Bijna werd Albert Brosens neergeschoten Bijna werd hij door boeren gemolesteerd CINEAST MET SONAR OP VISJACHT JAAR GEWACHT OP PARING VAN KARPERS DE MAJOOR EN ZIJN BROM-GUERILLA’S Hoe kom je nu aan door een brand gedood vee? i J F *3^5 I Biesheuveltjes Herrie en stof Avontuur Eieren Verbrand vee Geen hengeltype SEPTEMBER ZATERDAG 15 1973 Erbij Bijna werd Albert Brosens’ levenslijn kapot gescho ten door een eskader vuur afgevende jachtvliegtuigen. Bijna werd Albert Brosens door woedende boeren gemolesteerd. Nu zit Albert Brosens, cineast te Aer- denhout, vredig naar lieden te kijken, die kippeboutjes achter de kiezen steken of eitjes leeglepelen. Hij zit daar als een concertpianist achter zijn Steinway, want zo’n zelfde twee-eenheid vormt een cineast met zijn Steenbeck (voor de leek: Een w’onderlijk mooi en zeer duur apparaat, waarmee een complete film met ge- luidsmixages en allerlei listige trucages kan worden samengesteld). Hij heeft die Steenbeck pas en betast hem met zichtbaar plezier. Op de monitor draait een stukje film, dat er voor moet zorgen, dat het bedrijf schap pluimvee en eieren (dank zij de filmische be moeienis van Brosens) zijn achterban weer nieuwe leg- impulsen kan aanbieden. Tenslotte heeft het pro- motiefilmpje „Vijf miljard eieren” tien jaar gelopen en die eieren zijn nu wel promotioneel uitgebroed. Er moeten verse eieren komen. z 3 L Het Een Albert Brosens aan de Steenbeck. AAAAAAAAAM/WMAAM HANS ROMBOUTS ook een veel reacties. in MAJOOR BROUWER Ne- FRED KLAVER Albert Brosens heeft pas een première achter de rug. Premières van documen taires geven geen publicitair kabaal als die van speelfilms. Tenslotte is een kos telijke blote haring iets geheel anders dan een kittig bloot vrouwtje. Zo’n wijf je hoeft trouwens niet met sonar opge zocht te worden en de maatjesharing wel. En daar gaat het in Brosens laatste werk om: sonar in dienst van de Neder landse visserij. laten zien. Dat grijpt een boer in het dieps van zijn ziel”. Een overste roept ons toe: „Vraagt u maar bij de ingang aan die man met die kalkemmer op zijn hoofd”. De man met de kalkemmer, een soldaat bij de militaire politie, wijst ons de weg naar de kamer van de majoor, nadat wij eerst onze legitimatiebewij zen hebben moeten afgeven waarvoor wij in ruil twee „bezoekerskaarten” krijgen. hij het van een wel een in ird olg in ert :tie 'an :en )U- de ese „Die film, Brandgevaar op te- 20 iet jen en in- rie je- il- Ifs ial te er- an zas ic- ijn ?e- la- ip- ?rd lie uit jen no. •e- de an ne en de de de „Zijn taak moet direct te maken hebben met snelheid, verantwoorde lijkheid, risico en avontuur. Door zijn vriendenkring zal hij benijd worden om hetgeen hij als militair voorstelt”. „De organisatie in zo’n eenheid moet eenvoudig zijn, terwijl het ma terieel licht en van eenvoudige aard een jaar lang achter allerlei boerderij- branden aangeraced. Maai’ practisch overal werd het vee (gelukkig voor die boeren, jammer voor Brosens) in veilig heid gebracht. „Totdat we, hoe gek dat ook moge klinken, eindelijk geluk had den. In een klein noordfries gehucht brandde een boerderij met 36 stuks vee uit. De koeien lagen met de kettingen nog vast. Een afschuwelijk gezicht, maar precies wat we zochten voor de film”. gewoon volop bevrediging vindt in het werk, dat ik doe (zo won hij met de BP- shots de prijs van het Genootschap voor reclame). Ik zou wel eens voor de TV willen werken. Dan heb je een groot publiek. Maar ja” zo zegt hij aarzelend, „dan zit je natuurlijk wel met een deadline, moet je sneller werken. Nu kan ik alles uitdiepen”. Hogen en lagen lopen driftig heen en weer voor het staf gebouw van de Eerste Divisie te Schaarsbergen. De lagen sjouwen grote kisten en tran spireren behoorlijk, de hogen geven aanwijzingen. Een van de grootste legeroefeningen staat voor de deur. Op onze vraag of majoor Brouwer, van de jagers aanwezig is volgt het antwoord: „Er zijn er twee, maar u bedoelt zeker die van de brommers”. Hoe kom je nu aan in vlammen opgaande koeien? Brosens en de mensen van zijn produktiemaatschappij hebben eenheid die tot de verbeelding van de jongeren spreekt (brommer), geënt is op zijn leefwijze in de burgermaat schappij (brommer) en een duidelijke verbinding heeft tussen de taakstel lingen in vredes- en oorlogstijd (brommer)”. kwamen er drie massieve boeren op ons af, die ons uitscholden voor vuile dieven, die ook nog het laatste van die arme boeren, hun klok wegratsten en dat ze ons wel eens een flink pak op ons donder zouden geven. Dank zij Véél pra ten en het tonen van het draaiboek konden we het vege lijf redden. Mis schien speelde de paasgedachte ook nog een rol bij onze redding”. De andere keer, dat Brosens er bijna het hachje hij inschoot was bij de ver filming van een mariniersoefening op Texel. „Ik had vanaf een duikboot een commando-raid meegemaakt. De mari niers gingen met hun rubberboten terug naar de onderzeeër, toen ze hun job gedaan hadden. Ik dacht: ik blijf om de volgende landing te filmen. Ik zat net in de duinen, toen er een formatie vliegtui gen omlaag dook en een break maakte. Ik kende dat en wist wat er ging gebeuren. Ik dook een bunker in, net op tijd. Het barstte van de herrie en de stof. Ik kroop vlug weer uit de bunker om de aanvalsgolf op te nemen. Het werd een aardig stukje film, ook al omdat ik nu weer met een marinier dwars door een schootsveld rende. De film werd rond dat gegeven opge bouwd op een lokatie in Wassenaar, waar een soortgelijke boerderij werd gevonden als de Friese. Bij het maken van die film ontging Albert Brosens een fors pak slaag van verbolgen boeren. Want wat gebeurde er? „We reden van de ene brand naar de andere, een jaar lang dus, met een half verbrande door ons bij een uitdrager aangekochte en ver minkte) boerenklok in een deken gewik keld bij ons. Bij een verbrande boerderij in de buurt van Zwolle konden we de opname met de klok maken. Het was paasfeest. Toen we klaar waren en de klok voorzichtig oppakten uit de puinhopen, hoofdtaak is, komt dat door de situa tie waarin de infanterie gedwongen is Een opmerkelijke slotopmerking van de generaal: „Ik wil niets aan het idee van de majoor afdoen, maar wij zouden ons toch moeten schamen wanneer hij iets nieuws uitgevonden had. Maar ja het hoeft niet altijd het ei van Columbus te zijn, er zijn nog wel andere eieren.De majoor schudt bij het aanhoren van de woorden der generaal het hoofd en zegt op zijn beurt dat de generaal een denkfout maakt. „Het is toch een duidelijke zaak dat de brommer een prototype van de ideale moet nog gemaakt worden vele voordelen heeft. Bij een niet voorziene plotselinge vijandelijke be dreiging zouden de brommers veel sneller ter plaatse kunnen zijn dan de pantserinfanterie of tankeenheden omdat ze zich al direct in kleine groeperingen kunnen verplaatsen, een hoge gemiddelde snelheid kunnen aanhouden en minimale last onder vinden van verkeersopstoppingen" Naar het oordeel van de majoor kan het karakter van de Nederlander (via de brommer) goed uitgebuit wor den. „Er zijn veel geschriften gevoit- den uit de tijd dat Alva landvoogd was in de Nederlanden. Uit die ge schriften bleek dat het Spaanse oor deel over de gemiddelde Nederlander niet al te fraai was: eigenwijsheid, eigengereidheid en ongedisciplineerd. Tevens kwam naar voren dat zij, als de nood aan de man kwam, met taaie volharding weerstand konden bieden. Deze karaktertrekken zijn nog steeds in de geestelijke bagage van de derlander terug te vinden”. „Nu moeten we daar gebruik maken. Dat kan gebeuren in militaire organisatie waarin de eigen wijsheid en eigengereidheid kunnen worden omgebogen in het geven van gelegenheid tot het ontplooien van eigen initiatief. Dat is mogelijk in een De man, die na de oorlog filmde voor de Amerikaanse ambassade, voor de RVD (o.a. de Ronde tafel-conferentie) en BP (niet de boerenpartij, zoals men mis schien zou veronderstellen, maar de oliemaatschappij), vindt dat hij het al tijd erg getroffen heeft met zijn op drachtgevers. „Natuurlijk zou ik eens een speelfilm willen maken, vrije produktie. Wie wil dat niet? Maar er om te springen sta ik niet, omdat ik shot uit de film „Sonar". binnenhalen van het net. Achter hem, bij de Steenbeck, staan, om zijn woorden te onderstrepen, rijen met filmcassettes. Van alles is daar ta vinden: stukjes film over een super markt. tuinsproeien, het binnenhalen van een net, kuikens, enz. enz. Verderop staat een muziekmengapparaat. Da Steenbeeck geeft een fraai shot te zien van draaiende molens. De muziek swingt p de molenklappen mee. Naar die passende muziek heb ik dagen zitten zoeken”. De majoor Brouwer is de laatste dagen een van de drukst bezochte figuren in het stafgebouw. „Revolutie bij de Eerste Divisie” is te horen. De majoor schreef een fantasierijk, en wat volgens vele collega’s belangrij- ker is, een eigentijds verhaal in het legerorgaan „Militaire Spectator”. Het was zijn eerste stukje, maar kwam er wel direct door in nieuws. Hij is ervan overtuigd dat minister Vredeling er niet omheen kan een onderzoek in te stellen naar zijn idee om ons leger uit te breiden met een bataljon bromfietsen. Felle brommers (top rond 80 kilometer per uur) zouden ingezet linnen worden om onder meer vijandelijke tankeen heden te bestoken en de man op de brommer zou ook tegen luchtlandings troepen ingezet kunnen worden. Nog een van de beweegredenen van de majoor om de brommer in dienst te nemen: tegemoet komen aan de stoerheidsdrang van de jeugd. In zijn naaste omgeving ontvangt groot-majoor F. Brouwer, sinds 1948 „Die film, Brandgevaar op de boerde rij. vereiste veel geduld. Wij wilden namelijk de boeren op indringende en overtuigende wijze laten zien, waarom brandpreventie zo belangrijk is. Tenslot te zitten boeren meestal geïsoleerd, ver weg- van de branweertoestanden, die bo vendien vaak dorps z(jn opgezet. Als je dat wilt bereiken moet je verbrand vee dienst, veel positieve Vooral „Jan Soldaat” lijkt ingenomen met een eventuele komst van de brommers. In Schaarsbergen zouden de meesten direct bij het „brommer- bataljon” in dienst willen treden. Ik had al die belangstelling niet ver wacht”, zegt de majoor achter zijn bureau gezeten. De deur gaat open en we worden voorgesteld aan „mijn assistent, de adjudant Knoop”. De adjudant gaat zitten en toont trots alsof hij het zelf geschreven heeft een knipsel uit een krant. Het gaat over zijn directe baas, de bekende majoor. „Vijand tegemoet op brom mer” staat boven het bericht. en Bücker van het ministerie van Land bouw en Visserij. „Je moet je natuurlijk steeds weer volledig inwerken in je te filmen onderwerp. Dat alleen al kost een hoop tijd.” Naast alle positieve reacties is nu al bekend dat de majoor in het oktobernummer van Militaire Specta tor „aangevallen” wordt op zijn plan, waaraan hij twee jaar gewerkt heeft. Over de inhoud van de ingezonden brieven wil hij niets zeggen. „Ze waren er in ieder geval niet kapot van. In het oktobernummer van MS zal ik direct een weerwoord schrij ven. Het zou niet juist zijn als ik de inhoud van die ingezonden brieven nu al vrijgaf’. De hoofdredacteur van Militaire Spectator, de brigade-generaal W. Walthuis, ziet de brommers nog niet komen. Hij nam het stuk van de majoor echter wel in zijn orgaan op omdat door het verhaal een „mogelij ke discussie op gang gebracht kan worden. De mensen gaan dan ten minste weer denken over mogelijkhe den om een probleem op te lossen”. De generaal voegt er aan toe dat majoor Brouwer een denkfout maakt. „Hij wekt de indruk dat de hoofdtaak van de infanterie pantserbestrijding is. Wanneer de pantserbestrijding de Albert Brosens werkt voor het minis terie van Landbouw en Visserij. Daar door heeft hij nogal bemoeienis met haring en kuit, kip en kuiken. Maar ook met bijvoorbeeld behaatjes, hetgeen dan staat voor de zg. Biesheuveltjes, hetgeen dan op zijn beurt weer staat voor speci ale vis-kistjes, die op instigatie van de huidige Unilever-adviseur en toenmalige minister van Landbouw en Visserij Ba rend Biesheuvel werden ingevoerd bij ons visserijwezen. Biesheuvel heeft met zijn behaatjes goed werk verricht. De bulk (de massa-aanvoer per scheeps ruim) moest wijken. Ondertussen is er al weer een nieuw procédé op gang geko men met diepvriesmethoden. Daarover zal Albert Brosens ons beeldend berich ten in de vierde van de serie visserij- films, die hij aan het vervaardigen is en waarvan „Sonar” de eerste. .Stabiliteit van schepen” de tweede en „Voortstu wing va nschepen” de derde is. Voor „Sonar” heeft Brosens met de hektrawler Tridens. het visserij-onder zoek.schip van het ministerie, een woeste reis richting Hebriden meegemaakt. Windkracht twaalf werd er gemeten en dan is het lastig filmen, weet hij fijntjes op te merken. Maar vis werd er op de Ierse jachtgronden gevangen, in grote hoeveelheden. Dank zij de sonar, de geluidsgolven; die als wijdvertakte voel sprieten de zee aftasten naar scholen haring. Brosens was op dat onderwerp ingepraat door twee deskundigen. Boon stra van het technisch visserij-onderzoek Toevallig of niet. Albert Brosens heeft ook een tweetal films over de binnenvis serij op zijn naam staan. Terwijl hij zelf bepaald geen hengeltype is. Als wij hem vragen of hij het niet naar vindt om een hengelaar een haakje uit de visselip te zien trekken, zegt zijn gezicht alles. .Jk vind dat geen leuk gegeven” is zijn understatement, ..’,r heb zo’n handeling dan ook niet in mijn films zitten Brosens is zeer tevreden over ziin eersteling op dat gebied. „De Karper’in 1966 in opdracht van de Or5an’?.at.’^.,n^ verbetering van de Binnenvisserij (OVB) vervaardigd. Schitterend beest, die - per. Drie jaar heb ik shots gemaakt. Bij Valkenswaard is een viskweWii r>nor hadden ze een paaiwei gemaakt, een wei geïnundeerd waar de paring van de karpers moest plaats vinden. We hebben daar alsmaar op wacht gezeten om zo n paring te filmen. Pas na een jaar was het raak Eerder deden ze het niet P"t werd een voortreffelijke qpname. zoals bij miin weten nog nooit van dat onder werp is gemaakt”. De OVB was er ook mee in de wolken, want Brosens kreeg daarna opdracht om een film te maken van de reusachtige viskwekerij in de Flevopolder. En nu staat er een nieuwe film over de hengelsport op het pro gramma. „Daar zitten we nog helemaal mee in het beginstadium”. Het scenario moet nog gemaakt worden. Het zou een misverstand zijn te den ken. dat Brosens zich alleen met vissen en hengelen bezig houdt in zijn filmerij. Het ministerie heeft namelijk ook zijn landbouw-kant. Aan die kant zit een film, waar de Aerdenhoutse cineast (be gonnen bij Multifilm) bijzonder trots op is. En niet alleen, omdat hij daar in Berlijn de „zilveren aar” mee won m een competitie van documentaires, waar aan zo’n veertig landen meededen. dient te zijn en zo mogelijk in het verlengde moet liggen van wat de man in de burgermaatschappijge wend is te gebruiken en te onderhou den. Wat kun je je dan beter voor stellen dan de bromfiets”. De majoor ziet de taak van de militair op de brommer als die van een guerrilla. „Hij zal gevechtsinlich- tingen moeten verzamelen om vijan delijke zwaartepunten vroegtijdig te onderkennen. Voorop staat echter de taak om een verrassende anti-tanko- verval op vijandelijke colonnes uit te voeren. Met de brommer kun je diep in bebosde gebieden doordringen waar je normaal infanterie moet in zetten. Ze kunnen met de brommer de vijand verliezen toebrengen voor hij zich geformeerd heeft. Daarnaast kan het bromfietsbataljon dat uit zo’n 375 man moet bestaan de marechausee hulp verlenen bij bijvoorbeeld de be veiliging van doorlaatposten”. Op onze vraag of de majoor ver wacht dat zijn idee ooit realiteit gaat worden, zucht hij. In zijn felle ogen is duidelijk te bespeuren dat hij „zijn” bromfietsbataljon het liefst al uit zou willen proberen op de oefe ning „Big ferro”. „Eerst moet de le gertop bepalen dat er een onderzoek komt, dan zou men het idee een kans geven. Dan moet er research plaats vinden op technisch en operationeel gebied. Dan pas kan de bromfietsin dustrie gevraagd worden een model te ontwerpen,. Als de industrie in handen van het leger komt, dan ben je nog niet klaar. Alles moet zo geperfectioneerd worden dat er jaren voorbij gaan eer een voertuig opera tioneel is. De brommer zou er alleen snel kunnen komen wanneer het een politiek item wordt; er zouden vragen in de Kamer moeten komen”. De majoor wacht af en gaat op oefening zonder brommer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 15