Toen TBR werd opgeheven
EEN MENS KAN ONTZETTEND VEEL HEBBEN
proeven
zo’n 4000 keer geboeid”
r*
„Ik ben in al die jaren
„Geen
genomen”
viel Max in een diep gat
i
FELLE ONTKENNING
KOKEND WATER
KONIJNE-OREN
PERSONEEL BANG
WRANGE GRAP
MEDICIJNEN
1
n i
Hij zit geen minuut stil. Schuift van voor naar achter op zijn
stoel. Eén keer glijdt de stoel door een wat heftige beweging
zelfs onder hem weg. Zijn handen en armen bewegen van links
naar rechts. Korte, snelle bewegingen. Een zoutvaatje wordt
opgetild en vlug weer neergezet. Hij kijkt me kort aan en dan
zoeken zijn ogen overal afleiding. Het gesprek is bijzonder
moeilijk op gang te houden. Vragen worden halverwege onder
broken, antwoorden blijven soms onafgemaakt in de lucht
hangen. Een opgejaagd dier dat ieder moment de tanden van
zijn belager in de keel verwacht. „Ja, ik weet dat ik die indruk
maak. Het is angst, maar waarvoor weet ik niet. Zeven jaar
isoleercel zal er wel iets mee te maken hebben”.
De geneesheer-directeur van
de RPI heeft tot zijn vreugde
kunnen constateren dat Max
Klouwers daar de laatste ander
half jaar niet of nauwelijks
meer last van heeft: „Dat is niet
in de laatste plaats te danken
aan het contact dat dr. Renge
link met hem heeft gelegd”,
zegt dr. Van Borssum. De
terugkeer naar de Van Mesdag-
inrichting ziet hij als een sym
bool: „De tbr is opgeheven en
Max Klouwers is in een vacuüm
terechtgekomen. Dat probeert
hij nu zo op te lossen”.
Dr. Van Borssum wil graag
dat zijn patiënt weer terug
komt: „In principe kunnen we
dit probleem oplossen. Maar
Max Klouwers moet er wel zelf
om vragen”. En over het ge
brek aan mankracht om de
juiste begeleiding te geven, zegt
dr. Van Borssum: „We hebben
hier 700 patiënten en 500 man
personeel. In de vakantieperio
de is de ene helft weg en moet
dat tekort worden opgevangen
door hulpkrachten. Dat is voor
de patiënten niet altijd zo pret
tig. Maar ik kan mijn personeel'
toch niet weigeren on vakantie
Lp rrpon omdaf meneer Klou-
wem van dag tot dag nodig
heeft”?
De geneesheer-directeur van
de Van Mesdag-inrichting, dr.
A. Rengelink, spreekt de be
schuldiging van Max Klouwers,
als zouden er proeven op hem
zijn gedaan met psychopharma-
ca, fel tegen. „Dat is pertinent
niet waar. Dan zouden we toch
wel gek zijn. Zoiets lekt altijd
uit”, zegt hij. Dr. Rengelink
heeft direct toen zijn vroegere
patiënt aanbelde, contact opge
nomen met de inrichting in
Eindhoven. Hij gelooft dat er
binnenkort een oplossing komt.
De geneesheer-directeur van
de Rijks Psychiatrische Inrich
ting dr. Van Borssum, be
schouwt de actie van Max
Klouwers als een duidelijke
paniekreactie. „Vanaf zijn zes
tiende is hij vrijwel onafgebro
ken in inrichtingep verpleegd
geweest. Dat kun je niet uit
vlakken”. Over de 7 jaar iso
latie zegt dr. Van Borssum: „In
welke omstandigheid dan ook,
isolatie heeft nooit een positief
effect. Maar in het geval van
Klouwers wordt gemakshalve
wel eens vergeten dat hij onder
de mensen in zijn omgeving ge
weldige angsten kan oproepen.
Soms zo sterk dat het personeel
helemaal overstuur wegliep”.
-
S'
'■As --:
op
HARM v.d. BERG
eens serieus te praten, zette ik de feest
neus op. Daar konden ze niet tegen”.
Heet water blijft niet lang aan je huid
kleven. Als ik dat met kleren aan had
1 gedaan, was het slechter afgelopen.” En
kele tweede- en derdegraads brandwon
den herstelden wonderbaarlijk snel.
Een hal, dan automatisch openende deu
ren. Een gang, weer deuren. Gerammel
van sleutels. Precies zoals Caryl Chess
man dat beschreven heeft in zijn doden
cel.”
„Ik was zo lang niet buiten geweest. Ik
wist gewoon niet hoe je met een trein in
Groningen kunt komen.” De rit kostte
290 gulden. Een bedrag dat K. vergoed
heeft gekregen. Niet één keer tijdens ons
gesprek lacht hij. Wel wordt zeer ach
terdochtig gereageerd op sommige op
merkingen. „Dus u bedoelt te zeggen dat
Ik.
Het kost hem bijzonder veel moeite
om onder woorden te brengen wat er in
die zeven jaar eenzame opsluiting met
hem gebeurd is: „Je beklimt hele hoge
bergen en gaat door verschrikkelijk die
pe dalen.” Eén keer, bij de wekelijkse
„grote” wasbeurt, werd er een emmer
kokend water uit de keuken gehaald.
Toen de emmer in zijn cel stond, kieper
de hij de gloeiende inhoud zo ver zijn
lijf. „Het deed wel verschrikkelijk pijn,
maar ik heb er niets van overgehouden.
dat het allemaal weer wat gunstiger
wordt. Je maakt van je oren eigenlijk
een paar konijne-oren. Alles probeer je
af te luisteren.”
Als ons gesprek is afgelopen, staat hij
gehaast op. Hij wil terug naar de Van
Mesdag-inrichting, waar hij een gasten
kamer tot zijn beschikking heeft. Hij
mag er in- en uitlopen. „Heel fijn, maar
ik wil terug naar Eindhoven. Zo gauw
ik daar de noodzakelijke begeleiding
weer kan krijgen. Ik kan mezelf niet
redden.”
Klouwers wordt naar de verste uit
hoek van de Van Mesdag-inrichting, dat
toen nog psychopatenasiel heette, ge
bracht. „Ik kwam daar ter isolering.
Daar snapte jk niets van. Als ik na een
tijdje daar gezeten te hebben tegen de
regels had gezondigd, dan had ik die
isolatie kunnen aanvaarden.”
Onder de nieuwe geneesheer-directeur
werd ook langzaam-aan het contact her
steld. De isolatie bleef echter, dat was
nu eenmaal voorgeschreven. De bewa
kers praatten met Max door een klein
luik in de celdeur. Hij noemt dat het
„Judas-oog”.
testeerde fel tegen de isolatie van
haar cliënt en de voorgenomen ope
ratie. Ook spande zij een kort geding
aan tegen de staat om de naar haar
mening onrechtmatig verlengde TBR
op te heffen. In eerste instantie werd
dit geding door haar gewonnen, doch
het gerechtshof in Den Haag vernie
tigde later het vonnis van de recht
bank weer. Maar op 24 augustus was
het dan eindelijk afgelopen. En nu
valt Max Klouwers in een diep gat.
Het maakt hem een beetje rade
loos. Daarom ook zocht hij tijdelijk
weer de beschermde omgeving van de
Van Mesdag-inrichting. De genees
heer-directeur dr. A. Rengelink, ver
leent hem sinds zondagavond „gast
vrij" onderdak. Er wordt aan gewerkt
dat Max Klouwers teruggaat naar
Eindhoven. Dat wil hij zelf ook het
liefst.
Wij spraken enkele uren met hem
over de zaken die hem het meest
bezighouden.
Max Klouwers is forse sterke
figuur in een donkerbruin corduroy pak.
Bijna een week is hij nu in Groningen;
terug in het beschermde milieu van de
Van Mesdag-inrichting. „Ik was doodziek
van al het gelul. Ik kon het gewoon niet
meer verdragen. Bovendien hebben ze
mij in de vakantietijd niet de juiste
begeleiding kunnen geven. En daar kan
ik nu eenmaal niet zonder”, is z;in
antwoord op de vraag waarom hij uit de
Rijkspsychiatrische Inrichting in Woen-
sel bij Eindhoven is weggelopen.
Hij werd daar sinds voorjaar 1972
verpleegd, en is al eens eerder weggelo
pen. In een taxi reed hij naar Groningen
en meldde zich ook toen bij de Van
Mesdag-inrichting. Waarom een taxi?
Ja, ik wist ook niet dat zo iets kon.
Maar ik dronk wel.”
Als ik opmerk dat iemand na een jaar
volstrekte eenzaamheid al krankzinnig
moet zijn, zegt hij: „Nee, dat geloof ik
niet. Een mens kan ontzettend veel heb
ben. Dat is in de concentratiekampen
wel bewezen. Je gaat jezelf iets wijsma
ken, hè? Van allerlei depressieve ge
dachten spring je naar mooie toekomst
verwachtingen. Je luistert naar wat de
psychiaters zeggen, naar de gesprekken
van de bewakers. Je hoopt dat ze een of
andere opmerking maken over jou. En
dan ga je die „hineininterpretieren”, zo-
leek het op het kantje. Max heeft zich
altijd verzet tegen alles wat onder
dwang moest gebeuren. Over zijn aan
komst in Groningen zegt hij: „Kloppen
op een deur. Dan weer een deur. Een
pleintje en weer een deur. Dan weer een
deur. Een pleintje en weer een deur.
gepaste cel gereed. Televisie, radio,
grotere ramen etc. Maar Max Klou
wers bleef, geïsoleerd. Het heeft hem
een enorme dreun gegeven.
Hij is echter niet haatdragend en
beschouwt die zeven jaar als een
fout, gemaakt door mensen die niet
beter wisten. Tot negen keer toe is de
TBR van Max Klouwers verlengd.
Hij werd in 1955 door de rechtbank
in Zuphen veroordeeld tot een half
jaar gevangenisstraf plus onvoor
waardelijke TBR- De gevangenisstraf
stond gelijk met het voorarrest, zodat
hij onmiddellijk naar een bewaakte
psychiatrische inrichting kon. Voor
zijn komst naar de Van Mesdag-
inrichting had Max Klouwers al in
diverse inrichtingen gezeten en ner
gens wist men raad met hem. Hij
wordt door deskundigen als min of
meer ernstig gestoord beschouwd.
Zijn advocate, mevrouw mr. J. L.
Bakker-Weesing uit Amsterdam, pro-
Net zo belangrijk en ingrijpend ais de
isolatie vindt hij het toedienen van me
dicijnen die werken op de geestesge
steldheid, de zogenoemde psychopharma-
ea. En het eerste wat hij daarover kwijt
wil, is deze beschuldiging: „Ik ben er
zeker van dat ze allerlei middelen op
mij uitgeprobeerd hebben. Weigeren kon
niet, want dan zouden ze het me hebben
ingespoten. Van die spuiten had ik al
eens vier infiltranten gehad, dus daar
bedankte ik voor. Maar die psychophar-
maca, dat is verschrikkelijk. Je weet
niet wat er met je gebeurt. Zomaar
ineens word je vreselijk depressief, je
denkt dat je er niet meer uitkomt. Ze
kunnen werkelijk alles met je doen.”
„En als ik dan weer een portie had
gehad, kwam de psychiater van het
Academisch Ziekenhuis weer vragen wat
mijn ervaringen waren geweest. Door
het luikje vanzelfsprekend. Maar daar
heb ik nooit op gereageerd.” Minstens
vier keer is hij in hongerstaking gegaan:
„De laatste keer maar liefst 60 dagen.
De eerste 40 maanden wordt hij opge
borgen in een vochtige, donkere cel. „Ik
hoorde de bewakers praten over de
Duitsers die daar in de oorlog waren
doodgeschoten. Ik ben zelf als jongetje
bij de Hitlerjugend geweest, maar toen
in die cel voelde ik me opeens solidair
met die Duitse soldaten.” Hij voegt er
direct aan toe: „Dat betekent niet dat ik
goedpraat wat er in de oorlog door
Hitler is aangericht. Het gaat om die
soldaten, die zelf ook lang niet allemaal
wisten wat er gebeurde.”
Behalve voor wat betreft de verande
ring van „woonruimte” wil Max zijn
verblijf in de Van Mesdag-inrichting
dan ook splitsen in de periode-Van Bel-
kum en een periode-Rengelink. De laat
ste volgde in 1969 dr. Van Belkum als
geneesheer-directeur op. „Van Belkum
heeft mij kapot willen maken. Niet
omdat ik Max Klouwers was, maar
omdat dat nu eenmaal zijn opvatting
over een psychiatrische behandeling was.
Ik wijs hem niet aan als de schuldige.
Van Belkum en ook de anderen handel
den uit onwetendheid.”
Hij kan er nu niet meer om lachen:
„Ik zag het gezicht van die bewakers.
Vreselijk. Zo iets doe je nooit weer.” De
feestmuts en de feestneus gebruikte hij
ook voor andere gelegenheden. „Als een
bewaker of een staflid zei dat hij een
gesprek wilde hebben, vroeg ik eerst of
het serieus zon worde” of ..zonv'er een
Eén keer heeft hij dat ook gebruikt babbeltje”. Als het de bedoeling was om
Max Klouwers (39 jaar) is
teruggekomen naar Groningen. Hij
stapte zondag in Eindhoven op de
trein en meldde zich na aankomst op
het hoofdstation direct bij de Dr. S.
van Mesdag-inrichting. Max Klou
wers kon het in de Rijks Psychiatri
sche Inrichting in Eindhoven, waar
hij sinds begin 1972 wordt verpleegd,
niet langer redden. De vermoedelijke
oorzaak is het op 24 augustus plotse
ling opheffen van de terbeschikking
stelling van de regering. Daarmee
veranderde Max K. opeens in Max
Klouwers en mocht hij zelf beslissen
over zaken die tot dan steeds onder
dwang gebeurden.
Als Max K. is er bijzonder veel
over deze man geschreven. Van 1965
tot begin 1972 zat hij in de isoleercel
van de Van Mesdag-inrichting. De
eerste 40 maanden was dat een be
dompt en vochtig hok in de verste
uithoek van het complex. In 1968
kwam een geheel verbouwde en aan-
De dagen in de cel werden hoofdzake
lijk gevuld met staren naar het plafond.
„Het is net als in een ouderwetse die
rentuin met van die kleine benauwde
kooien. De beesten gaan allerlei zinloze
bewegingen maken en wij, die ernaar
staan te kijken, vinden dat grappig. Het
is echter één groot lijden dat daar wordt
getoond. Zo ging het ook met mij. Je
gaat je in de meest vreemde houdingen
oprollen. Je probeert de muren weg te
drukken. Zonder aanleiding gooi je een
bewaker hete koffie in zijn gezicht. Ja,
het laatst heb ik wel krankzinnige
dingen gedaan.”
In 1965 kwam Max in de Van Mesdag-
inrichting. Daarvoor had hij niet min
der dan 36 keer in inrichtingen gezeten,
vaak steeds in dezelfde. Overal was het
personeel bang voor hem. Sterk als een
beer en zijn boosheid kwam altijd on
verwacht. Tafels en stoelen werden zo
maar in elkaar geslagen Personee'slrdcn
hardhandig beetgepakt. Een enkele keer
om een grap uit te halen. „Aan twee
knoppen in het plafond bond ik een
laken. Mijn kleren propte ik tot een
bundel die vaag leek op een menselijke
gestalte. Met papier maakte ik gym
schoenen aan de broekspijpen vast. Op
het ruitje van de celdeur plakte ik een
papiertje met de mededeling: „Zelfs om
hem te zien hangen, moesten ze zich
inspannen.” Daarna belde ik via de in
tercom een bewaker en vroeg om een
glas water. Toen de man kwam zag hij
door het ruitje twee benen bengelen. Ik
zat achter de pop en hoorde een
schreeuw. Het bleef even stil en toen
ging de celdeur open. Op dat moment
sprong ik achter de pop vandaan met
een feestmuts op.”
Na veertig maanden wordt Max
een verbouwde cel aangeboden. Er is
radio, televisie (achter onbreekbaar glas)
en grotere ramen. De ruimte is voorzien
van air-conditioning. De enige ruimte in
de Van Mesdag-inrichting. Kosten onge
veer 35.000 gulden. „Het was wel een
verbetering. Maar de isolatie bleef. Iede
re keer als ik mocht luchten, kwamen
er zes bewakers binnen. Dan moest ik
met het gezicht tegen de muur staan en
werd ik geboeid. Al die jaren ben ik
ongeveer 4000 keer geboeid.”
Maar niet alleen in de Van Mesdag-
inrichting. In alle andere inrichtingen
waar hij verbleef, werd men wanhopig
met Max. In Wolfheeze werd hij eens 56
dagen onder een spanlaken gebonden:
„Ik kon alleen mijn hoofd bewegen.”