Royalistische Griekse ex-generaals leggen een kaartje onder bewaking GEVAAR VOOR PAPADOPOULOS VOORTDUREND LEGER IS Volk wenst niet langer meer bevoogd te worden uitgestotenen Isolement der GENERAAL VARDOULAKIS: DE NAVO Platanidia WELLETJES Ongebroken 'W f S aan FRITS SCHILS Het boek dat Vardoulakis op het oog A de van Generaal heeft u na „jongens van wie ik niet kan geloven dat zij een mens kwaad zullen doen. Neem van me aan dat ze zich rot de NAVO jegens het regime in Athe ne. Hoe is uw mening hierover? de strijdkrachten een reëel gevaar voor aantasting van zijn macht schuilt” Zal koning Konstantijn ooit op de troon terugkeren? nu zich De agenten hebben ons ongemoeid gelaten en dat is voor Sotoris blijk baar aanleiding op de sentimentele toer te gaan. „Beste kerels zijn het”, vindt hij. „Alleen levert dat baantje zij geen notitie van de bewakers, die steeds op eerbiedwaardige afstand blijven en uit wier gedrag duidelijk artilleriekolonel Papadopoulos en en kele medestanders er nauwelijks twee uren voor nodig hadden om en dan nog langs onbloedige weg de macht in het land te veroveren. Bent u er ook zo ondersteboven van? Generaal Essermann, hoe beoordeelt u nu de situatie in het Griekse leger. Is het overdreven te stellen dat de Griekse strijdkrachten in hun huidige staat geen slagvaardige, betrouwbare NAVO-partner zijn? Tweehonderd meter verder stappen we uit. Het doel is bereikt. Platanidia, een gehucht van tien, vijftien huizen, veel hoge eiken en een smal keiig strand. Afzijdig van de toeristencen tra en slechts toegankelijk langs een weg, die die benaming eigenlijk niet verdient. Door een poort beland ik op een soort binnenhof, waar veel struiken en bomen voor een romantisch de cor zorgen. De cour is omgeven door enkele gebouwtjes. Wat in vroeger tijden een deftig hotel geweest zou kunnen zijn, lijkt door de jaren heen te zijn getransformeerd in een res taurantje annex pension. Er staan acht tafels, twee daarvan zijn bezet. Mijn belangstelling gaat uit naar de langwerpige in het mid den van het hof. Zes mensen zitten daar bij elkaar. Drie mannen en drie vrouwen. Generaal Essermann is di rect herkenbaar van de foto die Soti- ris mij eerder in de hand heeft gedrukt en waarop hij staat afge- beeld als pantsercommandant tijdens een NAVO-oefening in Noord-Grie- kenland. Erbij Generaal Essermann, Griekenlands positie binnen de NAVO is een onder werp dat in West-Europa herhaalde lijk ter discussie staat. Dat uw land als lid van de Noordatlantische Ver- dragsorganisatie geroyeerd zou moeten worden, omdat het huidige bewind de democratie met voeten treedt, gaat de meesten te ver. Wel wordt in brede kring steeds nadrukkelijker aange drongen op de noodzakelijkheid van een meer kritische opstelling binnen „Wat ik nog zeggen wilde: u moet bovendien bedenken dat Papadopoulos al geruime tijd in dienst van de KYP was, toen hij op 21 april 1967 de macht aan zich trok.” In het flauwe schijnsel van een pietluttig lampje, dat aan een lange draad boven de tafel bengelt, legt het gezelschap een kaartje. Tegenover de pantsergeneraal zit het echtpaar Vardoulakis. Hij is er niet beter afgekomen dan zijn andere collega’s die acht maanden na Papa dopoulos’ machtsgreep de zijde van de opstandige koning kozen. Hij werd meer dan eens opgepakt en vastgezet. De laatse maal dat de politie interes se voor Vardoulakis had, was vlak na de muiterij van kapitein Pappas op de Griekse torpedoboot jager Velos. Vardoulakis zat toen 17 dagen. „Onder afschuwelijke omstandigheden”, naar hij zelf zegt. Men verdacht hem er onder meer van contacten te onderhouden met de EAN, de Anti-Dictatoriale Jeugd. De derde opperofficier in het gezelschap is generaal Sophoclis Zanetis. Door tijdnood de bewaking zal klokslag 12 uur worden afgelost zal hij onbereikbaar voor mij blijven. De conversatie tussen de generaals- echtparen wordt op gedempte toon gevoerd. De dames en heren schijnen zich niet te bekommeren om hetgeen er rondom hen gebeurt. Ook nemen Generaal Vardoulakis werd verscheidene malen vast gezet door het Papadopoulos. De keer van merkbaar een verlegenheid spreekt „Het zijn allemaal knapen uit de buurt”, verduidelijkt Sotiris later, toen Papadopoulos het zaakje al had geklaard en de vluchtende koning Italië had bereikt. Vardoulakis: „De mensen vinden het nu welletjes; zij hebben ruim zes jaar voor Papadopoulos gebogen, maar ze hebben er nu schoon genoeg van. Het volk wenst niet langer bevoogd en ver nederd te worden, doch vrijelijk en, wat zijn goed recht is, in democratische ge zindheid mee te regeren. De ervaring dat deze, aanvankelijk in hoofdzaak onder de burgerij levende gedachte nu merkbaar terrein wint binnen de strijdkrachten, moet de militaire re geerders in Athene geen goed hebben gedaan. Immers, de daaruit voort vloeiende conclusie is dat Papadopou los meer dan ooit in het verleden op zijn hoede zal moeten zijn om te voorkomen dat hij op een gegeven moment weer met een opstandige le germacht wordt geconfronteerd, daar bij de kans lopend uit het zadel te worden gelicht. „Resumerend zou ik willen benadruk ken dat de Griekse strijdkrachten een constant reëel gevaar voor Papadopoulos vormen.” Hierbij zij ter verduidelijking opge merkt dat het bewind al jarenlang een intensieve controle binnen het leger, de marine en de luchtmacht laat uitoefe nen. Drie instanties zijn hierbij inge schakeld. Daar is eerst de „Kendriki Yperisa Pliriforion”, kortweg KYP ge noemd. Naast deze Griekse CIA opereert de O AS (Omas Asf alias Stratou), het geen de veiligheidspolitie is. En ten der de dient zich het zogenoemde Tweede Bureau aan. De agenten van deze orga nisatie zijn overtuigde supporters van Papadopoulos en dat is ook wel de bedoeling, want hun taak bestaat uit het propageren in het leger van de (politie ke) denkbeelden, zoals die de militaire heersers voor ogen staan- Er bestaat verschil van mening over de vraag of koning Konstantijn na de militaire machtsovememing van 21 april 1967 wel de juiste houding heeft aange nomen. Opvallend bijvoorbeeld is ’s ko- nings hardnekkige zwijgzaamheid tijdene de jaren van zijn Romeinse ballingschap. Pas nadat Papadopoulos hem openlijk beschuldigde van medeplichtigheid ten aanzien van het opstandje binnen de marine en toen prompt overging tot afschaffing van de monarchie, kwam Konstantijn in verzet. Vardoulakis: „Ik meen dat de koning geen verwijt treft. Van meet af aan heeft hij tegenover Papadopoulos zijn afkeuring over de coup uitgesproken. Daarna toen de kans hem rijp leek ondernam hij een poging het getij te keren. Ik sluit me niet aan bij de kritiek op de koning. Hij heeft gedaan wat in zijn vermogen lag en zich nimmer met de dictatuur geïdentificeerd. Generaal Essermann, als commandant van de twintigste Pantserdivisie in Noord-Griekenland hebt u een wezenlijk aandeel gehad in de coup van koning Konstantijn op 13 december 1967 tegen het bewind van Papadopulos. Men be weert zelfs dat generaal Peridis, de com mandant van het Derde Legerkorps, diens staf-chef luitenant-generaal Ores- tis Vidalis, en u de organisatoren van de tegenputsch zijn geweest. Welk doel heeft ogen gestaan? Essermann: „Als militair let wel, ik spreek niet tot u als politicus voelde ik me verplicht in actie te komen tegen het regime van kolonel Papadopoulos, die laten we de zaken toch zien zoals ze zijn grove insubordinatie had ge pleegd. Mijn vrienden en ik konden niet gedogen, dat Papadopoulos op volstrekt illegale wijze de macht in het land had gegrepen en zou blijven uitoefenen. We wilden de toestand van weleer herstel len.” Ook u, generaal Vardoulakis, bent actief betrokken geweest bij de kort stondige tegenactie van de koning. De afloop is bekend. Waaraan wijt u de mislukking? Was er misschien toch verraad in het spel? Vardoulakis: „Dat geloof ik niet. Nee, ik kan het me gewoon niet voorstellen. Alles is gestrand op de slechte organisa- had, is waarschijnlijk Adriaan Venema’s „Handboek voor de nieuwe illegalen”, dat naar aanleiding van de Griekse ko- lonelscoup werd geschreven en waarin in heldere formuleringen de vereiste „ingrediënten” voor de tenuitvoerlegging van een staatsgreep worden aangedra gen. (Handboek voor de nieuwe illegalen geschreven door A. Venema en in 1970 verschenen bij de uitgeverij Bert Bakker in Den Haag). Essermann: „Ik ben zeer wel op de hoogte van de voorwaarden zoals die ten aanzien van het lidmaatschap van de Noordatlantische Verdragsorganlsatie in de preambules van het NAVO-verdrag geformuleerd zijn. Laat ik echter vol staan met de opmerking dat ook de kwestie-Griekenland heeft aangetoond hoe groot de afstand kan zijn tussen integere voornemens en de consequente tenuitvoerlegging daarvan.” „Kijk eens aan, ik geloof dat de West- europese landen ons maar in zeer be perkte mate daadwerkelijk kunnen hel pen. En dat gebeurt hier en daar ook wel. Maar wat ons bijzonder tegen de borst stuit, is de houding van landen als Frankrijk en de Bondsrepubliek Duits land. Op grond van hun dominerende positie in West-Europa en in hun relatie met de Verenigde Staten, waarvan wij allen weten dat zij het zijn die het regime in Athene protegeren, zouden Bonn en Parijs toch bij machte moeten zijn passende druk uit te oefenen op Washington.” Vardoulakis: „Wij waarderen de hou ding van landen als Nederland, de Scan dinavische landen, Engeland, en geloven ook dat de manier waarop de Europese Economische Gemeenschap zich tegen over het bewind van Papadopoulos heeft opgesteld de enige juiste is. Zolang de democratische instellingen in Grieken land niet functioneren, blijft het EEG- associatieverdrag met Griekenland in de ijskast. Een goed standpunt. Maar de sleutel voor de oplossing van de Griekse hebben er nu schoon genoeg van. Het fel meer over bestaan bij de Ameri kanen.” De praktijk heeft bewezen en toont onverkort aan dat de Amerikaanse rege ring het bewind steunt, althans tole reert- Vardoulakis: „Jawel, en hoe komt dat, zult u zeggen. Welnu, dat ligt voor de hand. Omdat Papadopoulos zich gedwee conformeert met Washingtons politieke opvattingen inzake NAVO en Grieken land en hij bovendien tegemoetkomt aan alle eisen die de Verenigde Staten in dit verband op tafel leggen.” Dan, even zijn zelfbeheersing verlie zend: „Daar komt dan nog bij dat beide regimes van identiek allooi zijn; wij hebben te maken met een meedogenloze militaire dictatuur, de Amerikanen zit ten opgescheept met een volslagen gede genereerd regeringsapparaat. Of hebt u daar een andere mening over? De Wa- tergate-verwikkelingen, de Indochinese tragedie en de momentele ruzie rond meneer Agnew liegen er toch niet om.” niet zoveel op. Bovendien moeten die jongens zich wel wat laten welgeval len, nu Papadopoulos het voor het zeggen heeft.” Hoe bedoel je dat? „Luister, twee dagen vóór het refe rendum trommelde de commandant van de politie in de stad al zijn ondergeschikten bij elkaar. Hij ging toen voor de troep staan en weet je wat-ie toen zei? Heren, zei hij, het is natuurlijk wel de bedoeling dat jullie overmorgen vóór de republiek stem men. En aangezien het eveneens dui delijk is dat we er allemaal zo over denken zullen we er een open stem ming van maken. Maar wie zich lie ver afzondert, kan natuurlijk zijn gang gaan...” „Ze hebben uiteraard allemaal voor Georgios Papadopoulos gestemd”, licht Sotoris ten overvloede toe. Vardoulakis: „Als men de technieken en de mogelijkheden voor het plegen van een staatsgreep beheerst c.q. onder kent, is de coup op zich een vrij simpele zaak. De wereldliteratuur kent enkele belangwekkende bijdragen over dit on derwerp. Ik herinner me nu ook een boek dat door een landgenoot van u is geschreven. Het is enkele jaren geleden uitgekomen. De titel? Coup d’état meen ik. Een uitstekend werk moet ik zeggen. Als u het nog niet gelezen hebt, raad ik u aan het te doen”. regime- laatste nog by de muiterij een Griekse kanon neerboot in Rome» voelen, als ze hier als waakhond worden losgelaten. Twintig minuten later. Het is ge lukt. Ik zit tegenover generaal Esser mann. Vanaf het moment dat ik hem aanklampte, heeft hij het spel meege speeld. Dat het eerste contact in het urinoir werd gelegd, moge normaliter als on welvoeglijk gelden, nu ont vouwde deze manoeuvre zich als uiterst doeltreffend. .,We gaan zo dineren. Als ik klaar ben, zal ik me terstond verwijderen. U moet op nummer 15 zijn. Het is u wel duidelijk dat u geobserveerd wordt?” Ik doe wat de generaal me zegt. Er gebeurt helemaal niets. Er komt geen gendarme die me zegt dat ik onmid dellijk moet verdwijnen. Een meeval ler. Essermann: „Deze vraag zal onder werp moeten zijn van een referendum.” Vardoulakis: „Niet Papadopoulos maakt uit wat de toekomst van de monarchie in Griekenland is, maar het volk. Ik sluit me bij collega Essermann aan; dit zal moeten gebeuren door mid del van een plebisciet onder democrati sche verhoudingen.” maar niet op het vasteland. Het regime maakte er een gewoonte van zijn tegen standers naar eilanden te deporteren. Ik zelf belandde aanvankelijk op Kythira, later werd ik overgeplaatst naar een dorpje op Euboeia, en tenslotte verbande men mij naar Termo, op het eiland Icara.” Voelt u zich ook nu nog een gevan gene van Papadopoulos? Essermann: „Hoe verklaart u de aan wezigheid van de gendarmerie rond dit etablissement? Toch niet omdat zij zich zorgen maken over mijn welzijn? Laat ik u vertellen dat ik en mijn collega’s voortdurend onder bewaking staan. Ons doen en laten wordt nauwlettend gade geslagen. Maar men went eraan.” In de telefoongids van Athene nu de feitelijke woonzetel van de pantser generaal komt de naam Essermann niet voor. Het is misschien ook beter zo, want wie de generaal wel aan de lijn zou krijgen, zou zich er steeds reken schap van moeten geven dat elke syllabe van het onderhoud wordt afgeluisterd en opgetekend. Klusjes van soortgelijk niveau wor den, zo heb ik me door vrienden in Athene laten vertellen, onder meer op geknapt door schnabbelaars uit het gilde van de flatportiers-in-vaste-dienst. Het pertinente gevoelen in deze kring dat men financieel ondergewaardeerd wordt, heeft er schijnbaar toe geleid dat menig huisbewaarder niet opziet tegen een ver- spiederskarweitje ten behoeve van de KYP, zoals de Griekse CIA wordt ge noemd. Generaal Vardoulakis, menigeen staat er toch wel van te kijken dat de tie; die campagne was niet goed voorbe reid.” Wat ex-divisiecommandant Andreas Vardoulakis onder slechte organisatie verstaat, wordt duidelijk als men de kranteverslagen van die dramatische de- cember-revolte nog eens opslaat. Twee fundamentele tekortkomingen treden dan weer direct op de voorgrond: ener zijds was er geen sprake van een werke lijk gesloten militair front, dat tegen Papadopoulos in opstand was gekomen, en ten tweede ontbeerden de royalisti sche vrijheidsstrijders een adequaat communicatiemiddel. De koninklijke tegencoup zou wellicht kans van slagen hebben gehad, als men zich meester had kunnen maken van de relatief sterke radiozender in Thessalo niki. Maar dat lukte niet. Het bleef die dagen bij een tijdelijke bezetting van het radiostation in de midden-Griekse stad Larissa, een zender met een uiterst geringe capaciteit waarvan de actieradi us niet verder reikte dan hooguit 60 kilometer. De haard van de opstand lag nochtans 200 kilometer noordelijker. Zo kon het gebeuren dat het grootste deel van de Griekse burgerij en legeronder delen elders in het land het nieuws van de koninklijke staatsgreep pas vernamen Essermann: „Een leger kan slechts adequaat functioneren als er sprake is van discipline. Zonder die discipline sta je in verloren positie. De in de kiem gesmoorde marine-coup en de daarop volgende muiterij op de torpedobootja- ger Velos zijn duidelijk tekenen aan de wand. Papadopoulos zal zich voortdu rend dienen te realiseren dat er vanuit Papadopoulos, onmiddellyk na mislukte staatsgreep in 1967 koning Constanten. Esserman, Papadopoulos die mislukte tegenactie oneervol uit het leger ontslagen. Maar daarbij is het toch niet geble ven. Een uur geleden ben ik uit het hete Larissa vertrokken. Naast mij zit Sotiris, geboren en getogen op het Thessalische platteland, handelaar in huiden en textiel. Sotiris is een in vloedrijk man, heb ik gemerkt. We rijden over een smalle, geasfal teerde weg in oostelijke richting. Ter linkerzijde verheffen zich de glooien de bossen aan de voet van het Pilion- massief, rechts klotsen de golven te gen en over de kademuur. Aan de overzijde van de baai beschrijven de stralenbundels uit een vuurtoren hun monotone cirkels. „Pas op niet te hard nu, we moeten zo rechtsaf”. „Weet je zeker dat die generaals er vanavond zijn”, vraag ik hem. ..Vanavond? Vanavond? Ze zijn er al weken.” „Alleen?” „Nee, met hun vrouw.stop, je bent al te ver doorgereden; zet de auto iets terug.” Gedwee geef ik gevolg aan het commando van mijn Griekse gids. Onder een gammele lantaarn in de berm van de weg staat aangegeven waar we moeten zijn. Platanidia, 1 kilometer, en daaronder een pijl die zeewaarts wijst. We nemen de laatste hindernis. De wagen hobbelt over de keien en „waadt” zelfs al door het snel opko mende zeewater. De nadering van een tegenligger roept problemen op, want de doorgang ter plaatse is te smal voor twee voertuigen. Sotiris, zullen we stoppen en blij ven wachten tot die anderen terug gaan? Maar de Griek denkt daar anders over. „Weet je wie dat zou kunnen zijn? De gendarmerie.” Ik schakel de achteruit in. Even later passeert de tegenligger ons. Op de linkerzijde van het afge sloten voertuig lezen wij „Elliniki Chorofilaki”, dus wel degelijk een politiepatrouille. Essermann: „Het militaire bewind heeft mij op grond van mijn deelneming aan de tegencoup opgesloten. Ik zat drie jaar vast. In 1971 werd ik uit gevangen schap ontslagen.” Waar was u gedetineerd? Essermann: „Op verscheidene plaatsen, Andreas Essermann zit op de rand van zijn bed. Hij biedt me een stoel aan. De enige die In het vertrek staat. We praten drie kwartier met elkaar. Dan lukt het me een brug te slaan naar Vardoulakis. De Grieken imponeren me. Je ver wacht verbittering in hun woorden, teleurstelling en ook woede. Niets van dat De royalisten Essermann en Vardoulakis zijn in zeven turbulente jaren er niet onderdoor gegaan, al thans hun veerkracht en waardigheid lijken op geen enkele wijze aangetast te zijn. Hoe zei zij het ook alweer, Kyria Vardoulakis? „Onze mannen zijn be- wonderenswaardig. Zij dragen hun lot moedig. Maar voor ons, vrouwen, wordt het toch te veel. Wat ons staande houdt zijn eigenlijk alleen nog de doktersrecepten.” Of de herinneringen aan die veel voud van parades, recepties en soirees met Zijne Majesteit als feestelijk, glanzend middelpunt? De generaalsvrouwen praten er graag over. Ook nu nog. Al is het dan met een sombere ondertoon. u destijds voor Ét r 1 - ji

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 15