Miklós Jancsó
regisseur
zonder acteurs
Tonnie getrouwd met Sound of Music
van dusvenboden
as
SF
„Steeds weer voel je de gezelligheid”
s
■i
ZOMER-
PRIJZEN
ZOMER-
PRIJZEN
ENERGIEKE
VERKOPERS
DICK BARTELS
DICK BARTELS
ir'
j
OW
■KW 1
c
1 si
F 1
fïKB
Hongaarse Filmweek
IRMA LA DOUCE
IN PREMIERE
O
ill
i
UK
MEEl!
15
VRIJDAG 2 1
SEPTEMBER
197.
t
i
Hongaars
Getaway
N achtvoorstellingen
Steel wat minder”
eh
’Ji
Wagenweg 146, Haarlem
U stapt voor de deur uit
U stapt voor de deur uit
I
Première uitgesteld
van
Si
Jp I
film
in Amsterdam
iW
r
Triple Echo
SIM I
Mg
I
L
Jr&i
s
8
i* t5t®j
'l..
g
3
-
a’
CHARLES BOOST
ADVERTENTIE
vraagt
(Van onze correspondent)
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Deze week nog
Deze week nog
TONNIE
Bontmodehuis
Bontmodehuis
s®
Manastow SlHfWGHOUStc G£0. CUM GftACMT8840» «XBM»
tn,WOMNGHXXia.(lAP0TB*«GORDDNBI«BB)OBQ<GS>>CUDEGMQaiO8‘1tO 1
HAAK1£M TEI&FOON 023*815340 (4U30) J
VAN DUIVENBODEN
Interieurverzorging, Haarlem
s
’s MAANDAGS DE GEHELE
DAG GESLOTEN.
*4
Wagenweg 146, Haarlem
-
L
JANCSÓ’S FILMS spelen dan ook
altijd in tijden van oorlog en revolu
tie (en de Hongaarse historie zit er
vol van!), er zijn steeds overwinnaars
en gevangenen, hoewel die indeling
niet stabiel is en de situatie zich ieder
ogenblik kan veranderen.
-
Jezus en Judas.
WW
In het daarop volgende „Mijn weg
terug” is er al sprake van twee
protagonisten, een Russische soldaat
en een Hongaarse krijgsgevangene die
kort na het beëindigen van de tweede
wereldoorlog gedwongen bij elkaar
moeten blijven op een eenzame grens
post.
tweede intrige de langzame toenade
ring tussen Steve en de van hem
vervreemde echtgenote behandelt.
Met de daarop volgende „Stilte en
schreeuw” gaan we terug naar de val
van de Radenrepubliek onder Béla
Kun in 1919 en de machtsovername
van de fascistische en anti-semitische
Horthy Dan volgt, na de uitwerking
van een meer actueel gegeven in „De
confrontatie” die in ’47 is gesitueerd,
„Sirocco”, een Hongaars-Franse co
productie met internationale sterren
als Jacques Charrier en Marina Vla-
dy, die echter figuranten blijven in
Jancsó’s behandeling van de voorbe
reidingen tot de fascistische aanslag
van 1934 op koning Alexander van
Joegoslavië (waarbij ook de Franse
president Barthou gedood werd) in
Marseille. Met de destijds hier verbo
den journaal-namen van deze aanslag
opent „Sirocco” die verder laat zien
hoe de samenzweerders bij de voor
bereidingen door spanningen en on-
r’arling wantrouwen elkaar naar het
leven staan.
toegestuurd. Wordt het nu dan geen tijd
dat zij een club gaat oprichten van
mensen die meer dan 100 keer naar de
Sound of Music zijn geweest? „Dat is
hier meest bekende film van Jancsó,
heeft dan ook een Nederlandse distri
buteur gevonden (Cupido-film NV)
en behandelt een periode kort na de
Russische Revolutie.
Het is met Jancsó een vreemde
zaak. Terwijl de meeste critici (en
dat geldt internationaal) althans een
deel van zijn werk kent, hetzij van
festivals of van beperkte vertoningen
in filmmanifestaties, Filmmuseum of
filmkringen en daarover enthousiaste
mededelingen deed, is Jancsó voor
het bioscooppubliek een volstrekt on
bekende. Zijn films gaan door voor
„onverkoopbaar” en dat gaat zelfs, als
we Jancsó goed beluisterd hebben
(hij was korte tijd in ons land) ook
op voor Hongarije. Daar ook wordt
hij als een moeilijk filmer beschouwd
die noch door de keuze van onder
werpen, noch door zijn stijl van fil
men in de publieke gunst staat.
wel een leuk idee, maar ik denk wel
eens bij mezelf: ik heb het tot nog toe
intensief beleefd. Als die film een paar
jaar niet meer draait, dan zal dat gevoel
wel langzaam verdwijnen”.
Secretaresse op de schadeafdeling van
een assurantiebedrijf, Tonnie van der
Werff: „Aan de andere kant ben ik nu
weer bezig met een laatste hoofdstuk
van het scenarioboek. Veel mensen die
de film hebben gezien vragen: „hoe
loopt het nou af? Ik geef in dat toege
voegde hoofdstuk een samenvatting van
de echte gebeurtenissen nadat Maria von
Trapp Oostenrijk verliet”. Nadat zij zich
had georiënteerd bij de echte Von
Trapps, bij de muziekstudenten in Salz
burg en bij American Express die in
voornoemde plaats een heuse Sound of
Musicrondrit organiseerde, bleven er
maar twee wensen voor Tonnie over.
Een grote en een kleine. De grote: een
bezoek aan de huidige verblijfplaats van
de Von Trapps in Stowe, Vermont, USA;
de kleine: een televisieprogramma door
Simon van Collem, geheel gewijd aan de
Sound of Music.
OP ZATERDAGNACHT om 00.15
geeft The Movies als hommage aan
de onlangs overleden filmer John
Ford een ononderbroken, zes uur du
rend programma van enige van diens
films. „The triple echo” met Glenda
Jackson is ook ’s nachts in Kriterion
te zien en „The French connection”
een van de meest opwindende thril
lers van een vorig bioscoopseizoen is
in Calypso terecht gekomen.
Dat zijn de wensen van een meisje dat
vijf jaar van haar leven spendeerde aan
het 123 keer zien van een twee uur en
zevenenveertig minuten durende film
(exclusief de pauze), dat al haar vrije
tijd in de „begeleiding” van de film stak
door het bij houden van plakboeken en
scenario’s, en geen andere hobby’s kende.
Die geen tijd had om aan sport te doen
of er een vriendje op na te houden. Die
op de vraag of ze romantisch is, ant
woordt: „Ik zou het niet weten”. En die
onlangs een andere film ging zien, De
Peetvader. Over die keiharde maffiarol-
prent zegt ze: „Ik begrijp niet dat er
van deze film zoveel ophef is gemaakt.
Het is van het begin tot het eind geweld.
Daar houd ik helemaal niet van”. Achter
af heeft ze spijt dat ze er heen ging; ze
was liever nog een keertje naar de
Sound of Music gegaan™
Als de noodzaak van een alterna
tief filmcircuit bewezen zou moeten
worden, dan kunnen de vertoningen
van Jancsó’s werk als overtuigende
bewijzen op tafel worden gelegd.
Zonder de activiteiten die op filmge
bied buiten het officiële bedrijf ont
wikkeld worden, zou het publiek
waarschijnlijk nooit een film van
Jancsó onder ogen hebben gekregen.
Nu nog blijft het bereikte publiek
relatief gering, maar iedere filmlief
hebber kan komende dagen tenminste
met enige moeite kennis maken met
een van de opvallendste figuren uit
het moderne filmen.
ZOALS WE AL EERDER vermeld
den wordt van 20 tot en met 26
september een Hongaarse Filmweek
in Utrecht (’t Hoogt), Amsterdam
(The Movies), op de Twentse Techni
sche Hogeschool en (in beperkte
vorm) in enkele steden als Groningen
en Den Haag gehpuden. Hoewel tij
dens deze uitgebreide manifestatie uit
eenlopend werk van andere belang
rijke Hongaarse regisseurs als
Sandor Sara („De opgeworpen steen”),
Andras Kovdcs („Koude dagen”),
Istvdn Szabó („Vader”) vertoond wor
den, staat tijdens deze Hongaarse
filmdagen de figuur van Miklós
Jancsó centraal, alleen al omdat van
hem niet minder dan zeven, hier
vrijwel volledig onbekende films hun
Nederlandse première zullen beleven.
Miklós Jancsó is nu 51 jaar oud,
werkt al 25 jaar in de film en heeft
een kleine vijftig korte films en meer
dan tien lange speelfilms op zijn
naam staan. Veel van dat werk is
bekroond, maar ook dat heeft geen
verandering gebracht in de opvattin
gen van distributeurs en de bioscoop
exploitanten die bepalen wat er in de
bioscopen vertoond zal worden en
nee-schuddend op Jancsó bleven rea
geren. Dat heeft ook zijn invloed
gehad in eigen land, waar de staat als
producent optreedt en slechts geld
beschikbaar stelt voor ongeveer 20
speelfilms per jaar.
Er zijn voldoende talentvolle regis
seurs in Hongarije aanwezig, zegt
Jancsó zelf, om in die situatie op je
beurt te moeten wachten. Tussendoor
probeert hij dan elders aan het werk
te blijven, want zonder filmen zou
hij niet kunnen leven en zo zien we
hem de laatste jaren nogal geregeld
in Italië werken, waar hij in ’71 als
Italiaans-Frans-Duitse coproductie
„La Pacifista” met onder meer Moni
ca Vitti en Pierre Clementi draaide
en in datzelfde jaar voor de Italiaan-
Sollicitatie na telefonische af
spraak (31 38 40) met de heer Fr.
v. Duivenboden jr. of de heer
J. J. Verweij.
zowel voor haar woning-
textiel-speciaalzaak, als
mede een verkoper/binnen-
huis adviseur voor haar
meubeltoonzalen.
„De valstrik” speelt bijv, na de
Vrijheidsopstand van 1848, plaats van
handeling is een tot gevangenis die
nend fort, thema: de willekeur van
de bewakers die naar de leider van
de opstand zoeken en daarbij gebruik
maken van met doodstraf bedreigde
verklikkers. „De Roden en de Wit
ten”, een Russisch-Hongaarse co-pro-
ductie uit ’67, is misschien wel de
-
IBsHS si
HILVERSUM In theater „Gooi
land” in Hilversum is donderdagavond
in een vrije productie van Sleeswijk de
musical „Irma la Douce” in première
gegaan. De rol van Irma wordt gespeeld
door Jenny Arean. De andere hoofdrol
len in Irma Ia Douce worden gespeeld
door Henk van Ulsen en Steye van
Brandenburg. De première werd door
het publiek zeer goed ontvangen. De
voorstellingen, die de komende dagen
nog in Hilversum zullen worden gege
ven, zijn al vrijwel uitverkocht.
VLAARDINGEN. Toen Tonnie van
der Werff dertien jaar was, hoorde ze
een onderwijzer praten over een film,
die de kinderen „beslist moesten gaan
zien”. Tonnie heeft die film gezien. Ze
was er zo door gegrepen dat ze die film
later nog een paar keer ging zien. In
middels heeft Vlaardingse Tonnie van
der Werff (ze is achttien jaar) de Sojnd
of Music 123 keer gezien.
Ze heeft zich er elke keer weer vrij
voor moeten maken, toen ze op school
zat. Of zoals op dit moment, nu ze
werkt. De film is weer teruggekeerd in
de Rotterdamse bios en Tonnie gaat
weer. Elke week ten minste eenmaal.
Die 123 zijn volgende week al weer 125.
En zo door. Voor Tonnie is het genot
aan die film onophoudelijk. Ze is op dat
punt onverzadigbaar.
Nu de nationale verslaving aan Peyton
Een jaar later, in ’65, verschijnt
„De valstrik”, waarin we dan voor
het eerst kennis kunnen maken met
de Jancsó-stijl die in volgend werk
geperfectioneerd zal worden. Als ty
pische kenmerken van die stijl, kun
nen de afwezigheid van acteurs
(hoofdrolspelers), het bijna balletach
tige manoeuvreren met groepen men
sen en ruiters te paard en de afwe
zigheid nagenoeg van dialogen en ui
terlijke emoties gelden, waardoor een
schouwspel ontstaat dat iets weg
heeft van een ritueel, een zwijgend
spel met mensen die om beurten
elkaar slachtoffers worden.
VOOR HET EIGENLIJKE Tu-
schinski is „The getaway” uitgezocht,
de film van Sam Peckinpah die dit
maal zijn kracht gezocht heeft in een
gangsterachtig gegeven. Zoals bekend
uit de besprekingen van de Filmweek
Arnhem, waar de film voor het eerst
draaide, speelt Steve McQueen een
ontslagen gevangene die op dusdanige
voorwaarden is vrij gelaten dat hij
zich onmiddellijk weer in een bank
roof moet storten. De overal ver
loopt minder gunstig dan verwacht
en samen met zijn vrouw (Ali Mac
Grew) die ook van de partij was,
onderneemt Steve een poging om
over de Mexicaanse grens te komen,
wat hem na veel avonturen die niet
bloedeloos verlopen, lukt. Peckinpah
heeft een knappe en uiterst spannen
de misdaadfilm gemaakt die als
DE HONGAARSE FILMDAGEN
BIEDEN een dankbare gelegenheid
om de ontwikkeling in het filmen bij
Janscó te volgen. Zijn eerste belang
rijke speelfilm die hem in de pu
blieke aandacht in eigen land bracht,
heet „Cantate” uit ’63. Het is een vrij
conventioneel gemaakt psychologisch
drama rond een ambitieuze chirurg
die menselijke tekorten bij zichzelf
ondekt. Een particulier geval dus met
één centrale figuur.
hobby wanneer ze hoorden van Tonnie’s
gedrevenheid. Anderen reageerden wat
minder positief met: „Voel je je niet
goed snik?” Of met: „Ik geloof er niets
van. Heb je alle kaartjes wel bewaard”.
Tonnie: „Dat zijn allemaal slappe op
merkingen. Ik ken die hele film uit mijn
hoofd. Elke scène, elk fragment. Toen ik
dertien jaar was heb ik het hele verhaal
opgeschreven en in het Engels vertaald.
Ik stuurde het naar de hoofdrolspelers.
Later breidde ik het verhaal uit. Alleen
van Julie Andrews heb ik een kaartje
gehad”.
Wat haar opviel was, dat de filmster
ren niet of ternauwernood reageerden,
maar de echte familie Von Trapp, over
wie het verhaal gaat, wel. Ze kreeg
allerlei souvenirs van Maria von Trapp
Met „Jesus Christ, Superstar”
wordt tegelijk het kleine theater Tu-
schinski 2, het verbouwde La Gaité,
geopend, waarin Norman Jewison’s
verfilming van Christus’ laatste zeven
dagen op aarde, evenmin lijkt te
passen als in Alhambra 2, waar de
film eveneens loopt. De groots opge
zette ,in Israël opgenomen rock-opera
van Tim Rice en Andrew Lloyd Web
ber heeft groter ruimte nodig om tot
zijn recht te komen. In ieder geval
kan men nu in twee kleine theaters
een indruk krijgen van hoe dit spec
taculaire, met grote vitaliteit gespeel
de en gezongen schouwspel eruit ziet.
1
IN KRITERION DE derde première
van deze week. „The triple echo”,
waarin Glenda Jackson onder regie
van de nieuweling Michael Apted en
naar de roman van H. E. Bates de
eenzaam levende boerenvrouw Alice
speelt die een gedesterteerde soldaat
in de tweede wereldoorlog bij zich
laat onderduiken. Ten einde niet op
te vallen verkleed de deserteur zich
als vrouw en die vermomming leidt
tot allerlei tragi-komische verwikke
lingen en tenslotte tot een onver
wacht dramatisch einde. Oliver Reed
speelt een keihard sergeantstype die
verliefd wordt op de verklede soldaat
en dus meewerkt aan het beëindigen
van een kleine idylle temidden van
het oorlogsgeweld. In Rivoli (boven
Rialto) draait ook een film die in
Arnhem te zien was, n.l. „Les Zozos”
van Pascal Thomas, waarover een
volgende keer uitvoeriger.
TWEE AMERIKAANSE FILMS en
een Engelse productie staan deze
week op de Amsterdamse première-
lijst: „The Getaway” en „Jesus Christ,
Superstar” komen uit het land van
Uncle Sam, „The triple echo” is een
wat bescheidener Engelse bijdrage
aan het filmamusement in de hoofd
stad.
ji
In The Movies de hiernaast aange-
kondigde Hongaarse Filmweek met
iedere avond twee films, resp. om
19.45 en om 22.00. Het is de moeite
waard daarvoor het uitgebreid
progrmmablad aan te vragen en naar
aanleiding van de gegevens een keuze
te bepalen.
se televisie „La tecnica e il rito”
maakte. Op het ogenblik is hij daar
bezig met „Rome wil een nieuwe
Caesar”.
In historisch perspectief ziet Jancsó
alle gruwelen die in het verleden
bedreven zijn als een aaneenschake
ling van toevalligheden die de ene
partij machtiger maakten dan de an
dere, terwijl per definitie de overwin
naar uit zelfbehoud) wreed en gena
deloos moet zijn. Dat is een afstande
lijk bekijken van de historie die mis
schien niet overal in Oost-Europa
gewaardeerd zal zijn geworden maar
het is een genuanceerde visie die
alleen maar het zinloos en onmense
lijk geweld kwestieus stelt en een
uiterst humaan standpunt veronder
stelt. Daarom alleen al, maar zeker
ook door de originele, deels symboli
sche, deels hard-realistische vorm,
waarin Miklós Jancsó zijn kijk op
het menselijk gedrag in momenten
van gevaar en uit zelfbehoud, gestalte
geeft is het voor iedere filmliefhebber
bijna een verplichting naar een van
de plaatsen te gaan, waar de Hon
gaarse filmdagen plaatsvinden.
ROTTERDAM. De première van
het toneelstuk „Steel wat minder het
zevende gebod”, door een van de nieuwe
Rotterdamse groepen gaat vrijdagavond
niet door. Een van de acteurs, Gregg
Palmer, brak woensdagavond tijdens een
proefvoorstelling van „Steel wat minder”
een been. Aangezien er op zo’n korte
termijn niemand was die Palmers rol
kon overnemen, heeft de Toneelraad
Rotterdam de première in de Rotter
damse schouwburg moeten uitstellen.
Ook de voorstellingen van zaterdag en
zondag zijn afgelast.
Place ten einde is, dienen de individueel
verslaafden aan andere zoetigheden weer
eens een beetje in de belangstelling te
komen. Zoals Tonnie van der Werff, die
al haar vrije tijd vijf jaar lang steekt in
het kijken naar de Sound of Music en
het aanleggen van plakboeken, het let
terlijk noteren van het scenario (bij elk
filmbezoek weer een stukje) en het ma
ken van een maquette van het kasteel
waar het filmgebeuren zich afspeelt,
waar binnenin een speeldoosje (met het
helder klingelende wijsje van het liedje
Edelweiss) is gemonteerd.
De entree bij Tonnie van der Werff
aan de Albertine Agnuslaan in Vlaar-
dingen is er een van beleefdheden. Ton
nie heeft smetteloos gekamd rood haar,
een zomers jurkje, waarop een wit kra
lensnoer, en witte schoentjes. Ze leidt
het bezoek naar haar kamertje, waar
een grote kaptafel tot het meest in het
oog springende ameublement behoort.
De maquette staat al klaar, in de kast
staan de grammofoonplaten op een rijt
je, op het bed liggen de plakboeken
uitgestald. Aan de wanden hangen de
foto’s van de hoofdrolspelers en -speel
sters. Tonnie verontschuldigt zich dat
het lampje in het maquettekasteel het
sinds vorige week niet meer doet. Het
mag niet deren.
Waarom gaat iemand zo vaak naar
dezelfde film? Waarom is iemand zó
bezeten van één enkel gegeven? Tonnie:
„In ’67 ging ik voor het eerst. Nee, het
was geen schok der herkenning. Maar
wel de sfeer in die film. Later ging ik
nog eens en toen weer. En steeds voelde
ik weer dezelfde gezelligheid die je alles
om je heen doet vergeten! Ik weet best
dat het niet overeenkomt met de werke
lijkheid. Toen ik op school zat, had ik
dinsdag- en donderdagmiddag vrij. Ik
ging vaak naar die film. Meestal was ik
alleen. Wie krijg je nou tien keer mee
naar dezelfde film, laat staan honderd
keer?”
Vaak vonden de mensen het een leuke
- - -- tw
L
Typerende vlak-indeling bij Miklós
Jancsó. Beeld uit „Stilte en
schreeuw”.
i--
tl
I* a
6