in den Olie
meestamper
Den Uyl zit
een cleane
Pierre Kartner
is op toneel
nog niet zeker
van zichzelf
tal
7!
IIIimimillIlilHIi!
ca
I
i
I
r
17
Erbij
ZATERDAG 26 JANUARI
19 74
BEPERKINGEN
door Hans Rombouts
COMMERCIEEL
FIJNE VENT
Kleedkamer 4 en 5 in De Doelen. Vanuit nummer vier flad
deren op maillotvoeten duidelijk vrouwelijke muggen, Brabants
kirrend, richting toneel: Vader Abrahams showballet. Een klein
meisje, dat het nieuwe kind-zang-sterretje Mieke Gijs blijkt te
zijn, murmelt geconcentreerd: „Nee, nee, nee, een kusje kan geen
kwaad”. Uit kleedkamer vijf stijgen en dalen sonore toonladders
omhoog en omlaag van een heer, die het reeds zeer ver gebracht
heeft in de serieuze muziek. Even later beent met lenige tred een
ogenschijnlijk oude, grijze, maar o zo vitale figuur met bolhoed
de deur uit van „vier”: Hollands volksglorie Vader Abraham. Op
hetzelfde moment gaat „vijf” open en komen de twee Engelse
heren Bedford en Tears (zonder bolhoed, maar in keurig rok-
kostuum) de gang op. De klassieke muziekmakers kijken enigs
zins bevreemd naar onze Vader Abraham, die glijdend een bocht
neemt. Bedford en Tears spoeden zich voor een recital naar een
zestigtal minnaars van het serieuze lied in een kleine zaal, ergens
beneden. Vader Abraham en zijn muggen (ugge, ugge) treden
1.900 bewonderaars tegemoet in de grote zaal.
U
F. - r-, w
JU
Vader Abraham zingt samen met Koekoek „Den Uyl zit in den Olie”, voor een opname van de TROS.
Vader Abraham is
;chter
dankbaar voor het
oor van de mensen
idig-
teel
Terwijl we de wijsbegeerte van
Theo Diepenbrock
Hé, zus, als jij me kust
rarte
tend,
erste
van
1 de
lacht
ver-
of
in
van
volkse
de niet
Vader
De heer Kartner kan natuurlijk
niet mijn brandende vraag ontlo
pen: „Gelooft u nou in uw tek
sten? Staat u er achter? Is dit
alles niet puur commercieel?”
Vader Abraham kijkt me ietwat
streng aan als was ik één van zijn
zonen. Toch twinkelen de oogjes
The 3 J acquets
Doe het voor mij maar in een bloemenvaassie
Want het hele glasservies is naar de maan
We hebben geen beker en geen koppie
en geen glaasie
Maar moeten we daarom al dat bier
maar laten staan
Doe het voor mij maar in een emmertje
Of in een zwembad, dan word ik meteen
een zwemmertje
Doe het voor mij maar in een bloemenvaassie
Het is zonde om dat bier te laten staan.
André van Duin
De oliekraan is dicht gedaan
Wat een gesodemieter
Ik krijg maar vijftien liter
Ik krijg maar vijftien liter
Maar dadelijk in de Carnaval
ben ik van vijftien liter
zo dronken als een gieter
Ja, dan heb ik genoeg.
Groep Hydra
En ’t geeft allemaal niks
Want we houd’van elkaar
Holadiee, holadioo
En ’t geeft allemaal niks
Want we houd’van elkaar
Holadie-hola-diee.
Wim Sonneveld
Waar benne de bene
Twee Pinten
In Afrika
Wim Kersten
Zeg, durske, kom eens hier
Sandra en Andres
Tsjing boem taratata
Ria Valk
Is er hier een dokter in de zaal
Jan Blazer
Gerrit heeft ’n pet gekocht
Max Rozenwater
De dikke oliesjeik
Johnnie Hoes
Jongens ’t is zo fijn
Gerard Hoebe
Maar wie holt van mekaar
Duo Pils
Met mij maak jij de kachel niet meer aan
Pierre Kartner
Den Uyl is in den Olie
in den Olie is den Uyl
Hij moet het maar versieren bij al die Arabieren
als haremmeisje met een blonde pruik
ik zie hem daar al dansen, knipogen en sjansen
Jopie met z’n blote witte buik
en mocht het daar niet lukken bij die Arabier
dan rijden we voortaan op lekker schuimend bier.
Koekoek, koekoek, ja Joop moet in den hoek
Koekoek, koekoek, ja Joop krijgt voor z’n broek
lied, dat ik voor ze schrijf, goed is.
Dat geeft toch een bepaalde druk.
En ik heb schat ik zo vijftig
percent van de markt in ons genre
in handen. Als je hits maakt komt
er ook veel geschrijf in de prul
lenbak”.
aris
ijn-
oek
no-
)lse
)ls-
aus
Adèle Bloemendaal
Sallemenut nog een keertje overdoen
Want ’t was niet naar me zin
Lamenut nog een keertje overdoen
En begin maar bij ’t begin.
André van Duin
Het olied
ortez'
nsbe-
ie
Van
voon-
iruikt
onder
ware
st het
gezet,
j die
t dat
Lechts
ver
logen
oliën.
„Een
et als
azili-
neest
taken
m we
liedje
oden.
:n al
nale
eeft
i de
me
de
ide-
tage
ibe-
oede
irger
iten-
snel
rap-
vor-
in-
dra-
en.
Ze daveren momenteel weer de radio uit, de
carnavalsliederen, de moordende meezingers.
De jacht op het grote commerciële succes is
ingezet. De driftige drummers proberen het
bonkige ritme er in te hameren. En de tekst?
Tja, die teksten. We hebben er wat ver
zameld. Daarenboven hebben we één van de
bekendste carnavalshitmakers over de pro
blematiek van dit soort muzikale en poëtische
creaties gesproken, Pierre Kartner. Dat ge
beurde tijdens een voorstelling van Vader
Abraham in de Rotterdamse Doelen. Al ren
nend, vliegend en verkledend gaf de achten
dertigjarige Kartner zijn visie op de wereld
van het zeer lichte lied.
Wat moet een carnavalsschlager hebben om een absolute alleen maar kans heeft een hit te worden als het niet alsmaar
topper een kraker, een meestamper te zijn? Pierre Kartner, over bier gaat, als het een actueel gebeuren als onderwerp
sinds geruime tijd beter bekend als vader Abraham, kan met heeft en een duidelijke stamper is (wat dat dan ook precies
deskundigheid praten over liederen, die dampende, deinen- moge wezen),
de en dorstige massa’s vóór aswoensdag volop in beroering
brengen. Hij schreef in het verleden onder meer: Ollebol-
Pierre Kartner fluks van het
zwart-wit gestreepte pak in een
spierwit kostuum geschoten, ten
einde Veronica 538 te bezingen
van de gouden draad van het ge
sprek na terugkeer van de Bühne
(„een lekkere zaal vanavond”)
weer op. „Tja, toen Vader Abra
ham vier jaar geleden als grap
gelanceerd insloeg brak de hel
los. Ik had de formule gevonden”.
En als een geheimzinnige alche
mist spreekt hij bijna fluisterend
de toverformule uit: „Zo is ’tle-
ven: vreugde en verdriet. Men ac
cepteert van mij dat ik over droe
vige, maar ook vrolijke zaken
zing
Als hij later na ook nog een
optreden in het Rotterdamse
Sportpaleis bij de Zesdaagse
naar Breda rijdt, zal hij omhoog
kijken, zoals hij wel meer doet:
„Je maakt je druk over een sin
geltje soms.Dan zie je alleen
op de weg de sterren daarboven
en het groen langs de berm. Dan
zie je in dat alles betrekkelijk is.
Hoe hoger je naar de top reikt,
hoe kleiner het beneden allemaal
wordt”.
man benaderde Abraham met eni
ge angst: „Als u straks na de
pauze mensen weg ziet lopen, is
dat niet omdat ze het niet leuk
zouden vinden, maar omdat ze de
laatste bus moeten halen”. Kart
ner kijkt de man bemoedigend
aan vanachter zijn ziekenfonds
brilletje: „Dat hoor ik duizend
keer. Maar let op. Ze lopen niet
weg, want we groeien naar een
climax”. De secretaris gaat ietwat
bedremmeld af om vervolgens te
pogen zijn schapen zo snel moge
lijk van de koffie naar hun plu
chen zetels te krijgen.
Wie zou denken, dat het een vurig, hit-sig lied zou moe-
leke, Wat zien ik (hetgeen enige lichte trammelant met ten zijn, zit op het verkeerde spoor. Pierre Kartner zegt
Appie Mol veroorzaakte), Ome Koos, Vader Abraham had na enig wenkbrauwfronsen en denken „een carnavals-
zeven zonen en Uche, Uche, Uche met die rot mugge. En lied moet clean zijn, ja zelfs bijna te koud. Weet je waarom?
nu dan: Den Uyl is in den olie, welk schoon gezang na twee In kroegen waar ze gespeeld worden is het ai zo warm. Dan
dagen al een commercieel succes van de eerste orde bleek is het dubbel hoempa en herrie op de 200 watts’. Dat is 't
te zijn: 25.000 stuks verkocht in twee dagen (zeker ook niet”. En vader Abraham analyseert de carnavalsschlager
vanwege het Koekoeksjong). verder: „De tekst moet zo zijn, dat je bijna denkt: hé, is ’t
Welaan dan, vader Abraham gelooft dat een carnavalslied wel een carnavalslied?”
als zestienjarige wel liedjes te
kunnen schrijven (hij had trou
wens als achtjarige reeds bij een
talentenjacht van de AVRO met
gitaar voor de radio gezongen:
Krekel in het gras), maar tragi
sche miskenning was zijn deel.
Thijs van de Molen („Drinken tot-
te me sinken”) was zijn adviseur.
Pierre Kartner wilde dan maar de
Belgen overtuigen van zijn kwali
teiten, maar die reageerden amper.
Terug naar Nederland. Mentale
inzinking. Weer proberen. Als pro
ducer bij Bovema. De heer Oort
(thans de machtigste man ter we
reld op platengebied) zag het ook
al niet in P. Kartner- zitten.
Pierre Kartner: „Ik belandde bij
Annie de Reuver, bij Dureco. Dat
ging eerst ook heel moeilijk. Ik
kreeg toch een promotiebudget en
langzaamaan kwam het succes. De
periode, dat Bovema zich de ha
ren uit het hoofd kon trekken,
was gekomen. Want reken er op.
dat ze daar nu wel spijt hebben.
Dat hoor ik wel van vertegen
woordigers”.
De grote knallers (althans op
commmercieel gebied) daverden
op amusementsgebied, toen Corrie
en de Rekels in Kartners „stal”
opdraafden. Dit gezelschap gooide
de deuren open voor de hitmaker.
De succesformule was gevonden.
De top van de hitparade was be
reikt. Dat Corrie en de Rekels
grote bonje kregen en elkaar de
rug toekeerden was geen pro
bleem. Want Vader Abraham was
uit het niet opgestaan met zijn
goede zonen (deze familierelatie is
inmiddels ook tot een einde geko
men: de goede zonen zijn huns
weegs gegaan en het ziet er niet
naar uit, dat er een schlager komt
Vader Abraham en de Verloren
Zonen; hoewel, misschien heb ik ’m
idee aan de hand gedaan).
De toverstaf van de al dan niet
veredelde smartlap
kunst ligt nu vast
gerimpelde knuisten
Abraham. Het ziet er naar uit, dat
het Hoes-imperium amechtig hij
gend moet afhaken.
de gang opwandelen
stuiten wij op de Engelse heren
Bedford en Tears. Zij horen de
accordeonklanken van de Mars
kramers. Beide heren walsen lich
telijk op die muziek door de gang,
partituur van Brahms onder de
oksel. Vader Abraham roept te
gen iemand: „Wij hebben een zaal
met 1900 man Bueno heeft zijn
spullen ingepakt en maakt zich
klaar voor het vertrek. Ben Cra
mer en Ria Valk arriveren. De
Brabantse muggen hebben zich in
middels omgewerkt tot harem
meisjes.
Vader Abraham neemt op het
toneel (met achter zich een groot
portret van zichzelf, waaromheen
lichtjes aan en uit floepen) enkele
zwaarwichtige Rotterdamse en
Heenvlietse vrouwen op de schoot.
Ze zingen de liederenschat van
Abraham mee, knuffelen de man,
ontvangen een potje mosterd,
waarvan Kartner weet waar hij
die moet halen en laten zich op de
tonen van het Abrahamshoworkest
naar hun plaats voeren. Het orkest
zet dé grote carnavalshit van de
komende weken in: „Den Uyl zit
in den olie, in den olie zit Den
Uyl”. Vader Abraham is even de
tekst kwijt. Daarover mort hij na
afloop in de kleedkamer. Hij trekt
weer een ander pak aan.
Wanneer Pierre Kartner de kop
van de avond eraf gezongen heeft
(„ik ben dan altijd nerveus, niets
aan te doen met liederen over de
autoloze zondag en ugge, ugge, en
wanneer hij even een passerende
mug heeft geknuffeld, die hijgend
steunt: ik ben kapot, en wanneei’
hij tenslotte uitgeroepen heeft: dat
overhemd zit ellendig, ik moet dat
witte aandoen, heeft hij even tijd
om te praten.
De maker van we nemen er
slechts een paar uit de 3000 lied
jes, die hij vervaardigd heeft en
waarvan er 1500 op de plaat zijn
verschenen Blauwe kinderogen,
Veronica 538, Zou het erg zijn
lieve opa, Baje baje, het Harem-
lied, Zo is het Leven en Bedankt
lieve ouders, heeft pas de laatste
jaren een geslaagde greep naar de
macht van het volkse lied kunnen
doen, zoals Johnny Hoes tot
dan toe de ongekroonde koning
tot schade aan zijn portemonnaie
heeft kunnen ondervinden. Abra
ham over Hoes: „Hij heeft zijn
tijd gehad. De tijd van een zange
res met zwarte netkousen is voor
bij. Ik heb Hoes zelf niet vaak
ontmoet. Het is wel een aardige
man, ja”.
Toch houdt Kartner zijn rivalen
wel in de gaten natuurlijk. „Ieder
een in dit genre is je concurrent.
Morgen heeft Hoes weer een hit
en dan misschien Timmermans
weer. Als je eenmaal hits hebt
gemaakt, dan duik je toch weer
op”.
Pierre Kartner zanger, com
ponist, tekstschrijver, producer,
discjockey, talentenscout leek
lang niet met zijn licht onder de
koremaat vandaan te kunnen ko
men. De bakkersgezel (met diplo
ma middenstand) uit Breda was
wel actief, liep ’s avonds een cur
sus op de kunstakademie en dacht
Pierre Kartner kent zijn beper
kingen: „Ik ben nog niet zeker
van mezelf op de Bühne. Je hebt
het oor gekregen van de mensen.
Daar ben ik dankbaar voor. Ik
ben altijd zenuwachtig. Ik heb de
angst dat ik het niet goed genoeg
doe op het toneel. Ik kijk graag
naar anderen. Als ik Wim Kan zie
dan denk ik: waar blijf je nou.
Maar het is zijn grote klasse en
ervaring”.
Vader Abraham heeft zichzelf
natuurlijk in goede uitgangsposi
ties gemanoeuvreerd. Hij heeft een
TV-programma en hij heeft twee
uur per week een eigen program
ma bij radio Veronica. Dat is dus
pluggen van de platen geblazen.
Kartner: „Ik draai ook platen van
anderen. Maar het is niet gek, dat
ik veel eigen produkties breng.
Ik zei het alik beheers vijftig
percent van de markt”. Ik heb o.a.
Gerard Cox en Henk Elsink”.
Wordt er gemanipuleerd met
diskjockeys? Kartner: „Er zal wel
eens gemanipuleerd worden. Maar
lang niet zoveel als gezegd en
verondersteld wordt. Ik doe er
niet aan mee. En bij Veronica
gebeurt dat niet. Dat je de jongens
aan het eind van het jaar een fles
lekkere tiognac geeft is heel iets
anders”.
Als wij
even. Dat is zeker. „Luister. Als je
niet overtuigd bent van je eigen
teksten dan kun niet vijf jaar
achter elkaar alsmeer hits ma
ken”. Als hij toch nog enig wan
trouwen mijnerzijds bespeurt
voegt hij er aan toe: „Het publiek
heeft donders goed in de gaten als
iets je koud laat. Het doorziet
onechtheid”. En in de aanval
gaand op het punt van de com
mercie: „Alles is commercieel, wat
men doet. Wat u schrijft is ook
commercieel. Iedereen, die werkt,
handelt uit commerciële motieven.
Mijn filosofie bij mijn werk is,
dat ik de mensen benader zoals ze
praten. Het gros van de mensen,
moet er morgens vroeg uit. En
als ze thuis komen hebben ze de
zorg, dat Jantje zijn lessen moet
kennen. Ze willen gewone liedjes
horen, die ze aansprêken”.
de volksliederen cyclus doornemen
komt een door-en-doorbezwete
Bueno de Mesquita terug van de
planken. Hij heeft in zijn parodie-
en-nummer ook „Den Uyl is in
den olie” met Henk Koekoek inge
bouwd. „Kartner is een fijne
vent”, zegt-ie, als Abraham even
terzijde gesleept wordt door ie
mand, die voorgeeft hem van
vroeger te kennen.
Pierre Kartner even later, zich
nauwelijks een pilsje gunnend:
„Nu het goed gaat met mij zijn
er geloof ik wel vijfhonderd man.
die vroeger bij me in de klas
gezeten hebben”.
Heeft Pierre Kartner de tijd om
zich hooghartig te gedragen nu hij
de toverstaf van het succes in
handen heeft? „Al had ik daar de
tijd en de gelegenheid voor, dan
zou ik nog gewoon blijven. Het
ligt niet in mijn aard om op
anderen neer te of me iets te
verbeelder.. ik heb geen coach of
manager voor mijn image-buil
ding. Je moet doen zoals je ge-
Met het succes groeide ook het
haar van Pierre Kartner. De sik
kreeg het sein op aanwas gezet en
nam toe in woelige, weelderige
omvang. De baard van Vader Abra
ham was daar: het grijs gepoei
erde handelsmerk. Met het suc
ces en met de baard groeide te
vens de kwaliteit van de zalen,
waarin Vader Pierre Abraham nu
met een eigen gezelschap artiesten
optrad. Van kleine patronaatszalen
stuurde hij de „Abraham-trein”
naar bijvoorbeeld de grote Doelen-
zaal in Rotterdam. Hetgeen hij me
met gepaste trots onder de aan
dacht brengt.
„Kijk, de gewone mensen hoe
ven niet meer op de drempel van
gebouwen zoals dit te blijven
staan, omdat ze er niet overheen
durven. Loop eens mee en kijk
eens hoe de mensen lekker wegge
zakt zitten in het pluche. Ik houd
ze drieëneenhalf uur bezig. Kijk
eens hoe ze tijdens de pauze een
lekker sigaretje krijgen (van snel
le reclamejongens in beblazerde
outfit, HR) en een bakkie koffie”.
Vader Abraham intussen
weer in een ander pak gestoken:
alleen daarvan al zou je doodmoe
worden; zijn snelheid op dit ge
bied lijkt ons een record moet
even een bestuurslid van de ont
spanningsvereniging van haven
personeel, waarvoor de avond
wordt gegeven, gerust stellen. De
woon iets móét doen. En dit leven
vind ik heerlijk. Ik word er niet
moe van. Terwijl ik toch barst
van het werk. Het leukste daarvan
vind ik het zingen en het aan
elkaar praten van avonden zoals
deze. Wat me wel steeds angstig
maakt is het vertrouwen, dat mijn
artiesten in mij hebben, zoals een
Jacques Herb of een Ben Cramer,
waarvoor ik o.a. de Clown schreef.
z.l
es
u
Ul a
Bh®