Schaken Dammen r Filatelie Bridge Rustig en gezond D 0 I Oplossing Prijspuzzel Prijspuzzel 25 ZATERDAG 6 OKTOBER 1973 2 039 sten - iiismakmj <2 - n JS O J vond het wel gek, maar kon er echt vwwvwu* Esther. Wit aan zet een Wit aan zet Wit aan zet G. Hartman Wit aan zet. A. BOEKHORST T. Sijbrands. asions- Van Dr. J. A. Picard de volgende twee envelope emd k ng. I jr. ee» d met dili bbert. Dj, s. Uitgetz i, pompej, ravan. Zi. 6, Egmoii OW riepen toen de arbiter en eisten van Zuid dat hij achtereenvolgens aas-heer- 2 5 Ft. uitgegeven met een panorama van Esztergom. Q O 7 7 O 10 9 8 5 direc- Houta MR. E. SPANJAARD Als kijkspel trok de openlucht simul taanseance op vergrote damborden (3x3 meter) in Veghel van de zomer enorme belangstelling. Wereldkampioen Ton Sij brands bond de strijd aan met meester F. Hermelink en de sterke hoofdklasse- spelers G. Hartman, H. v. Tiel en E. v. d. Acker Alleen Hermelink slaagde er in, na twee uur spelen remise te maken, terwijl de andere hun partij na één uur verloren. Hier de hekstelling-partij van G. Hartman (zwart). Oplossing Prijspuzzel. Dat hadden een heleboel goed gezien: MIK was de parel- dief. Agent Beensma was erg blij met jullie oplossingen. De prijzen gaan naar: Sonja Kollaart, René van Koppen en Marianne Langenberg. De prijzen wor den thuisbezorgd. u op eg nnism, u man i dir. vrijbl lure au 'led. groot v. Huwt us 1O73A 02510-2571 die teru- in het but nnism. i isje, kini m. foto a leen vasit ftijd 30-1 1002, Haai- Prijspuzzel. Deze prijspuzzel is een rebus. Dat betekent, dat je moet probe ren van de tekening een woord te ma ken. Welk woord stelt deze tekening voor? Stuur je oplossing op z’n laatst dinsdag naar het kantoor van* ons» krant. Als het kan op een briefkaart. niets aan doen. De vrouw van de koster van de kerk vond het niets erg en toen Zolletje weer op weg naar school ging, schudde zij haar hoofd. Dat arme grol- letje zou nog wat meemaken met z’n gele haar. En of hij nog wat meemaakte! Op de terugweg naar huis werd hij achterna gezeten door een vos, die dacht dat Zolletje een mals kuikentje was. Verder leek hét er op, dat alle roofvogels verge ten waren om iets bij de koffie te halen, want Zolletje moest nog vier keer voor snel vleugelgeklap onder een steen dui ken. Voordat hij thuis was, had hij dus bij vijf grolletjes op schoot gezeten en de adem van de vos in z’n nek gevoeld. Arme Zolletje. Hij was doodmoe. Dat kon zo niet doorgaan. Dit was dus, wat de grolletjes bedoeld hadden, toen hij zo klein was. hoefde niet mee. Onderweg werd het grolletje door iedereen gedag gezegd. Alle grolletjes kenden hem. Hij had zelfs een bijnaam gekregen: Zon-grolle- tje werd hij genoemd, door z’n gele haar. En om het gemakkelijker te maken: Zolletje. Zolletje was vlakbij school, toen hij snel geklap boven z’n hoofd hoorde. Hij keek omhoog en zag een grote roofvogel, die vast en zeker van plan was om Zolletje als koffiekoekje mee te nemen. Het grote meer schitterde in het zon licht. De bomen die om het meer ston den, wuifden vriendelijk met hun takken en op de kleine strandjes tussen de mamwm, bomen speelde de zandkorrels krijger tje met de wind. Onder de bomen hielden de varens gezellige gesprekjes met de prachtig ge kleurde paddestoelen. Hier en daar lagen grote stenen. Misschien waren ze daar per ongeluk neergekomen, misschien had een grote reus ze daar neergelegd. Het maakte niet zo veel uit, ze waren er. En waar grote stenen zijn, zijn ook allerlei dieren. De rode bosmieren gebruikten de stenen als glijbaan. De torren hielden erg van zonnen, dus deden ze dat op de stenen en de vliegen gebruikten de plat te stenen als landingsplaats. Allerlei grote en kleine bosdieren waren in de buurt van de grote stenen. Toch woon den bij deze stenen en in dit bos aan het meer niet alleen bosdieren. Onder de De grolletjes woonden al jaren onder de stenen. Het was hun wereldje: een heerlijk wereldje. Rustig en gezond, be halve voor één grolletje... Zolletje dook vlug onder de dichtst bij zijnde steen en kwam op de schoot van de vrouw van de koster van de kerk terecht. Dat merkte hij pas, toen hij een beetje was bij gekomen van de schrik. Hij COOK-EILANDEN. Met afbeeldin gen van zeilschepen uit de Zuidelijke wint” voor beide vraagstukken. Zwart negen stukken 5. 6. 10. 15. 21. 28. 32. 35. 42. Wit negen stukken 12. 17. 19. 20. 24 26 29. 30. 39. ■A-WIW», lechn. o», werk, j(. n montan i. app. vit en opslij. alsmei wezig. Td Onlangs kwam ons de stelling van diagram 1 onder ogen. W laten nu eens even in ’t midden, bij welke gelegenheid de stand was ontstaan: in de huiskamer, in de vierde klasse van de Beemster onderbond, tussen derde, tweede, eerste of hoofdklassespelers, in een (groot- meestertoernooi, of misschien wel in een correspondentiewedstrijd? vrouw van ruiten zou spelen, waardoor de laatste slag met ruiten tien voor West zou zijn. Het was natuurlijk aan alle kanten duidelijk dat Zuid eerst een kleine ruiten naar de boer zou spelen en dan met ruiten zou vervolgen. In hun eigen ogen waren OW nog vriendelijk want ze hadden ook kunnen eisen dat Zuid eerst naar ruitenboer zou spelen en dan met klaveren zou vervolgen, waar door zij nog twee slagen zouden maken. „En als we helemaal fout hadden ge wild” zo stelden ze, „dan zouden we zelfs kunnen verlangen dat Zuid begint met ruiten vier en daarop in den blinde de drie speelt. Oost maakt dan ruiten zeven en twee Haverslagen zodat we dan nog drie slagen krijgen”. De arbiter liet gelukkig zijn gezond verstand werken en besliste dat de te volgen speelwijze dermate opgelegd was dat elke andere speelwijze volstrekt krankzinnig zou zijn. Hij wees het pro test van OW dus af maar deze ongetwij feld juiste beslissing gaf twee spellen later aanleiding tot hevige tumulten. De zelfde Oost werd toen namelijk leider in een sans atout kontrakt, in West kwam van schoppen 10-9-7-5 en zelf had hij in die kleur A-H-B-6. Noord had echter met 1 SA geopend en uit het verloop van het spel had Oost zonneklaar kun nen afleiden dat Noord schoppen vrouw had. Dat was ook zo, Noord had van schoppen V-8-2 en toen de leider op tafel aan slag was claimde hij de rest, echter zonder erbij te zeggen dat hij, op schoppen vrouw zou snijden. Weer werd de arbiter geroepen en deze moest het nemen van de snit verbieden. 37,50. Vet. ssen fU) i. Autorij De Cet. tel. 3218ft 285873. 11. 82. Bever. Zandvotr egom. te| 1 1. 33-28 18-22. 2. 38-33 12-18. 3. 42-38 7-12. 4. 31-26 1-7. 5. 36-31 20-25. Hier is 19-23 ...x23 beter. 6. 41-36 14-20. 7. 46-41 10-14. 8. 47-42 5-10. 9. 32-27 19-23. 10. 28x19 14x23. 11. 34-30 25x34. 12. 40x29 23x34. 13. 39x30 20-25. 14. 44-39 25x34. 15. 39x30 10-14. 16. 45-40 14-19. 17. 30-25 19-23. 18. 50-45 9-14. De hekstelling speelvorm biedt kansen als de opgeslo ten partij” een foutje maakt. Na 19. 35- 30 23-28 moet 40-35. 28x39. 43x34. 13-19 en wit kan niets bereiken. 19. 35-30 14- 19? 20. 33-29 23x34. 21. 30x39 19-23. 22. 39-34 13-19. 23. 37-32 8-13. 15-20 ...xlO is sterker. 24. 41-37 4-9. 25. 34-30 2-8. 26. 30-24 19x30. 27. 25x34 13-19. 28. 43-39 8- 13. 29. 48-43 9-14. 30. 34-29 23x34. 31. 40x29 3-9. 32. 49-44 14-20? Mogelijk moet hier 19-24. 15x24 worden gespeeld maar wit heeft de beste kansen na het wegspelen van „basis stuk 8”. Stand na de 32e zet van zwart. Maar z’n papa zou geen goede papa geweest zijn, als hij er niet iets op gevonden had. Zolletje’s papa ging met een naar een bevriende spin en vroeg of hij een stevig haarnetje voor Zolletje kon spinnen. Dat deed de spin. Daarna haakte Zolletje’s mama alle groene en bruine sprietjes, die Zolletje’s papa had gezocht, in het haarnet. En als Zolletje voortaan naar buiten ging, droeg hij een prachtig groen met bruine pruik. Hij had nooit meer last van vossen of roof vogels en het bos werd ook voor hem: rustig en gezond. Eigenlijk is het voor ons een beetje jammer, dat dit grolletje geen knalgeel haar meer heeft als hij buiten is. Want als wij ooit dat plekje aan dat meer zouden vinden, viel dat knalgele haar wel op en zouden wij een echt grolletje daaronder zien. Maar tussen al die bla deren en takjes zie je Zolletje’s groen- met bruine pruik niet. Ach, dat is maar goed ook, anders zouden de grolletjes niet meer leven zoals ze- deden en altijd willen blijven doen: Rustig en gezond! O Bezien we nu eens wit’s tweede reële plan (i.p.v. 2) Ld7) nl. 2) La6. I B 2) Lb5- a6 c5-c4! De tegenactie! IB1 3) La6-c8 c4-c3 en zwart is op tijd. I B2 3) La6xc4 Le6-h3! 4) Lc4-a6 a5-a4! 5) La6-c8 a4-a3 6) Lc8xh3 a3-a2 en het moet remise worden (D L tegen D is normaliter remise). Wat is onze slotsom? Reden genoeg voor wit om het te proberen, maar een goede zwartspeler houdt het remise. Dit was, lezer, pas het eerste tafereel van ons blijspel. Geven we nu de beginstel- ling eens in handen van een grootmees ter (liefst als het een afgebroken partij betreft) of een zeer sterke corresponden- tieschaker. Dan komt zwart voor heel andere problemen te staan. Welke zijn de consequenties als wit eens begint met de onwaarschijnlijk uitziende zet 1) Kd7 (i.p.v. 1) Kc7), onwaarschijnlijk omdat hij daarmee zijn pion obstrueert. On schuldig is die zet geenszins, want er dreigt 2) Ke7 en zwart kan d7 niet meer dekken. Weer systematisch een paar va rianten. II A 1) Kc8-d7 c5-c4 2) Kd7-e7 c4-c3 3) Lb5-a4 en wit wint. IIB 1)Kg5-f6! Belet Ke7, zodat wit schijnbaar erop achteruit is gegaan. Maar er is een Achilleshiel bij zwart, veld g4 is niet meer gedekt. De gevolgen daarvan zijn vergaand en achter het bord o.a. slechts te vinden door een werkelijke meester. 2) Kd7-c7H. Hoogst wonderlijk, dit driehoekje om g4 vrij te krijgen. 2)Lf7-e6 3) Lb5-d7 Le6-f7. Het gebeurt vaak dat het afspelen van een eenvoudig spelletje zó voor de hand liggend is, dat de leider zonder verder te spelen de rest van de slagen voor zich opeist. Dit zogenoemde claimen van een spel is echter een zeer gevaarlijke zaak en vele leiders hebben voor hun gemak zucht zwaar moeten betalen. De spelregels schrijven namelijk voor dat de leider bij het claimen moet aankondigen hoe hij het spel verder zal afspelen. Laat hij dit na, dan kunnen de tegenstanders de arbiter roepen en wan neer deze de puntjes op de I zet is Leiden in last. Degene die het spel afspeelt mag dan geen troef meer trek ken, geen snit meer nemen en voor de rest wordt de gang van zaken zo somber mogelijk bekeken. Met andere woorden: als er nog ergens een downkans is dan zal de leider down moeten gaan. Nu mag het natuurlijk ook weer niet zo zijn dat de tegenstanders als aasgie ren op hun prooi duiken en van de leider de onmogelijkste speelwijzen ver langen. Sprekend daarbij is het volgende spel dat enige weken geleden in één der Frp en l"i Tel. 02S; Kc8-c7 Lf7-e6 en nu: A 2) Lb5-d7 waar na een splitsing: IA 1. 2).Lb3 3) Lc8 La4 4) Lb7! c4 5) Lc6 en wit wint omdat zijn pion met schaak promoveert. IA2. 2).... Lf7! en nu weer schisma. I A2a 3) Lc8 Le8 4) Lb7 c4 5) Lc6 c3! en wit wint niet, omdat na 6) Le8: c2 zwart het eerst promoveert. Wat is het verschil met II en wat zou er zijn gebeurd in dje variant na 2)Lc4 in plaats van 2)Lb3? Uitzoeken maar! I A2b 3) Lh3 Le8 4) Lg2 c4 5) Lc6 c3, als I A2a. De (voorlopige) conclusie is, dat zwart het na 2) Ld7 Lf7! houdt. We geven deze stand een diagram, om dat straks te vergelijken met diagram 3. schepping „onderlaatst” in de Schach- Echo ten doop hield. Meesterlijk door zijn „natuurlijke” stand en leerzame va rianten. U kunt er in de komende com petitie ieder ogenblik uw voordeel mee doen! GAMBIA. Het tweede gedeelte van de reeks „landbouw”, bestaande uit drie waarden, kwam in circulatie: 2 b. Oliepalm, 25 b. Lemoenen en 37 b. Oliepalmvruchten. Wit niet verder komt. Maar het kan ook verfijnder, bijv, met 2) Ld7, waarna Le6 hetzij naar f7, heïzij naar c4 (of b3) moet uitwijken, om resp. op e8 dan wel b5 (of a4) het kritieke veld d7 opnieuw onder schot te nemen. Een ander wit plan met perspectief is Lb5-a6-c8 met winst, als zwart niet inmiddels een te genactie lanceert. U ziet, de schijnbaar simpele stelling verbergt nog wel het een en ander. Gaat u nu maar eens voor u zelf analyseren, wat u zoudt proberen met wit en hoe u zich met zwart zoudt verweren. Wedden dat het u gaat duize len? Vrijwel iedere speler met een be hoorlijke ervaring zal besluiten tot I. 1) Wit: Kc8, Lb5, pion d6. Zwart: Kg5, Lf7, pion a5-c5. Wit aan zet. Een doodgewoon lopereindspel, zo te zien. Wit is een pion achter, maar zijn (laatste) pion is vergevorderd en als hij promoveert, geschiedt dit met schaak. Zwart’s c-pion doet dit ook, doch heeft een langere weg te bewandelen. Op ’t eerste gezicht kan wit niet winnen, om dat zwart er wel in zal slagen, zijn loper tegen de witte pion te offeren. Dit bepaalt het (vermoedelijke) slot tussen derde klassers. 1) d6-d7 Lf7-e6 me* re mise (Ld7:). Volgende partij! Komt men hogerop, laten we zeggen bij eerste- of hoofdklassers, dan volgt er een doelbe wuster onderzoek. De witspeler zal na gaan, welke de consequenties zijn van 1) Kc7 (dreigt 2) d7) Le6. Kan wit de zwarte raadsheer weglokkeh van de dekking van d7? Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden; met grove middelen zoals 2) Lc4 gaat ’t niet, omdat i“ Le6 op de diagonaal h3-c8 blijft, waarna problemen ter oplossing. Nr. 1 zwart acht stukken op 18. 19. 20. 27. 35. 36. 41. 42. Acht stukken wit 29. 33. 34. 38. 39. 44. 47. 50. „Wit speelt en Kaulua, llf2 c. Tainui, 5 c. Oorlogska- no, 10 c. Pahi, 15 c. Amatasi en 25 c. Vaka. De zegels zijn gedrukt in vel letjes van 12 stuks, (afbeelding). DUITSLAND (BRD). Het 50-jarig jubileum van de Duitse radio-omroep werd gevierd door de uitgifte van een zegel van 30 Pf. op 19 oktober. Afge- beeld is een ontvangtoestel met luid spreker uit 1923. De ontwerper is Paul Froitzheim. (afbeelding). DUITSLAND (DDR). Met de voor stelling van het gedenkteken ter her innering aan de slachtoffers van het nationaal-socialisme in Langenstein- Zwieberge zag op 18 september een zegel van 25 Pf. het licht, ontworpen door Hans Detlefsen. Naar aanleiding van de derde jeugdpostzegeltentoon- stelling in de DDR werd een zegel van 20 5 Pf. verkrijgbaar gesteld op 4 oktober, waarvan de toeslag bestemd is voor de Filatelistenbond. De zegel toont een reproduktie van „Junges Paar”, een schilderij van Günter Glombitza (geb. 1938), (afbeel- w grote stenen waren verschillende ka mertjes met tafels, stoelen en bedden gemaakt van takjes en denneappeltjes. Tja, en waar tafeltjes en stoeltjes zijn, woont iemand. Nou, dat was ook zo. In deze holletjes woonden de grolletjes. Dieren? Nee! Mensen? Nee! Gewoon grolletjes. Een heleboel groen- met bruin- haar met daaronder pientere oog jes, een dikke neus, een Hein mondje, een rond lijfje, korte armpjes en been tjes, met heel grote handen en voeten. Natuurlijk hebben grolletjes ook oortjes, maar die zitten onder hun haar. Deze stelling kon wit in variant I a2 niet berfeiken! 5) Lf7H Lb5 6) Ld5! c4 7) Lc6 IA1 met winst voor wit. De pointe is dus steeds dat wit door een aanval in de flank de zwarte loper naar b5 of a4 dwingt. Ziehier, lezer, nu eens welke finesses een eindspelletje met minimaal materi aal verbergen kan En laat ons eindigen met het opbiech ten van de waarheid. De stelling, welke er zo gewoon uitzag, ontstond niet in een partij, maar in het brein van de Zwitserse eindspelcomponist dr. Werner Issler (Winterthur) die zijn meesterlijke Het grolletje met het knal-gele haar begreep nog niets van wat de grote grolletjes zeiden. Hij groeide de wieg uit, het ledikant in en uit en toen kwam de dag, dat hij naar school ging. Hij kreeg van z’n papa een schooltas en van z’n mama een dikke zoen en ging naar school. Het was vlakbij, dus z’n mama distriktshoofdklassen werd gespeeld en waarbij de laatste kaarten als volgt lagen: Op een dag werden twee grolletjes papa en mama. In de wieg lag een klein grolletje met knal-geel haar. Iedereen die op visite kwam, schrok van dat haar. Het was prachtig, maar... Ja, maar wat! Niemand maakte die zin af. Elk dertien stukken. Zwart 6. 7. 9. 11. 12. 13. 15. 16. 17. 18. 19 20. 22. wit 26. 27. 29. 31. 32. 36. 37. 38. 39. 42. 43. 44. 45. Voor liefhebbers van partij-analyse de vraag, kan zwart nog houdbaar spel veroveren? Na 33. 39-33 moet zwart door het fraaie offer en de stille positie- zet zijn verrast. 33. 30-25? 34. 29-24 19x30. 35. 32-28 16-21 moet. 36. 27x16 22- 27. Moet wegens dreiging 26-21.37. 31x22 18x27. 38. 37-32 en zwart staakte de strijd. Oplossingen P. Zauwen (22 sept.). Nr. 1: zwart 9. 17. 20. 21. 22. 23. 24. 27. 30. 37. Wit 16. 32. 33. 36. 38. 40.41.45.47. 48. 1. 48-22. 2. 38-33. 3. 36-31. 4. 16x29. 5. 42- 38. 6. 47x38. 7. 40-34 8. 45x3 met winst. Nr. 2: zwart 4. 6. 8. 14. 18. 23. 24. 29. 30 33. 34 Wit: 11. 17. 25. 32. 35. 37. 38 43. 44. 45. 1. 44-39. 2. 32-27. 3. 17x10. 4. 43-38 5. 25x3. 6. 3x20. 7. 45-40. 8. 40-34 winst. Goede oplossers waren: J. de Vlugt, C. Maliepaard, F. Lowie, H. G. Teunisse, Dr. J. A. Picard, A. J. van Oorschot, H. v.d. Kamp, R. Cornet, J. J. Gorter, H. Wessels, H. Ellenbaas, G. Slottje, W. Schoute, H. de Groot, H. Blok, J. Over toom. ing van rijstvelden, 10 c. huizenbouw en 25 c. aanleg van hoofdwegen. FINLAND. Op 15 november komt een kerstzegel van 0.30 Mk. in om loop, waarop de kerstman in zijn rendierslede is voorgesteld, naar ont werp van Pirkko Vahtero. afbeel ding). FRANKRIJK. De reeds vele malen op postzegels geëerde Franse geleerde Louis Pasteur (1822-1895) wordt we derom geportretteerd op een welda- digheidszegel van 0.50+ 0.10 F., ver schenen op 8 oktober. Ontwerper en graveur is Jacques Gauthier. GUYANA. De 25 cents van de nieuwe frankeerzegelserie werd in een verbeterde versie verkrijgbaar gesteld, thans met de bloemen van de Marabunta ov de iuiste wiize aete- de kn n piano Ju is j, 3 maande izikaal ■antwootj lie spekt, nog 8ef! m. Vraaj ir muziek ■eg 4H «voost. DJ Wat is nu het verschil met diagram 2? Dat de witte loper naar g4 kan, maar wat dan nog? 4) Ld7-g4 Lf7-e8. Het lijkt dat wit niets heeft bereikt. Zie 5) Lf3 c4! 6) Lc6 c3 enz. Remise 5) Lg4-h5H. Deze flankaanval op de zwarte loper, in diagram 2 niet mogelijk, beslist omdat de zwarte loper naar de verkeerde kant van de diagonaal a4-e8 moet. 5). Le8-b5 6) Lh5-f3 c5-c4 7) Lf3-c6 en nu is zwart met c4-c3 te laat; wit promoveert met schaak. Hij hoeft nu niet eerst de loper te nemen, wat een tempo kost. We zijn nog niet klaar. Zwart kan g4 gedekt houden en d7 van verre gaan bestrijken. Maar dan krijgen we een soortgelijk mechanisme. II c 1) Kd7 Lh5 2) Kc7! Lg4 3) Ld7 Lh5 (om weer naar c8 te gaan) 4) Le6!.Het enige juiste. Le8. BELGIË. Ter gelegenheid van het Belgisch Thermaal Jaar verscheen op 17 september een zegel van 4.50 F met reproduktie van een fresco in de drinkhal van het Thermaal Instituut in Oostende. Diezelfde dag zag een zegel van 9 F. het licht, waarop een tenorsaxofoon en de beeltenis van Adolphe Sax (1814-1894) zijn voorge steld. Op 1 oktober kwam een 2 F. tot uitgifte in de toeristische reeks, met afbeelding van de Sint-Niklaaskerk in Eupen. O B 6 3 4 N W O z O A H V 4 Leider Zuid was aan slag in een sans atout kontrakt, legde zijn hand open en zei: „En nog vier ruitenslagen voor mij”. JERSEY. Zeedieren uit de wateren rondom het eiland worden afgebeeld op een serie van vier waarden, die op 15 november in koers komen: 2,/t p. Spinkrab (Maja squinado), 3 p. Zee- paling (Conger conger), 7l/s p. Zee- kreeft (Homarus vulgaris H. gam- marus) en 20 p. Zeeoor (Haliotis tu- berculata). (afbeelding). MALAGASIË. Op Madagascar voorkomende bloemen vormen de on- dewerpen van vier zegels: 10 F. en 100 F. Venusschoentje (Cypripedium), 25 F. en 40 F. Bekerplant (Nepenthes pervillei). (afbeelding). SPANJE. Van 12 tot 19 september werd in de Spaanse stad Vigo de Zesde Internationale Visserijtentoon- stelling gehouden. In verband hier mee verscheen een zegel van 2 Ptas. De zeael toont twee vissen in een net. De grootste kikker van de wereld is de GOLIATH KIKVORS. Hij kan wel 25 cm worden. Groot hè! Tot nu toe heeft men ze alleen in Kameroen in West-Afrika gezien. Hij leeft daar in de regenwouden, maar hoe hij leeft, heeft men nog niet kunnen ontdekken. 1 I j K: J. HEYMANS een serie van zeven waarden uitgege ven ter herinnering aan de oorspron kelijke exploratie van de Pacific door de Maori’s: 1h c. Tipairua, 1 c. Wa’a FIJI. Ontwikkelingsprojecten wor den voorgesteld op een serie van vier zegels, gedrukt op papier met water merk CA: 5 c. bosbouw, 8 c. bevioei- met een vissersboot als silhouet op de achtergrond. kend. HONGARIJE. Als aanvullingswaar- de op de nieuwe definitieve serie met stadsgezichten werd een zegel van 4 i B. DUKEL Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredakteur, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 25