rentenboeken: fijn voor de hun ouders kinderen en Leon Garfield schuwt geen angst TUSSEN GALG EN GEKKENHU 3L LEON GARFIELD f in „Tussen galg en gekkenhuis” Voor lezende teeners die wat gewend zijn GRATIS bij aankoop van 7.50 aan boeken lil wF 1 o 6* ^05 F n n DE HARDE LIJN DE ZACHTE HAND IR j -3 Juweeltje „ARTHUR EN DE LETTERVRETER” lp Is 1 J 25 V R IJ D A G 1973 26 OKTOBER dat kan nog verrassend bij de tijd zijn. 1 J zijn faam als Dickens van de jeugd literatuur. Zelfs voor tieners die wat gewend zijn, is het een aan eenschakeling van kippevelpassa- ges, niet alleen om de feiten, maar om wat er op de bodem van het relaas op de loer ligt. n „TUSSEN GALG EN GEKKEN HUIS” is het derde boek van Leon Garfield in ons land (uitgeverij Leopold, uitmuntende vertaling van Tine Leiker, obsederende illustra ties van Dick de Wilde) na „Smith” en „Jack Holborn”. Het bevestigt «Cf HET GEVAAR VAN PRENTENBOEKEN uitgeven is, dat het al gauw alleen maar voor het mooi gedaan wordt. Het is ook zo verleidelijk. Maar enkele uitgevers zijn zich bewust dat mooi-alleen ook maar een hol vat is. Ze hebben lijn aangebracht in hun produktie door duidelijk op bepaalde thema’s te spelen. Progressieve jonge ouders, die hun kinderen (van vijf tot acht jaar) op eenvoudige wijze willen betrekken bij wat er in onze wereld te koop is, zullen merken hoeveel ze samen met hun kinderen aan deze boeken beleven kunnen zelfs als het om een sprookje gaat, want Je vindt het geschenk de Gouden en Zilveren Griffelboeken en allerlei andere kinderboeken en jeugdboeken bij: HAARLEM 1 - 0^7 i is; Ml f'>> '■TWJi - f -- F Wé* J 'f *.1 r 5. L Is Een tweede serie van tien deeltjes in de „Notedopserie”, de Kijk-, lees- en voorleesboekjes in kleur voor ion- ge kinderen. De serie is oorspronke lijk in Engeland opgezet door een groep onderwijsmensen en voor Ne derland zorgvuldig en deskundig be keken en aangepast. Drs. Rita Kohn- stamm, hoofdredactrice van het blad „Ouders van Nu”, is voor elk deeltje als eind-adviseuse opgetreden. Deze tweede serie bestaat nu uit de vol- ook The een HEEMSTEDE: Boekhandel Batavo, Zandvoortselaan 145-147 Boekhandel de Wit, Valkenburgerlaan 48 BLOEMENDAAL Boekhandel A. Vernout, Bloemendaalseweg 53 Boekhandel J. M. de Wit, Bloemendaalseweg 123 A OVERVEEN Boekhandel A. Vernout, Bloemendaalseweg 25 SANTPOORT Boekhandel Broeze, Bloemendaalsestraatweg 129 Boekhandel Erasmus, Hoofdstraat 234 'V t. n r, Sm' w ,x gsr De hele lijdensweg tot aan de geboor te; van de baby laat Southal zien vanuit de woedende Perry, die uit eigenbelang alle gegeven voorlichting vergeet: die baby moet maar wachten. Het boek is één grote, verfrissende foeterpartij ge worden van een jongetje dat grote men gende deeltjes: Maan, Eieren, Tijgers, Vliegtuigen, Auto’s, Wegen, Regen, Vuur, Melk, Kleur. Om het geheugen nog even op te frissen, de eerste serie bestaat uit de volgende tien deeltjes: Bijen, Vogels, Muziek, Schepen, Vis sen, Sport, Telefoon, Strand, Slangen, Zee. De boekjes geven duidelijke ge kleurde tekeningen, korte bondige tekst, waarin in ca. 20 woorden ver teld wordt wat er te zien is op het plaatje. Hoofdzakelijk gebruikmakend van de aan het kind bekende woor denschat. VAN HOLKEMA EN WARENDORF- BUSSUM Wie de waarachtigheid schuwt kan het beter houden op ,De klap van de boeme rang’ van Marianne Colijn (uitgeverij Van Holkema en Warendorf, illustraties H. Kneepkens). Zeker, het is mooi, staat bladzijden vol bol van poëtische ontla dingen (de dromen) maar het komt niet op gang. Evert-Jan komt bij zijn groot vader wonen (ouders in Ghana), waar hij als buurmeisje Katrientje krijgt, die elke dag ellendige oefeningen moet doen sinds ze een ongeluk heeft gehad. De grote pestkop Goof heeft het op hen gemunt, maar ze willen het zelf oplos- Waarom ik die keizer uit Hans Ander sens „De nieuwe kleren van de keizer” nu zo belachelijk moest vinden, heb ik als kind nooit begrepen. Hij gaf meer geld uit aan kleren dan aan kanonnen; de bedrieglijke kleermakers met hun kleren „van niks” werden niet opgehan gen, en dat kleine kind, dat het hele ludieke feest verpestte door te roepen „Hij loopt in z’n blootje” kreeg geen standbeeld. Alles precies zoals je het zo fijn vindt als kind. Monika Laimgruber heeft dat sfeertje prima aangehouden in haar zeer beweeglijke, met stippeltjes overschoten, geestige illustratie. j Dick Bruna’s „Dierenboek”. In veel groter vierkant-formaat uitgegeven, maar wel getekend in de bekende Bruna-stijl van de boekjes van „Nijntje”. Heel eenvoudig en direct van lijn en kleur, maar steengoed getroffen van uitbeelding, een stijl die kleine kinderen geweldig aan spreekt- De duivelskunstenaar: teke naar. schilder, beeldhouwer, poster- ontwerper, schrijver van zijn eigen teksten, de 27 jarige Tomi Ungerer schrijft en tekent nu ook kinderboe ken... en hoe... „Het Beest van Mon sieur Racine” vertelt u dat. Heel gek en goed gedaan. s.W IJMUIDEN Boekhandel Erasmus, Lange Nieuwstraat 243 Leden van» de afdeling Haarlem en Omstreken van de Nederlandse Boekverkopersbond. Twee boeken voor de kleintjes vanaf 5-6 jaar: Wim Burkink: „Clowntje Pierewiet”. Een geweldig avontuur van het clowntje met eendje Kwèk en vriendin Flara, de koningspinguïn, alledrie uit Speelgoedland. Het clowntje wil nu eens naar een écht circus in de échte mensenwereld. Nu daar komt heel wat voor kijken!! Cobie Goosen: „Dolle dagen met de straalwagen”. Weer een Teel ander avontuur. Nu een vrachtrijder die altijd haast-je-rep-je zijn veel te laat ontvangen vrachtjes moet wegbren gen. Doffe dellende... totdat hij een straalmotor in zijn vrachtwagen krijgt. ...en wat hij dan allemaal beleefd... hij kan er zelfs mee vlie gen! Alet Schouten: „De Stedered- ders”, een verhaal dat zich afspeelt in en om bezet Naarden van 1673, dat nu na driehonder jaar herleeft en uitbundig herdacht wordt. Van de Australische schrijver Ivan Southall zijn we gewend dat hij protest van kinderen en vaak hun ongeremde emoties serieus neemt. Na „Vossehol”, „De Gomboom” en „Noodlanding” dach ten we: nog gaver, nog sterker kan hij niet schrijven. Maar „Nachtwerk”, ook een uitgave van Van Holkema Waren dorf en weer in een uitstekende verta ling van Alet Schouten, spant de kroon. Het gegeven is, zoals altijd, simpel: de moeder van negenjarige Perry moet be vallen. Haar man, die gekozen heeft voor een leven „terug naai- de natuur” moet haar naar het ziekenhuis brengen. In het noodweer kan hij zijn auto niet bereiken, krijgt een ongeluk en Perry zal hulp moeten gaan halen bij de gehate buurman Morgan. De feiten: Zwarte Jack is opgehangen in Londen, en terwijl zijn lijk ligt te wachten bij een aasgier-weduwe, die hem aan de snijkamer zal verkopen, komt hij tot leven. De leerjongen Tolly moet hem, doodsbenauwd, wel bevrijden. Jack sleurt meer dood dan levend de jongen mee en dan volgt de klassieke strijd tussen Goed en Kwaad met alle rauwe kanten ervan. Een nieuwe van Brian Wildsmith is „De rijkaard en de schoenlapper”, waarin het rijk-en-zonder-zorgen-zijn niet als het j of eiste in een mensenleven wordt afgeschilderd. Kinderen kunnen zelf de conclusie trekken of de schoen lapper niet heel wat beter zit als hij weer gewoon aan zijn gewone werk kan. Binnen het poëtische van haar totaal- platen weet Adri Hospes haar figuren van prinsen en prinsessen in „De zes zwanen” zo te ontdoen van alle mis- L. J. VEEN’S UITGEVERSMAAT- SCHAPPIJ-WAGENINGEN Atie Siegenbeek van Heukelom teken de en schreef (voor kinderen van 6-9 jaar) „Het wereldwonder”, waarin de familie Fluite van het rustige platteland wordt overgehaald om van de zegenin gen in de grote stad te komen genieten. Direct en niet zonder humor wordt de verpeste sfeer van een industriegebied erdoor gehaald. De oplossing: fabriek sluiten, rotzooi verbranden en dan alle maal maar fluiten en muziekinstrumen ten gaan maken, doet wel wat naïef aan. Toch een goed projectboek voor scho len, als je de lezers tenminste ook aan het denken zet over een meer praktische oplossing. De 5 hierboven besproken boeken zijn alle uitgaven van Lemniscaat te Rotter dam. Uitgeverij Pandora in Den Haag heeft Twee maal twee bundeltjes in één, omkeerboekjes met gedichtjes van Annie M. G. Schmidt en tekeningen van Wim Bijmoer. Beide herdrukken. „Het beertje Pippeloentje” met aan de andere kant „Dag meneer de krui denier” en „De graaf van Weet-ik- veel”, met aan de andere kant „Ieder een heeft een staart”. Altijd weer kostelijk. BRUNA-UTRECHT De Boekhal, Kruisstraat 40 Boekhandel Haco, Spaarnwouderstraat 108 Boekhandel Van Hage Zn., Zijlweg 84 Boekhandel Van Kuijeren, Gen. Cronjéstraat 99 Boekhandel Loosjes, Rijksstraatweg 125 Boekhandel Willa Renke, Gierstraat 61 Boekhandel Veko, Zijlstraat 98-100 Boekhandel A. Vernout, Warmoesstraat 10 Boekhandel H. de Vries, Ged. Oude Gracht 27 en Jacobijnestraat 3-5 „De man die zichzelf weggaf” is een webdun, zeer gaaf stukje literatuur van Gordon Sheppard, mooi vertaald door Dolf Verroen, dat het echter qua begrij pelijkheid helemaal moet hebben van de unieke, verduidelijkende illustraties van Jacques Rozier Het thema is: het onge noegen van meneer Pomeroy met zijn ouder worden in eenzaamheid. Hij gaat reizen, hoort er niet meer bij, maar vindt zichzelf en nieuwe vrienden. Aan hen wil hij bij zijn naderend sterven zichzelf weggeven. En zo is hij goedbe schouwd nooit doodgegaan. P vader en moeder. Er blijkt weer eens uit dat niet ieder auteur die goed schrijft, begrijpt, waar het momenteel in de kinderliteratuur om draait: om de lezer de kans te geven zich kritisch te qntwikkelen binnen het kader van de hem gegeven mogelijkhe den. Voor volwassen literaire fijnproevers een juweeltje van een boek om hun liefde voor de literatuur aan hun kinde ren over te dragen. Het thema zal het zeker doen maar woordkeus en de te lange zinnen maken het niet gemakke lijk voor het kind om de bedoeling van het verhaal in zich op te nemen. De felle uitdagende kleurenplaten die Bernard Bonhomme maakt voor „Die Ernesto’ fungeren als de moeilijk onder woorden te brengen beklemming, die Marguerite Duras opriep met haar ver haal over dat ene kind uit een gezin van zeven, dat niet WIL. Niet leren, niet de schooi, niet het gezag, niet de hele rimram. De reacties van zijn ouders op hem, op elkaar, op de onderwijzer; de houding van de onderwijzer en het ont moedigende JA aan het eind ja, Er nesto zal e r aan moeten geloven en tenslotte net als de anderen meedoen aan al dat gedonder komt meer als een waarschuwing dan als een negatief constateren over. Kiene lezertjes van 8 10 jaar zullen er de rotgeintjes wel uithalen, maar voor ouders met dwarse kinders en wat moeten we met hen aan? kan dit boek een nog betere vingerwijzing zijn. plaatste lievigheid, dat we dit oude Grimm-ige sprookje als fonkelnieuw be leven. Het gaat bij haar niet om de vorstenkinderen, maar meer om de ruige massa rond de brandstapel, en om die zelfde massa tuk op een ander ver zetje wanneer alles goed afloopt. Er is lef voor nodig om een dergelijke accentverschuiving in een prentenboek aan te durven maar in feite laat Hospes alleen zien wat zoveel kinderen in oorlogslanden dagelijks te zien krij gen. sen. Het eind is dat de liefde en het begrip alles oplossen. Ja, dat zouden wij wel willen! Maar kinderen willen een daad tegenover een daad. Er zitten te veel herhalingen in het verhaal, er wordt teveel bespiegeld. De oplossing kondigt zich aan in een droom o.a. over een boemerang. Maar een kind kan niet, zoals een volwassene de sym boliek van een droom vatten. En juist vanuit die droom vindt de twaalfjarige hoofdpersoon (ook maar een gok want de leeftijd van de kinderen is niet ver meld, iets wat een lezer toch graag wil weten) de weg naar de oplossing. Gisse lezertjes zullen zich trouwens afvragen of de vader van de verziekte Goof nu aannemer is (blz. 93 en 117) of textielfabrikant (blz 69). En het doet ook weinig genuanceerd aan om de brave borst Evert-Jan ouders te geven die zich af sloven in de ontwikkelinghulp; en griezel-Goof’s scheef gaan te wijten aan het kouwe-kapitalist zijn van diens de bridge-woede van diens - - zichzelf met haar eerste prentenboekuit gave een niet mis te vatten etiket opge plakt. Zowel illustraties als inhoud van de verhalen kunnen alleen door kinde ren en dan nog uit milieus waar bewust met boeken wordt omgegaan van 8 jaar en ouder opgenomen wor den. En dat is de leeftijd waarop veel kinderen zich al te groot voelen voor een prentenboek. Misschien dat Pandora daar dan eens verandering in kan bren gen. Wel voor de peuters is „De knotse kapriolen van een kloek piratenschip” met zeldzaam schitterende kleurillustra- ties van Guillermo Mordillo. Het verhaal moeten de kinderen zelf bij de platen bedenken. En omdat er bijna op iedere plaat zoveel uit de prachtige kleuren opduikt, kan dat een lang en boeiend verhaal worden. SPECTRUM-UTRECHT Een heel apart boek, overgenomen uit Japan, voor de allerkleinsten. Tekst is heel summier en dóódsimpel, platen heel eenvoudig en strak van lijn, de hele opzet is gericht op ruim te, ruimte ook voor de fantasie van het kind. De titel is: „Wie roept daar”?, de auteur is Kota Taniuchi. Een geheel ander boek, maar dan ook voor oudere kinderen is het groot-formaat-boek van Joe Kauf man: „Hoe zit dat in elkaar?” Een geweldig fijn boek voor le jongste onderzoekers, niet alleen goed, maar ook kostelijk geïllustreerd in bonte kleuren. Ingewikkelde instrumenten en apparaten, die dagelijks gebruikt of in werking gezien worden, worden op een ontwapenende duidelijke wijze vanuit de elementaire grondbeginse len aanschouwelijk voorgesteld, uit gelegd en opgebouwd, b.v. als volgt: Blaas een ballon op... laat hem los en als een straalvliegtuig schiet hij weg! Met twee lege blikjes met een draad daartussen heb je een eenvou dige telefoon, die net zo v. jrkt als een echte! Deze eenvoudige gegevens worden dan helemaal opgebouwd tot de ingewikkelde realiteit van appara ten van nu. Meesterlijk en bijzonder leuk uitgevoerd. UITGEVERIJ DE AREIDERSPERS- AMSTERDAM boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken De Regenboogreeks brengt weer enkele nieuwe deeltjes: Beekman: „Heremijntijd... wat lastpost!” Jongens en meisjes van 7- 11 jaar kunnen genieten van dit ver haal over dit „engeltje” Heremijn tijd, dat eigenlijk een bengeltje is en samen met het duiveltje Wham de gekste dingen uithaalt. Arthur Cathe- rall: „Opium Oifanten”. Een span nend smokkelverhaal dat zich af speelt in Noord-Tibet en waarin een olifant redding moet brengen in een levensgevaarlijk avontuur. Jongens en meisjes van 11-13 jaar. We,4 Mo reland: „De rebel uit de grotten”. Spannend en ruig verhaal over de Australische vrijheidsstrijd van de vorige eeuw, gestreden door een ben de vogelvrijverklaarden onder aan voering van de rebel Thunderbolt. Jongens en meisjes van 11-14 jaar. Figuren als Zwarte Jack kunnen be staan door de angst van naïeve mensen, die denken dat ze de heerser kunnen bekeren. Tolly wil ééns een blijk van waardering krijgen van de reus, die hem minacht. Daarom doet hij mee met de ontvoering van het meisje Bellë dat door haar rijke familie weggewerkt wordt naar een gekkenhuis. Belle is gek, Tolly ergert zich aan haar. Maar Zwarte Jack krijgt een beloning wanneer hij het losgebroken meisje in het gesticht af le vert. Daarom is Tolly veilig in haar nabijheid. Het drietal verzeilt in een kermisgroep, Belle knapt op, maar wanneer ze hoort dat haar vader zelf moord gepleegd heeft (hij is in werke lijkheid vermoord), twijfelt ze aan haar net ingezette genezing en meldt zich vrijwillig in het gesticht, waar ze met boeien geketend wordt. Hoogtepunten uit het boek is Tolly’s vertwijfelde poging om Belle één keer te mogen zien. Met Zwarte Jack heeft hij gebroken, toen hij er achter kwam, dat die Belle heeft aangepraat dat ze nog altijd gek was en Tolly ongelukkig zou maken. Vanuit dat eerste teken van genegenheid (primitieve jaloezie) zal Zwarte Jack later echter helpen Belle te bevrijden. Het tumultueuze einde van het boek barst van de bladzijden af: de ondergang van de wereld is voorspeld, en Londen loopt leeg. Paniek, aardschokken, moor den en verhelderende ontdekkingen heeft Garfield zeer compact verweven met de veranderingen die zijn drie hoofdpersonen ondergaan. Deze magi strale nieuwe Garfield is met al zijn boeiende historische details van het Lon den rond 1750, toch een boek van deze tijd door het grondthema: hoe maak je je los van een beangstigende overmacht, die er voor ieder van ons weer anders uitziet. Z X 15 a sen voor knettergek verklaart. Toch is dit schijnbaar harde veroordelen van Perry niets anders dan op zijn eigen on volkomen manier bij willen zijn. Misschien dat veel ouders het nog niet pruimen dat een jongen over zijn beval lende moeder zegt: ,Mam zag eruit of ze op haar hoofd in een ton had gestaan.” Maar ik gok op die ouders, die ontdekt hebben dat hun kinderen net zo’n Perry is; en die weten hoe kinderen zich ophijsen aan echte’ boeken. (Verkijk u niet op de illustraties van Kneepkens, die van alle figuren afgetobde, zorgelijke oudjes maakte.) door Paul Hulshof en Henk van Kerkwijk. Een pagina uit: „De man die zichzelf weggaf”. ;;sS>W!' X X >L«- E zAV

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 25