BEHANDELD ALS OUD VUIL Voor een geeltje vermoorden ze je van alles I „DOOR HUISVESTING WORD JE beroofd” „We zijn „Meneer, het is hier precies Chicago EMS RECHTER )r 99 IN BRAND STEKEN FLATGEBOUW 17 ZATERDAG 2 7 OKTOBER Erbij 1973 „Het is hier een gekkenhuis. Dat is nog hooguit een dag of veertien vol te houden zo. Dan móet er een oplossing gevonden zijn”. Evert Witvoer (31 jaar) kijkt zijn schoonvader aan. De 68-jarige Andries Seinen zit met uitgebluste ogen voor zich uit te staren, antwoordt niet, maar weet maar al te goed dat hij en zijn 54-jarige vrouw het gezin Witvoet veel ongemak bezorgen. Het bovenhuis aan de Amsterdamse Mercatorstraat is ingericht op bewoning door vier mensen, twee volwassenen en twee kinderen. Daar zijn van de ene dag op de andere twee oudere mensen bijgekomen. Evert en Henny Witvoet hebben hun bedden aan hun ouders afgestaan; ze liggen nu zelf „op de grond”. „Je stuurt je vader en moeder niet zomaar de straat op. Ze moeten onderdak hebben, dat spreekt vanzelf. Maar het is wel een moeilijke situatie onder deze omstandigheden”. Henny kijkt bezorgd naar haar moeder, die voor de zoveelste maal haar hand tegen haar gewonde slaap legt. Schadefonds geweldsmisdrijven moet snel komen ild be- PETER HUYSMAN Nu, anderhalve maand later in het ^{.y [OND b i» utri» .1 „„.....I.mi, iiïhsgtlitüHHni!:: Bjj mogelijkheden tot schadevergoeding denkt de overheid overigens in de eerste plaats aan verhaal op de dader. De commissie-Van Binsbergen, die de minister van Justitie adviseerde, wijst erop dat niet alleen met oog op de be nadeelde, maar ook met oog op de dader een bevredigende schadeloosstelling van „eminent belang” is. De in Den Haag gevestigde particuliere stichting Medeleven Gedupeerden t.g.v. Misdrijven (MGM) onder voorzitterschap van ir. H. *t Hart, drukt zich bij monde van haar voorzitter uit: „Voor de dader wordt voldoende gedaan. Tijdens het proces als hij tenminste ooit gepakt wordt wordt hjj bijgestaan door een advocaat. Hij wordt medisch (psychiatrisch) begeleid. Na zijn straf in de gevangenis is het niet bar slecht volgt de reclassering voor zijn terug keer in de maatschappij. Het kost de staat vele tientallen miljoenen per jaar. De reclassering is belangrijk. Maar wat doet de overheid voor het slachtoffer? Vaak is het slachtoffer er psychisch veel slechter aan toe dan de dader. Het blijft in de gunstige gevallen bij wat burenhulp en steun van familie”. Het „schadefonds geweldsmisdrijven” van minister Van Agt zal er zoals gezegd op zijn vroegst volgend jaar komen. Mensen die na 1 januari 1973 benadeeld zijn door een geweldsmisdrijf, mogen er een beroep op doen. Een echtpaar dat op deze manier voor overheidssteun in aanmerking zou komen: 68-jarige Andries Seinen en zijn vrouw. Begin september werden zij, na deerlijk te zijn toegetakeld door drie gemaskerde mannen, in hun sta-caravan in het Haagse centrum beroofd van 3.200 gulden. Zij verloren alles: Hun spaargeld, hun meubilair, hun huis, want de vrouw is er psychisch zo slecht aan toe dat zjj niet meer naar de caravan terug mag. Zij wonen tijdelijk bij hun kinderen in Amsterdam in. Een nagenoeg onhoud bare situatie in een nauwe bovenwoning. Wat Andries Seinen en zijn vrouw wèl weten en gemerkt hebben, is dat er hulp en geld van de stichting MGM kwam. „Fantastisch, die mensen. Ze stonden ineens met 1.000 gulden voor de deur”. Ir. ’t Hart: „Dat het schadefonds geweldsmisdrijven komt, is alleen maar toe te juichen. Maar wjj blijven natuurlijk een taak houden. Het gaat in deze ge vallen juist om snelle hulp. Al is het maar een ziekenhuisbezoek, een bloe metje. Die directe hulpverlening zal de overheid nooit kunnen geven. Trouwens, dat miljoen lijkt me een stofje tegenover alle ellende en leed die jaarlijks duizenden slachtoffers van mishandeling, beroving of aanranding worden aan gedaan”. De caravan, waarin de aanslag werd gepleegd. Mevrouw Seinen durft niet meer terug. „Meneer, het is hier Chicago. Voor een geeltje vermoorden ze je. Als er niet op tijd hulp was gehaald, was ik leeggelo pen. Zomaar, omdat ze toevallig wisten dat ik wat gespaard had. Schrijf dat maar in de krant: een waarschuwing spaarduiten en AOW beroofd, we zijn van alles beroofd”. „Ik wou dat ik dat in de oorlog, toen ik vreten naar de jongens op de Greb- beberg moest brengen, geweten had. Dan had ik eerst gevraagd: beste knul, waar kom jij vandaan. O, uit Den Haag? Nou, dan kun je naar je prakkie wel fluiten. Meneer, dat personeel bij de gemeente Den Haag, dat is goed voor Veenhuizen”. Het hondje van Seinen werd een oor kapot geslagen- ivjet- daar- ■rs te at de tleenf Sov- oor J. euvel. 1 door rip vat en sde eld er- or- leb- het i de De? In ordt lerd ;rla- lid- ;er- uit fri- en die ste- i de op ler- te- ise, rdt er sn- lar ere NAAR VERWACHTING zal niet eerder dan volgend jaar een beroep kunnen I worden gedaan op het „schadefonds geweldsmisdrijven”. Eind 1972 diende mi- I nister Van Agt (Justitie) het betreffende wetsontwerp bjj de Tweede Kamer I in. Met gelden uit dit fonds, groot 1 miljoen gulden, wil de regering mensen I die zwaar lichamelijk letsel hebben geleden als gevolg van een misdrijf, finan cieel tegemoet komen. Met nadruk stelt het wetsontwerp dat uitsluitend gedacht wordt aan „schrijnende gevallen". „Nou hebben we in Alkmaar een huis je, een benedenhuis je, zien staan dat nog niet verhuurd is. Het doet zo’n 80 gulden in de maand, dat is op te brengen. Er zit een klein stukje land bij. Dat is fijn voor mij, daar kan ik weer wat repare ren, want m’n klauwen staan niet ver keerd. Maar meneer, wat ik al eerder wist: de maatschappij zit niet tof in mekaar. Want toen ik bij huisvesting in Den Haag vroeg om bemiddeling, of ze misschien een goed woordje in Alkmaar voor me konden doen, zeiden ze: ja meneer, maar wat hebben wij nou met een andere gemeente te maken? Regelt u dat zelf maar”. Amsterdamse huis van zijn dochter en schoonzoon, de platgeslagen duim net uit het gips, de wonden aan het achterhoofd bezig te genezen, zegt Andries Seinen, zonder merkbare emotie, maar met van haat vervulde ogen: „Meneer, ze moeten mij een poosje voor rechter laten spelen. Dan zouden ze net als in Canada tien jaar de lik ingaan. En als ze vroegen om eten zou ik zeggen: ga je gang maar, maar voor iedere hap krijg je eerst tien stokslagen”. Op die avond van de 12e september wordt er op de deur van de caravan geklopt. Het is rond elf uur. Andries, een kleine klusjesman (reparaties van fietsen, e.d.), ligt al in bed. Mevrouw Seinen zit nog naar de televisie te kij ken. Over de steun van de buren („de hoertjes die bij ons in de buurt wonen, dat zijn fantastische mensen voor ons geweest”), politie, familie vooral, heeft de familie Seinen niets dan lof. Maar de overheid, vinden ze, laat hen volkomen in de kou staan. Andries Seinen: „Die gemeentelijke huisvesting in Den Haag moesten ze in de brand steken. Je wordt behandeld alsof je oud vuil bent. Ik heb gevraagd wat ik nou eigenlijk moest, wat is een oplossing. Nou meneer, zeiden ze daar, u moet gewoon gaan zoeken, en als u wat gevonden heeft dan zorgen wij wel voor de afwikkeling”. >r de j op n de van n de aan Us- irtoe iftle- van vers t de noei- hris- irden rmee arbij ijke” i ons i, en geen zoals rt te nie- als ook, moeg gen.” ngen nnen even Uala- Sov- i wij naar deze Andries Seinen is zijn veel geprezen gevoel voor humor op dit moment kwijt. Hij weet niets te zeggen en schuifelt ongemakkelijk heen en weer in de plu che fauteuil die van zijn schoonzoon en dochter is, die hem voorlopig van harte gegund is, maar die niet altijd bezet zal kunnen blijven. Andries Seinen en zijn vrouw, slachtoffers van een roofoverval, totaal geruïneerd, wachten met ongeduld op een oplossing. Veel langer kunnen ze in Amsterdam niet op visite blijven. g de i, die vol- svan- Ook Zalig chen. snsen i, en •wer- nsen. ?t op groot wijze feten Andries Seinen: „Ik wilde dat geweei uit zijn handen trekken. Maar hij slin gert me weg en ik krijg een pak slaag met het wapen tegen m’n achterhoofd En nou rustig, roept-ie, want ik sla je hartstikke dood. Ze binden me vast op bed. Van mijn duim was op dat moment bijna niks meer over: een bloedende verbrijzelde massa”. „Tk had naar de Ombudsman zitten kijken. Maar ook Den Haag Vandaag mis ik niet graag. Dus ik had de buis nog aan. Ik denk: hé, wie kan dat nou nog zijn. Even dacht ik nog dat het onze buurman was; die was even tevoren nog een kop koffie komen drinken. Nog geen seconde later zie ik een man met een nylonkous over zijn hoofd binnenkomen. Hij roept: roofoverval! Dat is een geint je, denk ik. Maar ik zie een geweer en ik spring op. Ik wil naar de slaapkamer gaan, bang dat m’n man met ze gaat vechten. Het blijken drie kerels te zijn”. Maar voordat mevrouw Seinen een ■tap heeft kunnen doen, heeft ze de eerste klap met de geweerkolf al te pakken. In half bewusteloze toestand ziet ze nog dat ze het geweer op haar man richten, die uit bed is gekomen en een van de mannen te lijf wil gaan. Even later zijn de mannen verdwenen. De chaos in de caravan is volledig. Alles is overhoop gehaald. Meubilair is ver nield; 2500 aan spaargeld plus 700 gulden AOW zijn gestolen. Mevrouw Seinen, het jukbeen op drie plaatsen gebroken, een hersenschudding, met blauw geslagen armen en benen, weet de caravandetir te bereiken, steekt het stukje grond naar de hoofdpoort over en waarschuwt de buren. Nog geen vijf minuten later is de caravan overstroomd door buren, recherche, ziekenwagenbroe ders, kennissen. „Nou vraag ik u: hoe zit dat met dat zooitje?! Vragen ze je eerst om zelf te zoeken. Denk je eindelijk wat gevonden te hebben je zit niet graag bij je eigen kinderen op d’r lip en dan zeggen ze: zoek het maar uit. Dat noem ik nou het loon voor een leven lang zelfstandig werken. Ik ben de overheid nooit tot last geweest. Bijstand of ande re steun heb ik nooit geaccepteerd. Maar toch: omdat u wat gevonden heeft in Alkmaar, kunnen wij niets voor doen”. Voor de 68-jarige Seinen is het geen bezwaar uit Den Haag te vertrekken. „Toen ze bij huisvesting vroegen: Wat voor huis wenst u eigenlijk?, heb ik eerst geroepen: het Vredespaleis kunt u houden, en een flatgebouw óók”. Schoonzoon Witvoet voegt eraan toe: „Nee, op een flat of een bovenhuis Andries Seinen is sinds 12 september zijn sta-caravan op het minuscule stukje grond op de hoek van de Haagse Pavil- joensgracht en de Oog in ’t Zeilstraat kwijt. Of beter gezegd: de artsen raden zijn vrouw aan er niet meer naar terug te gaan. Mevrouw Seinen, twee weken terug uit het Westeinde-zieken- huis, zegt: „Ik durf niet meer. Mijn man. moest er laatst zijn scheerapparaat ha len. Hij zegt tegen me: joh, ga even mee. Misschien wen je wel weer als je er eenmaal weer bent. Maar ik durf niet meer en ik wil niet meer. Ik zou er volslagen gek van angst worden. Ze zouden me naar een psychiatrische in richting kunnen brengen. Zelfs hier bij mijn kinderen en kleinkinderen word ik nog iedere nacht wakker. Dan zie ik al die afschuwelijke dingen weer gebeuren. Ik ben uren van streek”. kan die man niet meer aarden. Hij moet de ruimte hebben om wat te doen, anders kunnen ze hem direct wel oprui men. Trouwens, iemand anders was er na zo’n slag toch al niet meer bovenop gekomen. Maar hij hield zijn gevoel voor humor nog. Hij heeft nog trek in het leven. Dat huisje is Alkmaar zou geweldig voor hem zijn. Zo’n huur is op te brengen. En hij gaat ervan uit: brood bakken ze overal. Dus dat hij uit Den Haag weg moet, is ook geen punt. En daar komt nog bij: wij kunnen toch niet met z’n zessen op zo’n bovenhuisje blijven wonen”?! voor al die mensen die alleen wonen. Laten ze een grote bouvier nemen. Die kan vier kerels tegelijk aan, die ver scheurt ze. Zo’n hondje als wij hebben, 15 jaar oud, daar heb je niks aan. Kijk maar. Die hebben ze alleen maar een oor in mekaar geslagen”. Mevrouw Seinen zegt: „We staan hier naakt en bloot. We hebben geen huis meer. De caravan is voor 90 procent bezit van de gemeente Den Haag. Die kunnen we dus niet verkopen. We heb ben geen cent meer. Al ons beddegoed is naar de bliksem. Dat zat helemaal onder het bloed. Daar kan je niet tegenop wassen. Meubilair hebben we ook niet meer, dat hoort bij zo’n caravan, dat zit eraan vast. We zijn niet alleen van onze De familie Seinen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 17