HET FIJNE FEESTEN BOEK VAN MARIJKE VAN RAEPHORST rond met verhalen Het hele van sta je altijd met twee poten in je graf BOEKENCLUBS NADRUK IN NVSH-FONDS LIGT OP DE EMANCIPATIE r I I L Peter Smulders: jaar Sinterklaas tot Sintemaarten als idealistische uitgever 1 j iF GEDICHTEN n J klein beetje je kinderen SPEURTOCHT k ZATERDAG 1 7 NOVEMBER 29 1973 Erbij i Concessie Rationeel beredeneren n_ jr*» 'wOr k X 4 Emancipatie man Mg B i4 Ji Een HEIN STEEHOUWER. JUDITH ESSER „Ik viel, toen ik deze uitgeverij over- hoeken erbij 73 sieve publikaties” en mede door de toevalligheid dat Peter en Bert el kaar kenden van de schoolbanken. Peter Smulders zegt tot nu toe erg tevreden te zijn over deze samen werking. „Boeken zijn een klein beetje je kinderen; die laat je ook niet graag aan anderen over”. De minimaal uit te geven twaalf zo geheten Alpha-boeken per jaar val len binnen het kader van seksuali teit en emancipatie, pedagogie en psychologie. „Dan moet je natuurlijk nog kijken hoe het commercieel ligt. Zeker als ide alistische uitgever sta je altijd met twee poten in je graf. Als je denkt dat je uit het ene bent, val je in het andere gat. Geboorteregelingsposter uit China (uit „Vrouwenemancipatie en kinderzorg in China", Alpha-boek). Meestal waren dat vertalingen uit het Duits, soms heel oude boeken. bs* een kan ver lens blz. ir- ag de je. en die en. cht ja- om ef- ird. aar op. heer te houden. Het geld dat erin geïnvesteerd moest worden, meen de de vereniging beter te kunnen aanwenden voor andere activitei ten. De minimum bezetting om een produktie van 12 tot 16 boeken per jaar te halen, viel niet meer te rea liseren: Reden van meer uitgevers- fusies. De keus viel op Bert Bakker omdat het NVSH-fonds qua karak ter paste in dat van Bert Bakker die volgens Peter Smulders „op zijn gebied ook bezig is met progres- Een groot deel van de boeken in het fonds kenmerkt zich door een intellectu alistische en vrij klinische benadering van seksualiteit en relatievormen. Zelfs een belangrijk voorlichtingsboekje als „Jongen en meisje/man en vrouw” van Claësson, dat geschreven is op een tie- Een boek zal bijvoorbeeld commercieel een succes kunnen worden, maar de inhoud is zo tergend. Of de inhoud is zo goed dat je het eigenlijk moet uitgeven maar je begint er maar niet aan want als je er drie- of vierhonderd van ver koopt, mag je in je handen knijpen.” «Een ander belangrijk gebied is de emancipatie van man en vrouw, graag h die volgorde. Ik vind namelijk de Positie van mannen nog lulliger dan die van vrouwen. Mannen krijgen de regen- FEESTEN, VROEGER THUIS. Gezelschapsspel letjes en om acht uur een grote grijs geëmailleerde pan warme chocolademelk midden op tafel. Daarbij natuurlijk lange beschuitjes met kaneel. Daar na de toverlantaarn, nog een echte met een olie lampje erin en een schoorsteentje erop. En daar mee werden de plaatjes op een tweepersoonslaken tegen de schuifdeuren vertoond. Sprookjes waren het, legenden, verhalen, die de op glas gedrukte plaatjes begeleidden. Want de plaatjes waren eerst het mooiste. Later raakten de plaatjes vergeten, de toverlantaarn in onbruik, maar de verhalen bleven: Feestelijke verhalen, eigenlijk het hele jaar rond. En daarmee kwam de tijd van het zelf bewust lezen. die in ons land Die speurtocht was haar eigen plan, voorgelegd aan uitgeverij Lemniscaat. Ze was blij dat die de uitgave op zich nam, want het was een experiment. Niemand weet of zo’n feestenboek aanslaat in een tijd, waarin de televi sie de toverlantaarn heeft doen ver geten. „Het is moeilijk om met zo’n bo< op het publiek in te spelen”, zegt „Christelijke feesten hebben vaak c heilige als achtergrond en heilig zijn niet meer zo gangbaar. Je wet ook niet, hoe informatie over folklore klaaglied, van een zwarte dichter uit Gama en het verhaal „Het geschenk van de Mamsahib” van U. Namgalies. Niet minder ontroerend, maar op een geheel andere wijze is een opgediepte tekst„Het droomlied van Alof Aste- ton”, inwijdingsverzen, ontstaan in een mysterieschool kort na de kerste ning van Noorwegen. En dan vertelt Marijke van Raep- horst over haar speurtocht in litera tuur uit de hele wereld, soms oude boeken, soms archiefknipsels. Dat moest wel, want moderne schrijvers die zij vroeg om verhalen rond de feesten doen er praktisch niets aan. „Ik ben het er ook mee eens dat de benadering van het onderwerp erotischer mag zijn; daar heb ik niets tegen. Maar boekje aan hun kinderen kunnen geven. Niet dat ik bang ben voor die kinderen, eerder voor die opvoeders. Veen jongeren zullen over *t algemeen dingen bevrij den der vinden dan ouderen die nu eenmaal anders zijn geconditioneerd. Met name met pornografische foto’s, ook al zijn ze goed, schrik je mensen af. Beelden gaan er sneller in dan tekst, daar wordt een boek snel op beoordeeld. Ik wilde een boekje maken voor een groot publiek: zeven gulden vijftig is een bedrag dat door volwassenen wordt uitgegeven, niet door kinderen zelf. Een, commercieel gezien, te klein publiek zou meer eroti sche prenten en teksten accepteren. Ik ben het ermee eens dat het een conces sie is, maar ik ben blij dat ik die concessie kan doen om op die manier een groot publiek te bereiken. Ik geloof niet dat zo iets nu al haalbaar is. Overigens zou een boekje als „Jongen en meisje/man en vrouw” nu niet meer door de redactieraad komen. De laatste vijf, zes jaar heeft al zo’n waanzinnige verandering te zien gegeven op het ge bied van seksualiteit, men praat nu over dingen en onderwerpen die een paar jaar geleden niet ter discussie waren, van zelfbevrediging tot pedofilie. Men is emotioneel nog geïndoctrineerd, maar de ideeën leven, er wordt verstandelijk over gepraat. Er hing altijd een waas rond de boeken van de NSVH; die lagen moeilijk bij de uitgevers. Dat we nu bij Bert Bakker zitten, maakt het fonds ieta neutraler.” poezie opgenomen nauwelijks bekend zijn”. bespeuren van het ideaal van de heilige twee-eenheid en de liefde die de sterkste en waarachtigste basis zou zijn voor een stabiele seksuele relatie. Op welk publiek mik je hiermee? „Ik richt me vooral op ouders en pedagogen en dan veelal min of meer academisch gevormden. Maar een boekje als „Jongen en meisje/man en vrouw” dat zich op jongeren richt, vind ik toch niet intellectualistisch. De overige be zwaren tegen dat boekje voel ik hele maal mee. Ik vond echter dat 90 percent ervan zo goed was, dat ik die passages maar voor lief moest nemen, de schrij ver wilde het beslist niet veranderen. Er komt dit jaar nog een ander boekje uit: „Meisjes” door Antje Kunstmann, waar in dat niet meer voorkomt: dat geeft emanciperende seksuele voorlichting. Daarin zijn meisjes gewoon gezellig sa men bezig met elkaar, ze zijn niet les bisch, het is pure lustbeleving. Ik geloof heilig in „Meisjes”. Wat ook binnenkort te verwachten is, is een boek over zwak zinnigen; meer om de zogenoemde „nor male” maatschappij in de zwakzinnigen wereld te brengen dan andersom.” En zo staat dit boek vol juweeltjes, waaronder bijvoorbeeld legenden rond Nikola, de Russische pendant van on ze Sinterklaas. En zo kunnen we doorgaan met bijdragen uit de hele wereld. Het is lang niet het enige. Ontroe rend is het Kerstgedicht ook een Op verzoek van de uitgever heeft Marijke van Raephorst ook een van haar eigen kerstverhalen in het boek ipgenomen. Het gaat over jonge mensen, net klaar met de middelbare school, die in een ziekenhuis een kerstavond organiseren. Ze komen tot de ontdekking dat voor veel zieken de oude waarden nog altijd actueel zijn en voor henzelf actueel worden. Het verhaal is gebaseerd op een praktijkgeval. Het is een modern en geëngageerd verhaal, bestemd voor jonge mensen. Marijke van Raephorst vertelt ook dat ze het grote karwei heeft kunnen volbrengen omdat ze er helemaal achter staat. Ze geeft veel lezingen en cursussen op literair gebied en altijd wordt er weer gevraagd naar verhalen rond de feesten, die vaak zo moeilijk te vinden zijn. „Wel”, zegt ze „nu zijn die verhalen er dan, een dikke bundel, waar veel lezers en voorlezers een hele tijd mee voort kunnen omdat de verzameling zo bij zonder geschakeerd is”. Een van de moeilijkheden waar ze op stuitte was, dat ze veel stof uit buitenlandse boeken moest halen. wordt ontvangen, want ik wil de ouders én de jeugd ook goede feitelij ke informatie verschaffen. Er zijn nog altijd kinderen, die in Sintmaar- ten-optochten meelopen. Nu kunnen de ouders hun vertellen wie Sint Maarten was en hoe de gebruiken zijn ontstaan. Bovendien zijn sommi ge heiligen verbazend actueel. Sint Franciscus had precies dezelfde idea len als een deel van de huidige jeugd. Als hij nu zou leven, zou hij commu- res stichten en Release-werk doen. Het is geen boek over feesten vroe- ?er en met heimwee naar vroeger, integendeel, want het boek is bijzon der veelzijdig. Er is bijvoorbeeld ruimte geboden aan gedichten van Ernesto Cardenal, van wie een kort levensbericht is opgenomen. Cardenal is in 1925 in Nicaragua geboren. Hij studeerde in de Verenigde Staten en promoveerde op een proefschrift over moderne poëzie. Hij nam in de Ver enigde Staten deel aan het verzet te gen het establishment door het op te nemen voor negers en andere niet- blanken. Het kostte hem arrestatie voor het eerst in 1952 en folte ring. Later werd hij monnik in een Trappistenklooster in Kentucky. In 1966 ging hij terug naar Zuid-Ameri- ka, waar hij door de jeugd wordt vereerd. Hij stichtte er een klooster en werkt aan de ontwikkeling van kleine boeren. „Dat vertalen is een opgave”, legt ze uit. „Je moet de oervormen in oude volksverhalen, in legenden als het ware opsporen. Heiligen, maar ook de andere wezens in folkloristi sche verhalen zijn archetypische fi guren. Je moet alle motieven kennen en een verhaal vaak bewerken voor Nederlandse lezers om die motieven zuiver over te brengen. Je moet er ook naar streven, dat de verhalen leesbaar zijn voor grote groeperingen, voor jong en oud, die er elk het hunne in moeten vinden. Ouderen moeten ook zo geboeid raken, dat ze bereid zijn om de verhalen na te vertellen aan jonge kinderen. En als die ouderen daar steeds meer plezier in krijgen, dan vinden ze achter in het boek een uitvoerige opsomming van de bronnen, waaruit ik heb ge put. Ze kunnen dan ook zelf op zoek gaan en daarmee hoop ik eer te hebben bewezen aan verhalen, die het waard zijn om nog vaak te worden gelezen”. Maar ook het eigen land is niet vergeten, want het boek opent met een Sinterklaasliedje van Harriet Laurey, het sprookje „De drie wijzen” van Godfried Bomans, teksten van Aart van der Leeuw, Jean Dulieu, Louis Rinser, An Rutgers van der Loeff, gedichten van Martinus Nij- hoff, ja zelfs compleet het geestige verhaal over de heilige Hieronymus, dat de beroemde professor Huizinga schreef en illustreerde voor zijn kleindochtertje. De plaatjes staan er in het boek bij. Behalve de boekhandel worden er ook veel boeken verspreid en verkocht via de boekenclubs. Er zijn in Nederland op dat gebied drie giganten: De Nederland se Boeken Club (de oudste) en „Boek en plaat” hebben ieder 300.000 leden, de Europa Club International heeft 200.000 leden. bui van twee kanten: van de vrouwen als ze niet in staat zijn de emancipatie- lijn te volgen met alle emotionele gevol gen vandien en van hun mannelijke seksegenoten die ze veroordelen wegens hun onaanvaardbare houding ten opzich te van die sekse. Ik ben vreselijk tegen dat bitscherige, mische gedrag van erg veel vrouwen die denken dat ze kunnen emanciperen zonder de mannen. Mannen die het gevoel hebben dat ze een tikje begrijpen wat de emancipatie-gedachte inhoudt, moeten zich hiermee solidaii verklaren. Die emancipatiegedachte heeft in het fonds erg veel nadruk want hoe kun je stabiele intermenselijke rela ties (met een zekere dosis geluk) creëren zonder dat je ervan uitgaat dat niet de ene partij onder moet liggen.” „Op het gebied van de pedagogie is de zorg en de liefde voor het kind erg belangrijk,dat het kind wordt opgevoed in een atmos feer waardoor het later niet nodeloos autoritair reageert. Wat betreft psycho logie zoek ik naar alle boeken die vooi een leek bereikbaar zijn en die verrij kend zijn voor de intermenselijke con tacten voor beide partijen.” Drs. Hugo van den Berg, directeur van de ECI, is van mening, dat de boeken clubs de gewone boekhandel niet bena delen. De ECI is een onderdeel van het Bertelsmann-concem in Duitsland, waarmee ook uitgevers als Meulenhoff, De Bezige Bij en Wolters-Noordhoff ge lieerd zijn. De ECI betrekt ook boeken van andere uitgevers. Het grootste deel van het ledenbestand van de ECI, zo is uit een onderzoek gebleken, komt nooit in de boekwinkel. Men heeft een grote drempelvrees. Het boek is in principe, aldus Van den Berg, hetzelfde, ook op het gebied van de moderne litteratuur en de wereldlittera tuur, al ligt het accent natuurlijk op de aansprekelijkheid van het brede publiek. Het bestand van de boekenclubs schuift steeds op. Elk jaar verdwijnt een vijfde deel, maar komt er ook weer bij. De colportage-methode is een omstre den zaak. Van den Berg: „Ik heb geen hoofdpin als de nieuwe colportagewet er komt. Wij voeren al een soepel beleid op dat punt. Wie binnen tien dagen terug komt na „colportage” kan zijn bon onge daan gemaakt zien.” Welke maatstaf legt hij zelf aan om een boek al dan niet uit te geven? „Een (root gedeelte van wat je uitgeeft, is rationeel te beredeneren. Het feit dat je een boek over een bepaald onderwerp of met een bepaalde visie uitgeeft, betekent eigenlijk dat je er al mee bezig bent. Maar je moet wel waken voor een al te emotionele benadering, anders ben je te vlug geneigd een boek mooi of lelijk te vinden.” De uit te geven boeken worden beoordeeld door een redactieraad waarin naast Peter Smulders Ria Siepenhaar zit die het maandblad van de NVSH, Sekstant, redi geert en het hoofd van de afdeling ideologie van de vereniging. De redactieraad geeft de grote lijnen aan die voornamelijk door de uitgever worden ingevuld. Peter Smulders is van mening dat uitgevers in Nederland selectiever te werk zou den moeten gaan: „Boeken en vooral die de NSVH uitgeeft zijn moeilijk ver koopbaar. Nederland is geen land om te zeggen, ik neem een beginoplaag van tien duizend. Dat is hier hooguit drieduizend en daar drukken alle kosten op. Regel is dat de eindprijs ongeveer vijf maal de kostprijs is om te kunnen draaien, die prijzen worden dus al krankzinnig hoog. Dan vind ik het zo troosteloos en triest dat er het zeventigste kamerplantenboek uitkomt of de zoveelste bouw-zelf-uw-radio-gids, dat nam, net in de periode van de grote verlichting die is ingezet na het uitgeven van „Variaties”, een uiterst belangrijke uitgave. Dat is een doorbraak geweest als eerste neukboek van Nederland, al was het inderdaad erg steriel. Er zijn al lang betere boeken voor in de plaats gekomen. Toch zijn er van „Variaties” in anderhalf jaar tijd zo’n 225.000 exempla ren verkocht en dat is niet gering voor een boek van rond de vijftien gulden. Het belangrijkste van deze ontwikke ling is dat men ontdekt dat we allemaal mensen zijn met al of niet acceptabele eigenschappen”. „Ja, je perkt eerst je gebied af en dan kijk je wat daarbinnen nog nieuw is of onvoldoende uitgediept. Het kan om te beginnen niet tegen de ideologie van de NVSH ingaan. Ik geef drie soorten din gen uit op het gebied van intermenselij ke relaties. Wat de seksualiteit betreft, is óe NVSH-gedachte dat er geen enkele beperking geldt behalve dat men elkaar moet respecteren en waardering voor elkaar moet hebben.” vind ik gewoon verkwisting. Op die manier snoep je een gedeelte van de markt weg. Zelf zou ik met opzet boeken weglaten als ik vind dat een ander al zoiets of bijna hetzelfde heeft gedaan”. De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) be gon ruim zeven jaar geleden met een eigen uitgeverij, welke het grootste deel van die tijd werd ge leid door Peter Smulders uit Den Haag. Sinds januari dit jaar is de uitgeverij van de NVSH onderge bracht bij Bert Bakker, op zijn beurt weer onderdeel van Kluwer- Deventer. Voor de NVSH was het economisch niet langer verant woord de uitgeverij onder eigen be- VWVVVVUWVVUVVIIVVIfVWVUV'A/VVIAAfVVVVVIMUVVVVVIAIWifVVWlRIVVVVIAAM nerpubliek, maakt zich schuldig aan een a-erotische benadering. De opstelling van de NVSH is de laatste jaren veran derd, men begeeft zich niet meer uitslui tend op het gebied van sex, maar daar mee samenhangende politieke-maat- schappelijke problemen worden aan de orde gesteld waarbij de NVSH buiten de paden van de huwelijksrelatie durft te denken. In zo’n voorlichtingsboekje dat goed is verkocht, valt toch de teneur te Onderwijl schreef Cardenal gedich ten, moderne berijmingen van psal men, die als klaagliederen klinken. Die psalmen zijn in korte tijd de „rode catechismus” van de jonge ge- oeratie in Latijns Amerika geworden. Hij is een moderne Franciscus ge worden en zoals het Zonnelied van de laatste in dit feestenboek voor komt, zo vindt men er ook twee psalmen van Ernesto Cardenal in. Ook de verhalen raakten ver geten. Totdat er nu de verzame ling „Van Sinterklaas tot Sintemaarten” is verschenen, bijeengezocht door Marijke van Raephorst, geïllustreerd door Otto Dicke in een prachtige uit gave van Lemniscaat in Rotter dam, echt wat je noemt een ge- zinsboek. - I j tekening bij het verhaal „De vlucht naar Egypte". IS HET EEN BOEK om jeugd- heimwee van te krijgen? Nee, want nu blijkt, hoe oeroude verhalen altijd jong blijven, soms zelfs bijzonder ac tueel. Het hele jaar staat er in hoofd stukken in: Sinterklaas, de dagen van Kerstmis tot Driekoningen, Pasen en Pinksteren, midzomer met het Sint- Jansfeest.de herfst met het Michaëls- feest. De indeling is niet zo straf als ze lijkt, want hier en daar loopt er een heilige door het boek die met feestvieren niet zoveel van doen heeft. Dat moet ook, want een goed feest heeft vaak een ernstige onder toon, vooral de feesten van religieuze huize. Daarom bevat dit boek veel meer dan alleen volksverhalen, sprookjes, legenden, volksgebruiken, de ware geschiedenis van de echte Sint Nicolaas en Sint Maarten, de achtergronden van de folklore en zo nog veel’ meer. In haar huis in Bloemendaal ver telt Marijke van Raephorst ons zelf over haar boek, de verwezenlijking van een aantal oude idealen. „Ik wilde een paar dingen”, zegt ze, „In de eerste plaats een boek over feesten het hele jaar rond, bestemd voor jeugd en volwassenen, zowel om zelf te lezen als uit voor te lezen. Het is namelijk zo jammer, dat veel fees ten niet meer worden gevierd of dat ze onherkenbaar zijn geworden. De eigenlijke zin weet men vaak niet meer. Bovendien is deze verzameling een aanvulling op wat er nog wel lan literatuur rond de feesten be staat, andere boeken dus. Daarom heb ik in de bundel veel verhalen en ook 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 29