Nieuwe „Lost Horizon” naïef Jan Klaassen en Katrijn een „gezellige” kunstschilder Belgische prijs weer voor STOCK Hugo Claus benodigdheden voor het maken volgend jaar in Carré Bakker Korffméér dan alleen People show met fraai belichte rommelhoop VERMOUTH i in „3)e Wtnbooin 8® Idee van André van de Heuvel foto xiuberge banoubs Innemende expositie in Leidse Lakenhal van empelen&van dijk IJ Wj rj' J 13 VRIJDAG 21 DECEMBER 1973 Onder redactie van J.P. Bos Puur Italiaans, erg lekker, hoe u 't ook drinkt. Haal een fles nu ter kennismaking extra voordelig! Hollandse toer N achtvoorstellingen Casablanca Nog meer lachen TERWIJL „Mr. Deeds goes to Town” nog in produktie was, no digde Harry Cohn, de „boss” van Columbia die de film zou finan cieren zijn medewerkers uit als verzetje de zondagse rugbywed strijd in Palo Alto bij te wonen. Regisseur Frank Capra ging noodgedwongen mee, kocht in het station treinlectuur en liet zijn keus vallen op „Lost Hori zon” van de schrijver James Hil ton, een boek dat de gezagheb bende criticus Alexander Wool- cott juist erg gunstig had be sproken op de radio. Capra las onderweg het boek en vertelde Cohn de volgende dag dat hij „Lost Horizon” wilde verfilmen, dat hij Ronald Colman in de hoofdrol had gedacht en dat de film ongeveer twee miljoen dol- 7ar zou gaan kosten. en en daarnaast in een aantal bijzonder mooie portretjes en de bekende genretafereeltjes. LEIDEN Alexander Hugo Bakker Korff, levende van 1824- 1882 is een eenling geweest tussert de Leidse schilders niet alleen, maar ook in de Nederlandse schil derkunst van die tijd. Zijn herden kingstentoonstelling in de Leidsa Lakenhal tot 20 januari 1974 toont dat aan. Honderdvijftig jaar ge leden is hij geboren, daarom dus die expositie, hoofdzakelijk be staande uit het eigen museumbezit, zoals er ook eerder van deze ten toonstellingen zijn geweest. Het museum is er nogal trots op en dat is volkomen terecht. De expositie bestaat voor een groot deel uit tekeningen en studies, die een in zicht verschaffen in de groei werkwijze van Bakker Korff Magnum Force ADVERTENTIE Santpoort ADVERTENTIE ADVERTENTIE J. HEIJER heeft „de Stoeterij” voor de mooiste dag in uw leven. Cohn, handig en zuinig zakenman, dacht er niet aan zoveel geld over de BIANCO ROSSO DRY (Van onze corespondent) BRUSSEL. De Belgische driejaar lijkse staatsprijs voor toneelliteratuur is door de minister van Nederlandse cul tuur en Vlaamse aangelegenheden, Jos Chabert, toegekend aan Hugo Claus voor zijn toneelstuk „Vrijdag”, dat in 1970 verscheen. Voor Hugo Claus, die 45 jaar is, betekende dit de vierde staatsprijs, waarvan drie voor toneel. In 1945 kreeg hij de onderscheiding voor zijn stuk „Een bruid in de morgen”en in 1966 voor „De dans van de reiger”. Claus kreeg in 1970 de staatsprijs voor poëzie voor zijn bundel Heer Everzwijn”. De jury die hem de jongste staatsprijs (ƒ7500) toekende, bestond uit Bert van Kerckhove, voorzitter, professor Emma Vorlat, Berts Struys, professor Carlos Tindemans en Jaak van Schoor. De keu ze was eenparig voor Claus. „LOST HORIZON” die in Flora draait en op een andere manier het verleden doet herleven, wordt hier naast besproken. Verder is er natuur lijk de nieuwe Nederlandse film van MARILYN MONROE krijgt aan dacht in The Movies met „River of no return” (’54) en met haar filmbio grafie „Marilyn”, bestaande uit een compilatie van haar spelhoogtepun- ten. Ruud Bischoff (van Skrien) vond .Daughters of Darkness” van Harry Kümmel de beste film van het vori ge seizoen met gevolg dat de film nu vertoond wordt in „Nachten van de Critici” in De Uitkijk. DE MERKWAARDIGSTE reprise- première brengt deze week Studio K die „Casablanca” van Michael Curtiz uit 1942 op het programma heeft genomen, hoewel dit bijna klassieke melodrama al op de televisie geweest is. Maar het blijft meer dan de moeite waard de film nog eens aan dachtig op het grotere scherm te gaan bekijken om te ontdekken dat hier inderdaad van een, in zijn genre klein meesterwerk sprake is. Dat alles gebeurde in 1937. Voor een regisseur die vooral bekend was door zijn charmante en geestige co medies als „Lady for a day’, „It happened one Night” (met Clark Ga ble en Claudette Colbert) en het al genoemde „Mr. Deeds’ (later zouden er nog „Mr. Smith goes to Washing ton” en „You can’t take it with you” bijkomen) was de verfilming van Hil ton’s bewerkelijke roman een ambi tieuze onderneming die met allerlei onvoorziene problemen gepaard ging. Een voorvertoning na maandenlange productie voor een uitgezocht publiek in Santa Barbara werd een ramp. De film was duidelijk een „flop”. Capra die bij een totale mislukkig van „Lost Horizon” de financiële on dergang van de Columbia-firma vreesde, deed het enige wat op korte termijn nog mogelijk was. Vlak voor HET IS OOK lachen geblazen, zij het met wat meer aanleiding, met „Avanti”, een klucht van Billy Wilder met Jack Lemmon en Juliet Mills en met de tekenfilm „Heavy Traffic” van het team dat ook „Fritz the Cat” maakte, maar nu nog wat meer ef fecten najagen in het combineren van foto en tekening. Opnieuw valt (in het Leidseplein Theater) hun brutale erotische grappigheid op, maar even als de grapjes is ook hun tekenvorm slordiger daardoor en minder effec tief geworden. „La Romance” van A. H. Bakker Korff, door hem in 1880 geschilderd. balk te gooien voor een fantastisch melodrama dat zich ergens in Tibet in een Lama-klooster afspeelde. Maar toen „Mr. Deeds" klaar was en het goed deed aan de bioscoopkassa’s, gaf hij Capra toch zijn zin en liet hem beginnen aan het miljoenenproject, zo vertrouwend op zijn meester-regis- seur dat hij de roman niet las. van kerststukjes. Vs Hiervoor moet u gewoon X eens komen rond neuzen. Dan staat u versteld- wat voor mogelijkheden en leuke dingetjes er zijn om zelf een kerststukje te ma ken. Bij het zien van al die paddestoel- tjes, klokjes, hulst en ga zo maar door, gaan uw vingers al jeuken om te be ginnen. Allicht zijn we be reid een advies vingertje uit te ste ken. O ja, vergeet onze Potterie niet! ook zo’n geweldige ksnuffel-afdeling. het klassieke Amsterdamse regententype zijn en een huwelijk afwijzen. Jan Klaasen trouwt de inmiddels zwangere Katrijn toch als hij zich tot de wat vreemdsoortige sekte van zijn schoon ouders heeft bekeerd. Jan Klaasen wordt evangelist, maakt bekeerlingen het liefst op meer dan een dagreis van Amsterdam en financiert zijn escapades door zijn vroom voorkomen en de naam van zijn schoonvader te misbruiken. Na de echtscheiding worden Jan Klaasen zijn slippertjes vergeven. Vervolgens ge neest de wonderdokter J. Klasonius Ka trijn van een melancholie en voert deze haar via listen en lagen weg uit Amster dam. sterkst voor de dag. Het is „De dochter van de held”. Het meest in het licht, links op het paneeltje staat een jonge vrouw met een witte muts als een stralenkrans om het hoofd. In twee handen draagt ze het zwaard van haar vader en zijn militaire (pronk)hóofddek- sel. Op een kast achter haar liggen antieke harnasstukken. Rond de tafel zitten oudere dames, bij wie weer ande re oude dames op bezoek komen. De jonge vrouw ziet dat alles niet, uit haar houding en blik blijkt een grote verering voor het zwaard van de vader. Het is een zalige kluif voor Freudianen om te gaan interpreteren als we weten, dat vader Bakker Korff behalve een hoog geplaatste ambtenaar ook nog oorlogs vrijwilliger was geweest in 1813 en 1830. Kennelijk is het een familiesituatie: een der ongetrouwde zussen koestert een zo grote verering voor de overleden vader, dat ze die op zijn wapens heeft overge dragen. Zo’n tafereel is óf een „familie portret” óf, als Bakker Korff de situatie zelf zo arrangeerde, een psychologisch bijzonder juiste kijk op de achtergron den van zijn familieleven. Het kon wel eens zijn, dat juist het mild-ironisch onthullen van dergelijke achtergronden Bakker Korff zijn faam hebben gegeven en hem zijn vele adelijke kopers bezorg de. Er zijn op deze weliswaar weinig omvangrijke expositie méér van het bovenstaand soort ontdekkinkjes te doen. Het is heel plezierig om daar een uurtje aan te besteden. Wie vlug voorbij zo’n paneeltje loopt, valt de afstand tussen Bakker Korff en zijn tijdgenoten-schilders niet zo op. Het genre werd meer beoefend, Wie nauw keuriger toeziëf, bemerkt hoe hij zich heeft moeten losmaken van de senti- menteel-romantische stijl, hem op de academies in Den Haag en Antwerpen bijgebracht. In zijn studietijd blijkt dan ook niet, dat hij zich tot een befaamde schilder zou ontwikkelen, die fancy-prij- zen kon vragen en krijgen. Zijn vroege portretten zijn goed, maar meer ook niet; de taferelen, meestal van religieuze aard, treffen evenmin bijzonder. Een goede tekenaar is hij dan al wel. Ik zal hier de ontwikkeling niet schet- de feestelijk en groots geadverteerde première van de film, knipte hij de eerste twee actes uit zijn film, het gedeelte dat, gemeten naar de hilari teit van het publiek bij de „preview”, het minst in de smaak was gevallen. En zie, de film werd door die simpele ingreep een groot succes, waarover nog lang, in hooggestemde bewoor dingen gesproken werd. ALS WE NU DE nieuwe versie van „Lost Horizon” zien, is er niet dade lijk reden om te lachen, wel om er wat actes uit te couperen, want de film is nog altijd te lang. Het verhaal over een pradijs-achtige vallei tegen de hellingen van Himalaja, waar Shangri-La ligt, een ideale samenle ving van gelukkige en gezonde men sen ligt, mocht als sprookje van een mogelijke heilstaat indruk maken in de jaren kort voor de tweede wereld oorlog. De onwezenlijkheid en zoe tigheid van het geheel liggen er ech ter voor huidige begrippen te dik bovenop óm nog een ogenblik te kunnen boeien. En de kitschigheid is ditmaal onder regie van Charles Jar- rot nog in hevige mate aangedikt door dat hij binnen Shangri-La enige musical-aclitige scenes laat afspelen die zowel aan „The King and I” als aan „Sound of Music” doen denken. Ze hebben de duidelijke functie een vervelende, trekkende intrige wat op. te vrolijken. Liv Ullmanri („of all people”) krijgt deze ondankbare taak te vervullen, waarschijnlijk om haar van haar Bergman-syndroom af te helpen. IN HET KORT KOMT de inhoud van Hilton, als diepzinnig geprezen verbeelding hierop neer dat een zeke re Richard Conway, een bekwaam en nuttig diplomaat in de Verenigde Na ties, samen met een toevallig gezel schap van enige mannen en een vrouw gekidnapt wordt en in een gammel vliegtuig naar Tibet wordt gevlogen, waar in het bergland een noodlanding moet worden gemaakt. Men behelpt zich enkele dagen in de ongunstige omstandigheden, maar wordt al gauw gered door een leger tje Lama-monniken dat hen liefdevol opneemt en door een sneeuwstorm begeleidt naar de plek waar het barre klimaat als bij toverslag ophoudt en een vruchtbare vallei onder een eeu- weig zon zich voor de verbaasde ogen van de bijna bevroren reizigers uit strekt. De hele actie blijkt in elkaar gezet door de hoge Lama, een man van enige honderden jaren die niettemin zijn einde voelt naderen en een op volger zoekt die hij meent gevonden te hebben in de wijze Richard Con way (Peter Finch) over wie hij veel gehoord en gelezen heeft. In het be gin is alles koek en ei in het gemeng de gezelschap; er is rust en vrede en lieve bediening; er wordt gelachen en gedanst; maar dan komt de onrust. Vooral Richards broer George (Mi chael York) wil terug naar het op windende leven en dat leidt tot een reeks complicaties, vooral nu de Hoge Lamapriester (Charles Boyer) inder daad sterft en er een beroep op Richard gedaan wordt. In eerste in stantie gaat hij uit solidariteit toch mee met zijn broer, maar als deze verongelukt, zien we de filosoof van het gezelschap toch maar weer, nu in z’n eentje, door de barre sneeuw baggeren op zoek naar Shangri-La, de verloren horizon. „Lost Horizon” is diep van gedachte, maar naïef uitge werkt en op ouderwetse manier ge speeld en past niet meer in deze tijd. CHARLES BOOST. Hij bekeek dat milieu met een grote genegenheid en begrip, maar tevens met enige ironie. En daar vloeide dan de stille humor uit voort, die zijn werk beroemd heeft gemaakt in zijn tijd. Hij maakte bijvoorbeeld een prijs van 7000 voor het paneeltje „La Romance”, in 1880 vervaardigd, een ongehoord hoge som, die bijna niemand voor zo’n type werkje kreeg. Hoe hoog hij werd ge waardeerd, blijkt er wel uit in een tijd waarin een werkman het met negen stuivers in de week moest doen. In een van de schilderijen komt zijn typische humor op deze expositie het IN CINEAC Damrak zorgt Clint Eastwood voor meer geweld en sen satie in „Magnum Force”, een vervolg op zijn „Dirty Harry”, waarin hij een groepje jonge heethoofden in de poli tiemacht van San Francisco ontmas kert dat het recht in eigen hand heeft genomen en de ongestrafte mis dadigers naar het voorbeeld van de doodsbrigade in Brazilië eigenhandig vermoordt. Clint loopt weer somber en kwetsbaar door een stad vol mis daad, maar hij verdedigt met zijn leven het principe dat niemand zijn eigen rechter mag spelen en in dat opzicht is hij linkser dan bijvoorbeeld John Wayne. Wim Sonneveld, die zich door zijn mislukking van destijds met zijn Or- gelman-film niet uit het veld heeft laten slaan en met frisse moed aan een nieuwe klucht is gaan dokteren. „Op de Hollandse toer” heet het resultaat dat door de Engelse regis seur Harry Booth (van „On the bus ses”) slordig in elkaar is gedraaid. Er wordt terecht geen scenario of dia- loogschrijver vermeld want het ge heel bestaat uit een reeks losse inval len die als grappig bedoeld zijn. Ze hebben alle min of meer iets te doen met een buitenlandse toeristentoer door ons land, met Wim Sonneveld als toerleider. Joop Doderer schmiert een dronken chauffeur en Adèle Bloemendaal is een verleidelijke Amerikaanse die het Wim moeilijk moet maken. Het geheel laat de toe schouwer met de pijnlijke vraag hoe iemand met een reputatie als Sonne veld zich zo gemakkelijk kan uitleve ren aan een lolproduktie die aan geen enkele vorm van plezier bijdraagt. Niettemin in Rembrandtplein Theater en Cinerama en in Haarlem in Lido. AMSTERDAM. „Jan Klaasen en Katrijn” wordt als een nieuwe toneel voorstelling, vrij naar de trilogie van de 17e eeuwse auteur Thomas Asselijn, op Nieuwjaarsdag 1975 in theater Carré in Amsterdam in première gebracht. Het is een idee en droom van André van den Heuvel om deze produktie te verwezen lijken, samen met Kitty Janssen. Zeven actrices en zes acteurs zullen 28 rollen spelen. Kitty Janssen en André van den Heuvel zullen rollen van res pectievelijk de moeder en de vader van Katrijn vertolken. Het is de bedoeling dichtbij het werk van de auteur te blij ven, die met eenvoud en rake typeringen toont hoe roerig Amsterdam destijds was en hoe nationaal de streken van Jan Klaasen zijn. Asselijn schreef van 1682 tot 1685 drie toneelstukken: „Jan Klaasz of de ge waande dienstmaagd”, „Kraambed of kandeelmaal van Zaartje Jansz” en .Echtscheiding van Jan Klaasz en Zaart je Jansz”, werken vol folklore, scherpe sociale kritiek, zedenproblemen, ondeu gendheid en levensernst. In deze werken vindt ook de poppenkast Jan Klaasen en Katrijn zijn wortels. De nieuwe toneelvoorstelling geeft een beeld van Jan Klaasen als het prototype van de brutale Mokummer, die zich uit netelige kwesties weet te redden. De volksjongen vrijt in stilte met Katrijn, een burgermanskind, wier ouders van drive-in tuincentrum Zandvoortselaan192-Tel.(023) 241950-241951 Geopend van maandag t/m vrijdag WfB.aO-12.30 uur en 13.00-18 00 uur. Zaterdag van 00 uur-17.00 Avondverkoop 21 december In zijn tijd werd „Casablanca” als een routine B-produktie beschouwd, al was de film volgepakt met sterren (Ingrid Bergman, Humphrey Bogart, Claude Rains, Peter Lorre, Conrad Veidt, Paul Henreid). Eerst later werd het duidelijk dat het samengaan van zo veel ervaren krachten en vooral ook de routine, die Hollywood zich eigen had gemaakt in zijn unie ke amusementsproduktie bijna onge wild had geleid tot een uitzonderlijk resultaat. Het verhaal, ontleend aan de ro man „Everybody comes to Rick’s”, vertelt een reeks intriges, die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog af speelt in Casablanca dat toen nog tot Vichy-Frankrijk, behoorde, min of meer neutraal gebied was dus en be halve allerlei spionnen en geheime agenten reeksen vluchtelingen bevat te die wanhopige pogingen deden via Lissabon naar de VS te ontkomen. Humphrey Bogart speelt de eigenaar van Café Americaine en fungeert als centrale figuur te midden van de dramatische gebeurtenissen. Deze spitsen zich toe als zijn Parijse vrien din van voor de, Duitse inval (Ingrid Bergman) met haar man arriveert die nodig naar Amerika moet emigre ren. Het exposé van het drama is voortreffelijk, de spelers zijn perfect, de gebeurtenissen voltrekken zich volgens een prachtige ópbouw van spanning en er is geen inzinking in dit kundig gefabriceerde en mooi ge fotografeerde melodrama dat met grote menselijke gevoelens werkt. „Casablanca” kan gelden als het beste voorbeeld van hoe er in de jaren dertig en veertig gefilmd werd in Hollywood, voorbeeld ook van vakmanschap en eenheid van sfeer die men tegenwoordig nauwelijks meer tegenkomt. AMSTERDAM. The People Show uit Londen is een maniakaal theater groepje, dat het al tien jaar uithoudt in de toneel-avant-garde, en dat is lang. Hun werk is fantasierijk, chaotisch, duister van inhoud maar het komt over met de innerlijke zekerheid van goede poëzie. De spelers blijven zichzelf trouw; ook de onderlinge relatie wordt nooit anders. In elke show zitten thema’s van de vorige. De primitieve mens staat tegeno ver de beschaving, de de rol van de vrouw is tamelijk passief. Ook de bezig heden op het toneel door het stel zijn door de jaren heen onveranderd. De kerstshow, die de groep speciaal voor Mickery heeft gemaakt, heeft dit keer een duidelijke, weinig verrassende inhoud. Het is een soort allegorie op de Indiaan, die door de blanke beschaving ingepalmd wordt en gedwongen een on derbroek en andere kleding aan te trek ken. Maar hij bevrijdt zich. Goddank blijven er genoeg nevenbezigheden over, die moeilijker te duiden zijn, zodat men zich niet hoeft te vervelen met de al te voor de hand liggende moraal. Wat de vorm betreft pakt The People Show dit opus 53 behoorlijk uit. Het toneel stelt een dal in Oklahoma voor. Links een heuse berg met glinsterende watervallen van bordpapier. Rechts de beschaving, voorgesteld met een krakke mikkig bureau van een rechter, een feestelijke balonnentent (de cultuur?) en een tafel waarop een speelgoedboerderij wordt uitgestald. In het midden een totempaal. Gaandeweg ontstaat er een gigantische rotsooi, die uitzonderlijk fraai belicht wordt. In die chaos krijgen we een vrolijk kerstfeest toegewenst. De show is maandagavond in de To neelschuur te zien. Wie zijn ogen uit wil kijken op deze surrealistische rommel moet erheen. sen, die is te vinden in het catalogusje, dat de expositie begeleidt. Wel moet iets gezegd worden van zijn omgeving. Hij woonde zijn leven lang bij zijn ouders en zijn ongetrouwde zusters. Na de dood van zijn vader kwam ook een tot wedu we geworden zuster weer terug in het gegoede milieu, een burgerlijk deftig Luthers gezin. Bakker Korff wordt beschreven als een schichtige eenzelvige man, gekweld door een ernstige bijziendheid, die hem dwong om met twee brillen tegelijk, dan wel met een loep te schilderen. Dat verklaart dus veel omtrent zijn instel ling, een door vrouwen ingekapselde be roemde broer, naar buiten verlegen en door zijn ooggebrek een man die zich diep over zijn werk moest buigen om het te kunnen maken. Al die dingen dwongen hem tot de precisie in zijn stijl, de verfijning, maar ook tot het maken van huiselijke tafereeltjes. Zijn modellen waren zijn moeder en haar vriendinnen en zijn zusters. I 1 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1973 | | pagina 13