. Voelt u zich ook zo? Generaal Meijnderts: „Hij beziet het vanuit zijn werk, maar ik vind het wel erg kras. Ik heb me nooit ge schaamd voor mijn beroep. Maar het is ook niet zo dat ik elke dag tegen de buren zeg: ik ben generaal”. „Ik vind wel dat het generaal zijn onevenredig wordt gediscrimineerd. Over het militaire bedrijf wordt in Nederland zelden juichend geschreven. Dat verrast mij, ja. Wat mij bijvoor beeld treft is wat er gebeurt als een generaal in de politiek gaat. Als staatssecretaris Haex iets deed wat de instemming van het volk kon verwer ven, las je: zijn excellentie heeft het goed gedaan. Was het niet zo, dan las je: God, wat wil je van zo’n generaal Haex.” dacht dat het was: afwijkende ideeën.” Ik lees ook in de krant dat progressief bent. Generaal Meijnderts: „Ja, dat is mij ook opgevallen. Ik ben dan de progres sieve generaal, in tegenstelling tot de conservatieve Haagse top. De volgende dag staat het weer andersom.” Voelt u zich progressief? Generaal Meijnderts: „Progressief wordt vaak verbonden met de ideeën van een bepaalde politieke partij. Pro gressief kan ook zijn dat ik niet zo zwaar til aan een bepaald normgebruik. Bedoeld wordt dan: onorthodox.” Die hele rel om uw persoon, wat doet u dat? Generaal Meijnderts: „Dat heeft me sterk aangegrepen. Niemand vind het leuk om van de ene hoek naar de andere gekacheld te worden met be schuldigingen. Ik was duidelijk het lij dend voorwerp; het was me toen niet gegeven bepaalde dingen te weerleggen. Dat knaagt wel aan je.” En als u dan leest: Meijnderts bij de minister op het matje geroepn. Generaal Meijnderts: „Dat is verdomd vervelend; dat raakt je diep in je ziel. Op het matje groepen worden, dat is toch verdomd vervelend. Dat wil nie mand graag, laat staan dat het den volke bekendgemaakt wordt”. Balen is het lied van Jan Soldaat. Wat is het lied van de generaal? Generaal Meijnderts: „Haha, sterven in bed of zoiets. Weet ik niet, mij niet bekend. Een generaal is ook te oud om te zingen” Wanneer heb u voor het laatst een Rus van dichtbij gezien? Generaal Meijnderts: „Ik heb voor het aatst een Rus van dichtbij gezien in 971. In een hotel in Frankrijk- Ik ging n de lift en ik moest me er goed in verken, want er stonden acht hoge Rus- ische officieren in. Ik zei: goeiemorge eren. Ze keken me aan, begrepen het et. Ik praat Nederlands, zij Russisch.” Maar u spreekt toch ook wel wat Engels? Generaal Meijnderts: „Jawel, maar we hebben niet verder met elkaar gepraat.” TONY VAN DER MEULEN Maar u bent niet progressief in de zin van de progressieve partijen. Generaal Meijnderts: „Nee. Het voor naamste verschil is dat zij een compléte hervorming van de samenleving nodig achten. Daar ben ik het niet mee eens.” Wat is het beste boek dat u de laatste tijd gelezen hebt? Generaal Meijnderts: „De „Commissie-Van Rijckevorsel”, doorlichting van de Bundeswehr. Een heel rationele benadering. Na enige aandrang van mijn kant: „Ik ben nu bezig met Harold Robins: kan ik u aanraden. Gaat over de organisatie in de automobielindustrie- Ik lees heel wei nig Nederlandse boeken, ik ben veel op stap, weet u.’ Als u het niet zover had gebracht, was u dan even blij en opgeruimd geweest? Generaal Meijnderts: „Jawel, ik dacht van wel. Ik geloof dat collega’s, jaarge noten die majoor zijn, ook gelukkig zijn. Er loopt natuurlijk ook wel een gefrus treerde man tussen die zegt: ik heb pech gehad. Zou u zich daarbij neerleggen? Generaal Meijnderts: „Ik was bereid me neer te leggen bij elk eindpunt. Ik speel al jaren in de staatsloterij, ik heb nooit wat gewonnen. Daar kun je zuur om kijken, het helpt niks. Je verpest het alleen voor je gezin en je werkt mee aan je eigen hartinfarct.” - ,?;ii

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 15