HET ZIEN VAN DE „WERKELIJKHEID Miep Diekman een doorbraak de jeugdliteratuur „Total Loss" r z door Vier eeuwen varen Nederlanders in ich (met fotos) te Veel gegevens over optisch bedrog Sfeervol portret S V i SJ» 19 1973 DECEMBER VRIJ D A G 1 4 mi .mi ïwwiI'vwai wjm ------T ------ a Slavenhandel HET IS ALWEER heel wat jaren geleden dat wij Miep Diek mann leerden kennen als de schrijfster van kinderboeken die gretig werden gelezen. Denk maar aan de Annejet-serie, nog steeds herdrukt door West-Fries- land in Hoorn. Daarna volgde een groot aantal jeugdromans, gesitueerd in Suriname en de Antillen, waar zij zelf is opge groeid. Het begon met „De boten van Brakkeput” (dat haar in 1956 de CPNB-prijs bezorgde, dat wil zeggen het beste kinderboek van het jaar) en werd gevolgd door „Padu is gek”, „Gewoon maar een straatje”, „Nooit meer een lampion” en andere. Haar uit gever Leopold in Den Haag vond in Jenny Dalenoord een unieke tekenares voor de illustraties. Deze maakte een tocht langs alle eilanden en kreeg daarna geluk kig ook de opdracht de school boeken, die Miep Diekmann voor de Antillen had gemaakt, te il lustreren. „Total Loss,weet je wel" w ft 15! E. VAN H. en A.W. HEIN STEEHOUWER. T~~—- --"T-- DE BOEKERIJ-BAARN dit B.V. Een der illustraties van The Tjong- Khing in „Total Loss, weet je wel” van Miep Diekmann. Heel zuiver voelde zij de sfeer en het heel-eigene van deze mensen en kinderen aan. De serie heet „Cu Luz Na Man”, d.b. met een licht in je een en waartse richting te krijgen. De ver storing van het beeld is zo sterk, dat men zelfs moeite heeft de cirkels met een potloodpunt na te trekken, in de mening dat men met een spiraal te maken heeft. o il>18 UITGEVERSMAATSCHAPPIJ WEST-FRIESLAND B.V. Marjorie Holmes: „Twee uit Galile- a”, het liefdesverhaal van Maria en Jozef. De roman is ontsproten aan een visioen, dat de schrijfster kreeg toen zij een kerstnacht alleen in een kerk vertoefde. Wat dit boekje nou exact is? Me moires van een beroemd Nederlan der? Nou nee, daar is Van Duinhoven te jong voor en daarvoor heeft hij nog te veel voor de boek. Laten we zeggen: een warrige carrièrebeschrij- ving altijd leuk voor de volgende opdrachtgever, voor zover die dan niet op de hoogte is van wie Ton van Duinhoven is. Maar wie weet dat eigenlijk wel? Herbert Schober (professor en drie maal doctor) heeft de leiding van het instituut voor medische optiek aan de universiteit van München. Dr. Ingo Rentschler werkt aan hetzelfde insti tuut. Ze zijn beiden uitmuntend op de hoogte van de serie vraagstukken, die ze aan de orde stellen. Dat doen ze niet altijd op een even gemakke lijke manier, maar gelukkig zijn er dan de talloze zwart-wit afbeeldingen als voorbeelden bij hun tèkst. sumenten is gekomen. Al die kieken stopte hij, met niet hinderlijke, soms aardige, doch volstrekt vrijblijvende teksten, in één boekje en dat boekje heet dan „Dit ben ik geloof ik zelf”. Een kreet die slaat op de omslagfoto, De Grote Acteur, gecompliceerd-ont- spannen zittend, met gloeiende siga- rettepeuk tussen de vingers boven de kruin geklemd. Het is een foto van Nico van der Stam. Toch een fenomeen, diezelfde Ton van Duinhoven, want er is geloof ik niet een enkele figuur in onze thea terwereld die zoveel verschillende creaties en creaturen op de planken heeft gezet. we die We waarnemen, kijken, ze ook sluiten en beelden voor geven door Hollandia in Baarn, na tuurlijk zeer ruim geïllustreerd met talloze voorbeelden, want daar moet een boek over de functie van het zien het van hebben. In veel non-figuratieve kunst van de laatste jaren wordt nog veel meer gebruik gemaakt van „waarnemings fouten”. De gehele op-art is ondenk baar zonder kennis van het illusoire zien. Maar ook al daarvoor, vanaf de middeleeuwen pasten schilders en te kenaars het optisch bedrog toe. Het is een heel interessant boek, met tal van voorbeelden van op-art van Vasarely en anderen. Natuurlijk komt ook Maurits Escher met zijn wonderlijke vormenspel aan de orde en ook Salvador Dali met sommige afbeeldingen. Vooral liefhebbers van beeldende kunst hebben veel aan de ze goed gebrachte informatie. bandtekening Tjong-Khing zien wij Total Loss in aan een Nou, exact hetzelfde vroeg Ton van Duinhoven zich ook af na het uitzoe ken van al die oude en nieuwe kiek jes van zijn gezicht, zoals dat of op de planken, of op de TV hetzij bij serieus toneel, hetzij bij Hadimassa, hetzij in de reclame tot ons con- „MIJN MICHAEL” van de Israëli sche schrijver Amos Oz is de sfeer volle portrettering van de jonge jood se vrouw Channa, die de voortduren de aanwezigheid van haat, wantrou wen en latente oorlogsdreiging in haar land niet kan verwerken. C. C. Bergius: „Het Medaillon”. Ei genlijk vijf liefdesverhalen in één boek, die alle vijf worden opgeroepen door het medaillon: een blauwe sca- rabee. Vijfmaal stelt het noodlot een liefde op de proef: in het Egypte van Echnaton; in het Rome van Nero; in het Spanje van de Inquisitie; in het Frankrijk van de Revolutie; en in het Zwitserland van vandaag. Ton van Duinhoven, zoals hij in de Nonsens en Treurniet-show ver scheen in de schets „Interview met ZKH de Prins”, een van zijn talloze imitatie-creaties. schrijven. Wij wisten toen niet dat later het autobiografische boek „De dagen vah Olim” nog zou verschijnen en het geestige kinderboekje „Het geheim van Dakki Parasol”. Hierboven de bekende spiraal van Fraser. Het is helemaal geen spiraal, maar een aantal concentrische cir kels, gevormd door losstaande „tekentjes”. Door de vorm daarvan lijken de cirkelbogen een binnen- Ze geven eerst een algemene inlei ding over de mogelijkheden van het oog met ook een stukje historische beschouwing en daarna over het psychologische proces. Het oog geeft namelijk tamelijk vage beeldei door, die door de hersens worden „bewerkt” en in veel gevallen gecor rigeerd tot bruikbare beelden. Het oog faalt namelijk door alle mogelij ke „fouten”. Alice Ekert-Rotholz: „5 uur in de middag”. Een roman, die zich afspeelt in de tropische havensteden van het Caraïbische gebied. Een verhaal vol hartstochten, menselijk geluk en menselijk falen. Dr. H. J. Verschuyl, die al verschil lende boeken met honderdduizenden puzzelwoorden heeft samengesteld, heeft nu „Verschuyls Puzzel-encyclo- pedie” het licht doen zien. Een lijvig boek met meer dan een half miljoen puzzelwoorden en veel gevraagde ru brieken. Een ware puzzelbijbel voor de hartstochtelijke puzzelaars. Met dit boek bij de hand is elke puzzel oplossen een peuleschil! CENTAUR-OMEGA BOEK AMSTERDAM In de Salamander-reeks weer een paar heruitgaven ^gn bekende schrij vers. S. Carmiggelt: „Kroeglopen”. Erich Kastner: „Fabian”. Breton de Nijs: „Vergeelde portretten.” (uit een Indisch familie-album). Marianne Philips: „Bruiloft in Europa”. UITGEVERIJ LUITINGH - LAREN UNIEBOEK, met name gespeciali seerd in maritieme uitgaven, heeft onder de titel „Vier eeuwen varen” een boek laten samenstellen over het tijdperk, dat Nederland een rol van betekenis speelde als zeevarende natie en dat aan de hand van twintig geschreven portretten, twintig profie len van in die vier eeuwen belangrij ke figuren. Zoiets blijft altijd een riskante onderneming, want je hebt maar een beperkt raam voor zo’n historische schets. En zoals men weet zijn er nogal wat aspecten rond de zeevaart. We noemen maar handels vaart, visserij, oorlogsbedrijvigheid te water, ontdekkingsvaart, kaperij, zeesleperij, het overgaan van zeil- op stoomvaart. De redactie van dit boek (de twintig personages werden allen door andere schrijvers toegelicht met het oog op hun specialisaties) is zich terdege bewust geweest van deze be perking, die voor sommige takken van zeevaart een onvolkomenheid in Harry Kemelman: ,,’s Maandags ging de Rabbi weg”. Het verhaal van Rabbi David Small’s reis naar Israel en zijn veel omstreden verblijf daar. Van dezelfde schrijver verscheen al eerder de „Rabbi-Omnibus” met drie andere verhalen over de rabbi: „Die vrijdag sliep de rabbi lang.„Za terdag kreeg de rabbi honger” „Zondag bleef de rabbi thuis”. H. G. Konsalik: „Verboden Offer”. Geen echte zogenaamde „doktersro man”, maar wel een roman over een medische ingreep: transplantatie van levend hartweefsel bij een jonge veelbelovende beeldhouwer als laatste redmiddel voor zijn tot dusver onge neeslijke hartkwaal. Zijn moeder, die nadrukkelijk en bewust donor voor haar zoon wenst te zijn, overleeft haar offer niet, maar redt haar zoon. De verantwoording en consequenties voor de behandelende geneesheer zijn pijnlijk. MET ONZE OGEN kunnen zien, maar ook staren en met open ogen eigenlijk niets zien, kunnen er mee maar het geestesoog laten verschijnen. In onze droom zien we vaak beter dan in onbewaakte ogenblikken overdag. We zien namelijk niet met de ogen, maar met de geest, die van de ogen als hulpmiddel gebruik maakt. En nog wel een gebrekkig hulpmiddel, dat zeer gemakkelijk te misleiden is. Het is natuurlijk een algemene waarheid hierboven. We weten het, maar denken er niet zo vaak aan. Totdat je dan het boek „Waarneming en werkelijkheid”, met als ondertitel „Optische misleiding in wetenschap en kunst” in handen krijgt. Het is geschreven en illustratief samenge steld door Herbert Schober en Ingo Rentschler. In een vertaling van H. C. E. de Wit-Boonacker is het uitge- De volgende deeltjes heten „Sjon Karko” en „De schoonste dag.” Steeds is een jongetje de hoofdpersoon. Tot 1964 wisten de kinderen op de Neder landse Antillen (evenals die hiér) niet beter of: in een leesboekje voor de laagste klassen treden altijd een jon getje èn een meisje op. Deze school boekjes hebben heel wat losgemaakt. De kinderen van de verschillende ei landen leerden elkaar kennen; een maal verkrijgbaar in de Nederlandse boekhandels, ontdekten de kinderen hoe hun leeftijdgenootjes in het verre land leefden en speelden. Daarbij slo ten de boekjes aan bij ontwikkelings projecten: toerisme, cultuurhistorie, sociale ontwikkeling, etc. De Duitse staatsprijs won Miep Diekmann met haar boek en de groeten van Elio” (Leopold). Een kos telijk verhaal dat als een film aan ons voorbijglijdt. De arme Elio wordt onverwacht rijk, hij kan schrijven en, om een jongens wiens vader is verdwenen te helpen, schrijft hij een boèk over hem. In „Andere mensen zijn ook gewoon” laat de schrijfster een jongen, als prijswinnaar in een opstellenwedstrijd, een reis door Su riname maken. En dan is daar de jeugdroman „Driemaal scheepsrecht”, waarin een knaap wiens vader en grootvader in hun zeemanschap ver ongelukt zijn, toch naar zee trekt. Ik denk dat jonge Onedin-kijkers ook aan dit boek hun hart kunnen opha len. EM. QUERIDO’s AMSTERDAM beschrijving inhoudt. Dr. J. de Bruijn geeft dat namens de readactiecom- missie ridderlijk toe in zijn voor woord. Het neemt niet weg, dat het toch een interessant boek is geworden, omdat de meeste pikbroeken en zee helden (of mensen achter die helden zoals cartograaf Blaeu) eigenzinnige of buitenissige figuren waren. En men krijgt toch wel een aardig beeld van Nederland ter zee door de eeu wen heen. Wie er behandeld worden? Jan Abels (een watergeus). Steven van der Haghen (een admiraal) Jacob van Heemskerck, Lambert van Tween- huysen (koopman) en dan verder be kende figuren als Piet Heyn, Michiel de Ruyter en Karei Doorman. Maar ook mensen als de zeesleep-pionier Jos Wijsmuller, visserijdeskundige Adriaan Maas, sociale „brugfiguur” Paul Nijgh en reder Willem Ruys. H.R. „De zon is de zon, de maan is de maan en Jossy is een Indiaan. Hij klimt op een berg, hij kruipt in een grot en slaat de lamp van Bruno kapot! De zon is de zon, de maan is de maan. Gelukkig dat die *i«t kapot kuna** (/a&n.’” Er zijn veel manieren om de „zwakheden” van het oog of het zien uit te buiten. De schrijvers leggen al die manieren zorgvuldig uit. Voor zover men van de werking althans op de hoogte is, want in sommige geval len weten onderzoekers nog altijd niet hoe het komt dat de geest ma thematische vormen verkeerd inter preteert en „erin vliegt”. Het meest ontroerende van overigens zo stoeire boek vind ik de avond waarop naar de televisie geke ken wordt, waar de ouders van Total Loss op zullen verschijnen. Zielsge lukkig, met een hart vol heimwee, zit de jongen met zijn hoofd bijna tegen de buis. Zijn moeder gaat hevig te keer (het is een interview) over de tMutand V Land waar zij met Thera Coppens heeft haar trilogie van beroemde Engelse koninginnen afgerond met „Maria Stuart, Konin gin van Schotland”. Na „De zes vrou wen van Hendrik VIII” en „Elizabeth R”, die beide met groot succes in televisie-serie zijn gebracht, het schokkende verhaal van het tragische levenslot van de grote rivale van Elizabeth R, Maria Stuart. Thera Coppens schrijft boeiend. Het boek is weer uitstekend verzorgd en voorzien van goede foto’s. HOE KAN EEN MENS, die toch vastzit aan één lijf en één kop, zoveel verschillende gezichten hebben? Van verbitterd politicus, voetbalsuppoost, Chinees, Japannees, verlopen Hage nees, prins en schlemiel, douanier en patser, ziekelijke lustmoordenaar, verlopen popidool, koekjes etend re- clamebaasje tot Lou Bandy-achtige lolbroek toe? En wie is nu eigenlijk wie, vraag je je dan bekommerd af bij het zien van een kaleidoscopische hoeveelheid aan gevarieerde foto’s van één en dezelfde man? Van die fouten kan ook gebruik worden gemaakt bij het z.g. „optische bedrog”. Ook kunnen via die fouten alle mogelijke illusies worden opge wekt. De wetenschap, bijvoorbeeld de psychologie, kan daar gebruik van maken bij haar onderzoek. Meer nog wordt dat in de beeldende kunst gedaan. Dat is zelfs een voorwaarde bij schilderijen en grafiek, omdat daarin als het om figuratieve kunst gaat een driedimensionale werkelijkheid in een tweedimensiona le, het platte vlak, moet worden weergegeven. We ondergaan alle mo gelijke kunstmatige perspectiefvond- sten zelfs niet meer als optisch be drog. Wil den Hollander: „Boerin in Frankrijk”. Een vierde druk van de Omnibus van haar vier bekende boe ken in verkorte vorm: „Land van zon en wijn”; „Volwassen mensen huilen niet”; „En de boer hij ploegde voort” en „Mijn vallei in Frankrijk”. UITGEVERIJ - lijke gebeurtenissen in dit verhaal. Maar daar gaat het niet in de eerste plaats om. Het gaat om die grote kinderen zélf, die beschreven worden zoals ze zijn en in een situatie leven die de meesten van ons absoluut niet kennen. En ze zijn raak getekend. Total loss, altijd in zorg om de „oude mensjes”, die regelmatig mijn heer Straatman opzoekt, omdat diens hart niet goed is en hij altijd alleen zit. En de ongemakkelijke omaatje Piet je, die door Helena gepedicuurd wordt, onder luid gefoeter maar toch, ze kan weer lopen! Het zijn jongelui die alles over hebben voor elkaar maar tegelijkertijd warm lopen voor de derde wereld en het milieupro bleem in ons eigen land. Op de zeer sprekende bandtekening van The m;m - een boom zitten, z’n schooltas een tak „Demonstratie voor boom.” haar man werkt. Tot zij plotseling Total Loss recht in z’n ogen kijkt Het is of hij een groet, een zoèn van haar krijgt. Waarom ik blij ben met dit boek en het in bepaalde opzichten een doorbraak noem? Omdat hier, on danks het feit dat de fantasie en de humor Miep Diekmann soms op vreemde paden brengen, een deel van de jeugd hier wordt afgeschilderd zoals die werkelijk is. Jongeren die er zelf bij horen zullen plezier beleven aan de verrassende ontknoping. An deren krijgen een boek in handen dat, in zuiver Nederlands geschreven, toch alle termen en kreten bevat die deze jeugd nu eenmaal eigen is. En ouders en onderwijzers die dit boek in handen krijgen? Als je té lange haren ziet, erg kleurige of vunzige kleren en een houding die je niet thuis kunt brengen, loop je gemakke lijk een straatje om. Tot nu toe is daar in ons land alleen maar over geschreven in „ernstige beschouwin gen”, geloof ik. En nu dan in een gewoon jeugdboek, waarin je niet over hen leest maar met hen ver keert. En van gaat houden. MARUKE VAN RAEPHORST hand (uitgave Wolters-Noordhoff in Groningen). Op iedere omslag ziet u de kinderen aandachtig voortstappen, een brandende kaars of lampion meedragend. Het eerste deel heet „Nildo en de Maan”, het, is een nachtverhaal. De plaatjes zijn uitge voerd in zwart, paars en diep-oranje. Tekat en illustraties zijn avontuurlijk en vol humor. Deel twee, „Jossy wordt een Indiaan” is helemaal op de letter A gebouwd, in allerlei samen stellingen. Ook in het liedje dat de gitarist, die iedere week met al zijn vrienden op een vrachtwagen muziek maakt. Het heeft het ritme van de Antilliaanse tumba’s. Echte, populaire spotliedjes! Zoals: boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken In het lege huis van Total Loss heeft zich inmiddels een heel stel hippe vogels genesteld. Lui die dagen en nachten in hun slaapzak gewik keld blijven, moe van het wereld ver beteren! Maar ook Herman, de on derwijzer van Total Loss, progressief, idealistisch, één op wie je kunt bou wen. Daar is Helena, het fotomodel, schatrijk en nieuwsgierig, denken de- anderen (in feite is zij net zo arm als de rest) maar zij bezit de geest en de middelen, om aan het eind van het boek, het grootste probleem tot een oplossing te brengen. En ook de va der van Herman strijkt er neer, zee man, eenzaam, moeilijk hanteerbaar. Kr ’«*♦1 stom» VmhtI Maar nu het nieuwe boek, versche nen bij Querido, dat wij in zekere zin een doorbraak kunnen noemen. Een doorbraak in de jeugdliteratuur, die steeds meer facetten vertoont maar waar het om tieners gaat meestal verzandt in liefdesproblemen, een zaamheid, het wel en wee van een klas middelbare school-kinderen, het moeilijk volwassen worden Ouders kunnen door deze boeken hun eigen kind soms beter leren kennen. Jon gens pikken ze weleens stiekum in om op deze manier wat meer van „die gekke meisjes” te weten te ko men. Maar de meeste tieners gaan er aan voorbij en echt iets nieuws bie den ze niet. (Die dat wél doen komen meestal uit het buitenland). En nu staat daar ineens die Total Loss voor ons. Hij is elf jaar, zijn ouders zijn naar een ver land getrok ken om daar als verplegers de oor logsslachtoffers te helpen. Total Loss wordt ondergebracht bij Lola, een zorgzame en originele vrouw die ge varen heeft. En daar krijgt Total Loss al gauw het vriendinnetje Katja, dat een paar jaar ouder is dan hij. Een pienter kind, wier vader politie agent is (die nota bene de ouders van Total Loss eens heeft ingerekend tij dens een demonstratie). De buurt wordt echter onveilig gemaakt door de sterke „Edgar met het mes.” De kinderen zijn gewoon bang voor hem en hij heeft ze allemaal in zijn macht. Ook Katja. Haar boek „Geen mens is als de ander” (11 jaar en ouder) brengt ons bij de 18’eeuwse slavenhandelaren in Suriname (Van Goor). Wat later werd voortgezet in een lijvige jeugdroman waar heel wat studie aan was voor afgegaan, getiteld „Marijn bij de Lor- redraaiers” (Leopold). Het is in het betreffende land op de literatuurlijst van de scholen gezet en vond ook in Nederland veel belangstelling. Ik her inner mij nog goed hoe het boek in december 1965 werd aangeboden, in het Haagse Antillenhuis, aan de ge volmachtigd minister W. F. M. Lam pe. Met een joviale klap op haar schouder zei deze: „Miep was negen toen ik haar op Curacao leerde ken nen. Ze heeft bij mij op school geze ten.” Miep Diekmann beschouwde dit boek over de slavernij op Curasao als m ïlroodina «ie haar twtntig iaw Zij is daardoor een duidelijk voor beeld voor de velen in deze wereld, die vertwijfeld tot paranoide reageren op de ontwikkeling naar een Orwelli aans toekomstbeeld. Channa vlucht weg in dromen, ook van haar man Michael, die haar wel wil, maar niet kan volgen in haar fantasiebestaan, dat niet aanvaardbaar is in een land als Israel, waar uitsluitend „dayaan- se” rationaliteit bestaansrecht schijnt te hebben. Oz’ boek, dat uitgegeven werd door H. Nelissen in Bloemendaal in een fraaie vertaling van M. van Tijn. levert het bewijs dat onder de meest Spartaanse omstandigheden er in ie der land individuen zullen blijven, die voor verzoening of compromis zullen kiezen. Of, zoals Channa in dit verhaal begint te vertellen: „Ik schrijf omdat mensen die ik heb liefgehad gestorven zijn. Ik schrijf omdat ik als kind vol was van de kracht om te beminnen, terwijl mijn kracht om te beminnen nu stervende is. Ik wil niet sterven”. ZUID-HOLLANDSE UITGEVERS MAATSCHAPPIJ B.V. - DEN HAAG Gü «ui. (!m la 1 .ij j 1 |L__JjB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 19