CHILEENSE OOGGETUIGEN GEVEN BEELD VAN SCHIETPARTIJEN EN MARTELINGEN:
Moet je aan een verhuizing zwaar tillen?
r
99
I
y/w
I
I
I
-3 I
I
I
I
I
I
.W o s
71:1 I I I lW-<<W L
22
23
V R IJ D A G
2 8
SEPTEMBER
19 7 3
koel- I
I
Zenuwachtig
Wapens verstoppen
Compleet gezin
Verwondingen
-
(J
Gelukkig komen er gespierde
verhuizersarmen aan te pas. En grote
wagens die alles naar uw nieuwe huis
rijden.
Want u hebt 't al zwaar genoeg
met andere problemen. Komen de
leveranciers op tijd? Is er al telefoon?
Hoe zijn de buren?
Veel kunt u van tevoren regelen
en dan hoeft u er in die moeilijke
dagen van de verhuizing niet zo zwaar
aan te tillen.
Zo kunt u vast bij de Amro Bank
in de buurt van uw nieuwe huis
langslopen om het een en ander te
regelen.
Een hypotheek misschien voor uw
nieuwe huis.
Een lening bijvoorbeeld om de
hoge kosten op te vangen. En zeker
alle verzekeringen (opstal, inboedel,
glas e.d.) die aan de nieuwe situatie
moeten zijn aangepast.
En natuurlijk een Amro
Privérekening om uw salaris op over
te laten schrijven.
Bovendien kunt u door een
Amro Privérekening handige
betaalcheques krijgen. Dat betaalt
wat gemakkelijker aan de
leveranciers in de buurt en u hoeft
niet de hele dag met een hoop
geld op zak te lopen.
U hebt ’t al zwaar genoeg met
zo’n verhuizing.
Maak ’t niet nóg zwaarder.
Laat de Amro Bank uw geldzaken
verzorgen.
ff
to'
Ze liepen nog met witte zakdoeken te zwaaien,
maar werden
neergeknald
3/3
i 65
ADVERTENTIE
ra’ I
h
„De volgende morgen, toen wij in de
rij stonden voor de bakkerswinkel,
kwam er een helikopter en schoot op
ons met machinegeweren. Op straat la
gen nog doden van ’s nachts. Ik stond
achter in de rij; voorin werden enkelen
getroffen, maar er vielen geen doden.
Dat was om zeven uur.
„Als zij hem niet in de universiteit
gearresteerd hadden, zouden ze hem
misschien van huis gehaald hebben, zo
als ze met Angel Parra (een ander
bekend folklorezanger) gedaan hebben.
Hem hebben ze uit zij nhuis gehaald en
naar het „Estadio Nacional” gebracht.
Sindsdien weet niemand meer iets van
hem”.
lijken uit de rivier gehaald. Ik kon zo
zien dat ze allemaal in de rug geschoten
waren. Bovendien dreef er een grote
hoeveelheid politieke propaganda in de
rivier. Ik weet niet waar dat vandaan
kwam. Het waren veel boeken”.
„De mensen zeiden dat de slachtoffers
door de carabineros in het water gegooid
waren, nadat men ze doodgeschoten had.
Maar daarvan heb ik niets gezien. Ik
geloof dat de lijken van de kunstacade
mie kwamen of van de juridische facul
teit. In de nacht van zaterdag op zondag
hebben soldaten met pantserauto de
kunstacademie ontruimd. De lijken die
wij zondag gevonden hebben, lagen nog
geen dag in het water. We hebben de
lichamen op de oever neergelegd. Wie ze
later opgehaald heeft en waar men ze
heen gebracht heeft, weet ik niet”.
Een 17-jarige hulp in de huishouding:
„Ik woon in San Miguel. Zondag, tij
dens de spertijd, konden mijn beide
neven niet op tijd thuis komen. Een
groepje soldaten zag hen op straat. De
jongens werden zenuwachtig en renden
weg. Daarop werden ze allebei neerge
schoten. ’s Nachts werden ze naar de
lijkenkamer bij het ziekenhuis José Joa
quin Aguirre gebracht. De volgende dag
ging ik erheen. De lijken lagen er op
hopen. Het was een grote, brede zaal. De
lichamen lagen op tafels, vele op elkaar.
Bij velen kon ik schotwonden zien. Ik
geloof dat het er totaal wel vijfhonderd
waren”.
(Van onze redacteur in Santiago)
SANTIAGO Arbeiders van „Pizzarreno”, een van de grootste onder
nemingen in Chili, met 1.800 werknemers, die prefab-bouwonderdelen
vervaardigt, geven het volgende ooggetuigeverslag van de gebeurtenissen
na de staatsgreep (het bedrijf is gelegen aan de westrand van Santiago):
„Om tien uur ’s morgens op de dag van de coup begonnen wij met de voor
bereidingen voor de verdediging van de fabriek. Zij die liever niet mee
deden, of geen wapens hadden, vertrokken. Er bleven ongeveer 250 werk
nemers over. Wij hadden één machinepistool, ruim 200 revolvers ka
liber 22, het een of andere Mauser-geweer en Molotov-cocktails”.
’s Middags omsingelden soldaten de
fabriek. Zij arriveerden in vrachtauto’s.
Voor de hoofdingang stelden zij een
mortier op. Ze bliezen de poort op en
drongen binnen onder dekking van een
jeep. Wij schoten en verwondden enke
len van hen, waarop zij in het wilde
weg terugschoten. Toen zij het gebouw
binnendrongen, trokken wij ons terug op
de derde verdieping. Enkelen wilden
zich overgeven. Zij liepen met witte
zakdoeken zwaaiend op de militairen
toe. maar werden neergeknald”.
„Een kameraad die naast mij bij het
raam zag hoe ze een voor een neervie
len zei: „Kijk dan toch, dat was Marti
nez. en nu hebben ze Henriquez ook te
pakken”.
om tien uur weg. Vanuit de universiteit
belde hij nog op en zei dat hij daar
samen met anderen zou blijven. Woens
dag werd de technische hogeschool inge
nomen, naar het schijnt na zware strijd.
Ik hoorde dat 600 soldaten zich overge
geven zouden hebben. Ik weet boven dat
Victor zijn leven lang nog geen wapen
in de hand gehad heeft, en er ook niet
mee om kon gaan. Ik heb hem dan ook
niet in verband gebracht met de strijd
en ging ervan uit dat hij zich onder
degenen bevond die zich overgegeven
hadden”.
Een 44-jarige koopman:
„Ik reed vrijdag op de weg langs de
rivier de Mapocho naar het centrum van
Santiago. Het viel mij op dat er zoveel
mensen op de oever stonden. Ik stapte uit
en zag iets vreselijks: brandweerlieden
haalden een man met een ladder uit het
water, die niets dan kogelgaten in zijn
rug had ter hoogte van zijn middel. En
in de rivier dreven nog meer lijken. Ook
lagne er enkele tegen de kant, terwijl
het water over hen heen spoelde. Ik
telde er acht. Aan de kleding te zien die
ze droegen, waren het „pobladores”.
Joan de Jara, vrouw van Victor de Ja
ra, een van de bekendste Chileense folk
lore- en protestzangers:
„Ik heb mijn man voor het laatst
gezien op dinsdag, de dag van de coup.
Hij was als artiest verbonden aan de
Rijks Technische Hogeschool. Hij ging
Tegen vier uur raakte onze munitie
op. Om half twee was het gevecht
begonnen. Wij probeerden onze wapens
te verstoppen, maar bij sommigen lukte
dat niet. Wie met een wapen gevangen
genomen werd, werd meteen gefusil
leerd. We moesten allemaal op de grond
gaan liggen en daarna werden we ge
fouilleerd en in twee groepen verdeeld,
de mensen met wapens aan de ene kant
en die zonder wapens aan de andere”.
„Ook werden er enkele beambten
doodgeschoten. De soldaten hadden een
lijst bij zich, waarop hun namen ston
den. Toen ze ons ’s avonds met vracht
wagens wegvoerden, waren we nog met
ongeveer 85 man. ’s Middags waren we
nog met 250 geweest”.
Een 18-jarige hulp in de huishouding
uit de arbeiderswijk „La Legua” in San-
tiago-Zuid:
„Bij ons hadden veel mensen wapens.
Toen dinsdag de coup begon, kwamen de
carabineros. De mannen gingen erop af,
schoten er twee dood. Daarna gingen ze
weer weg. Later kwamen de „milicos”.
Ze grendelden de wijk af; niemand
kwam eruit, niemand erin. Bovendien
werden water en stroom afgesloten”.
„Ik woon
Aurora”. Die ligt op een hoogte en men
kan vandaaruit de hele stad Valparaiso,
de haven en Vina del Mar zien. Daar
waar altijd de oorlogsschepen liggen, lag
gedurende de dagen dat er gevochten
werd, het vrachtschip „Maipo”. De mari
ne-commandant van Valparaiso had be
kendgemaakt dat alle gevangenen naar
eilanden in de Pacific gebracht zouden
worden. Het waren er omtrent duizend,
zei hij. We zagen ’s avonds ais het
donker werd altijd een rij autobussen
van de ETC (Staats-busmaatschappij) de
kade oprijden waar de Maipo lag. Hoe
veel mensen er aan boord gingen, kon
den wij vanwege de afstand niet onder
scheiden. Dan voer het schip uit en
keerde voor zonsopkomst weer terug. In
die tijd kon het bij geen enkel eiland
geweest zijn”.
Een brandweerman in Santiago:
„Dinsdag tegen half drie werden wij
naar het paleis van de president geroe
pen, om daar de brand te blussen. We
waren met meerdere groepen. Toen we er
aankwamen, stond het aan alle kanten
in brand, en bovendien werd er overal
vandaan geschoten. Ik heb daar nergens
doden gezien, tot we in de ruimte kwa
men die naast de zaal ligt waar altijd de
persconferenties gehouden werden. Daar
lagen twee lijken. Het ene was het
lichaam van de president. .Maar de vol
gende dagen hebben we zoveel doden
gezien, dat velen van ons het niet meer
uithielden. .We werden naar de Mapo-
cho-rivier gestuurd, en daar hebben we
een groot aantal doden uitgehaald. We
werkten op het stuk tussen de brug bij
de christelijke hogeschool en het station
Mapocho”.
De meeste doden waren geloof ik
studenten. Ze waren tussen de 16 en 30
jaar oud. Alleen al vanmorgen, acht
dagen na de coup, hebben we er een
half dozijn gevonden. En ik geloof dat
er nog steeds meer komen. Zondag heb
„Hier is bijna iedereen links. Woens
dags begon het vuurgevecht met de
militairen. Aan de rand van de wijk
verwoestten zij een dozijn huizen. Daar
waren altijd de vergaderingen van de
partijmensen. Een „caballero” die daar
woont en rechts is, zal het wel verraden
hebben. Die dag stierven er velen, onder
wie een compleet gezin met kinderen. Ik
geloof meer dan 70 doden in totaal”.
Iemand zou hem herkend hebben en
daarna had men hem aan de hand van
vingerafdrukken geïdentificeerd. Ik wil
de erheen, want ik wilde hem zien. De
meeste doden daar hadden de aanteke
ning „NN Masculino”.
„Victor had vele kogelwonden in de
borst en aan de rechterheup een groot
gat, naar ik meen van een machinepis
tool. Zijn kleding was gescheurd, zijn
gezicht bebloed. Hij lag in een gang
tussen een lange rij doden. Ik denk dat
er mintens twee duizend doden lagen, en
er kwamen er steeds meer in ziekenau
to’s van het leger. Op 18 september, ’s
middags om drie uur, hebben we Victor
op de centrale begraafplaats begraven”.
Chileense militairen in Santiago op jacht
naar tegenstanders van het nieuwe
regime.
Om zes uur ’s middags kwam er een
bus vol carabineros de wijk in. Een
groepje van ons kaapte de bus, gooide
hem om en stak hem in brand. Er
kwam geen man uit. Daarna kwam er
een jeep met vijf soldaten, en die wer
den ook allemaal gedood. Toen nog een
ziekenwagen. Die werd ook omver ge
gooid en in brand gestoken”.
„Om zeven uur kwam uiteindelijk een
grote groep „milicos”. Zij schoten allen
die bij de bus waren geweest dood. Dat
waren er ongeveer vijftig. Daarna door
zochten ze de huizen. Als iemand wa
pens had, brachten ze hem meteen om
zeep. Zo stierven er nog eens zo’n twin
tig. Toen ze de huizen binnenkwamen,
moest iedereen eruit, waarbij velen ge
slagen werden. Ik heb een tante wier
armen verlamd zijn. Ze gooiden haar
tegen de haard, en daarbij brak ze haar
onderarm. Ze deden dat omdat ze niet
vlug genoeg uit haar huis gekomen was.
De politieke functionarissen en die van
het verzorgingscomité en het buurtcom-
mando namen ze mee”.
Een 46-jarige havenarbeider uit Val
paraiso:
Van een collega van hem vernam ik
dat hij onder de gevangenen in het
„Estadio Chile” gezien was. Dat was op
donderdag. De dag daarop zag iemand
hem met verwondingen in het gezicht.
Die persoon bracht mij een bericht van
Victor. Zijn auto zou nog voor de uni
versiteit staan en moest opgehaald wor
den. Ik moest zoveel mogelijk thuis
blijven, mij niet in gevaar brengen en
dapper zijn”.
„Daarna hoorde ik niets meer. Ik stel
de mij met de kardinaal in verbinding.
Deze heeft schriftelijk bij de militairen
navraag gedaan, maar van een antwoord
weet ik niets”.
„De dinsdag daarop belde een beambte
die belast was met de identificering mij
op en zei dat Victor bij de honderden
doden in het lijkenhuis aan de Avenida
La Paz bij het centrale kerkhof zou zijn.
Dat was ’s morgens om half negen.
- r-
Vsöt - 1
C> -V
ik in twee en een half uur tijds vijf
in de „Poblacion Nueva