RAYMOND GOETHALS
en zijn domme Belgen
Penalties moet je
hoog inschieten
„We moeten winnen van Noorwegen
en Nederland. Zo simpel ligt het”
I
A
F. 4
o
Ij
hl
fi
ONBEVREDIGEND
DOORSTROMING
GEEN VEDETTEN
23
Erbij
ZATERDAG
2 7
OKTOBER
197 3
1
in
et
len,
rijf,
ht
e
L,
[en.
Ie
ctie
n.
wij
de Nederlandse selectie dit keer een hele week voor het belangrijke
gebeuren in het KNVB-sportcentrum in Zeist bijeenkomt om te
kaarten en zich te vervelen slaat Goethals zich op de dijen van ple
zier. Het is een grap die goed valt en die door Goethals ook nog even
vlot in het Frans wordt vertaald voor de Waalse journalisten, die
hun pennen driftig over het papier laten glijden.
Tijdens de persconferentie voor de wedstrijd BelgiëNoorwegen
op de Heizel in Brussel zijn ook twee Nederlandse journalisten aan
wezig. Plotseling richt Raymond Goethals, die zijn pappenheimers
kent, zich tot de „gasten” en vraagt: „Weet u misschien ook of mijn
heer Fadrhonc en mijnheer Van der Hart nog iets bijzonders voor
de wedstrijd tegen België van plan zijn?” Als wij hem vertellen dat
PU
ras?
■Ir
V'
r
’tik 4
m.
of
lan
onze
MARC SERN®
STOPPER.
f
eredivisie te wijten zijn hetzij aan
onvoldoende vakmanschap, hetzij aan
nervositeit door onvoldoende voor
lichting door de trainers.
Dat de keeper voor een strafschop
geen angst hoeft te hebben, is een
duidelijke zaak. Het stoppen van een
goed genomen bal is onmogelijk, dus
alles wat de keeper tegenhoudt, is
meegenomen, en alles wat hij door
laat, is „all in the game’’.
De belangrijkste buitenlandse pe
nalty was die waarmee de Engelse
middenvoor Alan Clarke de 0-1-voor-
sprong van Polen nivelleerde. Net als
Rep deed hij met die penalty een 0-
1-voorsprong teniet. Ook Alan Clar
ke, die bekend staat als een kouwe
kikker, schoot de bal in de rechter
bovenhoek. De Poolse doelman was
kansloos. Heel riskant genomen, vlak
onder de lat!! riep Herman Kuiphof
geschrokken uit. Hij kende de bere
keningen van doctor Muylwijk nog
niet.
Bovenhoek: bal 0,59 en 0.49: keeper
0.64;
Benedenhoek: bal 0,575 en 0,48; kee
per 0,47”.
De 51-jarige Goethals, die tijdens een
wedstrijd van zijn elftal als een soort
Barry Hughes met zijn elftal meeleeft,
wenst zich nadrukkelijk te distantiëren
van de verwikkelingen rond de beide
Doctor Muylwijk besluit zijn reac
tie als volgt: „Een goede professionele
voetballer moet op grond van deze
cijfers reëel in staat worden geacht
om een extreem goede keeper met
een strafschop te passeren. Mijn stel
ling had de intentie aan te tonen dat
percentages van 70 of minder voor
het benutten van strafschoppen in de
In het binnenland was dat de pe
nalty die Johnnie Rep tegen PSV
nam- Hij schoot toen de bal wel in de
rechter bovenhoek, althans hoog in
het doel, enkele decimeters van de
paal. Jan van Beveren, die zich in die
wedstrijd (terecht) erg sterk voelde,
had zijn spelers geruststellend toege
voegd dat hij die penalty wel zou
stoppen. Inderdaad mikte hij met zijn
uitval op de goede richting, maar
toch was hij kansloos tegen dit schot
van Rep.
3
i
Met de contractering van de van Sint Truiden
afkomstige ex-international Raymond Goethals
haalde de Koninklijke Belgische Voetbal Bond een
bondscoach in huis die sinds zijn komst in 1968
voor niets anders dan aansprekende prestaties heeft
gezorgd. Goethals, die vorig jaar na het ontslag van
Georg Kessler bij Anderlecht aanbiedingen van de
Brusselse vereniging en Club Brugge liet lopen om
een nieuw contract tot 1978 bij de KNBB te te
kenen, wordt in België op handen gedragen. Dooi
de bondsofficials, de sportpers en door zijn spelers.
Onder zijn leiding kwalificeerde België zich in 1970,
onder meer door internationaal gereputeerde voet-
balnaties als Spanje en Joego-Slavië uit te scha
kelen voor de wereldkampioenschappen in Mexico.
België werd in Mexico City ingedeeld met gast
land Mexico, Rusland en El Salvador. Het elftal
kwam na een 20 en 41 nederlaag tegen res
pectievelijk Mexico en Rusland en een 30 over
winning tegen EI Salvador de voorronden niet door.
Met het „Mexico-elftal” bouwde Goethals een
ongekende reeks successen op die tot op de dag van
vandaag nog voortduren. In de periode 1970-1973
behaalde België dertien overwinningen, speelde het
drie keer gelijk en verloor het slechts twee keer
met minimale scores. Voor het Europese kampioen-
met deze uitgangspunten te bereke
nen zijn voor de bal (twee aan-
vangssnelheden) en voor de keeper
om in resp. de boven- en de benden
hoek van het doel te komen, zijn:
Van de schutter wordt een presta
tie verlangd, namelijk het vakkundig
schieten van een bal; van de keeper
verlangt men slechts de contrapresta
tie, het kunst- en vliegwerk.
heeft ons daar wat voetbalcapaciteiten
betreft overtroefd. Evenals alleen de
Westduitsers .het daarna tijdens het Eu
ropese kampioenschap in Brussel tegen
ons hebben kunnen waarmaken. Van
geen tegenstander ter wereld is dit Bel
gische elftal de laatste jaren ooit echt de
mindere geweest. Tegen Nederland had
den wij in Deurne toch ook verdiend te
winnen”.
Er is gesuggereerd dat Goethals met
België, ondanks de wetenschap dat dit
elftal er in Amsterdam met een soort
kamikaze-mentaliteit verwoed voor zal
knokken, alles teveel op één einddoel
heeft geconcentreerd. Zo zou bijvoor
beeld op spelers als spielmacher Wilfried
van Moer, die nadat hij zijn kuitbeen in
1972 tegen Italië heeft gebroken vrijwel
nooit zijn oude niveau meer heeft ge
haald, en Raoul Lambert, de Brugge-
spits die ook al maanden met een mys
terieuze blessure kampt, teveel roofbouw
zijn gepleegd. Goethals zou ook hard
nekkig hebben geweigerd om te verjon
gen.
delijk naar hun persoonlijke omstandig
heden Hij kan op deze onverzettelijke
voetballers rekenen. Hij is bijvoorbeeld
niet van plan om nog één keer naar
Nederland te gaan om de klasse tijdens
een eventuele competitiewedstrijd nog
eens te taxeren. Hij heeft de wereldklasse
van Nederland, die er alleen maar in de
thuiswedstrijd tegen Noorwegen is uitge
komen al vaak genoeg gezien. Of niet
gezien. Het is maar hoe je het benadert.
Goethals: „Ik kom nog één keer naar
Amsterdam. Op 18 november. Iedereen
weet toch dat Nederland meer kwaliteit
heeft. Maar toch winnen wij. Eerst te
gen de Noren en daarna in Nederland”.
Voor België staan daar toch wel voor
delen tegenover. Goethals: „Jawel. Wij
hebben geen vedetten. Iedereen werkt
bij ons voor elkaar. Bovendien zijn mijn
internationals niet zo verwend met club-
successen op internationaal niveau. Hun
mogelijkheid om zich internationaal in
de picture te spelen is het Belgische
elftal. Ook dat is een onderdeel dat
derzijds niet in de boven-, maar in de
benedenhoek wordt gericht. De
„maximale” keeper is immers al in
0,47 seconde in de benedenhoek; de
bal doet er bij beide aanvangssnelhe-
den resp. 0,05 sec. en 0,01 sec. langer
over- De stelling zou dus met behulp
van doctor Muylwijks berekeningen
ook zo geformuleerd kunnen worden:
„Bij voetbal kan de bal bij een goed
genomen strafschop door de keeper
wel uit de benedenhoek, maar niet
uit de bovenhoek worden gehouden”.
Gelukkig heeft hij nu zelf op dit
stuk gereageerd, waarbij hij om te
beginnen mijn aansluitende argu
ment, dat Muylwijks theorie vermoe
delijk niet zou opgaan voor de Ar
gentijnse keeper Perez, die opzien
had gebaard door in acht dagen vier
penalty’s te stoppen, waaronder twee
van penalty-koning Brindisi, die
voordien 29 penalty’s achtereen benut
had, resoluut (zoals dat dan heet) van
de hand wijst.
„Dit toont slechts aan”, schrijft hij,
Goethals„Daar was geen aanleiding toe.
Piot is 25 jaar, Vandendaele 27, Dewalque
26, Thissen 26, Van Moer en Lambert
beiden 28. Dat is niet te oud. Integen
deel. Deze voetballers staan op die leef
tijd qua instelling en capaciteiten aan
hun top. Een groot probleem is wel de
doorstroming van jonge voetballers. Als
ik de Belgische topclubs naga: Standard,
Brugge en Anderlecht hebben alle drie
een voorhoede die voornamelijk uit bui
tenlanders bestaat. Door de komst van
zoveel import krijgt het Belgische talent
minder snel een kans. Toch hebben onze
UEFA’s (16-18 jaar, red.) in één poule
gespeeld met Nederland, Zwitserland,
Portugal en Engeland. Ook toen hebben
wij Holland verslagen”
keeper vandaan. Toevallig werden er
laatstelijk in binnen- en buitenland
twee zeer belangrijke penalty’s op
deze „goede” manier genomen.
wezenlijk heeft bijgedragen lot
successen in de afgelopen jaren”
schap voor landenteams kon de Goethals-elf alleen
een halt toe worden geroepen door West-Duitsland
(21). Zeven spelers die in Mexico hebben gevoet
bald zullen op 18 november voor de beslissende
confrontatie met Nederland ook in het Olympisch
stadion in Amsterdam spelen.
Over internationale ervaring gesproken. Het gaat
om: Doelman Piot, Heylens, Thissen, Dockx, Sem-
meling. Van Moer en Lambert, terwijl ook Dewal
que nog beschikbaar is. Het zijn deze gelouterde
internationals die Goethals, na het teleurstellende
Nederlandse optreden in november 1972 in Deurne
(00), opnieuw in een voor Nederland levensge
vaarlijke underdogpositie heeft gepraat. Zo ver
klaarde de kleine architect Wilfried van Moer on
langs nog in een interview: „Wij Nederland ver
slaan? Hoe kan dat nou? Wij zijn toch immers maar
domme Belgen”. Dergelijke naar buiten geventi
leerde en voor de Belgen kleinerende opmerkingen
geven te denken. Want was uitgerekend Wilfried
van Moer in 1970 in Luik niet de man die Italië’s
Bertini aan flarden speelde en het beslissende doel
punt scoorde waardoor de Azurri, die zich inmiddels
wel alweer voor de wereldkampioenschappen in
West-Duitsland hebben geplaatst, werden uitge
schakeld voor het Europese kampioenschap?
Goethals legt daarom nog eens om
standig uit hoe onbevredigend de positie
is waarin België momenteel verkeert.
Hij doet dat aan de hand van de recente
wedstrijd BelgiëOost-Duitsland, een
duel waarin de Belgen met allesbehalve
fraai en technisch vernuftig voetbal de
DDR toch wel achteloos wegtikte. Goet
hals: „Wij wonnen die wedstrijd moei
teloos met 3-0. En wat gebeurt? Oost-
Duitsland kwalificeert zich wel voor de
wereldkampioenschappen in West-Duits
land. Wij hebben de pech dat wij met
Nederland in één poule zijn ingedeeld en
dan is het doelgemiddelde beslissend.
Dat is toch eigenlijk een onrechtvaardi
ge situatie. Ook het feit dat doelpunten
doorslaggevend zijn voor zo’n belangrij
ke zaak als het zich plaatsen voor een
wereldkampioenschap voetbal vind ik in
feite erg triest”.
Hij is dan toch niet zo zeker van zijn
zaak. Goethals: „Luister. Ik heb er
net met de heren van de bond onder het
eten nog over gesproken. Nederland be
schikt op dit moment over een generatie
voetballers die het nog nooit heeft ge
had. En dan heb ik het echt niet alleen
over spelers als Cruyff, Keizer, Van
Hanegem, Neeskens, Krol en Hulshoff
Nederland reken ik zelfs tot de grote
favorieten voor die wereldtitel. Met Bra
zilië en West-Duitsland. Maar dan zal
Alweer heel wat weken geleden
heb ik, op de mij eigen charmante,
welhaast rekenkundige wijze becij
ferd, hoe dr. R- Muylwijk aan de
volgende stelling moest zijn gekomen:
„Bij voetbal kan de bal bij een goed
genomen strafschop door de keeper
niet uit het doel gehouden worden”.
Dr. Muylwijk had deze stelling wis
kundig berekend, uitgaand van de
meest gunstige omstandigheden voor
de doelman. Ik slaagde er niet in
doctor Muylwijk op te sporen,
schreef ik (maar deed ik wel mijn
uiterste best, kun je je afvragen),
waardoor ik mijn theorie over de
wijze waarop hij aan zijn stelling was
gekomen niet aan de zijne kon toet
sen. Mijn theorie luidde: twee meter
lange keeper hoeft bij 7,32 m breed
doel, 60 centimeter lange armen en
20 cm dikke bal, maar 86 cm sprong
kracht aan zijn uitval toe te voegen
om de bal te kunnen aantippen.
Tot zover doctor Muylwijk. De be
langrijkste conclusie die uit zijn be
rekeningen te trekken valt, is dat een
bal die uit een strafschop in de
bovenhoek wordt geschoten, de kee
per minder kans geeft dan een bal in
de benedenhoek. Zoals Rep bemerkte
toen hij tegen CSKA laag inschoot.
De ware penalty-expert zou er dan
ook toe moeten overgaan zijn straf
schoppen niet laag langs de paal te
mikken, maar hoog onder de lat,
uiteraard zover mogelijk van de
Doctor Muylwijk vervolgt: „De
marges zijn inderdaad erg klein. Een
10 procent te zacht ingeschoten bal in
de bovenhoek geeft de keeper al een
kans, en een bal langs de grond moet
echt hard geschoten worden (en in de
juiste richting om zeker doel te tref
fen”.
Ik wijs er daarbij op dat volgens
deze berekeningen de keeper alleen
een kans heeft als de strafschop
enerzijds goed genomen wordt en an-
„dat Brindisi bij vele voorgaande ke
ren minder excellente keepers tegen
over zich vond en daardoor zekere
veiligheidsmarges in zijn strafschop
pen was gaan inbouwen: niet al te
zacht, niet al te dicht bij paal of lat.
En dat kan men zich tegen een
extreem goede keeper niet veroorlo
ven, want de marges zijn inderdaad
vrij krap”.
Hij vermeldt vervolgens, zonder in
alle details op zijn berekeningen in te
gaan, in het kort zijn uitgangspunten
en berekeningen. Ik neem ze hier
voor u over, als een eresaluut aan de
wetenschap, ter bevordering van het
strafschopwezen, en omdat het altijd
leuk is om te weten wat er in
werkelijkheid aan de hand is als wij,
voetbalfanatici, in onze onschuld of
opwinding denken dat er alleen maar
een strafschop wordt genomen. Ik
citeer doctor Muylwijk:
„Keeper: 2.00 m lang, met gestrekte
armen 2.50 m (uw schatting van 60
centimeter extra is wat ruim!);
sprongkracht voldoende voor een
hoogtesprong van ruim twee meter
aanvangssnelheid 4-5 meter per se
conde);
Bal: diameter 20 cm; aanvangssnel
heid resp. 20 m per sec. en 24 m per
sec. (voldoende voor een vrije vlucht
van 40, resp. 57 meter)
Vertrektijd van bal en keeper: gelijk
(dus een reactietijd 0!)
De tijden, uitgedrukt in seconden, die
Nederlandse bondscoaches. Hij is een
aandachtig luisteraar als de competen
tiestrijd tussen het sectiebestuur en
bondsbestuur in Nederland op dit punt
ter sprake komt maar doet de problema
tiek simpel af door te stellen dat derge
lijke problemen voor hem in België niet
spelen.
Goethals palmt iedereen op vriendelij
ke wijze in. Zo heeft hij er bijvoorbeeld
geen moeite mee om tegenover de Belgi
sche journalisten een zin in het Vlaams
te beginnen en in het Waals te beëindi
gen. Dit om iedere vorm van discrimina
tie te voorkomen. Dezelfde toegeeflijk
heid manifesteert zich ook als Goethals
van zijn spelers afscheid neemt. Als een
Fadrhonc informeert hij nog even vrien-
Vervolgens zet de Belgische keuzeheer
zakelijk uiteen dat de blessureproblemen
(Piot, Heylens, Thissen, Van Moer, Sem-
meling en Lambert) zich voor de inter
land tegen Noorwegen op 31 oktober
weliswaar ophopen maar dat hij dit duel
In het Astrid-Park als niet meer wenst
te zien dan een oefenwedstrijd voor de
strijd tegen Nederland.
Goethals: „Het probleem is alleen dat
Ik niet zo gemakkelijk over vervangers
kan beschikken als mijnheer Fadrhonc.
Die kan zo dertig spelers aan wij zen die
mm of meer in aanmerking kunnen
komen voor het Nederlands elftal. Ik
heb de grootste moeite om tweeëntwin
tig namen aan de FIFA voor München
op te geven”. Voor München? Goethals:
„We moeten twee keer winnen. Van
Noorwegen en van Nederland. Zo simpel
ligt het. Toen wij ons voor Mexico
moesten kwalificeren moesten wij in de
voorronden in Madrid ook van Spanje
winnen. Dat lukte toen door een snelle
treffer van Johan Devrindt. Waarom zou
dit nu niet weer kunnen?”
Het is de filosofie van een bondscoach
die weet dat hij blindelings op zijn spe
lers kan rekenen. Het moreel, de team-
eenheid, hardheid van de defensie,
vechtlust en ook de technische kwalitei
ten van het Belgische elftal zijn hoog.
Het geloof in eigen kunnen ook. Goet
hals: „Onze voorsprong op Nederland
ligt Misschien in onze ervaring. Tijdens
de wereldkampioenschappen in Mexico
hebben mijn spelers geleerd hoe zij zich
als profs onder moeilijke omstandighe
den moeten gedragen. In feite profiteren
wij daar nog van. Er is toen veel
geschreven dat er spelers waren die zo
ver van huis heimwee hadden en dat de
voorbereiding niet goed geweest zou zijn.
Dat bestrijd ik. In Mexico zijn wij kapot
gegaan aan de temperatuur en de 2030
meter (hoogte waarop wij moesten voet
ballen. Alleen een elftal als Rusland
het elftal er wel voor moeten werken.
En niet met de instelling het veld op
moeten lopen van: „Wij zijn de besten
en wat kan ons eigenlijk overkomen”.
Nederland heeft er namelijk nog geen
weet van wat het spelen van een toer
nooi is. Dat is heel wat anders dan af en
toe maar eens een wedstrijd.
Als het Nederlands elftal werkelijk
gaat voetballen dan heeft het toch een
schitterend team. Met Cruyff er bij kan
er toch onder iedere omstandigheid en
tegen iedere tegenstander nog wat ge
beuren. Dat heeft die wedstrijd in Oslo
tegen Noorwegen toch wel bewezen. Het
probleem voor Nederland is misschien
alleen dat alle spelers de vedetten zijn.
Het grootste gedeelte van de voetballers
heeft toch met zijn eigen club al jaren
lang de belangrijkste Europese bekers
gewonnen die er te winnen zijn. Als je
als land vier jaar op clubniveau een
Europa-cup I wint dan ontkom je er
niet aan dat je spelers kweekt die onbe
wust een beetje blasé worden. Boven
dien wordt Nederland voor het behalen
van Duitsland uitstekend betaald. Want
ondanks alle verhalen over belastingfa-
ciliteiten in België; dat scheelt toch wel
wat roet wat mijn spelers ontvangen”.
j.
- IJ j
,y- -w—