Dokumentair Aktueel Teater
Publiekstheater debuteert met Midzomernachtdroom
met „Een schoen voor het
Shakespeares verliefden in unisex
Wie is er niet blije met
Edgar Vos' balije?
SNOEPEN ZONDER TANDBEDERF
Reisbureau SUCCES
schorem”
Programma van het NPO
komt nog méér tekort
i
r
j/W
I
ORKEST BEANTWOORDT BRIEF VAN F. NELISSEN
T)
v. VASTENHOVEN
II
9
2^2
SEPTEMBER
1973
MODESHOW
MTEKDA G
-
AMSTERDAM „Wij zijn uit
op üw geluk. En üw handvol com
plimenten wint het van de recen
senten of mijn naam is niet meer
Puck”. Dat zegt Lou Landré tegen
het publiek op het einde van „Een
droom van een midzomernacht”.
Het is de eerste produktie van het
Publiekstheater, de nieuwe vaste
bespeler van de Amsterdamse
stadsschouwburg, opvolger van de
Nederlandse Comedie en het Am
sterdams Toneel. Om Lou Landré
heen knielen aan het slot alle spe
lers en vragen vriendelijk en be
leefd om de gunst van het publiek.
En die kwam gisteren bij de pre
mière in een zeer hartelijk applaus.
ALS IK VANDAAG in dit
journaal een welgemeende wens
mag uitspreken, laat mij dan
onomwonden stellen dat ik van
harte hoop dat het mode-huwe-
lijk van Edgar Vos met Vico zeer
lang stand mag houden. De
fraaie ontwerpen van Edgar ge
koppeld aan de sublieme uit
voeringen van Vico die ik mocht
bewonderen, kunnen je niet an
ders dan tot zo’n verlangen ver
leiden.
15
CEES STRAUS.
JAC. HEIJER
ADVERTENTIE
Gen. Cronjéstraat 27 Haarlem Tel.: 023-26 42 94.
Üi
met ingeverfde voskraag; rechts
(Van onze kunstredactie)
ADVERTENTIE
collectie
EDGARS
HOEWEL
IN
212,——
234-
369,—
f 295,—
258,—
7 dagen Malorca
7 dagen Benidorm
8 dagen Óosta del Sol - Marokko
5 dagen Rhodos
8 dagen Lloret de Mar
kan ze dat niet anders dan ironisch over
haar lippen krijgen.
Dat is mijn voornaamste bezwaar, dat
de spelopvatting van de verschillende
spelers en de bedoeling van de regisseur,
zoals die spreekt uit de vormgeving, aan
alle kanten botsen. In een conventionele,
romantische opvoering zou dat conflict
misschien niet eens zo opvallen. Maar
het gedoe met die witte ballen en die
rollende heuveltjes (geïnspireerd door
Koert en Bart Stuyf?), de nadrukkelijke
dubbelrollen van mensen en elfen, wek-
theater wel erg mooi. In dat geval zeg
ik de laatste regels van Puck in de
Droom van een midzomernacht na: „Ook
als wij uw blaam verdienden; Goede
nacht wij blijven vrienden!”
rij van de Amsterdamse couturiers,
voor een zeer aparte en verrassende
herfst- en wintercollectie heeft ge
zorgd.
WILT U NOG MEER voorbeelden?
Wel, let dan straks eens op die koste
lijke roestbruine mantel met inge
verfde vossekraag of op die zwarte
nappa jas met zoom, col en manchet
ten van lama. Ja, en om heerlijk mee
te koketteren is er een cape van suède
met leer in rood en zwart gecombi
neerd met een rood ingeverfde vosse-
col. Chic sportieve kleding waar je
werkelijk warm voor loopt.
'X-T
DINSDAG 25 SEPT 1
IN „DIE RAECKSE"
Aanvang 14.30 en 20.00 uur.
Modehuis
Kleverpark Haarlem
Reserveringen 5,Tel. 251937
4
onder redactie van Bé ter Maat
Jan Retèl als Spoel de Wever met een
ezelskop laat zich kietelen door elfen,
als Titania (Sigrid Koetse) op zijn schoot
ligt.
die misschien een einde aan de ongelijk
heid kunnen maken: het creëren van
revolutie, het geven van informatie, de
monstreren. Er wordt geen manier gege
ven die de problemen definitief kan
oplossen, de voorstelling dient alleen als
basis voor discussie achteraf. Daarvoor is
ook een boekenstand aanwezig waar
linkse literatuur en informatie kan wor
den gekocht.
De titel slaat op het publiek dat bij
het begin van de documentaire „Niet
genoeg” van Bert Haanstra (voorafgaan
de aan het eigenlijke toneelstukje) de
rechterschoen moet afstaan. Daarmee
wordt het in de positie van deonder
worpene gebracht, maar dat wordt pas
vrij laat duidelijk.
De oorzaak is het manco aan dramati
sering. Weliswaar ligt het contrast tus
sen arm en rijk met het publiek in een
soort schakelfunctie duidelijk voor de
hand, maar de toeschouwer wordt in
feite veel te lief bejegend. Het enorme
geweld dat achter de handelingen van
de rijke schuilgaat, komt nu enigszins
lachwekkend over.
Zoals de feiten nu getoond worden, is
er weinig kans op engagement met de
vertrapte omdat immers de ontroering
niet wordt opgewekt. Wie zich nog de
voorstellingen van het New Uruquayan
Theatre kan herinneren van voorafgaan
de jaren in de Schuur, weet hoe ook
met zeer simpele middelen een directe
betrokkenheid met de „have nots” wordt
verkregen.
Het DAT is op zoek naar de juiste
uitdrukkingsmiddelen, maar het vergeet
in dat proces recht te doen aan de
specifieke eisen die toneel nu eenmaal
stelt. De treurige situatie waarin de
arme landen verkeren Chili is er een
schrijnend voorbeeld van èn de op
lossing daarvan, is het meer dan waard
verhelderend aan een „rijk” publiek te
worden verklaard.
Dat wij daar dit jaar meer dan ooit in
zijn geslaagd bewijst het aantal ver
kochte abonnementen, waarvan de serie
A en B vrijwel zijn uitverkocht. In onze
serie C proberen wij elk jaar opnieuw
een bepaalde formule te vinden en toe
te passen, waarbij verschillende stromin
gen van de hedendaagse muziek aan bod
komen (Xenakis, Andriessen, Prin, Ket
ting, de Leeuw). Organisatorisch gezien
brengen deze werken telkenmale grote
problemen met zich mee, zowel wat
betreft in financiële zin als in voorberei
dingstijd.
Voor een vruchtbare diskussie staan
wij open. Men moet dan echter wel
beter beslagen ten ijs komen.
R. MULDER, directeur NPO
H. KOX, artistiek adviseur NPO
G. VAN SLOOTEN, sekretaris
Orkestraad NPO.
leer een vrij grote rol speelde, werd
toch ook een flinke tip opgelicht van
de couture sluier. Ook dat leverde
verrassingen op, want wat ontrolde
zich voor verbaasde blikken? De
slimme Vos duikt ver in de historie
terug en laat zich inspireren door de
broeken van de middeleeuwse ridders.
Deze balije broeken, ze zien er uit als
broekrokken, draven zowel voor de
dag als voor de avond op. Voorts
prefereert Edgar de driekwartmantel
op de tube-rok en maakt hij veel
korte en lange blousons.
ken de verwachting dat er ook heel
anders gespeeld zal worden. Dat gebeurt
in de meeste gevallen niet. De meeste
spelers zoeken het toch in een indivi
dualistische, psychologisch bepaalde ma
nier van spelen. Daarbij komt dat de
meesten er niet altijd, of meestal niet, in
slagen iets volstrekt eigens in hun rol te
leggen. Te vaak zie je toneelspelerij, die
je al vaker hebt gezien.
Frederik de Groot als Demetrius is
een echte verliefde jongen, die zijn tekst
zegt, alsof die van hemzelf is. Jan van
Royen durft zijn worsteling met de
blanke verzen nog niet op te geven.
Canci Geraedts en Sigrid Koetse blijven
ondanks veel techniek oppervlakkig,
waar Petra Laseur en Eric Schneider
(Die zowel hertog Theseus als elfenko
ning Oberon speelt) veel persoonlijker
en dieper gaan. Lou Landré is een
platonisch wonder zo als altijd, maar
bederft het als hij iets moet zeggen.
Zoals aangeduid zijn de handwerkslie
den geweldig in de weer. Jan Retél
maakt van Spoel de Wever een ontzet
tend pedante, domme ijdeltuit. Vooral
als hij Pyramus moet spelen is hij
onweerstaanbaar komiek. Cor van Rijn
is een waanzinnig originele Thisbe. Al
bert Abspoel maakt van Wig een gede
tailleerd portret van een amateurtoneel-
regisseur. Het stel wordt gecompleteerd
door Chiem van Houweningen (de
leeuw), Paul van Gorcum (de muur) en
last but not least Gerard Hartkamp in
de glansrol van het mannetje in de
maan. Croiset moet zo verliefd op hun
scènes geworden zijn, dat hij ze tot het
uiterste heeft laten rekken. Maar erg
gelachen hebben we wel.
Maar met de beste wil van de wereld
kan ik onmogelijk in een lange karton
nen koker waaruit witte bolletjes gebla
zen worden de toverbloem zien, die ie
dereen veliefd maakt op de eerste de
beste die je bij ontwaken ziet. Op het
toneel kan je nagenoeg alles suggereren,
maar dit stuit me toch tegen de roman
tische borst. Maar ach, misschien vindt
u het mèt Hans Croiset èn het Publiek-
Ik geloof, dat er best een „handvol
complimenten” voor de voorstelling valt
te vinden, zelfs van recensenten, die
nogal wat bezwaren kunnen opsommen
tegen Hans Croisets opvatting van „Mid
summernight’s dream” van de onvergan
kelijke, nimmer genoeg te waarderen
toneeltovenaar William Shakespeare. Het
is een plezierige avond met name het
ontreden van de handwerkslieden in het
absurde toneeltje „Pyramus en Thisbe”
is een juweeltje.
Belangrijker is dat er met geestdrift
wordt gespeeld. Croiset is er in ieder
geval in geslaagd zijn spelers nieuw
vertrouwen en élan te geven. Wat ik wel
miste is een eenheid in speel trant; ook
bij Croisets interpretatie van „King
Lear” een ernstig euvel. Maar als de
groep kans van leven krijgt, zal dat wel
beter worden.
Het gemis aan eenheid is in de hand
gewerkt door de vormgeving, die Croiset
voor deze voorstelling heeft gekozen.
Zijn „Droom van een midzomernacht”
speelt zich nu eens niet af in een bos vol
bloemen en magie, maar in een hyper
modern zwart-wit-interieur van verrol-
bare boogbruggetjes, grote en kleine bal
len en een zee van evenwijdig hangende
smalle slierten van zilverpapier. In zo’n
ruimte (kennelijk de Schoner Wohnen-
droom van ontwerper Niels Hamel) lijkt
het me voor de spelers razend moeiliik
inspiratie te vinden voor een sprookje
over vurige verliefdheid. Wanneer Sigrid
Koetse als de elfenkoningin Titania haar
geliefde Spoel de Wever met zijn ezels
kop uitnodigt op een bed van bloemen
te gaan liggen om met haar te vrijen en
ze moet dan wijzen op een kil-witte
vloerbedekking met zwarte lijnen, dan
EEN VAN DE AVONDLIJKE grap
jes van de couturier is een lange
fluwelen pantalon met zo op het oog
een zeer decent jasje. Maar dan komt
het wilde spel. Het jasje moet name
lijk worden opengerukt om de dan
verrukte toeschouwer de beeldige
beha met borduursel van zeer grote
pailletten te laten zien. Daar staat u
wel even van te kijken, niet? Lange
zijden jersey en fluwelen kaftans kre
gen incrustaties en appliqué’s in te
gengestelde kleuren; erg mooi! In een
zwart zijden mousseline avondjapon
werd maar liefst elf meter van dit
fraaie materiaal in de rok verwerkt.
Het hoeft geen betoog dat dit met
ruches versierde model de draag
ster zwierig omhulde. Zeer Spaans
deed een strakke zwarte japon aan,
waarvan de mouwen waren opge
bouwd uit stroken, die aan de uitein
den met pailletten waren versierd.
VOOR ALLE UREN VAN de dag
verwerkte Edgar veel laqué stoffen.
Aandacht vroeg vooral een lange wit
zijden laqué blouson met nertsman
chetten in combinatie met een lange
zwarte balije-broek.
Met plezier heb ik mogen constate
ren dat Edgar Vos, als laatste in de
Een dergelijke ironie zit ook wel in de
unisex waarin de acteurs en actrices
gehuld zijn en de decadente make-up
(ook de mannen hebben zware ogen-
schaduw en rode lippen). Maar deze
ironie is een modieuze knipoog tussen
regisseur en publiek in de immers zo
verdorven wereldstad Amsterdam. Dat is
een heel andere ironie ais waarmee
Petra Laseur het verliefde meisje Hele
na speelt. Ze speelt die figuur als een
intelligent onromantisch beetje pesterig
meisje. Erg aantrekkelijk, maar het zou
best passen in een heel ander decor en
een heel ander kostuum.
ZO ZAG IK VOOR U heerlijke
soepele suède shirts in de mooiste
kleuren, die als een handschoen gego
ten zaten om de fraai gewelfde tors.
Blazers met aparte halsafwerking,
namelijk revers met een klein boord
je, doen het bijzonder goed op rokken
en pantalons. Overgooiers, mantels en
suède pak, waarvan de pantalon door
contraststiksels op de pijpen
zowel voor als achter - de benen als
het ware verlengden, streden om
de voorrang om zoiets aan te schaf
fen. Wat is leer, vooral als het goed
wordt verwerkt, toch vréééselijk
mooi!
HAARLEM. Van de politiek-geën-
gageerde toneelgroepen wijkt het Doku
mentair Aktueel Teater in zoverre af
dat het veel meer kiest voor de prestatie
in documentaire vorm en minder voor
de toneelmatige aanpak. Het DAT ont
loopt daarmee de specifieke eisen die
toneel stelt, maar het staat wel voor het
probleem in welke vorm een productie
binnenshuis vorm moet krijgen. In „Een
schoen voor het schorem’’, waarmee het
DAT vrijdagavond in Toneelschuur op
trad, komt dat probleem zeer duidelijk
naar voren.
„Een schoen voor het schorem”, van de
Haagse kunstcriticus en auteur Alain
Teister, heeft als onderwerp de tegen
stelling tussen de arme en rijke landen.
Dit onderwerp wordt heel gesimplifi
ceerd gebracht in de vorm van een rijke
koloniaal die een arme Afrikaan op zijn
plantages laat werken. De slechte om
standigheden waarin de neger moet ver
keren, roepen de idealistische gevoelens
wakker van twee „westerlingen”. Zij
sommen een aantal mogelijkheden op
Uit de herfst- en wintercollectie van
Edgar Vos een grijze Shetland-jurk
met gebreide lurex top.
HAARLEM. Woensdag plaatsten
wij een ingezonden brief van de heer
Fried Nelissen met kritiek op het reper-
toire-beleid van het Noordhollands Phil-
harmonisch Orkest. Vandaag publiceren
wij het antwoord van d-e heren R. Mul
der, directeur van het orkest, H. Kox
artistiek adviseur en G. van Slooten
secretaris van de orkestraad van het
NPO.
Cape van leer met suède in twee kleuren gerealiseerd Eveneens van Edgar Vos: Links een zuiver zijden regenmantel
door Vico naar een ontwerp van Edgar Vos. met ingeverfde voskraag; rechts een trenchcoat van zijden
jacquard laqué.
De brief luidt als volgt:
Terwijl wij dachten het zo goed ge
daan te hebben werd onze illusie wreed
verstoord door de brief van de heer
Nelissen. Ook onze duizenden abonnees
zullen zich na het stuk in het Haarlems
Dagblad wel bekocht voelen. Ten bewij
ze dat wij de brief van de heer Nelissen
graag willen onderschrijven, volgt hier
nog een aantal namen van componisten,
die het komend seizoen ook niet worden
gespeeld: Telemann - Rameau - Handel
- Liszt - Moussorgsky - Grieg - Mahler
- Richard Strauss - Schonberg - Rimsky
Korsakoff - Schubert - Badings - Ho
negger - Reger - Chopin - Elgar -
Brusch - Sibelius - Flothuis - Saint-
Saëns. Deze lijst is zonder moeite nog te
verveelvoudigen.
Een klein rekensommetje leert, dat op
18 abonnementsconcerten met gemiddeld
3 werken ongeveer 55 werken aan bod
komen. Men dient dan ook de program-
masamenstelling over een periode van 3
a 5 jaar te zien.
De heer Nelissen is kennelijk in de
folders van de afgelopen paar jaren
gedoken, want daar trof hij o.a. alle 6
Brandenburgse concerten van Bach aan,
plus een pianoconcert en een concert
voor viool en hobo. In het vorige seizoen
speelde Theo Bruins in de abonnements-
serie het concert van Kees van Baaren.
In 1970, 1971 en 1973 voerden wij ver
schillende werken van Jan Mul uit. Het
Orgelconcert van Poulenc stond twee
jaar geleden op het programma. Jan
(niet Bernard, meneer Nelissen) van
Vlijmen werd in 1972 gespeeld. Van
Delden in 1971. Drie jaar terug werd een
paukenconcert gespeeld, terwijl nog in
het vorig seizoen de eerste hoboïst soli-
eerde. Zelfs Satie stond in 1969 op het
programma. In totaal werden vanaf 1
oktober 1969 vijf en veertig Nederlandse
composities uitgevoerd, waaron vrijwel
alle door de heer Nelissen genoemde
namen. Verleden jaar hadden wij in de
serie als solisten onze solo-fluitist, har
piste, solo-hoboïst, solo-cellist, solo-bas-
sist en stond een blaaskwartet gepro
grammeerd. Wij kunnen toch niet elk
jaar hetzelfde doen?
Voor het komend seizoen telde de
heer Nelissen het aantal Nederlandse
componisten niet goed en heeft hij niet
gezien, dat naast de piano- en vioolsolis-
ten 3 vokalisten en een cellist aan de
series meewerken.
Wat het optreden van de door de heer
Nelissen genoemde solisten betreft: in
Haarlem en de provincie speelde b.v.
Theo Bruins al ruim 20 maal met ons
orkest, Sas Bunge 10 maal. Andere Ne
derlandse violisten naast Krebbers? Wat
denkt u van Emmy Verhey, ruim 45
maal, en Vera Beths, ruim 30 keer. Zo
kunnen wij nog wel een poosje door
gaan.
Wij zijn inmiddels druk bezig met de
programma’s voor het seizoen 1974-1975.
Handel’s orgelconcerten zult u in een
verrassend aantal tegenkomen. Maar
misschien weer ten koste van Bach...!
Dit jaar zitten Mozart, Beethoven,
Brahms, Bruckner en Tschaikowsky in
de series, maar o wee als een van deze
componisten ontbreekt. Dat levert
prompt brieven op, hetgeen aantoont dat
wij het nooit iedereen naar de zin kun
nen maken.
Wel zijn wij van mening dat een
orkest, dat op gemeenschapsgelden
draait, er voor moet zorgen, dat zij deze
gemeenschap in artistieke zin kan die
nen, met andere woorden, dat het van
zelfsprekend is en dat wij er naar stre
ven, dat een zo groot mogelijk aantal
mensen, van alle gezindten, deze concer
ten kan en wil bijwonen.
■:<k
si
w