NAAMFEEST NOG STEEDS GROTE DAG IN KERKELIJK LEVEN Geestelijk Leven - Koel z Meer belangstelling voor curcus Begrip in Zuidafrikaanse een O Uittocht priesters PROPAGANDA PELGRIMSOORD - Van Odijk uit Chili lutherse kerk taboe Verlegenheid ’’Dagmaat” - Weerspiegeld "Aanslag op existentie Israel stilzwijgend goed gekeurd" zendeling 16 ZATERDAG 27 OKTOBER 1973 Erbij kerkpolitieke benoeming Documentaire over en 2 haar gevolgen Bisschop dr. Johannes Gijsen blijft de gemoederen tot ver bui ten de grenzen van zijn Roermond- se bisdom bezighouden. Zijn benoe ming op 22 januari 1972 wordt nog steeds gezien als een Vaticaanse ingreep in de ontwikkeling van de Nederlandse kerkprovincie. De Nederlandse kerk (Nieuwe Kate- chismus, OMO-cursus, celibaats- opvattingen, huwelijksrecht, Pasto raal Concilie en later het Landelijk Pastoraal Overleg) ligt in Vaticaan se ogen dwars op de door het door Rome uitgestippelde koers. Het opper-rabbinaat en de rabbijnen van Nederland vinden dat de kerken in ons land de in druk hebben gewekt de Arabi sche „aanslag op de existentie van Israel” stilzwijgend goed te keuren. De joodse geestelijken stellen dat in een brief, die zij onder meer stuurden aan het se cretariaat van de katholieke kerkprovincie, en de generale synodes van de gereformeerde en hervormde kerken. De patriarch van de Russisch- orthodoxe kerk had de Nederland se delegatie van de Raad van Ker ken uitgenodigd voor het feest van de heilige Sergius van Radonezj op 18 juli. De Raad van Kerken heeft in zijn antwoord gevraagd ook plaatselijke orthodoxe, rooms katholieke, baptisten- en joodse gemeenten te mogen bezoeken. Onze gastheren hebben hun uiter ste best gedaan aan deze wens te gemoet te komen. In dit artikel wil ik echter stilstaan bij het feest, waarvoor de oorspronkelijke uit nodiging gold. RABIJNEN BOOS OP KERKEN 1 f' RUSLAND IS SERGIUS NIET VERGETEN DR. KEETJE ROZEMOND „Het achterwege blijven van een veroordeling wekt de indruk van een ting van de generale synode van de Gereformeerde Kerken in de Blijde Wereld in Lunteren. Het voorstel van de synodevoorzitter dr. Kruijswijk uil Enschede om het telegram voor ken nisgeving aan te nemen ondervond felle bestrijding van de vergadering. Aangedrongen werd op een uitgespro ken standpunt ten gunste van Israel terwijl men ook aandacht vroeg voor het ter sprake brengen van de positie der Arabische vluchtelingen en veel zag in het gesprek met de rabbijnen. Om tot een juiste bevredigende be slissing, zoals de synode het uitdruk te, te komen werd de brief in handen gesteld van de commissie voor ethiek In dit derde en laatste artikel over iet bezoek van een delegatie van de Raad van Kerken aan de Sovjet unie, vertelt dr. Keetje Rozemond jver het feest van de heilige Sergius /an Radonezj dat op uitnodiging van ïe patriarch van de Russisch-ortho- loxe kerk werd bijgewoond. bij op zijn woord geloven. Bronvermel ding ontbreekt namelijk, maar voor wie Auwerda kent als een betrouwbaar journalist is dat een minder groot be zwaar. Zo vermeldt Auwerda dat de nuntius in ons land, mgr. Angelo Felici, op 3 mei 1971 de inmiddels ontslagen vicaris Van Odijk van het bisdom Roermond de bisschopszetel van Roermond aanbood. Mgr. Van Odijk weigerde na overleg met de toen nog residerende bisschop Moors en met kannunik mgr. Roncken, een van de leden van het kapittel. Zijn belangrijkste motief is waarschijnlijk geweest dat het kapittel, waarvan hij proost was, nog bijeen moest komen om de kandidatenlijst op te stellen. Mgr. Gijsen zal ’’omstreden hisschop blijven Bisschop Gij sens benoeming was dus, en dat is hier al vaker gesteld, een kerkpolitieke benoeming. Ook daarom zal zijn feitelijk optreden als bisschop in de toekomst nog veel losmaken. In iede re stap van de bisschop, of het nu betreft het de laan uitsturen van twee vicarissen en andere hoge bisdom-mede- werkers, het „boycotten” van de HTP en de pogingen om een nieuw seminarie- oude-stijl van de grond te krijgen, wor den Vaticaanse pogingen gezien om de ontwikkeling in Nederland van een au toritaire naar een meer „democratische” kerk om te buigen. Jaarlijks trekken duizenden, mannen, vrouwen en kinderen naar Zagorsk om het feest van Sergius te vieren. In alle kerken van het pelgrimsoord staan de gelovigen dicht tegen elkaar gedrukt in de uren durende diensten, biddend, zin gend en luisterend. Daarna wordt de ikoon van Sergius naar het grote plein te midden van de kerken gedragen. De pelgrims uit alle kerken tegelijk stro men toe en de patriarch gaat voor in de Op 11 oktober verscheen nog een verklaring van zeven vooraanstaande hervormden, onder wie prof. dr. H. Berkhof (de nieuwe voorzitter van de Raad van Kerken in Nederland) die de leden van hun kerk opriepen tot financiële steun aan Israel. Verder weet Auwerda te vermelden dat de paus zelf uiteindelijk tot zijn keuze van mgr. Gijsen was gekomen na lezing van diens brochure van juni 1970 „De priester en de crisis in de kerk”. Deze brochure bevatte de tekst van een lezing die de toenmalige rector Gijsen heeft gehouden voor een groep Neder landse en Belgische priesters en werd aangeprezen door de behoudende „Waar heid en Leven”-groep. Mgr. Gijsen, die het bestaan van deze brochure had verzwegen bij zijn presen tatie aan den volke, leverde hierin scherpe kritiek op het beleid van de Nederlandse bisschoppen van wie hij zei: „Hun politiek is er een van sussen en sparen, dat echter steeds meer het ka rakter krijgt van een zich laten meesle pen door doelbewust en handig ma noeuvrerende afbrekers van de kerk als zodanig.” wone beslissing in deze tijd). Na de dood van de ouders nodigde Bartholomeus zijn oudste broer uit met hem het „woestijnleven” (naar model van de ou de Egyptische asceten, nieuw voor het noorden) te beginnen in het dennenwoud niet ver van Radonezj. Zij bouwden er een houten kerkje ter ere van de heilige Drievuldigheid. De oudste broer hield het zware leven niet vol en keerde in de bewoonde wereld terug. Bartholomeus bleef op twintigjarige leeftijd alleen achter. Een oude priestermonnik kwam zo nu en dan de liturgie met hem vieren. Aan deze man vroeg hij hem als monnik te wijden. Hij ontving de naam Sergius. De levensbeschrijving door een van zijn latere leerlingen vertelt: „Al leen God weet hoe lang hij zo alleen in de woestijn was.Leerlingen voegden zich bij hem. Eerst aanvaardde hij ze met moeite, totdat een brief van de patriarch van Konstantinopel Moskou had in deze tijd nog geen patriarchaat hem bereikte met de opdracht het gemeenschapsleven te beginnen. Houten cellen verrezen, de monniken brachten het omliggende land in cultuur: het begin van het Drievuldigheidsklooster in Zagorsk. Een van Sergius’ leerlingen was de ikonenschilder Andrej Rublev die de bekende Drie”uldigheidsikoon schilderde, drie engelen bij het bezoek aan Abra ham, ter gedachtenis aan Sergius. (De ikoon bevindt zich nu in de Tretjakovs- kaja Galerij in Moskou). In het laatste deel van zijn leven steunde Sergius de groeiende zelfstandigwording van Mos kou, met als hoogtepunt de overwinning op de Mongolen in 1380. Hij stierf op 25 september 1392. Arabische landen de bezette gebieden binnen waren gevallen juist op de sabbath, terwijl het joodse volk de Grote Verzoendag vierde. Gisteravond besprak het breed mo- deramen van de hervormde kerk de brief van de rabbijnen. Wanneer het Nederlandse episcopaat de brief zal behandelen, is nog niet bekend. Een dag na het feest brachten wij een bezoek bij de heer Makartsev, vice- president van de Raad voor godsdienst zaken van de ministerraad van de Sov- jet-Unie. Ik heb daar gepleit voor een verbetering van het peil van dergelijke beschouwingen, voor een te rade gaan bij de beste Russische theologen om kinderachtige en achterhaalde voorstel lingen te vermijden. De vice-president was bereid mijn kritiek door te geven aan de filosofen van de communistische partij die voor deze propaganda verant woordelijk zijn. Ongeveer dertig „linkse” priesters heb ben sinds de staatsgreep in Chili het land op „aanraden” van de junta en de kerkelijke autoriteiten verlaten. De? meeste van hen waren buitenlanders. In' de kerkelijke kringen in Chili wordt erop gerekend dat in totaal vijfhonderd priesters het land zullen moeten verla ten. Hoezeer dit feest in de volkstraditie nog levend is, had ik al in de stationshal kunnen vaststellen. Ik raakte er in ge sprek met een vrouw, aan wie ik vertel de dat ik deel uitmaakte van een dele gatie die voor een kerkelijk feest was uitgenodigd. „Welk feest”? vroeg ze. „Van de heilige Sergius”, antwoordde ik. Ze straalde op. „Sergiusdag! Bid dan voor me.” Sergius werd in 1314 uit een adellijke familie op een landgoed, niet ver van Rostov, geboren. Bij zijn doop ontving hij de naam Bartholomeus. Het jonge vorstendom Moskou was in deze tijd in opkomst. In 1328 sloot Rostov zich daar bij aan. Bartholomeus’ vader ging over naar Radonezj, een dorp vlak bij Mos kou en kreeg daar een landgoed in ruil voor staatsdienst van de twee oudere broers van Bartholomeus aan de Mos- kouse grootvorst. Moskou zelf was schatplichtig aan de Mongoolse khans, die hun residentie hadden aan de bene denloop van de Wolga. Het gehele Russi sche land was in voortdurende onrust door invasies van stammen uit Azië. In de familieverhoudingen van de jon ge Bartholomeus kwamen veranderingen toen de vrouw van de oudste broer stierf. Deze broer trok zich in het kloos ter terug. De bejaarde ouders besloten toen het eind van hun leven ook in het klooster door te brengen (een niet onge- De dertien Lutherse kerken in Zuid- Afrika gaan op verzoek van de neger- geestelijken het woord „zendeling” uit hun woordenboek schrappen. De Afri kaanse lutheranen vinden „zendeling” en „zending” achterhaalde begrippen die blijk geven van „bevoogding en geeste lijke superioriteit”. Ze passen niet in de moderne omgangstaal van kerken op voet van gelijkheid, zo menen de Luther se kerken. Daarin zeggen de Gereformeerde Kerken, de hervormde kerk, de Vrije Evangelische Gemeenten in Neder land en de Evangelisch Lutherse kerk geschokt te zijn door het feit dat de De kerken wier taak het is de oplossing van internationale geschil len op geweldloze wijze te bevorde ren, hebben op geen enkele officiële wijze hun afkeuring uitgesproken over de zorgvuldig voorbereide mas sale agressie die op de Grote Ver zoendag werd ingezet”, afdus de rab bijnen in hun brief. Noot: de citaten van Amalrik zijn ontleent" aan „De democratische beweging In de Sov- jet-Unle Documenten”. Samengesteld door J. W. Bezemer en M P. van den Heuvel, Amsterdam 1971. De andere citaten zijn door mij uit het Russisch vertaald. Wie dacht dat een korte terugblik nu op de kwestie-Gijsen niet veel meer kan zijn dan een herkauwen van breed uit gemeten verhalen in de nationale en internationale pers komt bedrogen uit na het lezen van Volkskrantredacteur Richard Auwerda’s documentaire „Bis schop Gijsen - omstreden bisschop”. Weliswaar zijn de meeste feiten be kend, maar toch heeft degelijk spitwerk van Auwerda voor nog een paar verras singen gezorgd al moeten we hem daar- De anti-religieuze propaganda doet hier de theologen geen recht. Ook in de beoefening van de kerkgeschiedenis dringt misschien moet men zeggen eindelijk een nieuw besef door van de grote invloed van sociale stromingen, van brede bevolkingslagen, van am bachtslieden en boeren op de kerkelijke ontwikkelingen in vroeger eeuwen. In het vorige artikel bleek dat de atheïsti sche propaganda uitging van een verou derd bijbelbegrip. In dit geval is de basis een gedeeltelijk verouderde voorstelling omtrent de kerkgeschiedenis. onder redactie van Ronald Kraayeveld De kerken zijn door de opperrabbi- iale verklaring duidelijk in verlegen heid gebracht. Hun standpuntbepaling ten aanzien van de strijd in hel Midden-Oosten heeft tot nu toe niet veel meer opgeleverd dan een kansel- boodschap, die 14 oktober werd voor gelezen en vooral een oproep tot gebed bevatte. De heer Makartsev begon overigens het gesprek met de opmerking tegen de ons begeleidende priesters: „Gisteren was het Sergiusdag en vandaag begint het te regenen.” Dit woord getuigde van een zeker meeleven met de vieringen van de vorig dag. Wat zou er bij regen geworden zijn van de honderden gezin nen die overal onder de bomen hun picknick gebruikten, van de vele kinde ren die ’s middags naast elkaar in de schaduw van de kerken ontspannen op de stenen sliepen? De regen van de negentiende juli bracht mij nog een verrijking van mijn kennis omtrent Sergius. „Regen is goed voor de paddestoelen. De meeste inwo ners van Moskou kennen paddestoelen en gaan na de regens de bossen in om ze te zoeken.” Dit vertelde mij bij een kleine pauze in ons volle programma van die dag één van de priesters. „Niet alleen paddestoelen groeien in de bos sen”, vervolgde hij, „maar ook bosbessen, bramen, frambozen en verschillende soorten appels. De mensen zijn trouwens niet de enigen die daarvan houden, ook de beren.” Dit bracht mij iets te binnen. „In het levensverhaal van Sergius staat dat hij in zijn eenzame jaren in het woud dagelijks bezoek kreeg van een beer. Is dit een legende?”, vroeg ik. „Nee”, zei hij, ,,’s zomers zijn beren niet kwaadaardig. Alleen ’s winters als ze bijv, in hun hol bij hun winterslaap gestoord worden.” Een klein intermezzo. Een klein voorbeeld ook hoe een verblijf zijn het maar theologische, voorstellin gen nemen over de betekenis van het Drievuldigheidsklooster. Voor de ortho doxe kerk is dit klooster dierbaar, omdat de heilige Sergius van Radonezj het stichtte omdat binnen de muren van het klooster het stoffelijk overschot van zijn stichter tot op deze dag rust. Het kloos ter in Zagorsk is voor een orthodoxe theoloog het klooster van Sergius. Hij brengt eenvoudig niet in rekening het feit dat dit ensemble van een oude vesting, dat in zijn samenstelling meer dan vijftig gebouwen en inrichtingen telt, niet is gesticht door de heilige Sergius, maar door een hele rij geslach ten van bouwmeesters, kunstschilders en handwerkers. De architectonische en ar tistieke aanblik van dit ensemble werd gevormd in de loop van vele eeuwen. De vestingmuren van het klooster zijn voor ons belangwekkend, niet omdat zij ko- ningen zagen en prinsessen, pompeuze kerkdiensten en ceremonieën van het scheren (inwijden) van monniken, en het vloeien van water uit de „bronkapel”, maar omdat hier waarlijk historische gebeurtenissen zich afspeelden, een weergaloze, maandenlange verdediging door het volk in het begin van de zeventiende eeuw tegen buitenlandse aanvallers. Daaraan namen eenvoudige landbouwers en handwerkers deel, en de verdediging is een van de bladzijden van de roemrijke geschiedenis van het Russi sche volk.” De cursus, die naar bijbels begrip „dagmaat”-cursus wordt genoemd, omvat vijftien lesavonden op een donderdag en twee ontmoetingsavonden in de periode van september tot juni. Het cursusgeld bedraagt 60,-. Inleiders zijn van her vormden, rooms-katholieken, gerefor meerden en joodsen huize. in het land nieuw licht werpt op be staande kennis. Hoogtepunten van de liturgie, door de patriarch zelf gecelebreerd, die wij op het Sergiusfeest meemaakten, waren de schriftlezingen en het uitdelen van brood en wijn door een bisschop en de protopresbyter die ons begeleidde, aan de honderden gelovigen die in de Us- penskij kathedraal van Zagorsk, daartoe naar voren kwamen. De eerste schriftle zing tijdens de liturgie was de brief van Paulus aan de Galaten, hoofdstuk 5, vers 22 tot hoofdstuk 6, vers 2, met de slotwoorden: „Verdraagt elkanders moei lijkheden; zó zult gij de wet van Chris tus vervullen.” Weer hoor ik de woorden van Amalrik aan Kuznetsov, waarmee ik het vorige artikel eindigde en daarbij het vervolg. Het is onze plicht „eerlijke” informatie te geven over wat er in ons land gebeurt. Informatie te geven, en geen medeleven te zoeken en zeker geen medelijden trachten op te wekken, zoals u, naar het mij voorkomt, probeert te doen. Ik geloof dat uw klachten nie mand zullen ontroeren, evenmin als mijn klachten of die van wie dan ook, omdat i mmers iedereen kracht genoeg heeft om andermans ongeluk te dragen.” Wat moet onze houding als westerlingen zijn tegenover dit verwijt? Hoe kunnen wij op eerlijke wijze, zonder overdreven sentimentaliteit het gebod van de Gala tenbrief tegenover de kerken in de Sov- jet-Unie vervullen? Daartoe moeten wij voortdurend vethten om en zoeken naar een zuiver zicht op de situatie van deze kerken. Na de lezing van de brief zong de diaken met een zeer diepe basstem, die in de overvolle kathedraal onder vol maakte stilte beluisterd werd, het evan gelie van het feest, Lucas 6:17-23. Ook hiervan citeer ik het slotgedeelte: „Zalig gij, die nu weent, want gij zult lachen. Zalig zijt gij, wanneer u de mensen haten en wanneer zij u uitstoten, en smaden en uw naam als slecht verwer pen ter wille van de Zoon des mensen. Verblijdt u te dien dage en springt op van vreugde, want, zie, uw loon is groot in de hemel; immers op dezelfde wijze hebben hun vaderen met de profeten gehandeld.” Hoe kunnen de kerken in de Sovjet unie blijven bestaan? Het geheim daar van berust bij God. Om het anders te zeggen: de kerken leven daar, omdat de zaligsprekingen waar zijn. stilzwijgende goedkeuring van deze aanslag op het bestaan van Israel. Daardoor hebben vroegere uitspraken van de kerken over het recht van het joodse volk op een eigen staat veel van hun geloofwaardigheid verloren. Hoezeer wij ook toejuichen het verle nen van hulp aan slachtoffers van elk conflict dus ook in het Midden oosten, veroordelen wij het feit dat deze humanitaire plicht als reden wordt gebruikt om zich aan een dui delijke morele keuze voor Israel te onttrekken”, aldus de verklaring van het rabbinaat. Deze brief werd woensdagavond behandeld tijdens de voortgezette zit- De belangstelling voor de interkerke lijke „Dagmaat”-bijbelcursus in Lisse, die dit jaar voor de vierde keer wordt gehouden, is sterk gestegen. Waren er vorig jaar dertig deelnemers van uiteen lopende kerkelijke richting, dit jaar moest men uitzien naar een grotere ruimte voor vijftig cursisten. gebedslitanie die dan volgt. Het laatste nummer van het anti godsdienstige tijdschrift „Wetenschap en religie” wijdt in zijn rubriek „de geeste lijke wereld van de mens” een artikel aan „Nieuw leven van de monumenten uit oude tijden”. Over Zagorsk staat in dit artikel: „Vergeten van het beginsel van historiciteit is ontoelaatbaar. Doden de beperktheid, bewust negeren van his torische feiten, hun misvorming, zijn eigen aan de theologie; zij zijn voor haar onontbeerlijk. Laten wij bijv, de, al Auwerda’s toelichting van het dossier- Gijsen is uitermate koel en afstandelijk beschreven, zonder een zweem van emo tie. Dit ondanks dat de inhoud van het boek, dat zeer prettig leest, veel weg heeft van het produkt van een begaafd romancier, zo ongeloofwaardig lijken sommige door Auwerda vermelde ge beurtenissen. Ook na het lezen van dit boek blijft er nog een aantal vragen bestaan. De „Gijsen-story” zal over enkele decennia een dankbaar onderwerp zijn voor een ambitieus historicus. Volgens Auwerda was deze brochure de paus in handen gespeeld, had hij hem gelezen en was hij er gelukkig mee. „Hij zou in de brochure zijn eigen visie op dc Nederlandse kerk zo zuiver weerspiegeld hebben gezien dat hij zeker wist: dit wordt de nieuwe bisschop van Roer mond.” Over de toekomst van zowel het Roer- mondse diocees als de kerkprovincie in haar geheel is Auwerda somber gestemd. Het einde van de problemen ziet Auwer da alleen dan wanneer de bisschop in de greep komt van de mismoedigheid die nu de betrekkingen in het Roermondse kenmerkt en eruit concludeert, dat bis- schop-zijn meer is dan een benoeming door Rome. De rol van het Nederlandse episcopaat omschrijft Auwerda als: „Proberen te redden wat er te redden valt, accepteren dat het eigen morele gezag moedwillig door een hogere autoriteit wordt afge broken anders gezegd: lijden aan de eenheid van de kerk dat lijkt voorlo pig de functie van de bisschoppen die de vernieuwing zijn toegedaan.”

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 16