GEMEENSCHAPSZIN
I
I
M
4 HERTRAINING
r
ARBEIDSTHERAP1E
ZATERDAG 6 OKTOBER 1973
17
Erbij
r 1
VRAGEN OM EEN PLAATS IN
EEN REVALIDATIE-CENTRUM
SMAN
SANTÉ BRUN
„De jeugd praat zo veel over gemeen-
„Het is mogelijk dat bepaalde hersen-
Sterilisatie van de man
kleine operatieve ingreep
veld
Bep„Eindelijk kon ik stoppen met de pil
was,
J. FRANSSEN
r
k
jrtman
en ds,
Taak"
opne-
tot een
oedroeg in 1970 bijna 25.000, in 1971 al 26.500
73 per dag. Recentere cijfers zijn er niet, maa
de trend van de afgelopen jaren maakt duidelii'
dat het cijfer momenteel wellicht dicht bij d<
100 per dag ligt. Van de doden en gewonden is
ongeveer de helft beneden 25 jaar. In 86 pro
cent van de gevallen hebben de slachtoffers
naast eventuele andere verwondingen hersen-
of schedelletsel.
Statistisch gezien lopen dertig jongelui bene
den 25 jaar per dag in Nederland enig hoofdlet-
sel op bij ongelukken met bromfietsen. Velen
van hen hebben langdurige of levenslange ver
pleging nodig.
Een paar cijfers uit de statistiek. In 1970 lie
ten 540 bromfietsberijders (passagiers inbegre
pen) het leven in het verkeer. Dat is elke twee
dagen drie mensen, in 1971 liep dat op tot bijna
twee per dag (totaal 601). Het aantal gewonden
?epro.
erden.
De mensen zijn wreed: Dicks ouders
waren doodsbang om hem alleen buiten
te laten, omdat er dan wel eens iemand
was die hem meetroonde naar een café
om te kijken „wat die gek doet als hij
een paar pilsjes op heeft.” En aangezien
je zou kunnen zeggen dat de karakter
verandering als gevolg van contusie tot
een versimpefde, verhevigde vorm leidt
van wat in feite in het karakter aanwe
zig is, kan dat bij veel jongens afschu
welijke gevolgen hebben. Met name als
het gaat om knapen tussen 16 en 19, die
dikwijls toch van huis uit al meer dan
gemiddeld agressief zijn.
weet van waaraan ze zich blootstellen als ze
zonder helm op hun vervoermiddel klimmen.
Een van onze verslaggevers bezocht deze week
het revalidatiecentrum Hoensbroek. Hij sprak
daar met de revalidatiespecialist dr. P. D. Bak
ker en in diens gezelschap bezocht hij enige
slachtoffers met hersenletsel als gevolg van een
ongeval.
rgelijk
„Wij
bonts
len en
erband
■j met
an hoe
in de
zaak
te ma
mlijke,
ilitieke
oor de
cellen functies van verloren gegane her
sendelen min of meer overnemen”,
meent dr. Bakker. „Dit klinkt nog heel
vaag, maar we hebben op dit punt in
ieder geval resultaat bereikt. Een ander
deel van het resultaat bereiken we door
dat we nu bewust onze houding tegeno
ver zo’n patiënt bepalen niet vewen-
nen, niet kribbig doen. Je moet je zeker
voelen tegenover hem. Die psychologi
sche training die wij hebben gehad, zal
ook de omgeving van de patiënt moeten
krijgen, als hij weer naar huis gaat. Het
blijft, eerst voor ons en dan thuis, een
enorme belasting.”
Wat kost een bromfietshelm eigenlijk?
Tussen dertig en zestig gulden. Nauwe
lijks de moeite waard, vergeleken bij de
prijs van een brommer. Maar er is een
weerstand: men ziet het gevaar niet in
(een hersenschudding is het ernstigste
dat men zich kan voorstellen). Men
vindt het gek staan, rijden op een voer
tuig dat maximaal veertig km per uur
doet met zo’n „pot op de kop”, ze lachen
je uit.
stand waarin iemand die voorheen ge
woon communiceren normaal vond, nu
niet meer in staat is te reageren op een
omgeving, waarvan hij de signalen wel
licht nog wel begrijpt en in ieder geval
hoort of ziet. En het hoeft nog niet eens
zo erg te zijn mogelijk is ook dat zo
iemand slechts bij vlagen bijvoorbeeld
een lepel en een kam niet uit elkaar
kan houden. Dat blijkt niet erg, maar
het bedienen van een machine en het
zich op welke manier dan ook bewegen in
het verkeer is met zo’n handicap een
groot risico, zo niet onmogelijk.
De karakterverandering ten ongunste
is dikwijls zó groot, zei de Amsterdamse
neurochirurg J. de Lange, dat „men
vaak tot de overtuiging komt dat een
dodelijke afloop van het ongeval beter
ware geweest.”
enig»
t door,
den is,
over
strijd
;e ver-
leratie
j bent
n een
de ene
bang voor pijn. Ze zijn er wat mak
kelijker in. Maar het probleem was
dat de operatie voor een vrouw in
grijpender is. Je bent vier dagen weg.
En ik wist niet waar ik heen moest
met de kleine”.
Hans: „Maar goed, ik ben die drie
weken toch doorgekomen. En op een
middag was het dan zover. Het zou
gebeuren in het Academisch Zieken
huis. Ik moest eerst een poosje wach
ten en moest toen binnenkomen. En
daar gingen de broeken uit. Er kwam
een verpleger die me van onderen
kaal schoor. Dat vond ik nog het
minst erge. Maar een gek gezicht was
het wél. Net een dood musje. Vervol
gens drie spuitjes in de teelballen.
Het was voorbij voordat ik er erg in
had”.
„Toen de dokter begon te snijden,
schreeuwde ik het even uit. Hij zei:
hoe kan dat nu, u kunt het niet
voelen. Maar ik voelde het wel. Hij
zei: u krijgt er nog drie spuitjes bij;
u maakt zich te zenuwachtig. Daarna
voelde ik inderdaad niets meer. Ik
zag hoe de strengetjes afgebonden
werden. Tien minuten voor elke kant.
Hij maakte een paar hechtingen en
deed er een pleister om. Toen kon ik
weer naar huis. Ik heb er helemaal
niet veel last meer van gehad”.
Bep: „De dokter zei nog dat je het
In verschillende klinieken in ons
land wordt de laatste tijd een groei
end aantal mannen op eigen verzoek
gesteriliseerd; onvruchtbaar gemaakt.
Wat beweegt je om een dergelijke
ingreep te laten doen? Hoe gaat het
eigenlijk? En in hoeverre verander je
erdoor?
Op zoek naar iemand die er uit
eigen ervaring wat over kan vertel
len. Een collega komt met een naam,
een man. Naar zijn huis om te vra
gen of hij een interview wil. Tref
alleen zijn vrouw, die wat verbaasd
kijkt.
Kom terug op een avond dat zowel
de man als de vrouw thuis zijn. Ze
willen er wel over praten. Graag
zelfs. Maar dan wel onder één voor
waarde: geen achternaam erbij.
„Want u weet hoe het gaat: sterilisa
tie is nog iets erg onbekends. M’n
collega’s gaan er vast en zeker gein
tjes over maken. Eerlijk gezegd zou ik
dat zelf ook doen als ik niet gesterili
seerd was en ik iemand kende bij
wie het wél was gebeurd”.
Hij heet Hans, is 33 jaar en rijdt
op een bus. Zijn vrouw, Bep, is 31. Er
zijn drie kinderen: twee meisjes (van
9 en 7) en een zoon van 2. Ze wonen
in een koophuis in een eenvoudige
Utrechtse straat.
Sinds enkele weken voert de Vereniging Vei
lig Verkeer Nederland een actie, die bromfiet
sers ertoe moet brengen tijdens het rijden een
helm te dragen. Wettelijke maatregelen zijn er
(nog) niet, er wordt in Den Haag al enige tijd
op gestudeerd. Met name het argument dat een
warm zittende helm het bewustzijn zou kunnen
doen verminderen, en dat het ding geluidscon-
tact met het overige verkeer in de weg zou kun
nen zitten, doet Verkeer en Waterstaat voorals
nog aarzelen, het dragen verplicht te stellen.
Voor motor- en scooterrijders is het intussen
wel verplicht.
De meeste bromfietsers hebben er nauwelijks
Zonder valhelm met brommer rijden:
lat de
van
vikke-
inder»
wes-
demo-
ng als
iestaat
enig
■en en
m en
Is wij,
.nd wil
lolitiek
politici
jerken.
oorden
d van
or de
an een
poging
oor de
/ember
enhar-
r, dat
pelijke
it iets
ig van
ilde je
lar om
:al de
>n he-
or ons
sen en
in”.
n met
msten,
je de
gen in
er in
en so-
e kin-
lannen
enige
)g niet
ien” is
genoeg
ij heel
„Hij moet eigenlijk helemaal opnieuw
opgevoed worden, een sociale hertraining
krijgen .Wij hebben nu twee psycholo
gen in het centrum die alle betrokkenen
bij dit soort gevallen een stuk psycholo
gische scholing geven”, aldus dr. Bakker.
„De verpleegsters, de artsen, de fysio
therapeuten, de logopodisten, allemaal
moeten ze weten hoe ze zo’n jongen
moeten benaderen. We hebben voor de
eerste veertien dagen een stringent pro
gramma, waarin de patiënt geïsoleerd
wordt, maar om het kwartier bezoek
krijgt van een verpleegster, een arts of
een fysiotherapeut. Het werkt, geloven
wijmaar ten koste waarvan? Voor
twee van deze patiënten zijn in totaal
twintig man verpleeghulp nodig. En stel
je voor dat we veel van deze mensen
zouden krijgen, dan zouden we de ka
mers van een hele vleugel, nu ingericht
met twee of drie bedden, moeten veran
deren in eenpersoonskamers. Wat denkt
u dat dat gaat kosten?
Wat het nu al kost is bekend: verple
ging in Hoensbroek kost momenteel nog
195,55 per dag, binnenkort komt daar
weer „trend” bij. Een patiënt met her-
senkneuzing verblijft toch al gauw een
jaar in de inrichting, ƒ75.000 kan het
dus gaan kosten als je het dragen van
een helm op de brommer „onzin” vindt,
of er niet bij nadenkt.
Momenteel zijn er acht of tien patiën-
Sterilisatie van de man is een kleine operatieve ingreep, waarbij de verbinding
tussen de teelballen en de penis verbroken wordt. Dit gebeurt door een sneetje in
de balzak te maken en vervolgens de zaadcelleiders door te knippen. Ook na de ope
ratie blijven de teelballen hormonen produceren, die worden opgenomen in het
bloed. De man houdt na sterilisatie daardoor dezelfde seksuele belangstelling als
voor die tijd. In zijn secundaire geslachtskenmerken (timbre van de stem, baardgroei)
komt geen verandering. Ook krijgt bij een normaal orgasme. Het vocht dat daarbij
vrijkomt bestaat namelijk ook bij niet-gesteriliseerde mannen vrijwel volledig uit
een vloeistof die geproduceerd wordt door de prostaat. In het algemeen vindt de in
greep poliklinisch en onder plaatselijke verdoving plaats. Er zijn echter ook artsen
die de voorkeur geven aan een operatie onder narcose. De patiënt blijft dan meestal
één nachtje in het ziekenhuis.
schapszin. Maar je ziet veel van die
middelbare scholieren zonder helm op
de brommer rijden. Mét helm, dat zou
gemeenschapszin zijn: het is een reële
bescherming, niet alleen voor de brom
fietser zelf, maar ook voor de maat
schappij.
Want die volkomen onnodige hersenlet
sels kosten de maatschappij honderden
miljoenen guldens, tot in lengte van
jaren. En die uitgespaarde miljoenen
zouden zo veel beter besteed kunnen
worden.” Dr. Bakker is dan ook van
mening dat een verplichting tot het
dragen van een bromfietshelm zo snel
mogelijk van kracht moet worden; hij
meent dat het wellicht overweging ver
dient te bepalen, dat een bromfiets niet
zonder helmen (ook een voor de duo-
passagier) verkocht zou mogen worden,
zoals een auto al niet zonder veiligheids
riemen verkocht mag worden.
Want gisteren, vandaag, morgen, zijn
er weer een paar bromfietsers die, met
het onbeschermde hoofd tegen paal,
muur of grond vliegen. Over een paar
maanden komen ze bij uit hun bewuste
loosheid en dan? Een ander leven, als
een ander mens. En wat voor leven
ten met min of meer ernstige hersen-
kneuzing in het revalidatiecentrum. Het
zijn niet allemaal bromfietsgevallen: het
aantal kinderen dat ernstig hersenletsel
oploopt door een aanrijding bij het
oversteken, is ook hoog, en ook bij auto-
ongevallen treedt een dergelijk letsel
nogal eens op, vooral als de inzittenden
naar buiten geslingerd worden, zelfs bij
een betrekkelijk onschuldige botsing,
waarbij het dragen van een veiligheids
riem wonderen zou hebben gedaan.
„Natuurlijk zijn er bravourejongens,
die hun agressie uitleven met behulp
van hun brommer. Als je die knapen zo
ziet racen en soms vlak voor een auto
oversteken, krijg ik soms wel eens de
neiging het raampje open te draaien en
te roepen: kom eens met me mee, kijken
in Hoensbroek wat er gebeurt als je
doet wat jij doet. Maar waarschijnlijk
zou je dan te horen krijgen: waar be
moei jij je eigenlijk mee.”
Zielig mag je iemand als Dick niet
noemen: hij kan nog een redelijk bruik
baar lid van de maatschappij worden, al
zal hij, zolang die maatschappij de na
druk blijft leggen op prestatie, voorna
melijk een last blijven. Tragisch is hij
zeker: een eenvoudige helm zou hem
wellicht nog net aan de „goede” kant
van de grens heben gehouden.
En de gevolgen kunnen nog veel ern
stiger zijn: er kan afasie optreden,
waarbij de spraak geheel of gedeeltelijk
verloren gaat, of het vermogen tot lezen
en-of schrijven, een afschuwelijke toe-
Inlichtingen over sterilisatie
(kosten van behandeling ongeveer
250,-die door het ziekenfonds
worden vergoed) bij de huisarts
dan wel de Stichting Directe
Hulpverlening NVSH, afdeling
Vasectomie, Groot Hertoginne-
laan 49, Den Haag.
Vorig jaar november, een nevelige dag. Dick S., vierde klas HAVO, is van Tilburg
onderweg naar zjjn woonplaats in de buurt van die stad op zijn brommer. Hij moet
een grote verkeersweg oversteken. Dick staat bekend als een heel voorzichtige en heel
precieze jongen, geen bravoureknaap die zeker in het verkeer niets zou wagen. Hij
kjjkt dus naar links, naar rechts, nog eens naar links en begint dan de oversteek.
Maar opeens is daar, als ontstaan uit het niets, de zilvergrijze Porsche, die met zeker
90 km de ter plaatse geldende maximumsnelheid overtreedt, Dick schept en tegen een
paal kwakt met zijn hoofd. Dick draagt geen helm.
Hij is niet dood, maar daar is alles
mee gezegd. Hij heeft een deuk opzij
van zijn hoofd. Contusie, zeggen de art
sen, die hem in het grote ziekenhuis
onder handen krijgen. Hersenkneuzing is
het Nederlands woord ervoor, maar dat
zegt natuurlijk niet zo veel.
Als Dick een helm had gedragen, zou
hij er in ieder geval veel beter vanaf
zijn gekomen, bijvoorbeeld met een
commotie dat is een hersenschudding.
Na eerst een paar maanden bewusteloos
te zijn geweest in welke tijd hij van
zijn overige wonden vrijwel geneest
blijkt, welke afschuwelijke uitwerking
de klap tegen de paal op het brein van
de hardwerkende HAVO-leerling heeft
gehad.
Dick is de jongen die ik deze week,
toen ik in de hal van het revalidatiecen
trum Hoensbroeck zat te wachten op dr.
P. D. Bakker, in ferme looppas voorbij
zag komen. Heel wat anders dan andere
patiënten, die zich in rolstoelen voortbe
wegen. of moeizaam op krukken, of
zonder hulpmiddel maar toch moeizaam.
Ik heb nog gedacht: wat doet die nu
hier.
Maar voor Dick, die ik even later
terugzie, is er geen uitzicht meer op
afmaken van de HAVO, niet op voort
zetting van zijn studie aan een HTS,
waarop hij zijn zinnen had gezet. Want
ook bij hem heeft de hersenkneuzing dat
verschrikkelijk gevolg gehad; er is een
verwoesting aangericht en het uitzicht
dat hij heeft is niet rooskleurig. Het zal
wel beschutte werkplaats of iets derge
lijks worden. Hoewel men in Hoens
broek tegenwoordig niet meer wil zeg
gen: Dit is uitzichtloos. Wie weet kan
het nog meevallen, ten koste van veel
moeite.
veel moest doen, dat je moest zorgen
voor een flinke doorstroming”.
Hans: „Dat heb ik maar verzonnen.
Heb je dat werkelijk geloofd?”
Bep: „Meen je dat? Och, wat ben
je toch....”
Hans: „Acht weken later moest ik
terugkomen voor spermaonderzoek.
Dat sperma moest thuis worden ver
kregen door massage”.
Bep: „Praat me er niet van. Het
moest ’s morgens om negen uur ge
beuren. Dan is hij niet op z’n best".
Hans: „Vier weken daarna moest
het nog een keer. En toen heb ik dit
briefje van dokter Van der Vuurst
gekregen”. (Haalt een briefje uit zijn
portefeuille en laat het lezen: Hierbij
deel ik u mede dat het spermaonder
zoek, dat bij u verricht werd, tot
twee keer toe geen spermatozoïden
heeft aangetoond. U bent dus gesteri
liseerd).
Bep: „Toen we dat briefje hadden,
kon ik stoppen met de pil. We waren
van een boel ellende verlost. Jaren
lang hadden we ontzettend veel span
ningen gehad”.
Hans: „In de weken voordat het
zou gaan gebeuren, was ik wel eens
bang. Ergens leefde bij mij de veron
derstelling dat castratie en sterilisatie
toch dicht bij elkaar lagen, al wist ik
eigenlijk wel beter”.
Bep: „Je dacht dat je anders klaar
zou komen, dat je sperma dunner zou
zijn, of zo. Of dat je minder sperma
zou hebben”.
Hans: „Maar ik merkte al snel dat
ik me voor niks ongerust had ge
maakt. Het was allemaal nog net
zoals vroeger. En - om het maar eens
'platvloers te zeggen - ik ben heter
dan vroeger. Ik ben sneller geprik
keld”.
Bep: „Dat komt omdat je je geen
zorgen meer hoeft te maken. Voor
mij geldt hetzelfde: ik vind het zalig;
je hoeft nergens meer aan te denken.
Wat ik nooit gehad heb: ik weet niet
meer wanneer ik ongesteld moet
worden. Vroeger leefde je daar hele
maal naar toe... als je het maar
kreeg. Ik begrijp niet dat niet meer
mensen het laten doen. Als je hoort
hoeveel vrouwen er met die pil zitten
te klieren. Maar je moet er natuur
lijk nooit aan beginnen als één van
beiden ergens in zijn achterhoofd nog
wel eens denkt aan een kind”.
Bep zegt: „Die zoon dat was een
ongelukje. We hadden eigenlijk maar
twee kinderen willen hebben. Mijn
man tenminste: hij vindt drie kinde
ren te veel. Ik wilde dat derde kind
nog wel. Maar toen het er eenmaal
toen dacht ik: in ieder geval
geen vierde meer.
Ik ben geen vrouw voor de pil. Ik
heb drie verschillende pillen gepro
beerd. Ik kreeg er zulke rare ogen
van. Ik kon soms twintig minuten
niets zien. Bovendien vergat ik hem
altijd. Ook voor het spiraaltje ben ik
geen vrouw, omdat mijn baarmoeder
steeds draait”.
Hans: „Er mocht na het derde kind
geen kind meer komen. M’n vrouw
wilde het niet en ik wilde het niet. Ik
had in de kranten verhalen gelezen
over sterilisatie en ik dacht dat dat
misschien iets voor ons zou zijn. Om
er achter te komen wat het precies
was, heb ik twee boeken van de
universiteit voor zelfstudie gekocht.
Daarna ben ik naar de huisarts ge
gaan.
Maar hij wilde er niks van weten
Hij vond me te jong. Hij zei: als je
vrouw en je kinderen verongelukken
dan heb je niets meer en dan kun je
niet meer opnieuw beginnen.
Dat maakte eerst nogal indruk op
Dick is een aardige, goedlachse jongen.
Hij werkt in de afdeling voor arbeids-
therapie ijverig aan een kandelaartje.
Hij was geen uitblinker op school, maar
wel een harde werker die er best geko
men zou zijn. Nu kan hij met moeite
een gesprek volgen. Hij herinnert zich
weinig van het ongeluk, al kan hij na
enig nadenken een redelijke constructie
ten beste geven.
Het vakkenpakket van de HAVO
komt met heel veel moeite en helpen
ook nog tevoorschijn. Maar vragen over
het afgelopen weekeind dringen maar
heel moeilijk tot hem door, ook het
antwoord hapert een beetje. Sommige
woorden kan hij zich onmogelijk herin
neren. Uit het vakkenpakket noemt hij
zonder meer „Engels”, maar voor „Duits”
zegt hij: ,Hoe heet hef ook weer, daar
aan de andere kant” met een gebaar dat
in de richting van Duitsland bedoeld is.
„En Frans of zo iets” voegt hij eraan
toe „Wiskundet?” Stilte. „Ja wiskunde
ook.” Nota bene het vak waar hij goed
in was. Hij komt er maar met moeite
op. HAVO dat wordt niks meer. „Nee,
denk ik niet. Weet ik niet.” Wat dan
wel? „Weet ik niet”. Hoe is het met je
vader? „Goed wel.weet ik niet.” Een
klap met je hoofd tegen een paal. Zon
der helm ertussen.
„Hij is een tijdje thuis geweest”, zegt
dr. Bakker. „Maar dat was niet vol te
houden. Want hij mag nu zo dociel
lijken van het ene moment op het
andere kan hij een woede-aanval krij
gen, bijvoorbeeld omdat de lift te lang
op zich laat wachten. Dan ramt hij op
de deur en schreeuwt en gilt hij het
hele huis bij elkaar. Thuis vonden ze het
ergste dat hij maar zat en niets deed.”
Maar de ruit in de voordeur moest het
meermalen ontgelden, zodat daar maar
een plank ingezet werd. Een hond,
waarmee men poogde Dick een beetje
uit zijn apathie te wekken, kon er ook
niets aan doen. Dick keek gelaten toe als
het jonge speelse dier de vaste vloerbe
dekking vlak naast zijn voeten kapot
beet. Uiteindelijk kwam hij naar Hoens
broek terug, waar men nu, met onbe
schrijfelijk veel moeite, enig resultaat
begint te zien.
me. Ik ben namelijk iemand die je
snel tot andere gedachten kunt bren
gen. Maar na een poosje begon ik te
beseffen dat het ergens onzin was
wat hij had gezegd. Een gezin is niet
zoiets als een andere auto die je
neemt als de eerste naar de knoppen
is.
In de maanden daarna heb ik nog
een paar keer met de dokter gepraat.
M’n vrouw is ook bij hem geweest.
En na een half jaar of zo hadden we
hem zover. En toen zei hij: Ik heb
nog zes patiënten die het hebben
laten doen en die zijn er wel over te
spreken.
Met een briefje van hem ben ik
naar de uroloog gegaan, dokter Van
der Vuurst de Vries. Hij vertelde me
wat het inhield en hoe de verdoving
ging. Ik zou plaatselijk verdoofd wor
den met drie prikken. We hebben het
op mijn verzoek alleen over de tech
niek gehad. Toen ik bij hem kwam,
zei ik namelijk meteen: probeer het
me niet af te raden, want ik ben zo
om te praten. Drie weken later zou
het gebeuren. Ik was ontzettend ner
veus. Ik was bang, vooral voor die
prikken. Ik had nog nooit zoiets bij
de hand gehad”.
Bep: „Ik dacht in die tijd: als hij
te bang is dan wil ik me wel laten
steriliseren. Vrouwen zijn niet zo