Schaken
Dammen
r
Filatelie
Bridge
Rustig en gezond
D
0
I
Oplossing Prijspuzzel
Prijspuzzel
25
ZATERDAG 6
OKTOBER
1973
2
039
sten
-
iiismakmj
<2 -
n
JS
O
J
vond het wel gek, maar kon er echt
vwwvwu*
Esther.
Wit aan zet
een
Wit aan zet
Wit aan zet
G. Hartman
Wit aan zet.
A. BOEKHORST
T. Sijbrands.
asions-
Van Dr. J. A. Picard de volgende twee
envelope
emd k
ng.
I jr. ee»
d met dili
bbert. Dj,
s. Uitgetz
i, pompej,
ravan. Zi.
6, Egmoii
OW riepen toen de arbiter en eisten van
Zuid dat hij achtereenvolgens aas-heer-
2
5
Ft. uitgegeven met een panorama van
Esztergom.
Q
O 7
7
O 10 9 8 5
direc-
Houta
MR. E. SPANJAARD
Als kijkspel trok de openlucht simul
taanseance op vergrote damborden (3x3
meter) in Veghel van de zomer enorme
belangstelling. Wereldkampioen Ton Sij
brands bond de strijd aan met meester
F. Hermelink en de sterke hoofdklasse-
spelers G. Hartman, H. v. Tiel en E. v. d.
Acker Alleen Hermelink slaagde er in,
na twee uur spelen remise te maken,
terwijl de andere hun partij na één uur
verloren. Hier de hekstelling-partij van
G. Hartman (zwart).
Oplossing Prijspuzzel. Dat hadden een
heleboel goed gezien: MIK was de parel-
dief. Agent Beensma was erg blij met
jullie oplossingen. De prijzen gaan naar:
Sonja Kollaart, René van Koppen en
Marianne Langenberg. De prijzen wor
den thuisbezorgd.
u op eg
nnism, u
man i
dir. vrijbl
lure au
'led. groot
v. Huwt
us 1O73A
02510-2571
die teru-
in het but
nnism. i
isje, kini
m. foto a
leen vasit
ftijd 30-1
1002, Haai-
Prijspuzzel. Deze prijspuzzel is een
rebus. Dat betekent, dat je moet probe
ren van de tekening een woord te ma
ken. Welk woord stelt deze tekening
voor? Stuur je oplossing op z’n laatst
dinsdag naar het kantoor van* ons»
krant. Als het kan op een briefkaart.
niets aan doen. De vrouw van de koster
van de kerk vond het niets erg en toen
Zolletje weer op weg naar school ging,
schudde zij haar hoofd. Dat arme grol-
letje zou nog wat meemaken met z’n
gele haar.
En of hij nog wat meemaakte! Op de
terugweg naar huis werd hij achterna
gezeten door een vos, die dacht dat
Zolletje een mals kuikentje was. Verder
leek hét er op, dat alle roofvogels verge
ten waren om iets bij de koffie te halen,
want Zolletje moest nog vier keer voor
snel vleugelgeklap onder een steen dui
ken. Voordat hij thuis was, had hij dus
bij vijf grolletjes op schoot gezeten en
de adem van de vos in z’n nek gevoeld.
Arme Zolletje. Hij was doodmoe. Dat
kon zo niet doorgaan. Dit was dus, wat
de grolletjes bedoeld hadden, toen hij zo
klein was.
hoefde niet mee. Onderweg werd het
grolletje door iedereen gedag gezegd.
Alle grolletjes kenden hem. Hij had
zelfs een bijnaam gekregen: Zon-grolle-
tje werd hij genoemd, door z’n gele haar.
En om het gemakkelijker te maken:
Zolletje. Zolletje was vlakbij school,
toen hij snel geklap boven z’n hoofd
hoorde. Hij keek omhoog en zag een
grote roofvogel, die vast en zeker van
plan was om Zolletje als koffiekoekje
mee te nemen.
Het grote meer schitterde in het zon
licht. De bomen die om het meer ston
den, wuifden vriendelijk met hun takken
en op de kleine strandjes tussen de
mamwm, bomen speelde de zandkorrels krijger
tje met de wind.
Onder de bomen hielden de varens
gezellige gesprekjes met de prachtig ge
kleurde paddestoelen. Hier en daar lagen
grote stenen. Misschien waren ze daar
per ongeluk neergekomen, misschien had
een grote reus ze daar neergelegd. Het
maakte niet zo veel uit, ze waren er. En
waar grote stenen zijn, zijn ook allerlei
dieren. De rode bosmieren gebruikten de
stenen als glijbaan. De torren hielden
erg van zonnen, dus deden ze dat op de
stenen en de vliegen gebruikten de plat
te stenen als landingsplaats. Allerlei
grote en kleine bosdieren waren in de
buurt van de grote stenen. Toch woon
den bij deze stenen en in dit bos aan het
meer niet alleen bosdieren. Onder de
De grolletjes woonden al jaren onder
de stenen. Het was hun wereldje: een
heerlijk wereldje. Rustig en gezond, be
halve voor één grolletje...
Zolletje dook vlug onder de dichtst bij
zijnde steen en kwam op de schoot van
de vrouw van de koster van de kerk
terecht. Dat merkte hij pas, toen hij een
beetje was bij gekomen van de schrik.
Hij
COOK-EILANDEN. Met afbeeldin
gen van zeilschepen uit de Zuidelijke
wint” voor beide vraagstukken.
Zwart negen stukken 5. 6. 10. 15. 21. 28.
32. 35. 42.
Wit negen stukken 12. 17. 19. 20. 24 26
29. 30. 39.
■A-WIW»,
lechn. o»,
werk, j(.
n montan
i. app. vit
en opslij.
alsmei
wezig. Td
Onlangs kwam ons de stelling van
diagram 1 onder ogen. W laten nu eens
even in ’t midden, bij welke gelegenheid
de stand was ontstaan: in de huiskamer,
in de vierde klasse van de Beemster
onderbond, tussen derde, tweede, eerste
of hoofdklassespelers, in een (groot-
meestertoernooi, of misschien wel in
een correspondentiewedstrijd?
vrouw van ruiten zou spelen, waardoor
de laatste slag met ruiten tien voor West
zou zijn. Het was natuurlijk aan alle
kanten duidelijk dat Zuid eerst een
kleine ruiten naar de boer zou spelen en
dan met ruiten zou vervolgen. In hun
eigen ogen waren OW nog vriendelijk
want ze hadden ook kunnen eisen dat
Zuid eerst naar ruitenboer zou spelen en
dan met klaveren zou vervolgen, waar
door zij nog twee slagen zouden maken.
„En als we helemaal fout hadden ge
wild” zo stelden ze, „dan zouden we
zelfs kunnen verlangen dat Zuid begint
met ruiten vier en daarop in den blinde
de drie speelt. Oost maakt dan ruiten
zeven en twee Haverslagen zodat we
dan nog drie slagen krijgen”.
De arbiter liet gelukkig zijn gezond
verstand werken en besliste dat de te
volgen speelwijze dermate opgelegd was
dat elke andere speelwijze volstrekt
krankzinnig zou zijn. Hij wees het pro
test van OW dus af maar deze ongetwij
feld juiste beslissing gaf twee spellen
later aanleiding tot hevige tumulten. De
zelfde Oost werd toen namelijk leider in
een sans atout kontrakt, in West kwam
van schoppen 10-9-7-5 en zelf had hij in
die kleur A-H-B-6. Noord had echter
met 1 SA geopend en uit het verloop
van het spel had Oost zonneklaar kun
nen afleiden dat Noord schoppen vrouw
had. Dat was ook zo, Noord had van
schoppen V-8-2 en toen de leider op
tafel aan slag was claimde hij de rest,
echter zonder erbij te zeggen dat hij, op
schoppen vrouw zou snijden. Weer werd
de arbiter geroepen en deze moest het
nemen van de snit verbieden.
37,50. Vet.
ssen fU)
i. Autorij
De Cet.
tel. 3218ft
285873. 11.
82. Bever.
Zandvotr
egom. te| 1
1. 33-28 18-22. 2. 38-33 12-18. 3. 42-38
7-12. 4. 31-26 1-7. 5. 36-31 20-25. Hier is
19-23 ...x23 beter. 6. 41-36 14-20. 7. 46-41
10-14. 8. 47-42 5-10. 9. 32-27 19-23. 10.
28x19 14x23. 11. 34-30 25x34. 12. 40x29
23x34. 13. 39x30 20-25. 14. 44-39 25x34.
15. 39x30 10-14. 16. 45-40 14-19. 17. 30-25
19-23. 18. 50-45 9-14. De hekstelling
speelvorm biedt kansen als de opgeslo
ten partij” een foutje maakt. Na 19. 35-
30 23-28 moet 40-35. 28x39. 43x34. 13-19
en wit kan niets bereiken. 19. 35-30 14-
19? 20. 33-29 23x34. 21. 30x39 19-23. 22.
39-34 13-19. 23. 37-32 8-13. 15-20 ...xlO is
sterker. 24. 41-37 4-9. 25. 34-30 2-8. 26.
30-24 19x30. 27. 25x34 13-19. 28. 43-39 8-
13. 29. 48-43 9-14. 30. 34-29 23x34. 31.
40x29 3-9. 32. 49-44 14-20? Mogelijk
moet hier 19-24. 15x24 worden gespeeld
maar wit heeft de beste kansen na het
wegspelen van „basis stuk 8”.
Stand na de 32e zet van zwart.
Maar z’n papa zou geen goede papa
geweest zijn, als hij er niet iets op
gevonden had. Zolletje’s papa ging met
een naar een bevriende spin en vroeg
of hij een stevig haarnetje voor Zolletje
kon spinnen. Dat deed de spin. Daarna
haakte Zolletje’s mama alle groene en
bruine sprietjes, die Zolletje’s papa had
gezocht, in het haarnet. En als Zolletje
voortaan naar buiten ging, droeg hij een
prachtig groen met bruine pruik. Hij
had nooit meer last van vossen of roof
vogels en het bos werd ook voor hem:
rustig en gezond.
Eigenlijk is het voor ons een beetje
jammer, dat dit grolletje geen knalgeel
haar meer heeft als hij buiten is. Want
als wij ooit dat plekje aan dat meer
zouden vinden, viel dat knalgele haar
wel op en zouden wij een echt grolletje
daaronder zien. Maar tussen al die bla
deren en takjes zie je Zolletje’s groen-
met bruine pruik niet.
Ach, dat is maar goed ook, anders
zouden de grolletjes niet meer leven
zoals ze- deden en altijd willen blijven
doen: Rustig en gezond!
O
Bezien we nu eens wit’s tweede reële
plan (i.p.v. 2) Ld7) nl. 2) La6. I B 2) Lb5-
a6 c5-c4! De tegenactie! IB1 3) La6-c8
c4-c3 en zwart is op tijd. I B2 3) La6xc4
Le6-h3! 4) Lc4-a6 a5-a4! 5) La6-c8 a4-a3
6) Lc8xh3 a3-a2 en het moet remise
worden (D L tegen D is normaliter
remise).
Wat is onze slotsom? Reden genoeg
voor wit om het te proberen, maar een
goede zwartspeler houdt het remise. Dit
was, lezer, pas het eerste tafereel van
ons blijspel. Geven we nu de beginstel-
ling eens in handen van een grootmees
ter (liefst als het een afgebroken partij
betreft) of een zeer sterke corresponden-
tieschaker. Dan komt zwart voor heel
andere problemen te staan. Welke zijn
de consequenties als wit eens begint met
de onwaarschijnlijk uitziende zet 1) Kd7
(i.p.v. 1) Kc7), onwaarschijnlijk omdat
hij daarmee zijn pion obstrueert. On
schuldig is die zet geenszins, want er
dreigt 2) Ke7 en zwart kan d7 niet meer
dekken. Weer systematisch een paar va
rianten. II A 1) Kc8-d7 c5-c4 2) Kd7-e7
c4-c3 3) Lb5-a4 en wit wint.
IIB 1)Kg5-f6! Belet Ke7, zodat
wit schijnbaar erop achteruit is gegaan.
Maar er is een Achilleshiel bij zwart,
veld g4 is niet meer gedekt. De gevolgen
daarvan zijn vergaand en achter het
bord o.a. slechts te vinden door een
werkelijke meester. 2) Kd7-c7H.
Hoogst wonderlijk, dit driehoekje om g4
vrij te krijgen. 2)Lf7-e6 3) Lb5-d7
Le6-f7.
Het gebeurt vaak dat het afspelen van
een eenvoudig spelletje zó voor de hand
liggend is, dat de leider zonder verder te
spelen de rest van de slagen voor zich
opeist. Dit zogenoemde claimen van een
spel is echter een zeer gevaarlijke zaak
en vele leiders hebben voor hun gemak
zucht zwaar moeten betalen.
De spelregels schrijven namelijk voor
dat de leider bij het claimen moet
aankondigen hoe hij het spel verder zal
afspelen. Laat hij dit na, dan kunnen de
tegenstanders de arbiter roepen en wan
neer deze de puntjes op de I zet is
Leiden in last. Degene die het spel
afspeelt mag dan geen troef meer trek
ken, geen snit meer nemen en voor de
rest wordt de gang van zaken zo somber
mogelijk bekeken. Met andere woorden:
als er nog ergens een downkans is dan
zal de leider down moeten gaan.
Nu mag het natuurlijk ook weer niet
zo zijn dat de tegenstanders als aasgie
ren op hun prooi duiken en van de
leider de onmogelijkste speelwijzen ver
langen. Sprekend daarbij is het volgende
spel dat enige weken geleden in één der
Frp
en l"i
Tel. 02S;
Kc8-c7 Lf7-e6 en nu: A 2) Lb5-d7 waar
na een splitsing: IA 1. 2).Lb3 3) Lc8
La4 4) Lb7! c4 5) Lc6 en wit wint omdat
zijn pion met schaak promoveert.
IA2. 2).... Lf7! en nu weer
schisma.
I A2a 3) Lc8 Le8 4) Lb7 c4 5) Lc6 c3!
en wit wint niet, omdat na 6) Le8: c2
zwart het eerst promoveert. Wat is het
verschil met II en wat zou er zijn
gebeurd in dje variant na 2)Lc4 in
plaats van 2)Lb3? Uitzoeken maar!
I A2b 3) Lh3 Le8 4) Lg2 c4 5) Lc6 c3,
als I A2a.
De (voorlopige) conclusie is, dat zwart
het na 2) Ld7 Lf7! houdt. We geven deze
stand een diagram, om dat straks te
vergelijken met diagram 3.
schepping „onderlaatst” in de Schach-
Echo ten doop hield. Meesterlijk door
zijn „natuurlijke” stand en leerzame va
rianten. U kunt er in de komende com
petitie ieder ogenblik uw voordeel mee
doen!
GAMBIA. Het tweede gedeelte van
de reeks „landbouw”, bestaande uit
drie waarden, kwam in circulatie: 2
b. Oliepalm, 25 b. Lemoenen en 37 b.
Oliepalmvruchten.
Wit niet verder komt. Maar het kan ook
verfijnder, bijv, met 2) Ld7, waarna Le6
hetzij naar f7, heïzij naar c4 (of b3)
moet uitwijken, om resp. op e8 dan wel
b5 (of a4) het kritieke veld d7 opnieuw
onder schot te nemen. Een ander wit
plan met perspectief is Lb5-a6-c8 met
winst, als zwart niet inmiddels een te
genactie lanceert. U ziet, de schijnbaar
simpele stelling verbergt nog wel het
een en ander. Gaat u nu maar eens voor
u zelf analyseren, wat u zoudt proberen
met wit en hoe u zich met zwart zoudt
verweren. Wedden dat het u gaat duize
len? Vrijwel iedere speler met een be
hoorlijke ervaring zal besluiten tot I. 1)
Wit: Kc8, Lb5, pion d6. Zwart: Kg5,
Lf7, pion a5-c5. Wit aan zet.
Een doodgewoon lopereindspel, zo te
zien. Wit is een pion achter, maar zijn
(laatste) pion is vergevorderd en als hij
promoveert, geschiedt dit met schaak.
Zwart’s c-pion doet dit ook, doch heeft
een langere weg te bewandelen. Op ’t
eerste gezicht kan wit niet winnen, om
dat zwart er wel in zal slagen, zijn loper
tegen de witte pion te offeren. Dit
bepaalt het (vermoedelijke) slot tussen
derde klassers. 1) d6-d7 Lf7-e6 me* re
mise (Ld7:). Volgende partij! Komt men
hogerop, laten we zeggen bij eerste- of
hoofdklassers, dan volgt er een doelbe
wuster onderzoek. De witspeler zal na
gaan, welke de consequenties zijn van 1)
Kc7 (dreigt 2) d7) Le6. Kan wit de
zwarte raadsheer weglokkeh van de
dekking van d7? Die vraag is niet zo
eenvoudig te beantwoorden; met grove
middelen zoals 2) Lc4 gaat ’t niet, omdat
i“ Le6 op de diagonaal h3-c8 blijft, waarna
problemen ter oplossing.
Nr. 1 zwart acht stukken op 18. 19. 20.
27. 35. 36. 41. 42. Acht stukken wit 29.
33. 34. 38. 39. 44. 47. 50. „Wit speelt en
Kaulua, llf2 c. Tainui, 5 c. Oorlogska-
no, 10 c. Pahi, 15 c. Amatasi en 25 c.
Vaka. De zegels zijn gedrukt in vel
letjes van 12 stuks, (afbeelding).
DUITSLAND (BRD). Het 50-jarig
jubileum van de Duitse radio-omroep
werd gevierd door de uitgifte van een
zegel van 30 Pf. op 19 oktober. Afge-
beeld is een ontvangtoestel met luid
spreker uit 1923. De ontwerper is
Paul Froitzheim. (afbeelding).
DUITSLAND (DDR). Met de voor
stelling van het gedenkteken ter her
innering aan de slachtoffers van het
nationaal-socialisme in Langenstein-
Zwieberge zag op 18 september een
zegel van 25 Pf. het licht, ontworpen
door Hans Detlefsen. Naar aanleiding
van de derde jeugdpostzegeltentoon-
stelling in de DDR werd een zegel
van 20 5 Pf. verkrijgbaar gesteld
op 4 oktober, waarvan de toeslag
bestemd is voor de Filatelistenbond.
De zegel toont een reproduktie van
„Junges Paar”, een schilderij van
Günter Glombitza (geb. 1938), (afbeel-
w
grote stenen waren verschillende ka
mertjes met tafels, stoelen en bedden
gemaakt van takjes en denneappeltjes.
Tja, en waar tafeltjes en stoeltjes zijn,
woont iemand. Nou, dat was ook zo. In
deze holletjes woonden de grolletjes.
Dieren? Nee! Mensen? Nee! Gewoon
grolletjes. Een heleboel groen- met
bruin- haar met daaronder pientere oog
jes, een dikke neus, een Hein mondje,
een rond lijfje, korte armpjes en been
tjes, met heel grote handen en voeten.
Natuurlijk hebben grolletjes ook oortjes,
maar die zitten onder hun haar.
Deze stelling kon wit in variant I a2
niet berfeiken! 5) Lf7H Lb5 6) Ld5! c4 7)
Lc6 IA1 met winst voor wit. De
pointe is dus steeds dat wit door een
aanval in de flank de zwarte loper naar
b5 of a4 dwingt.
Ziehier, lezer, nu eens welke finesses
een eindspelletje met minimaal materi
aal verbergen kan
En laat ons eindigen met het opbiech
ten van de waarheid. De stelling, welke
er zo gewoon uitzag, ontstond niet in
een partij, maar in het brein van de
Zwitserse eindspelcomponist dr. Werner
Issler (Winterthur) die zijn meesterlijke
Het grolletje met het knal-gele haar
begreep nog niets van wat de grote
grolletjes zeiden. Hij groeide de wieg uit,
het ledikant in en uit en toen kwam de
dag, dat hij naar school ging. Hij kreeg
van z’n papa een schooltas en van z’n
mama een dikke zoen en ging naar
school. Het was vlakbij, dus z’n mama
distriktshoofdklassen werd gespeeld en
waarbij de laatste kaarten als volgt
lagen:
Op een dag werden twee grolletjes
papa en mama. In de wieg lag een klein
grolletje met knal-geel haar. Iedereen
die op visite kwam, schrok van dat haar.
Het was prachtig, maar... Ja, maar wat!
Niemand maakte die zin af.
Elk dertien stukken.
Zwart 6. 7. 9. 11. 12. 13. 15. 16. 17. 18. 19
20. 22.
wit 26. 27. 29. 31. 32. 36. 37. 38. 39. 42. 43.
44. 45.
Voor liefhebbers van partij-analyse de
vraag, kan zwart nog houdbaar spel
veroveren? Na 33. 39-33 moet zwart
door het fraaie offer en de stille positie-
zet zijn verrast. 33. 30-25? 34. 29-24
19x30. 35. 32-28 16-21 moet. 36. 27x16 22-
27. Moet wegens dreiging 26-21.37.
31x22 18x27. 38. 37-32 en zwart staakte
de strijd.
Oplossingen P. Zauwen (22 sept.).
Nr. 1: zwart 9. 17. 20. 21. 22. 23. 24. 27.
30. 37. Wit 16. 32. 33. 36. 38. 40.41.45.47.
48.
1. 48-22. 2. 38-33. 3. 36-31. 4. 16x29. 5. 42-
38. 6. 47x38. 7. 40-34 8. 45x3 met winst.
Nr. 2: zwart 4. 6. 8. 14. 18. 23. 24. 29. 30
33. 34 Wit: 11. 17. 25. 32. 35. 37. 38 43. 44.
45.
1. 44-39. 2. 32-27. 3. 17x10. 4. 43-38 5.
25x3. 6. 3x20. 7. 45-40. 8. 40-34 winst.
Goede oplossers waren: J. de Vlugt, C.
Maliepaard, F. Lowie, H. G. Teunisse,
Dr. J. A. Picard, A. J. van Oorschot, H.
v.d. Kamp, R. Cornet, J. J. Gorter, H.
Wessels, H. Ellenbaas, G. Slottje, W.
Schoute, H. de Groot, H. Blok, J. Over
toom.
ing van rijstvelden, 10 c. huizenbouw
en 25 c. aanleg van hoofdwegen.
FINLAND. Op 15 november komt
een kerstzegel van 0.30 Mk. in om
loop, waarop de kerstman in zijn
rendierslede is voorgesteld, naar ont
werp van Pirkko Vahtero. afbeel
ding).
FRANKRIJK. De reeds vele malen
op postzegels geëerde Franse geleerde
Louis Pasteur (1822-1895) wordt we
derom geportretteerd op een welda-
digheidszegel van 0.50+ 0.10 F., ver
schenen op 8 oktober. Ontwerper en
graveur is Jacques Gauthier.
GUYANA. De 25 cents van de
nieuwe frankeerzegelserie werd in
een verbeterde versie verkrijgbaar
gesteld, thans met de bloemen van de
Marabunta ov de iuiste wiize aete-
de kn
n piano
Ju is j,
3 maande
izikaal
■antwootj
lie spekt,
nog 8ef!
m. Vraaj
ir muziek
■eg 4H
«voost. DJ
Wat is nu het verschil met diagram 2?
Dat de witte loper naar g4 kan, maar
wat dan nog? 4) Ld7-g4 Lf7-e8. Het lijkt
dat wit niets heeft bereikt. Zie 5) Lf3
c4! 6) Lc6 c3 enz. Remise 5) Lg4-h5H.
Deze flankaanval op de zwarte loper, in
diagram 2 niet mogelijk, beslist omdat
de zwarte loper naar de verkeerde kant
van de diagonaal a4-e8 moet.
5). Le8-b5 6) Lh5-f3 c5-c4 7) Lf3-c6
en nu is zwart met c4-c3 te laat; wit
promoveert met schaak. Hij hoeft nu
niet eerst de loper te nemen, wat een
tempo kost.
We zijn nog niet klaar. Zwart kan g4
gedekt houden en d7 van verre gaan
bestrijken. Maar dan krijgen we een
soortgelijk mechanisme.
II c 1) Kd7 Lh5 2) Kc7! Lg4 3) Ld7
Lh5 (om weer naar c8 te gaan) 4)
Le6!.Het enige juiste. Le8.
BELGIË. Ter gelegenheid van het
Belgisch Thermaal Jaar verscheen op
17 september een zegel van 4.50 F
met reproduktie van een fresco in de
drinkhal van het Thermaal Instituut
in Oostende. Diezelfde dag zag een
zegel van 9 F. het licht, waarop een
tenorsaxofoon en de beeltenis van
Adolphe Sax (1814-1894) zijn voorge
steld. Op 1 oktober kwam een 2 F. tot
uitgifte in de toeristische reeks, met
afbeelding van de Sint-Niklaaskerk
in Eupen.
O B 6 3
4
N
W O
z
O A H V 4
Leider Zuid was aan slag in een sans
atout kontrakt, legde zijn hand open en
zei: „En nog vier ruitenslagen voor mij”.
JERSEY. Zeedieren uit de wateren
rondom het eiland worden afgebeeld
op een serie van vier waarden, die op
15 november in koers komen: 2,/t p.
Spinkrab (Maja squinado), 3 p. Zee-
paling (Conger conger), 7l/s p. Zee-
kreeft (Homarus vulgaris H. gam-
marus) en 20 p. Zeeoor (Haliotis tu-
berculata). (afbeelding).
MALAGASIË. Op Madagascar
voorkomende bloemen vormen de on-
dewerpen van vier zegels: 10 F. en
100 F. Venusschoentje (Cypripedium),
25 F. en 40 F. Bekerplant (Nepenthes
pervillei). (afbeelding).
SPANJE. Van 12 tot 19 september
werd in de Spaanse stad Vigo de
Zesde Internationale Visserijtentoon-
stelling gehouden. In verband hier
mee verscheen een zegel van 2 Ptas.
De zeael toont twee vissen in een net.
De grootste kikker van de wereld
is de GOLIATH KIKVORS. Hij kan
wel 25 cm worden. Groot hè! Tot nu
toe heeft men ze alleen in Kameroen
in West-Afrika gezien. Hij leeft daar
in de regenwouden, maar hoe hij
leeft, heeft men nog niet kunnen
ontdekken.
1
I
j
K: J. HEYMANS
een serie van zeven waarden uitgege
ven ter herinnering aan de oorspron
kelijke exploratie van de Pacific door
de Maori’s: 1h c. Tipairua, 1 c. Wa’a
FIJI. Ontwikkelingsprojecten wor
den voorgesteld op een serie van vier
zegels, gedrukt op papier met water
merk CA: 5 c. bosbouw, 8 c. bevioei-
met een vissersboot als silhouet op de
achtergrond.
kend.
HONGARIJE. Als aanvullingswaar-
de op de nieuwe definitieve serie met
stadsgezichten werd een zegel van 4
i
B. DUKEL
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredakteur,
Wijk aan Zeeërweg 125, IJmuiden.