Onderlinge strijd op economisch
gebied zou voor ons fataal zijn
Met zijn allen Europese
schip weer vlottrekken
Voedselvoorraden zijn nog
nooit zo klein geweest
Een nieuw probleem dat niet
het boekje” te vinden is
MR. J. LUNS:
MR. C. BERKHOUWER:
gt
IR. A. BOERMA:
DR. H. J. WITTEVEEN:
i
door Henk Kolb
door Jan Gerritsen
door Nico van Vliet
I
19
ZATERDAG
2 2
DECEMBER
19 7 3
Erbij
atie te
ik.
i
De olieboycot en de energie
schaarste die daardoor wordt ver
oorzaakt, zullen het ons in 1974
moeilijk maken”, zegt dr. H. J.
Witteveen, sinds kort de nieuwe
directeur van het Internationale
Monetaire Fonds IMF in
Washington. Het is een nieuw pro
bleem, waarvoor „het boekje” geen
oplossingen biedt: Een verstoring
van de wereldeconomie, die geen
precedent kent”.
Door de twee halve brilleglazen
heen kijkt de VVD-politicus mr.
Cees Berkhouwer naar Nederland.
Eroverheen beziet hij geheel Euro
pa. Van de vele politici uit Holland,
die zich de laatste jaren hebben ge
stort in de Europese politiek, is
Berkhouwer in 1973 de bekendste
geworden: Voorzitter van het
Europese Parlement in Straats
burg. Een Europeaan in hart en
nieren. Dat blijkt ook uit zijn visie
op het jaar 1974.
Ir. Addeke Boerma hoopt voor
1974 op goed weer en dat niet om
dat hij nu zo graag in de zon zou
zitten of een hekel aan regen zou
hebben. „Als de oogsten in de
volkrijke delen van de wereld, lan
den zoals India en Indonesië, mis
lukken als gevolg van slecht weer,
zullen we te maken krijgen met
ernstige hongersnoden”.
„Het is altijd gevaarlijk om in
onzekere tijden stellige verwach
tingen uit te spreken. Met dit voor
behoud”, aldus mr. Luns, „ben ik
nochtans geneigd te voorspellen dat
we zeker de komende maanden een
moeilijke tijd tegemoet gaan. De
oliecrisis die wordt veroorzaakt
door de beperkte leveranties uit de
Arabische landen, heeft nu reeds
een nadelig effect op de economi
sche situatie in de meeste Westerse
landen. Hoezeer men ook kan hopen
dat de vredesbesprekingen in Ge
nève spoedig voor alle partijen een
bevredigende oplossing brengen van
het conflict in het Midden-Oosten,
waardoor de aanvoer van olie weer
normaal wordt, vrees ik dat hier
mee geruime tijd gemoeid zal zijn.
Het is dus van het grootse belang
dat de Westerse wereld op deze cri
sis met de grootst mogelijke soli
dariteit reageert en dat men de
aangerichte schade door een gelijke
vermindering van het energie
gebruik gezamenlijk zoveel mo
gelijk beperkt”.
Luns voelt zich in de rooms-katholieke kerk thuis in de
meer conservatieve kringen. Hij is een kenner van de ge
schiedenis van de Nederlandse zeestrijdkrachten. In de „Who
is who” (uitgave Adam and Charles Black. Londen) wordt als
Luns’ recreatie vermeld: Zwemmen.
de le.
lijk te
langen
tussen
lus de
erzoe-
d van
En, naar voren buigend om zijn ver
klaring te onderlijnen: „Wij kennen alle
andere problemen conjunctuur-
Deur”
ar in
60.000
il be-
■kelij-
door
S3'
rken.
aand-
gere-
kerk.
vijde-
>k bij
ereikt
dagen
van
eke-
■echt
zei
nsen
iver-
ons
noed
r in
t op
nsen
>and
van
met
taan
zijn
r de
eling
hou-
i de
•kla-
enen
I de
zoon
ons
zijn
aan
iefde
ede-
t goed
ie een
preks-
assen-
ening.
reeks
noeten
over
tenten
1 goe-
Om
krij-
iesteld
1 voor
iet bij
lijven,
linger.
een
m van
an elk
door
t vor-
mover
d.
i op-
n op
van
s die
de
twen,
zijn
;-ge-
Ker-
van
•ech-
rsele
f ge
lige-
werd
De politieke carrière van Rerkhou-
wer begon in 1949 als gemeenteraads
lid van Alkmaar voor de VVD. In
1956 werd Berkhouwer Tweede-Ka-
merlid. Hij behoort nu tot de oudge
dienden in het nationale parlement.
In 1963 begon de Europese loopbaan
van de ronde Alkmaarder. In 1966
werd hij vice-president van het Eu
ropese parfement en in 1968 voorzit
ter van dc liberale fractie. Begin dit
jaar werd hij voorzitter van het par
lement.
Mr. Joseph Marie Antoine Hubert Luns, op 20 augustus
1911 te Amsterdam geboren, gehuwd met baronesse A. E. C.
Heemstra, bekroonde een in 1938 begonnen carrière in de
buitenlandse dienst in 1952 met het ministerschap van
Buitenlandse Zaken. Ruim zeventien jaar lang bleef Luns
onafgebroken de portefeuille aan het Plein beheren. Hij ver
vulde een belangrijke, naderhand veelal omstreden rol bij
het Nederlandse dekolonisatieproces, culminerend in zijn
verzet tegen Soekarno in de kwestie-Nieuw-Guinea in 1961-
1962. In de Europese politiek verwierf Luns naam als succes
rijk tegenstrever van generaal De Gaulle en diens conceptie
van het Europa der vaderlanden en als warm pleitbezorger
van Engelands toetreden tot de EEG. Luns volgde in 1969
de Italiaan Manlio Brosio op als secretaris-generaal van de
NAVO, in welke functie hij vooral naam kreeg vanwege zijn
waarschuwingen tegen het gevaar van Russisch expansio
nisme.
ip H.
ndre-
er de
over
lerst-
Beth-
H. R
tbezit
groep
ik onjuist vinden- We moeten allemaal
beseffen dat we in één wereld leven en
er juist meer mondiaal overleg nodig is.
Aanpassing van de landbouw om de
produktie op te kunnen voeren, moet
internationaal georganiseerd worden.”
De FAO-directeur licht zijn standpunt
toe aan de hand van dit voorbeeld: „Met
McNamara, de president van de Wereld
bank, begint men algemeen in te zien
dat je meer aandacht zult moeten
schenken aan de kleine boeren en de
nomaden, als je de voedselproduktie wilt
opvoeren. Er zijn miljoenen van derge
lijke kleine boeren die niets hebben, niet
in de markteconomie zijn opgenomen en
politiek niet meespelen. De vraag is nu:
hoe kun je deze mensen benaderen, hoe
kun je wat voor ze doen. Wel, dat kan
alleen via de regeringen van de landen
waar ze wonen, regeringen die tenslotte
soeverein zijn. Én dat kan dus alleen via
internationaal overleg.”
Over de Europese Gemeenschap is de
heer Boerma „optimistischer dan ooit”.
De huidige Europese Commissie is meer
dan enige vroegere commissie bereid
haar beleid op de wereld af te stemmen,
daar dan weer uitkomt moet je maai
afwachten. Dat eigengereide optreden
van met name president Pompidou zal
Berkhouwer niet lekker zitten. Tenslotte
stoort de Fransman zich liever niet aan
het Europese parlement, getuige het ini
tiatief om de Europese top regelmatig
bijeen te laten komen. Mr. Berkhouwer
liet na Kopenhagen duidelijk blijken
dat hij er niets voor voelt het Europese
parlement op die manier buitenspel te
laten zetten.
Addeke Boerma, rasechte Drent, in
1912 in Anloo geboren, behaalde in
1934 zijn landbouwkundig ingenieurs
diploma. Hij werd in 1938 belast met
de voorbereiding voor de voedseldis
tributie en heeft zich daarna eigenlijk
steeds bezig gehouden met de voed
selvoorziening. aanvankelijk in Neder
land en vanaf 1946 ook internatio
naal. Hij bereidde de oprichting van
de FAO, de wereldvoedselorganisatie,
voor. In 1967 werd hij benoemd tot
directeur-generaal van de FAO, de
hoogste post.
„Ten slotte wil ik de hoop uitspreken
dat bezuinigingen die de regering gaat
nemen, geen effect zullen hebben op de
Nederlandse bijdrage in de gezamenlijke
defensie-inspanning. Het moet nu toch
wel algemeen bekend zijn over welk een
enorm militair potentieel de Sovjet-Unie
eri haar bondgenoten beschikken- Alleen
door het handhaven van een militair
evenwicht in Europa is het mogelijk een
geleidelijke detente te bereiken. Als de
defensietaak onder invloed van een ver
slechtering van de economische situatie
zou worden verwaarloosd, zou het Oost
blok de grote overwinnaar van de olie
boycot worden.”
lantische cohesie, die vooral van vitaal
belang is.”
Wat verwacht u van 1974 voor Neder
land?
Mr. Luns: „Nederland is in Europa het
zwaarst getroffen door het oliewapen, en
tenzij de boycot spoedig wordt opgehe
ven, voorzie ik een moeilijk jaar voor
ons land. Wat op internationaal gebied
geldt: solidariteit om de ernstige situatie
het hoofd te bieden, is ook geboden op
het nationale vlak. Óns volk heeft er tot
dusver blijk van gegeven dit te begrij
pen. Afgezien van wat gehamster, steekt
de Nederlandse houding gunstig af bij de
reactie in sommige andere Europese lan
den. Ik hoop dat dit zo blijft en dat ons
volk aanvaardt dat de gedwongen bezui
nigingen voor iedereen gelden”
„Door de acute energieschaarste is
men ook in Nederland tot het inzicht
gekomen dat er ingrijpende maatregelen
genomen moeten worden om het tekort
op lange termijn op te vangen door
andere bronnen aan te boren. Het be-
F
kunnen brengen, en dat betekent dan
weer dat de hele monetaire situatie kan
veranderen. In het algemeen gesproken
zullen de betalingsbalansen van de in
dustriële landen - die meer voor de olie
gaan betalen - slechter worden. Maar dat
zal in verschillende mate gebeuren. De
VS bijvoorbeeld zullen er minder last
van hebben dan de Europese landen, en
Japan zal vermoedelijk het zwaarst ge
troffen worden”.
„Deze veranderingen vinden plaats op
een moment dat de Amerikaanse beta
lingsbalans toch al sterk aan het verbe
teren is, als gevolg van de devaluaties
van de Amerikaanse dollar, die de Ame
rikaanse concurrentiepositie heeft ver
sterkt. Ik verwacht dan ook,” aldus dr.
Witteveen, „dat in het komende jaar de
positie van de dollar vergeleken met
de Europese valuta sterk zal zijn. In
zekere zin zo kan men ook redeneren
is dit een herstel van het monetai
re evenwicht, want de dollar was te
„Als men het energietekort op langere
termijn beziet, dan bestaat de absolute
noodzaak van onderlinge solidariteit
evenzeer. Het gebrek aan energie, ont
staan door de onwil om de bronnen te
exploiteren in hetzelfde tempo als voor
heen, tegen dezelfde vergoeding, kan
zeer ingrijpende gevolgen hebben voor
onze economie. Ik geloof dan ook niet
dat het mogelijk zal zijn om die gevol
gen op te vangen in de beperkte kring
van de Europese Gemeenschap. Ik hoop
derhalve dat het voorstel van dr. Henry
Kissinger om in een gezamenlijke actie
van Europa, de Verenigde Staten, Cana
da en Japan en in samenwerking ook
met de produktielanden het energiepro-
sluit van de regering om op veel grotere
schaal van olie op aardgas over te
schakkelen, juich ik toe. In dit verband
moge ik erop wijzen dat er in NAVO-
verband studies zijn opgezet over het
aanwenden van zonne-energie en geo
thermische energie, bronnen die naast de
nucleaire energie de olie en het gas
kunnen vervangen.”
Dat sterke protectionisme van de Eu
ropese lidstaten is een voortdurende rem
op de Europese beweging. Een goed
practisch voorbeeld daarvan is het ge
meenschappelijk transport beleid of lie
ver het ontbreken daarvan. Toen er nog
geen sprake was van een oliecrisis werd
daar al aan getrokken, maar men wilde
niet meewerken aan de activiteiten van
commisaris Mugnozza. Uit een docu
ment, dat hij aan de Europese Raad
heeft voorgelegd komt naar voren, dat
ook zonder crisis het vervoer in de
gemeenteschap in de knoop dreigde te
raken. Dat zijn zaken, die de Europeaan
Berkhouwer terecht erg verdrieten.
bleem aan te pakken, door alle betrok
ken partijen zal worden gesteund.”
„Het zou immers fataal zijn als het
energietekort en de gevolgen tot een
onderlinge strijd op economisch gebied
zouden leiden, zoals we die bijvoorbeeld
gezien hebben in de crisis der jaren
dertig- Ik hoop ook dat de duidelijke
verbetering in de atmosfeer tussen de
Atlantische bondgenoten als resultaat
van de recente NAVO-ministerraad er
toe zal bijdragen dat het overleg over
samenwerking op energiegebied in rui
mer verband niet alleen spoedig kan
beginnen, maar ook snel resultaten zal
opleveren.”
„Niemand betwist dat wij onderling
van elkaar afhankelijk zijn op het ter
rein van de militaire verdediging. Daar
uit alleen al volgt de logische conclusie
dat men ook bij het beschermen van
welvaart en welzijn niet buiten elkaar
kan. Bij iedere stap naar een hechtere
Europese eenheid dient men er rekening
mee te houden dat hierdoor geen in
breuk gemaakt mag worden op de At-
zegt hij, eraan toevoegend dat natuurlijk
wel afgewacht moet worden in hoeverre
de regeringen van de lidstaten bereid
zijn met de commissie in Brussel mee te
gaan.
Tenslotte zegt ir. Boerma veel te ver
wachten van de eerste VN-conferentie
over het bevolkingsvraagstuk die in mei
in Roemenië wordt gehouden. „Als FAO
hebben wij graag meegewerkt aan de
totstandkoming van deze conferentie”,
aldus ir. Boerma, „omdat de voedsel
voorziening van de bevolking van de
wereld uiteraard direct in verband staat
met de grootte van die bevolking.”
„Onlangs heeft de ILO, de Internatio
nale Arbeidsorganisatie, berekend dat in
1980 in de landbouwgebieden, het platte
land, van de ontwikkelingslanden 300
miljoen mensen zullen leven die geen
bron van inkomsten hebben, als de hui
dige ontwikkeling economisch zowel
als op het gebied van de bevolkingsgroei
zich voortzet- Ik hoop dat de confe
rentie in Roemenië de stoot zal geven
tot een politiek die ervan uitgaat dat er
niet al te veel mensen meer op de weeld
bij kunnen.”
Met de feestdagen zal hij zich, als het
even kan, graag met andere dingen bezig
houden. De Bourgondiër kookt graag
met zijn Franse vrouw in de keuken en
heeft als een van zijn hobby’s wijnen
Hij heeft zijn vrouw ontmoet in het
Europese parlement. De voorzitter van
het Europese parlement houdt zijn con-
dititie goed op peil door regelmatig aan
sport te doen. Ónlangs was hij nog de
schrik van het voetbalveld tijdens een
wedstrijd parlementariërs tegen parle
mentaire pers.
Van de sportvelden kent men in Alk
maar en omgeving „boeren Keessie” ook
nog. De nu 54-jarige Berkhouwer is
geboren en getogen in Alkmaar, waar
hij in de loop der jaren een populaire
figuur is geworden. Sinds 1942 heeft hij
daar een advocatenpraktijk gehad, hij
staat trouwens nog steeds ingeschreven
als advocaat.
Op 1 september is Pierre Paul
Sehweizer, een Fransman, opgevolgd
door dr. H. J. Witteveen als directeur
van het IMF. De Nederlandse oud-
minister van financiën troont in deze
nieuwe functie hoog boven Washing
ton in het IMF-gebouw op de twaalf
de verdieping.
Berkhouwer is niet bang om er poli
tiek sarcasme tegenaan te gooien, als hij
nog even terugblikt op het jaar 1973:
„Op 25 april van dit jaar riep de hoge
ambtenaar Henry Kissinger het jaar
1973 uit tot jaar van Europa. Nou, dan
roepen wij ’74 uit tot jaar van de
Verenigde Staten en 1975 tot het jaar
van de Sovjet-Unie. Dat schijnt gemak
kelijk te kunnen”.
Meer serieus nu: „Het ziet ernaar uit
dat dit jaar voor Europa in een anticli
max eindigt. Ik zou 1973 het jaar van de
Arabieren willen noemen”.
Berkhouwer over 1974: „De sombere
prelude mag ons niet doen wanhopen.
We moeten met man en macht aan dek
van het Europese schip om het weer
vlot te trekken en op gang te krijgen.
Alle Europeanen moeten de hand aan de
Europese ploeg slaan om de integratie in
beweging te zetten”.
Was de Kopenhaagse top van deze
maand dan niet een optimistisch besluit
van 1973?
„Je moet het zo zien: bij de Deense
top is de motor van Europa van achter
uit op stationair draaiend gezet. In 1974
moeten de vooruit-versnellingen worden
ingeschakeld”. Berkhouwer noemt twee
concrete zaken waarvan hij hoopt dat ze
in het komende jaar uitgevoerd zullen
worden:
1) De regionale politiek op Europees
niveau moet uit de verf komen en:
2) Het gemeenschappelijke energiebe
leid moet gestalte krijgen.
Voor de parlementariër Berkhouwer is
de topconferentie van Kopenhagen, waar
Frankrijk zich weer opdrong als de
macht, die het voor het zeggen wil
hebben, een teleurstelling geweest. On
middellijk na het slotcommuniqué stelde
hij gedeprimeerd vast: „Dat wordt weer
een eindeloze zaak. De Europese com
missie moet een rapport gaan samenstel
len over het energiebeleid. Daar wordt
dan in het parlement over gepraat. Maar
ondertussen wordt er dan al weer een
nieuwe topconferentie voorbereid”. Wa1
Ir. Addeke Boerma. directeur-generaal
van de FAO, de voedsel- en landbouw
organisatie van de Verenigde Naties, is
gewend met keiharde cijfers om te gaan.
Hij zegt: „In 1974 kunnen we opnieuw
rekenen op ernstige voedseltekorten in
de landen van de Sahel (het gebied ten
zuiden van de Sahara) en Ethiopië. Maar
ook in andere delen van de wereld
kunnen gemakkelijk noodsituaties ont
staan als het weer tegen zit.”
De voorraden aan voedsel, vooral aan
granen voor honderden miljoenen in
letterlijke zin het dagelijks brood
zijn nu, bij de jaarwisseling nog nooit
zo klein geweest sinds de Tweede Wereld
oorlog. Als de oogsten in de volkrijke
delen van de wereld, vooral in ontwik
kelingslanden, tegenvallen, dan 2al het
een verschrikkelijke toer worden die
mensen van voedsel te voorzien.”
Als daarentegen het weer meevalt,
dan kunnen we in 1974 misschien een
begin maken met het aanleggen van
reservëvoorraden, zodat in de toekomst
bij onverwachte noodtoestanden snel ge
holpen zal kunnen worden. Ik hoop dat
de wereldvoedselconferentie, die in no
vember in Rome wordt gehouden, een
eerste begin van voorraadvorming te
zien zal geven. Ik heb er wel hoop op
dat het ook werkelijk gebeurt. In Ame
rika en bij de EEG, allebei grote land
bouwproducenten, bestaat wel de nodige
goodwill om daaraan mee te werken.
Ir. Boerma moet zijn verwachtingen,
toch al weinig hoog gespannen, nog
verder temperen als gevolg van nieuwe
factoren die de landbouw nadelig zullen
beïnvloeden. Hij legt uit. „Er dreigt als
gevolg van de oliecrisis een tekort aan
kunstmest te ontstaan en de prijs voor
kunstmest zal omhoog gaan. Die hogere
prijzen kunnen de arme ontwikkelings
landen nauwelijks betalen en kunstmest
is onontbeerlijk. De „groene revolutie”
(hogere opbrengsten per hectare door
toepassing van nieuwe graan- en rijst
soorten) zal een fiasco worden als er
niet genoeg kunstmest beschikbaar is.”
„Ik hoop in ieder geval”, vervolgt ir.
Boerma, „dat de rijke landen de oliecri
sis niet zullen aangrijpen om op ontwik
kelingshulp te gaan bezuinigen. Dat zou
zwak en de Amerikaanse betalingsbalans
overeenkomstg”.
„De dollars die in groten getale naar
Europa zijn gestroomd kunnen voor een
deel terugstromen naar Amerika. Dat
zou het monetaire systeem voor wat
dat betreft weer in evenwicht kun
nen brengen. Maar dit proces dient wel
in de hand gehouden te worden, opdat
er zich geen stroomversnellingen gaan
voordoen. De grote landen zullen der
halve zorgvuldig hun externe beleid op
elkaar moeten afstemmen. Ook in dat
opzicht zal het komende jaar belangrijk
zijn.”
Of dr. Witteveen een dergelijke coör
dinatie ziet gebeuren?
„Zeker, daar heb ik alle hoop op.
Natuurlijk zal dat nooit volmaakt luk
ken, maar ik geloof toch wel dat de
landen voldoende inzien hoe afhankelijk
ze van elkaar zijn. Ze zullen het
mijns inziens vermijden om hun ex
terne beleid lijnrecht tegen elkaar in te
laten gaan. Het bevorderen van deze
coördinatie acht ik een belangrijke op
gave voor het IMF in het nieuwe jaar”.
schommelingen, het op en neer gaan van
de vraag maar het plotseling
schaars worden van een zo belangrijke
grondstof als olie door een kunstmatig
ingrijpen van de Arabische landen, dat
is nog nooit eerder voorgekomen. We
kunnen dus ook niet zo gemakkelijk de
gevolgen ervan overzien”.
„Duidelijk is echter wel dat er een
bijzonder moeilijke situatie kan ont
staan: tegelijkertijd immers wordt de
produktie geremd en de inflatie ver
sterkt. Het is in feite een onge
lukkige combinatie van factoren: een re
cessie in de produktiesfeer, die een ver
sterkte prijsbeweging tot gevolg heeft
omdat schaarste de prijzen omhoog
duwt, en een hogere olieprijs die het
geheel weer beïnvloedt. Die wisselwer
king zou weleens kunnen uitmonden in
een sterke prijsstijging”.
„Nu komt daar bovendien nog bij, dat
de hogere olieprijzen enorme verande-
rignen in de betalingsbalansen teweeg