Dirk de Vroome als generaal
1
Toen ik de telefoon kapot sloeg
dacht ik: „wat doe je toch?”
F
s
km
ft
Hl
Si®.
alS
ft
27
Klasse-justitie
Stunts
ï-
IKs;
ZATERDAG
2 2
DECEMBER
1973
Erbij
Door Hans Rombouts
i
i
1
o
ggi
-ft.';.:.
M.
BU.sb
fe"
g
SN
-r
Hij heet de Rooie Reus, maar dat zou eigenlijk
de Limburgse Kabouter moeten zijn. Dirk de
Vroome, gevreesd in kringen van het establishment,
is een man, die de onrechtvaardigheid in deze maat
schappij met de wapens van de speelsheid aanpakt,
maar daarmee dan wel zeer verrassend hard uit
haalt. „Ze zouden hier dolgraag willen dat ik stopte
en vertrok”. Ze, dat zijn vooral de rechters en hoog
waardigheidsbekleders (bijvoorbeeld van gemeente
besturen, kerk, ondernemingen, maar soms ook vak
bond). De Rooie Reus wordt vanuit het hooghartige
Holland bezien als een stuk zuidelijke folklore, als
een vreemd type, een charlatan en op zijn best als
een Don Quichotte of een vogel, die het hele jaar
door carnavaleske grappen uithaalt. De Limburgers
zelf weten wel beter. Zij weten, dat Dirk de Vroome
hun laatste toevluchtsoord, hun praatpaal is, wan
neer ze in moeilijkheden zijn gekomen. Vooral wan
neer zij in onze harde maatschappij fijngemalen
dreigen te worden. Elke zaterdag houdt Dirk de
Vroome, PSP’er (dus tegen wapengekletter en des
wege constant bestrijder van de geachte heer Luns
en diens Atlantische vrienden), idealist (dus vóór
gelijkberechtigdheid in deze wereld) en socialist
(dus voor verbetering van de positie van de arbei
dersklasse en tegen uitbuiting door de onder-
nemingsbonzen), spreekuur in zijn tot spreekkamer
omgebouwde logeerkamertje boven. Vanuit heel
Limburg komen ze naar hem toe met hun moeilijk
heden.
l Ml
L
■kV
I a
1
#1
SsHft
ft'
IBS:
||fL ft
.O
-W- Ik a
1 -
O
-“-aft, ''I
- „ft., ft;
DE ROOIE REUS IS
GEEN CHARLATAN
H.R.
“1
ft
R.
es
i-
vier
kilo
luis-
g die
:eko-
jaar
redi-
redi-
in de
d op
uur,
met
snel-
lan-
rin”,
s, de
eemt
aan,
uit.
et is
na
ieuw
eerst
van
:omt,
asps.
1 de
iven.
het
n de
aard.
heel
leeft
estel
nou-
en
heel
hekje. De rechtbank liet het toe. „Als
men hem bevolen had zijn kostuum uit
te trekken, had hij slechts een zwem
broekje aan gehad”. De rechter stond de
man niet toe zijn pleitrede in dichtvorm
af te steken. Die dag bood De Vroome
zelf rechter Disch een weegschaaltje aan
met een toepasselijk rijm.
ii!
in
m
ld
de
Ze
1, ze
Van
utels
i, al
dais,
vóór
eel
LI-
St“
rie
ri
le-
gr
ist
Si
la-
lo-
;er
io-
iel
iet
de
/as
'as
re-
lf
B-
it-
re
e-
lië
II
id,
is
>-
»g
»-
et
|Se
'’1-3
Is het geen moeilijke zaak om alsmaar
actief te blijven en attent te zijn (men
wil de Reus natuurlijk graag eens pootje
lichten)? Zakt de animo nooit weg?
Wordt hij het niet moe? „Dat gevaar is
er wel. Je stoot zo vaak je hoofd. En je
moet steeds iets nieuws bedenken en ook
uitvoeren. Het kost ook veel geld alle
maal. Toen ik die telefoon in tweeën
sloeg, dacht ik: wat doe je toch. Maar
dan zie je dat je toch iets bereikt. Je
helpt mensen. En, je vroeg het, ik ben
een idealist. Dan ga je door zolang je
fut hebt. Maar ik word zo langzamer
hand een ouwe zak. De jonge mensen
moeten het overnemen.”
I
HET IS ALSOF mr. Joseph Luns
hoogstpersoonlijk in de kamer staat
als Dirk de Vroome hem imiteert in
het kader van de voordracht „De
beste stunt van mijn leven”. De
Vroome grinnikt zeer tevreden. Te
recht. Want de Rooie Reus offerde
enkele jaren geleden niet voor niets
zijn lange haren op het altaar van de
ludieke demonstratie. Hij legde toen
niet voor niets zijn bril terzijde op
het dressoir, hij schafte zich niet voor
niets brillantine aan, huurde voorts
ook niet voor niets een jacquet en
een taxi-Mercedes teneinde zich als
Haags society-mens te begeven naar
de Maastrichtse schouwburg, alwaar
de heer Luns een lezing zou houden
over de NATO. Er was zware bewa
king. Daar kom je niet door, had men
De Vroome gezegd. De keurige heer
De Vroome lachte achter zijn diplo
matenkoffertje (waarin zich een pro
vocerend spandoek contra Luns over
Mozambique bevond).
Bij de schouwburg aangekomen,
mompelde hij uitgefloten door zijn
eigen mensen, die hem niet herken
den tegen de bevelvoerende poli
tieman: „Dat langharige tuig van de
PSP zou je wat moeten doen.De
politieman boog en liet hem door. Bij
.H
iW#
«.«fc i
Het gesprek met Dirk de Vroome, de Rooie Reus, wordt regelmatig onderbroken
door telefoontjes. Dirk geeft een woonwagenbewoner op zijn kop, omdat die zich
niet aan een afspraak met een raadslid hield; Dirk geeft aanwijzingen voor een
rechtszaak de volgende dag; Dirk sust een boos CPN’er; Dirk spreekt een man moed
in, die in de clinch ligt met autoriteiten. De telefoon ziet er gaaf uit. Dat is wel eens
anders geweest. Onder zijn krachtige vingers is de hoorn een keer aan zjjn eind ge
komen. „Ik heb die telefoon toen van woede kapot geslagen, omdat ik het niet meer
wist; omdat ik er geen gat meer in zag; omdat ik iemand niet meer kon helpen”.
Dirk de Vroome, rasechte Amsterdammer („wat een kolére weer, hè?”), maar sedert
zeven jaar een fervente verdediger van Limburg („Limburg is het Angola van het
westen, de Limburgers zijn indertijd de mijnen ingelazerd en werden klein gehouden
en nu wordt er vrijwel niets voor ze gedaan”) zit temidden van stapels wetboeken.
Tegen de wand planken met manifesten en pamfletten. Che Chuevarra kijkt vanaf het
logeerbed enigszins verbaasd toe. Op de kast, waarin men de rode toga en witte bef
mag vermoeden, staan twee grote megafoons en een diaprojector, de wapens, waar
mee Dirk de gevestigde macht voortdurend te lijf gaat.
De Rooie Reus is bekend geworden
door zijn ludieke stunts. Op die manier
wil hij aandacht vragen voor misstan-
werkers waren niet omgeschoold. Als er
inspectie kwam, wat men altijd wel
tevoren wist, zette men de arbeiders in
het leslokaal. Kortom, de gebroeders
spekten hun zakken en vertrokken. De
één kocht een groot kasteel, hier vlak
bij, in Duitsland (waarde anderhalf mil
joen, een badkamer van 30.000), de
ander schafte zich een chalet in Zwit
serland aan. Maar het bedrijf was kapot
en 150 arbeiders konden voorgoed de
poort uit. Ik diende een klacht over
misbruik van de sociale wetgeving in
door de gebroeders Builens in bij het ge
rechtshof in Den Bosch. Na enige tijd
kreeg ik bericht, dat mijn klacht niet
ontvankelijk werd verklaard. Af. En Bui
lens maar lachen. Kijk, zo wordt er op
grote schaal door ondernemers misbruik
gemaakt van de sociale wetgeving. Maar
daar hoor je Wiegel niet over. Die praat
over misbruik door de kleine man
Nou, dat vind ik nou een voorbeeld van
klasse-justitie. De zaak wordt gesepo
neerd.”
den. „Ik houd niet van geweld. Je moet
iets toch zonder geweld kunnen oplos
sen. Trouwens, ik geloof dat de manier,
waarop ik iets tracht te bereiken, dode
lijker is dan wanneer je met je vuisten
gaat werken. Dan rijden ze met een
pantserwagen binnen en ben je nergens.
Ik heb nog nooit echt vastgezeten. Ik
heb wel heel wat boetes gehad. Ik
probeer de mensen om me heen steeds
weer te wijzen op de kracht van
goede, harde, maar vreedzame acties.
Dat lukt aardig, hoewel ik nogal wat
keiharde jongens in de actiegroep heb”.
dat de drie inderdaad verdwenen waren.
De Vroome kende zijn juridische zaakjes.
„Ik heb wel plannen gehad om rechten
te studeren, maar mijn vooropleiding is
onvoldoende. Ik kom uit een eenvoudig
arbeidersgezin. Ik herinner me Colijn
nog zeer goed. Als kind droeg ik een
manchester broek. Die stonk zo als-ie nat
was, maar het was sterk en goedkoop.
Tussen schooltijd mocht ik een hap
vreten gaan halen van de armen. Ik
kreeg geen kans om te leren. Ik heb nog
wel een colloquium doctum gedaan,
maar dat lukte natuurlijk niet”.
Begin december had de actiegroep
Rooie Reuzen nog een „grap” in petto
voor rechter Disch, die bepaald niet tot
de vriendenkring van De Vroome gere
kend mag worden, in tegenstelling tot de
ambtenaren van de griffie, die volgens
hem hun medewerking verlenen aan een
goede voorlichting en loyale behandeling
van mensen, die met het gerecht te
maken hebben. Een verdachte, die in
een eerdere behandeling niet het recht
van het laatste woord had gekregen,
verscheen in Sinterklaas-pak achter het
was De burgemeester van Stamproy
bood toen voor 60 een fiets aan. Het
bleek een gevonden fiets te zijn. Die
mag je niet verkopen. De vrouw maakte
zich juridisch dus schuldig aan heling.
We gaan die zaak op de spits drijven.
We gaan een advertentie plaatsen, waar
in iedereen, die iets gevonden heeft dat
bij mij te koop kan aanbieden. Zo zou het
kunnen gebeuren, dat als iemand een
achtergelaten Mercedes vindt hij die zou
kunnen verkopen. Te gek allemaal. Zo’n
burgemeester mag dat wél doen. In
plaats dat hij normaal een redelijk aan
koopbedrag voor een fiets ter beschik
king stelt”.
Het gaat er de Rooie Reus om, dat
iedereen beseft, dat hij plichten maar
zeker ook rechten heeft. „Maar de mees
te mensen kennen hun rechten .niet. Ze
gaan uit van de gedachte: laat maar, je
kunt er toch niets tegen doen. Ik help ze
nogal eens met een beroepschriften voof
Algemene Bijstand. Het is gewoon nodig.
Ik zie het op mijn spreekuur”.
Uiteraard is De Vroome voorstander
van buitenparlementaire acties, maar die
moeten dan wel zoveel mogelijk in het
parlement afgerond worden. „Op dat
punt doet bijvoorbeeld mr. Van Wijk uit
Haarlem, Eerste Kamer-lid van de PSP,
veel goeds.”
Dirk de Vroome als pseudo-generaal met
carnavalsembleem op de pet. Hij wordt
uit het gemeentehuis van Brunssum
gevoerd.
PH-
voor
pas
uur.
de tassencontrole leek het precair te
worden, maar de heer De Vroome
(zonder pasje) deed zeer pressé, zeer
druk en gehaast en plaatste enkele
super-Haagse opmerkingen. Men
boog. De Vroome was binnen. En
toen Luns schertsend zei: „Men had
mij hier wel eens een echte demon
stratie mogen geven als belangrijk
man”, sprong de Rooie Reus op de
stoelen, ontrolde zijn spandoek. „Luns
werd even helemaal bleek”, monkelde
De Vroome De Reus werd gevanke
lijk weggevoerd en buiten vrij gela
ten, waar hij zich mengde onder het
langharig tuig.
Enkele weken geleden toog hij met
een adjudant gestoken in militaire
schertskledij (met een carnavalsem
bleem op de pet) naar Brunssum,
hoofdkwartier van NATO’s AFCENT
met het doel hondepenningen met
anti-N ATO-leuzen en carnavalson-
derscheidingen op de Europese bor
sten te spelden. De stunt lukte niet
helemaal, aangezien men in het
hoofdkwartier de zaak niet geheel
vertrouwde, omdat men geen Zweed
se generaal Nielsen kende. Hij werd
wel als een vorst op het gemeente
huis ontvangen. Tenslotte werd hij
door marechaussees weggeleid. De
g? g
i,
Een van de hoofdthema’s bij zijn acti
viteiten is de strijd tegen wat hij noemt
de klassejustitie. De Vroome: „Als je
maar hoog genoeg zit, dan wordt je zaak
als het even kan wel geseponeerd. Als je
een kleine jongen bent, dan kun je het
wel vergeten. Dan word je gepakt. Dan
word je nog afgeblaft ook. Dat is geen
kunst trouwens, want de hele constella
tie in een rechtszaal is daar op ingesteld.
De rechtbank heeft het voor het zeggen.
En de verdachte is meestal te timide, te
nerveus en te bang om iets goeds terug
te durven zeggen. Bovendien verdrinkt
hij in de juridische terminologie. Dat
hele systeem zou moeten veranderen.
Waarom niet dat gedoe met die togen
afgeschaft? Waarom niet op normale
toon met elkaar gepraat?”.
-- j= T-ftf
Er is bezorgdheid bij De Vroome, dat
alles ingekapseld wordt. „Je hebt het
gezien met Provo, met de Kabouters,
waar ik een zwak voor heb. Ik zie het
hier ook gebeuren. De commandant van
de politie zei me laatst toen we een
actie uitvoerden: man, waarom gaan
jullie niet gewoon rustig met spandoe
ken en borden lopen. Zo zijn ze daar al
aan gewend. D’r moeten andere dingen
gebeuren om de geesten actief te houden
en het maatschappelijke systeem om te
buigen. Je moet de structuren aanvallen
met hun eigen middelen”.
Die bestrijdingsmethode wordt nog
eens duidelijk gedemonstreed aan de
hand van de zaak-Stamproy. „Men wilde
een zekere Eerens, voor wie men geen
geschikt werk kon vinden, dwingen om
naar een Sociale Werkplaats te gaan. We
hebben toen een grote demonstratie ge
houden, waarbij we voor de gouverneur
Van Royen een loper van behangselpa
pier hebben uitgelegd, waarop we het
hele beleid van deze zaak aanvielen. De
familie Eerens had al met een honger
staking gedreigd. De gouveneur deed
geen dwingende uitspraak. De vrouw en
kinderen kregen een uitkering van soci
ale zaken, de man niet. De vrouw had
per se een fiets nodig en vroeg die aan
bij sociale zaken. Zij kreeg die niet,
maar wel een bedrag van 60 om zich
er één te kopen, hetgeen niet mogelijk
fi’iift.-
Dirk de Vroome is best bereid om een
voorbeeld van klasse-justitie te geven.
„Neem die zaak van de CAJA-fabrieken
in Kerkrade. Zo als je weet profiteren
ondernemers hier vaak op schandelijke
wijze van de gunstige financiële voor
waarden, waaronder men in het kader
van de werkgelegenheid - na het sluiten
van de mijnen in Limburg kan starten
met een bedrijf. De hele zaak was en is
hier zo rot als wat. De mijnen waren
een monopolie-zaak, waaraan ook de
kerk fiks heeft meegeholpen. De gasbel
kwam en de mijnen waren niet meer
nodig. Maar men zou helpen met die
gunstige vestigingsvoorwaarden. Wat ge
beurt er? Financieel vaak wankele be
drijven komen hier naar toe, profiteren
van de gunstige condities (investerings
aftrek, goedkope arbeidskrachten, omdat
het rijk de omscholingskosten betaalt en
ze intussen al kunnen werken). Als er
dan genoeg uitgesleept is stopt men. De
arbeiders staan op straat. Zo is het met
de CAJA gegaan. De Eindhovense eige
naren, de gebroeders Builens kochten
zich na een jaar uit (nadat men ge
goocheld had met niet bestaande export
orders) bij de Willem Sofie-investerings-
bank, die 't bedrijf gekocht had. De mijn-
Vroome werd snel vrij gelaten. „Ge
lukkig heb ik het in beslaggenomen
uniform van de rechtbank terugge
kregen. Het zou anders een dure grap
geweest zijn, want ik had het ge
huurd. De volgende keer zou ik het
anders doen. Dan lukt het wel hele
maal."
De Vroome, die zich eens als ge
handicapte vermomde om eens na te
gaan hoe de mensen van de Sociale
Werkplaats behandeld worden en of
er door ondernemers met hen gema
nipuleerd wordt (hij legde daartoe
o.a. zijn gebit in het bakje op de
nachtkast en zette een pet op), zag
zijn theorie en zijn inlichtingen be
wezen. Er wordt geprofiteerd van
deze goedkope werkkrachten in Lim
burg. In zijn geval zelfs pijnlijk
door een vakbondbons.
Andere stunt van de Reus: hij
smeerde zich (en vooral zijn handen)
in met poep, gaf gouverneur Van
Royen een stinkende hand en bereik
te daarmee dat een dorpje riolering
kreeg.
De Vroome vecht op dit ogenblik
voor de rechten van een groep zigeu
ners in Stein. „Als het moet, ga ik
naar Soestdijk en haal daar een stunt
uit, zoals nog nooit is vertoond."
Het kamertje barst van de actie. He
lemaal, als de Vroome eenmaal zijn ritme
gevonden. Hij dendert door de voze
wereld van de Limburgse upper ten. Hij
praat met zijn hele wezen, schuivend op
de stoel. Dan weer springt hij op en
brengt geweldige één-acters. Met gesti
leerde gebaren of theatraal uithalend,
spelend met het jargon van bekakte
Hagenaars, autoritaire rechters of door
ellende getekende sociale-werk-plaatsers.
Hij zou een voortreffelijke acteur zijn.
(„Ik heb me dit jaar aangemeld bij de
Maastrichtse toneelschool. Ik was te
oud: 48 jaar, zeiden ze. Wat heeft dat er
nu mee te maken. Maar zo zie je
maar
Dirk de Vroome is van beroep koel-
technicus. Zeven jaar geleden is hij naar
Limburg gekomen om er een eigen be
drijf te beginnen. De naam? LSD. Lim
burgse Service Dienst. Zomers is er vo
lop werk voor de LSD, ’s winters ligt
het wat moeilijken. „Dan kom ik in
aanmerking voor een rijksvergoeding
voor zelfstandigen, een soort bijstand. Ik
heb wel moeten knokken tot in Utrecht
toe om die te krijgen”.
Dirk de Vroome is geen gegradueerde
jurist. Maar hij heeft wel een stevige
wetskennis, zoals men in Maastrichtse
rechtelijke kringen maar al te goed
weet. Hij draagt geen zwarte toga met
witte bef als hij pleit voor zijn mensen.
De Rooie Reus, die meent, dat er nog
steeds grotelijks gedaan wordt aan klas
se-justitie, is in de rechtszaal gehuld in
een rode toga met bef. „We moeten van
het zwart-wit af in onze rechtsspraak.
Het hier ben ik, de rechter, en daar
ergens ver weg jij, de verdachte. Rech
ters vernederen de verdachten. Ze heb
ben ze al schuldig verklaard voor het
vonnis is geveld. Je moet op een recht
bank normaal met elkaar kunnen pra
ten. Laatst hield ik de hand in mijn zak,
toen ik pleitte. De rechter snauwde me
toe: hand uit je zak, gedraag je behoor
lijk. Toen heb ik geantwoord: u moet
niet zitten pitten als u in de rechtszaal
bent”.
De Vroome, aanvoerder van de actie
groep Rooie Reuzen (in het briefhoofd:
„met nog meer roodmakers tegen alle
vuil”), heeft zijn wetskennis onlangs nog
eens duidelijk gemaakt, toen hij drie
rechters wraakte (de rechters niet be
voegd achtte om onder bepaalde om
standigheden hun taak uit te oefenen,
HR), een unieke gebeurtenis. Toen De
Vroome binnenkwam vond hij dat de
gezichten van de rechters al boekdelen
spraken. Hij wraakte ze onder het mot
to, dat „uw gezichtuitdrukking me niet
bevalt. U mag in niets laten blijken, dat
u al een (voor-)oordeel heeft”. Groot
tumult. De rechtbank trok zich terug
om zich te beraden. Men meende eerst,
dat zo’n wraking niet kon. Eén rechter
trok zich terug. Het herhaalde zich tot-
■ftftflg
-
w ..i: si