ZIJ TREKKEN GEVAREN TEGEMOET WAARVAN EEN ANDER WEGVLUCHT
Reddingmaatschappijen herdenken haar
honderdvijftigjarig bestaan
i
1
Alnhenaar
Bose 907
tijdelijk van f2096
voor slechts f 1596!!
5
ZESTIENDUIZEND SCHIPBREUKELINGEN GERED
■f
2
9
DONDERDAG 20
DECEMBER
19 7 3
(Van een onzer verslaggevers)
3
§3
Opstappers
Alleen een nat pak
Dat wordt varen
Newcroft
Fusie
Zestienduizend
Nieuwbouw
Topklasse Hi-Fi stereo
luidsprekers
voorde kerst
f500goedkoper!
5
5
E
(Van een onzer verslaggevers)
AMSTERDAM IJMUIDEN
Het is wellicht bij velen nog onbe
kend dat men in Nederland niet
over één, maar zelfs over twee red-
dingsmaatschappijen mag beschik
ken. Dit zou wel eens het gevolg
kunnen zijn van het feit dat beide
namen nogal lang en ongeveer ge
lijkluidend zijn: De Koninklijke
Noord- en Zuid-Hollandse Redding
Maatschappij (KNZHRM), geves
tigd in Amsterdam en de Konink
lijke Zuid-Hollandse Maatschappij
tot Redding van Schipbreukelingen
(KZHMRS), gevestigd in Rotter
dam. Ter wille van het gemak en de
duidelijkheid wordt in deze krin
gen dan ook gewoonlijk gesproken
van de „Noord” en de „Zuid”.
-
KRUISWEG 47-49 HAARLEM TEL 023-320244
IJMUIDEN Anderhalve eeuw reddingswezen. Honderdenvijftig jaar,
waarin meer dan zestienduizend drenkelingen gered zijn. Nuchtere cijfers
waarachter bergen van moed en onverschrokkenheid moeten schuil gaan.
Want het reddingswezen in ons land, overeind gehouden door twee maat
schappijen die voor financiële steun afhankelijk zijn van legaten en giften,
bestaat uit een leger van rustige vrijwilligers, naast de zeelui die als vaste
bemanning van de reddingsboten in dienstverband werken. Het zijn men
sen die letterlijk geen zee te hoog gaat. Zij trekken moedig de gevaren te
gemoet, waarvan een ander wegvlucht. Omdat ze weten dat er mensen
in nood zijn en zij hebben zich nu eenmaal voorgenomen die te redden.
o
1
5
8
c
o
o
5
o
mh
Nuchtere kerels paraat in vliegende stormen
Een
KO VAN LEEUWEN.
ADVERTENTIE
i"
Direct/Reflecting®
JAN VAN DAM.
I
■’V
E
h
„Een aardig reddinkje” noemt Jaap
van der Meulen het karwei dat hij en
zeevaart van doen heeft, dat er iets aan
de hand is.
slechts voor een beperkt gebied, zodat
1’nein.de de gehele kust te kunnen be
strijken. negen dagen later in Rotterdam
de Z.H.M.R.S. moest worden opgericht.
In deze situatie is sindsdien geen ver
andering meer opgetreden. Dit was trou
wens ook volstrekt onnodig, want beide
organisaties zijn steeds bereid geweest
elkaar bij alles te assisteren en waren
daardoor in staat voortreffelijk werk te
verrichten.-
Daar staat echter tegenover dat sinds
de oprichting niet minder dan van zes
tienduizend schipbreukelingen het leven
kon worden gered, mede door het held
haftige optreden van legendarische figu
ren als Jacob Glas (Jaepie-Jaepie), Dorus
Rijkers en Mees Toxopeus.
Daarnaast heeft men gezamenlijk drie
ëndertig kuststations in stand kunnen
houden, waar een indrukwekkende vloot
van reddingboten bij is ondergebracht
Ook hiervan kent vrijwel iedere Neder
lander de namen van de ..Brandaris”, de
„Neeltje Jacoba” en de Johanna Loui
sa”, beide laatstgenoemde boten met IJ-
muiden als standplaats.
rend om op terug te kijken. Ik ben blij
dat ik het gedaan heb, want ’t is mach
tig werk”, zegt hij. En dan schiet hem
nog de „Sandberg” te binnen. Een kust
vaarder, die even voorbij Wijk aan Zee
in moeilijkheden raakte.
De huidige bemanning van de red
dingsboot „Johanna Louisa” op de aan
legsteiger voor het schip. V.l.n.r. schip
per Leen ’t Hart, machinist Jan Haas
noot en stuurman Niek Oldenburg.
0
(J
0)
Het ligt in de bedoeling van dit concert
een langspeelplaat te vervaardigen, wel
ke in januari ten bate van de maat
schappijen zal worden verkocht.
„Er was nog drie man aan boord, toen
we aankwamen”, zegt Van der Meulen,
„De andere vijf waren in de sloep al op
zee. We hebben ze later opgepikt, ze
waren al om de Noord heen en die sloep
stond al gelijk met het water. Eén man
is er toen verdronken...”
mét hen zjjn er de andere leden van de
bemanning en de opstappers. Het red
dingswerk gebeurt met elkaar. Nimmer
is één man de grote held, want in die
zware uren op zee, als hun vrouwen
thuis gespannen afwachten, de berichten
op de radio volgen, zijn zij allen in
touw. Louter om een medemens het
leven te redden. En daar wilden wij bij
dit jubileum van de Koninklijke Noord
en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschap-
pij en de Koninklijke Zuid-Hollandsche
Maatschappij tot redding van schipbreu
kelingen, even bij stilstaan.
Deze drie vormen de vaste bemanning
van de IJmuidense reddingboot. Vaart
de boot eenmaal uit, dan wordt deze
aangevuld met enige opstappers. Mannen
die zich vrijwillig voor het reddingswerk
beschikbaar houden. In IJmuiden meest
al vletterlieden. Schipper ’t Hart: „Hier
in IJmuiden zitten we gelukkig royaal in
het aanbod. Om de Noord is het altijd
veel moeilijker”. Zeventien jaar vaart
Leen ’t Hart nu al weer op de reddings-
Stuurman Oldenburg is al aan dek. De
opstappers worden opgeroepeh. Machi
nist Haasnoot heeft de machines al
draaiende en enkele minuten later, als
de opstappers, onder wie ook de Onge
vallendienst van Kloosterhuis, zijn aan
gekomen, steekt de „Johanna Louisa” de
kop in de wind en verlaat de haven van
IJmuiden. Want naast het reddingswerk,
bestaat de taak van de reddingsboot ook
uit het van boord van schepen halen
van gewonden.
Jaap van der Meulen, Cor Koper en
Leendert ’t Hart, zijn vooral de namen
die in IJmuiden naar voren komen, als
Als er over het reddingswerk op zich
gesproken wordt, komt er alleen nuchte
re zakelijke taal uit hun monden. Ze
beschouwen hun werk niet als een bij
zondere verdienste. Vinden hun altijd
paraat zijn een doodnormale zaak.
Inmiddels dient een deel van deze
vloot te worden vervangen, zodat dcor de
Op 13 december 1964 haalden schipper
Leen ’t Hart en zijn mannen zeven
bemanningsleden van boord van de Brit
se vrachtvaarder „Nwecroft”. Het was
tevens een zeldzame gelegenheid dat het
reddingswerk vanaf de kust door ieder
een kon worden gadegeslagen.
Daarom is een attractief programma
vastgesteld ter gelegenheid van dit hon-
derdvijftig’arig bestaan, waarmee wordt
beoogd deze maatschappijen weer eens
in de belangstelling te brengen. Afdus
wordt dit jubileumfeest vrijdag 28 de
cember in „De Doelen” in Rotterdam
gestart met een waarlijk uniek concert,
te verzorgen door het Volendams Opera-
koor, het Urker Mannenkoor en het
Scheveningse Vissersvrouwenkoor. Alles
in klederdracht en geheel belangeloos.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof
hier weer een typisch Hollandse menta
liteit kan worden gesignaleerd, omdat
hier immers twee maatschappijen in
stand worden gehouden, welke zich aan
dezelfde kust met de zelfde nobefe acti
viteiten bezighouden. Maar in feite lig
gen de zaken toch weer geheel anders.
Wanneer de reddingsboot in IJmuiden
uitvaart om assistentie te verlenen aan
een schip dat in nood is, dan gonst het
gerucht door de gemeente. Binnen korte
tijd weet een ieder die iets van de
Uiteraard hebben de besturen al
meermalen een fusie overwogen en deze
is zelfs nog zeer recent ter sprake ge
weest. Na enige cijfers kwam men ech
ter tot de conclusie dat een dergelijke
samensmelting een belangrijke kosten
stijging met zich zal meebrengen. Beide
maatschappijen werken toch voor een
groot deel op basisvan vrijwilligheid en
wanneer nu tót het stichten van een
grote organisatie zou worden overge
gaan, kan een dergelijke structuur moei
lijk blijven gehandhaafd. Door een fusie
zou in ieder geval een centraal en dus
groter hoofdkantoor met meer betaald
personeel noodzakelijk worden en hier
zijn de huidige inkomsten niet op geba
seerd.
„Noord” en de ..Zuid” de nieuwbouw
noodzakelijk wordt geacht van een mo-
torreddingboot, twee motorreddingvlet-
ten en zes snelle motorreddingboten. De
kosten hiervan bedragen bijna vijf mil
joen gulden, zodat de besturen zijn ge
dwongen naar ’n verruiming van de in
komsten om te zien. In de le plaats kan
dit worden bereikt door uitbreiding van
het aantal donateurs, want het is voor
Nederland toch enigszins beschamend
dat nog geen half percent van de bevol
king bereid is gebleken dit mooie werk
met een jaarlijkse bijdrage te steunen.
„Maar we hebben het de laatste jaren
wel een stuk gemakkelijker”, zegt de
schipper. Vroeger kon je aan wal nooit
ergens naar toe, of je moest dat laten
weten. De laatste drie jaar heeft de be
manning van de „Johanna Louisa” de
beschikking over walkie-talkies. Waar ze
ook zijn, ze hebben dat apparaat bij
zich. En een doordringende pieptoon
deelt ze mee dat ze moeten uitrukken.
De anderen beamen dat. De reddings
boot ligt altijd vaarklaar. Elk moment
moet ze kunnen uitrukken. Die woorden
worden even later door de praktijk ge
steund. Aan dek klinken snelle voetstan-
pen. „Dat wordt varen”, mompelt de
schipper en de twee andere mannen
knikken. De deur van de kajuit gaat
open en één van de mannen die de
plaatselijke commissie vormen, stapt
binnen. „Dat wordt varen mannen”, zegt
hij. „Op de rede ligt een schip waarvan
de kapitein onwel geworden is. Hij moet
even worden opgehaald, ’t Schip ligt
zeveneneenhalve mijl uit de kust”.
Wie nu denkt dat zo’n mensenredder
iemand is die sensationele verhalen op
hangt, is geheel op het verkeerde spoor.
Zelden tref je nuchterder kerels aan dan
zij die in vliegende storm zonder veel
woorden de haven verlaten om op zee te
gaan zoeken waar geholpen kan worden.
Zo iemand is ook de schipper van de
in IJmuiden gestationeerde reddingsboot
„Johanna Louisa”, Leen ’t Hart. En zo
zijn ook de mensen die hem bij het
reddingswerk vergezellen. Als we in de
ochtenduren, tegen dat het licht begint
te worden eens een kijkje aan boord
gaan nemen aan boord van de boot,
zitten ze daar bij elkaar in de kajuit.
Het is juist koffietijd. Schipper ’t Hart
dampt in een hoekje zijn pijp, tegenover
hem schenkt stuurman Niek Oldenburg
royale mokken vol sterk geurende kof
fie. Ook Jan Haasnoot, de machinist is
er. Het is er warm en gezellig en de
ochtendwind doet het scheepje licht dei
nen tegen de aanlegsteiger.
,,’t Is verdraaid mooi werk” zegt Leen
’t Hart, „Maar vrij ben je nooit. We
zitten hier met één ploeg en er kan
altijd iets gebeuren. De laatste tijd heb
ben we elke maand één vrij weekend.
Maar dan ga je eigenlijk ook niet weg.
Als het zwaar weer wordt, zit je toch
met je gedachten op zee”.
Als u ooit van plan was om een paar topklasse
luidsprekers voor uw installatie te kopen, doe het dan nu.
Want ’s werelds best gerecenseerde boxen kosten (per
paar) tot 1 januari aanstaande geen f 2096 maar f 1596!!
En dat is inclusief equalizer. En inclusief vrijblijvende
demonstratie vooraf. En inclusief de volle 5 jaar
fabrieksgarantie en onze gratis service.
Verdien die f 500. Laat de kerstman een paar
Bose 901 boxen onder de kerstboom zetten.
Dan luistert u voortaan naar topklasse Hi-Fi stereo.
Ook hij is een rustige kerel. „Veel
weet ik er niet meer van” zegt hij
bescheiden. „Ik beschouwde m’n werk
gewoon als vak. Mensen redden. Verder
niks. Zijn grootste redding was die van
de bemanning van het Griekse stoom-
schin „Metamorfosis”, in 1950. Achten
der*’’ bemanningsleden telde dat schip
en allen werden door de „Neeltje Jaco
ba” onde’ levensgevaarlijke omstandig
heden van boord gehaald. Ook dit
Griekse schip was met de haven in zicht
aan de grond gelopen. Het was een
hachelijke onderneming voor de red
dingsboot, want de Griek lag slechts
honderdvijftig meter van de betonblok
ken van de Noordpier verwijderd.
De directe aanleiding tot het oprichten
van de twee maatschappijen werd na
melijk gevormd door de stranding van
het Nederlandse fregat „De Vreede” bij
Huisduinen op 14 oktober 1824, welke
scheepsramp overal een diepe indruk
achterliet. Vandaar dat enige invloedrij
ke Amsterdammers reeds een maand
later de N.Z.H.R.M. in het leven hebben
g^roenen, met de bedoeling de Neder
landse kust geregeld van doelmatige
r-ddingsm’ddelen te voorzien.
boot. Hij kwam er destijds op als stuur
man en volgde na een jaar als stuurman
te hebben gevaren schipper Cor Koper
op. Zijn huidige stuurman kwam een
paar jaar later. De twee mannen kenden
elkaar al van vroeger.
prins Bernhard zal worden geopend. Bij
dit alles heeft een groot landelijk och
tendblad nog de organisatie van een
puzzel toegevoegd, waarvan een goede
opbrengst kan worden verwacht, terwijl
verder de uitgave van een jubileumboek
wordt voorbereid, waarvan een deel van
de opbrengst het reddingwezen ook ten
goede zal komen. Een stand op de „His-
wa” met loterij in 1974 mag evenmin
ontbreken en daarbij heeft de PTT reeds
besloten tot het in circulatie brengen
van een speciale herdenkingspostzegel.
Uiteraard zijn ook de traditionele recep
ties gepland, waarvan een in de Haagse
Ridderzaal en zal in oktober 1974 nog
een krans worden gelegd bij het monu
ment in Den Helder.
Dit alles met de bedoeling het red-
dingwerk nog eens bij de Nederlanders
aan te bevelen, waarbij dan wordt ge
hoopt op een stijging van het aantal
donateurs. En voor de goede verstaan
ders: er zijn jubileumrekeningen geo
pend ten name van „150 Reddingjaren”
in Amsterdam, postgiro 15020, of AM-
RO-bank, Sarphatistraat, ten gunste van
rekeningnummer 43.61.00.150.
Zo was het bijvoorbeeld in december
1964. Zware stormen hadden al herhaal
delijk gewoed; zoals ook dit najaar het
geval geweest is. Voor de kust trachtte
de Engelse vrachtvaarder „Newcroft”
met windkracht negen tot tien, de haven
van IJmuiden binnen te lopen. Letterlijk
in het zicht van de haven strandde het
schip. Tussen de pieren het schip
wilde op eigen risico IJmuiden
binnenkomen en de loodsdienst was
vanwege het slechte weer niet bij mach
te om te assisteren brak de schroefas.
Schipper Jaap van der Meulen. eer
tijds schipper op de legendarische
„Neeltje Jacoba", heeft dertig jaar zijn
leven aan het reddingswezen besteed.
„Het was een echte februaristorm. Er
stond windkracht tien geloof ik. Dat
schip maakte al zware slagzij toen we er
aankwamen. Omdat we door de golven
behoorlijk op en neer gingen, konden we
telkens mensen van boord pikken als we
op gelijke hoogte kwamen. Er stond een
flinke ruwe zee. Eén man viel van de
jacobsladder, maar we konden hem uit
water oppikken. Hij hield er alleen een
nat pak aan over. We hadden nog maar
net de laatste man er af gehaald, of het
schip kapseisde en even later zonk het.
Het zal d’r nog wel liggen...”
Dertig jaar lang heeft Jaap van der
Meulen zijn leven in dienst van het
reddingswezen gesteld. Hij heeft er geen
moment spijt van gehad. „Het is schitte- het reddingswerk ter sprake komt. Maar
Nu vaart Jaap van der Meulen nooit
meer. „Ik had gedacht dat ik voor m’n
oude dag nog wel een klein jachtje zou
overhouden, maar dat zat er niet aan”,
zegt hij wat spijtig.
Vanaf de kust, bij het Semafoor, werd
de redding gadegeslagen door duizenden
mensen. Ook op de Noordpier waren de
mensen samengestroomd en op de top
pen van de duinen bij IJmuiden stonden
zij ook. Het was een van de weinige
keren dat het spectaculaire reddings
werk vanaf het land kon worden beke
ken.
Nu waren de omstandigheden hier
honderdvijftig jaar geleden geheel an
ders dan nu. Zo werd met België nog
één koninkrijk gevormd en was er ook
bij de provinciegrenzen sprake van een
benaalde demarcatielijn. Op deze wijze
gold de invloed van de N.Z.R.M. dus
schipper die tal van reddingen
meemaakte, is de TJmuidenaar Jaap van
der Meulen. Nu 67 jaar oud, woont hij
rustig aan de wal. Het hek van zijn
galerijflat noemt hij nu zijn „open
brug”. Hij was de man die het bevel
voerde over de „Neeltje Jacoba vóór
Leen ’t Hart en nog vóór Cor Koper.
Want het is opmerkelijk dat deze
maatschappijen haar zelfstandigheid zo
lang mogelijk wensen te handhaven en
daarom nimmer aanspraak op subsidie
hebben gemaakt. En hoewel men dus
geheel is aangewezen op donaties, lega
ten en giften, blijft het mogelijk jaar
lijks te werken met een exploitatiereke
ning van twee miljoen gulden.
Voorts wordt voor november 1974 in
het Nederlands Historisch Scheepvaart
Museum een jubileumtentoonstelling
voorbereid, welke waarschijnlijk door
zijn mensen in 1948 klaarden. ioen was
het Deense vrachtschip „Lotte Skou” in
moeilijkheden geraakt voor Castricum”,
vertelt de schipper in ruste,
De golven die door het slechte weer
hoog werden opgezwiept, dreven het
schip gevaarlijk dicht naar het strand.
Sleepboten van Bureau Wijsmuller ver
leenden hulp, maar de zware grondzeeën
werkten verwoed tegen. Toen de draad
brak raakte het Britse schip aan de
grond. Het was de beroemd geworden
reddingsboot „Neeltje Jacoba”, toen met
Leen ’t Hart als schipper, die zeven
bemanningsleden veilig van boord haal
de.
Een andere overeenkomst is dat beide
maatschappijen in 1824 werden opge
richt. zodat het hondervijftigjarig jubi
leum in hetzelfde jaar kan worden ge
vierd. En omdat de onderlinge verstand
houding tussen deze twee organisaties
altijd voortreffelijk is geweest, hebben
de besturen reeds besloten zich ter gele
genheid daarvan gezamenlijk aan het
Nederlandse volk te presenteren.
CO
-k
0
c
o
.y
■k
k
V)
0
0
c