GOEDE SAMENWERKING BASIS VOOR SUCCES R Gerard Walschap: boek was reactie op woede van collega-schrijvers „Net als Thijs kan ik niet gemakkelijk vergeven” ijlt SI Hugo Metsers heeft goede wil: mens van door Ceos Straus Extremen Camus Tom Paine veel gemeen met Een 1 Erbij ZATERDAG 9 FEBRUARI 1974 19 'K ar -i r worden. mensen verklaar je dft? hou- dat om van fc. Voor en tijdens de opnamen van Een mens van goeden wil. Met welke rol zou je het meest contact hebben? is st n id w Metsers: Punt één is er iemand in mijn leven geweest die model voor Thijs had kunnen staan. Dat is een vriend van mij in Antwer pen, een rechtlijnige jongen die zijn mening voor de enige ware hield. Net als Thijs was hij een gewone volksjongen, met een sterk klassebewustzijn. Bij Thijs zie je dat ook, die tegenstelling tussen arm en rijk. Thijs komt van het Hoogland; als zoon van een man denmaker uit een eenvoudig milieu wordt hij geïntroduceerd op de Walhoeve. ■iaal >len. ler- de i de ihe- oter eidt P 'P Ie pas te komen. In het vierde deel komt een scène voor waarin Thijs met Letje vrijt op de hooizolder van de Walhoeve. „Ik had bezwa ren tegen de tekst die ik gewoon niet uit mijn bek kon krijgen. Van Over de samenwerking met de andere betrokkenen is Metsers uit stekend te spreken. „Ik geef een pluim op de hoed van iedereen die bij deze produktie betrokken was. We zijn binnen het schema van vier a vijf maanden draaitijd ge bleven, dat schema klopte werke lijk van dag tot dag. Dat had ik nog nooit eerder meegemaakt.” Wat was voor jou aantrekkelijk in de rol van Thijs Glorieus? In „Frank en Eva” speel je een heel andere rol. Had je deson danks met Frank ook zo’n goed contact? Waaruit ding? De filmrollen zijn nogal onge lukkig uitgevallen. Ik zou dolgraag een dramatische filmrol willen spelen, beter dan ik tot nu toe in een film deed. Ik ben nooit goed „gebruikt”. i of laar tus- de zal de end nant be- om, en aak raar ten, het de 'rije rer- zal ies- 1 Y. van i G. be- S. teer le is ft el le in 'P m ie ?n sn op m is !Ï1 it ik *n ir af e. B- ns ot *n ef ee re n. n. 8- in 1- ÏS te ;d het filmen op lokatie en het spreken van de acteurs in een be grijpelijke taal) helpen beide series aan een grote populariteit. Maar het is daarnaast ook de zeer redelijke artistieke kwaliteit, voortkomende uit een goede verstandhouding tussen regisseur, acteurs en technici. Dat was vooral het geval bij de totstand koming van Een mens van goede wil naar de gelijknamige roman van Gerard Walschap. In bijgaande gesprekken licht de Schrijver zelf zijn visie toe op de produktie en gaat Hugo Metsers, op open hartige wijze dieper in op. zijn rol van Thijs Glorieus en zijn op vattingen over toneelspelen in het algemeen. Dat geeft je een grote zekerheid. Bij de films waaraan ik heb mee gewerkt, bestond die werksfeer niet. Zonde eigenlijk dat sommige filmers niet om een hoekje hebben kunnen meekijken bij de opna men voor deze serie.” „Kijk”, zegt Walschap „Thijs Glorieus zit alleen hierboven bij mij (hij wijst op z’n voor hoofd). Een boek is een droom en Thijs was voor mij ook een droom. Als u mij vraagt: hoe ziet Thijs eruit, dan weet ik dat niet. De figuren uit een boek leven in mijn gedachten, maar ik weet niet hoe ze gekleed zijn. Ik vind wel dat de rolbe zetting van „Een mens van goede wil” uitstekend is. Zo’n Over de inbreng van de regis seur vertelt Metsers: „John van de Rest heeft hier close aan gewerkt. Je had de mogelijkheid om de takes over te doen. Dan kan je een gok of een miskleun maken, want je weet dat het over kan. Deze week is Hugo Metsers in onderhandeling gegaan voor een nieuwe TV-serie. In augustus be gint hij bij Globe onder Ton Lutz met de repetities voor Suiker van Claus dat in oktober in première gaat. Vooral niet bij van wie je houdt.” Metsers’ improviseerkunst bleek hem tijdens de opnamen goed van schrijven Dat hebben ze wel geprobeerd, maar Xt is niet ge lukt, Ik bemoei me dus ook niet met jouw script, maar ik zal wel bloed en tranen zwe ten”. Ik ben ervan overtuigd dat ik deze rol binnen vijf jaar speel. Waarom? Over vijf jaar ben ik er te oud voor, denk ik. Caligula wordt uitgegeven voor een 29-jari ge. Ik word 31 jaar. Over vijf jaar zou mijn rol niet geheel accepta bel zijn, al geloof ik wel dat een goede acteur zo’n rol tot zijn veer tigste moet kunnen spelen.” om een rol exact uit te werken en dan zonder inspraak het eindpro dukt te zien. Ik ben geen schnab- belacteur, ik wil weten hoe een regisseur een bepaald type denkt neer te zetten. Dan hoef ik geen verbanden te weten, maar wel waar de essentie vandaan komt.” Metsers: „Vijftig percent van de regisseurs willen jou hun ideeën opleggen. Ik wil minder en minder concessies doen. Dat houdt in dat ik ook minder te doen zal krijgen, maar het betekent ook dat het werk interessanter voor me wordt. Wim Verstappen wil Son of Blue Movie verfilmen, maar daar zal je mij niet meer in zien. Dat is een facet dat voorbij is. Wel zou ik „Frank en Eva” willen overdoen. Er zit een problematiek in die meer waard is dan dat er is uitge komen. Ik ben het gewoon oneens met de Frank die ik heb gespeeld. Metsers: „Ik heb bij de film nooit mogen meedenken. Er werd wel naar mijn ideeën geluisterd, maar ze werden niet in de weeg schaal gelegd. Er was vaak tijd nood en dan moest je uitvoeren wat er voor je neus kwam. Ik begin er een hekel aan te krijgen Bij Studio raakte Metsers ook zijn Vlaamse tongval kwijt. Voor zijn rol in „Tom Paine” werd het namelijk door regisseur Kees van lersel vereist dat Metsers perfect Nederlands sprak. „Tom Paine” is het stuk geweest waarvan hij op technisch gebied het meest heeft geleerd. Metsers: „In Tom Paine heeft scheiding plaats van geest en lichaam. Van lersel gaf mij de rol van de geest, terwijl iedereen dacht dat ik het lichaam zou ver tolken. Dat is typisch Van lersel”. Hugo Metsers, Kitty Courbois en Josine van Dalsum benade ren de personages uit mijn boek bijzonder goed”. de regisseur heb ik een paar woorden meegekregen waarop Jo- sien en ik hebben geïmproviseerd. De aanwijzingen zijn tot het uiter ste beperkt gebleven, ook de ca meramensen hebben geïmprovi seerd. Als je dat met iemand doet, die a lettre werkt, loop je spaak.” Hugo Metsers maakte de stap naar Nederland in 1968. „Ik was in België zeven jaar bezig geweest en kwam er eigenlijk niet aan bod. Wel kleine TV-rolletjes en zo, maar daar bleef het bij. Boven dien had ik bezwaren tegen het klimaat in Antwerpen, het gevoel in een kamer te zitten zonder deur, waar je niet meer uitkwam. Bij toneelgroep Studio had men mijn rol in „De Gijzelaar” van Brendan Behan gezien, daar ben ik twee seizoenen gebleven”. In januari 1975 gaat hij voor het eerst zelf een produktie uit brengen. Samen met René Solle- veld brengt Metsers de Nederland se versie van de rock-musical Rocky Horror Show. In Engeland werd de show, door Metsers beti teld als de grootste „knaller” na Hair, het predikaat van „de meest succesvolle voorstelling van 1973” toegekend. Er zouden nadien vele rollen volgen voor de Belgische acteur, maar nog steeds wordt hij het meest geïdentificeerd met zijn rol in Blue Movie. Het werd een ver velend stempel voor Metsers, dat hem nauwelijks recht doet. „Som mige van jouw collega’s kunnen het niet nalaten steeds aan Blue Movie te refereren, bijvoorbeeld als ik een integere liefdesscène speel. Mensen die het vak toch een beetje kennen, zouden toch niet steeds de acteur moeten iden tificeren met een rol die hij heeft gespeeld.” TELEVISIE-SERIES van eigen bodem gaan de komende jaren de buis in groten getale overspoelen, zo is de verwachting in het Hilversumse omroepwereldje. Er is een klimaat gecreëerd, waar in een steeds grotere weerstand ontstond tegen de clichématige buitenlandse series. De „weersverandering” werd enkele jaren geleden ingezet met de verfilming van Couperus’ meesterwerk De kleine zielen, dat mede door een uitstekende rolbezetting tot een groot succes werd. Bartje volgde en op het ogenblik con tinueren Merijntje en Een mens van goede wil het succes. De duidelijke herkenbaarheid van de eigen situaties (versterkt door „Ik vind dat John van de Rest er uitstekend in geslaagd is de droom van mij in televi siebeelden weer te geven. Het is natuurlijk anders dan in mijn verbeelding, ’t Vult aan en laat andere dingen weg, maar mijn droom is uitstekend gerealiseerd. De kunsten zijn nu eenmaal onderling onver taalbaar. Als ik voor de film had moeten schrijven, zou het ook een ander verhaal geweest zijn.” HUGO METSERS IS eigenlijk bij toeval terechtgekomen in Een mens van goede wil. „Ik was des tijds goed bevriend met Kitty Courbois, die in de studio in Hil versum een oppas voor haar dochtertje nodig had. Ik ben toen met haar meegegaan en, om daar de tijd te doden, kreeg ik van Walter van de Kamp het script om door te lezen. Ik had toen nog helemaal geen zin om aan de serie mee te doen. Het verhaal met die boerenmensen trok me niet zo erg aan, maar toen ik een uitnodiging voor een screentest kreeg, ben ik het boek direct gaan lezen. Dat beviel me wel en na de test wist ik dat ik de rol had. Er waren voor de test nog twee andere jon gens aangetrokken, maar zij speel den alleen wat hun was opgedra gen, terwijl ik ook improviseerde. Bovendien was het een vereiste enige bekendheid met het TV-me- sp lij tie le ri et n, ie m in er Walschap glimlacht bij de herinnering aan dat gesprek'. „Dat zweten was niet nodig ge weest. Ik ben nogal kritisch aangelegd en ik doe ook altijd mijn eigen zin, maar van deze serie ben ik een onverdeeld be wonderaar”. Net als Thijs ben ik ook iemand die niet makkelijk kan vergeven. Maar op de manier zoals Thijs dat doet, veroordeel ik het toch. Als derde punt voel ik een overeen komst met het gevoel v oor on recht dat Thijs bezit. Ik verschil in zoverre van hem dat ik, als ik ingrijp in een onrechtvaardige si tuatie, eerst de kat uit de boom kijk. Thijs is echt blind voor de gevolgen van zijn handelingen. Maar toch is hij zich heel bewust van zijn daden omdat hij weet dat recht moet geschieden en de waarheid gezegd moet worden. Terwijl ik als Hugo vind dat de waarheid niet altijd gezegd hoeft te Metsers (zonder aarzeling): „Ca ligula van Camus. Dat is een rol die dicht bij mij aansluit. Hij zoekt het onbereikbare, dat doe ik in feite ook. Caligula kent ook die vernietigingsdrang, het heerser- zijn over mensen, macht hebben en toch onmachtig zijn. Ook dat gene wat je liefhebt toch kapot maken, de betrekkelijkheid van het houden van. Er is een soort haat-liefde relatie tussen Caligula en Scipio. De liefdesrelatie houdt hier niet op bij de traditionele man-vrouw relatie. Ik heb met dit stuk eindexamen gedaan, maar was er toen nog te jong voor. Ik begreep er niet zo veel van. Ik zie nu mogelijkheden om er dimensies aan te geven. In de vertaling zou den dan enkele aanpassingen moe ten komen, waarmee ingehaakt kan worden op de actualiteit. „De bezetting wordt geheel Ne derlands en ik kan je nu alvast vertellen dat het een supercast wordt”, verklapt Metsers. „Er komt rock and roll in en elemen ten van de griezelfilm, van traves tie en homoseksualiteit. Nederland zal op zijn gat vallen van mijn nieuwe imagebuilding. Er zullen wel weer genoeg mensen zijn die tegen die tijd zeggen van „dat had je niet mogen doen” en Henk van der Meyden heeft genoeg stof voor drie jaar.” F De nu 75-jarige Vlaamse schrijver Gerard Walschap is bijzonder te spreken over de televisieserie van zijn uit 1936 daterende roman. „Kijk, ik heb zeer goed beseft, dat ik als auteur bij deze serie veel plui men moest laten. Dat blijkt al uit het begin van het boek, en het begin van de serie. In het boek laat ik Thijs in de eerste acht a tien regels de kat doodslaan omdat die een vogel heeft doodgebeten. Dat typeert Thijs z’n rechtvaardigheidsge voel. In de tv-serie is dat voor val héfemaal geschrapt, omdat het tonen van het doodslaan van een kat veel te cru is. Zoiets met de pen beschrijven is veel minder erg dan het laten zien. Maar het is niet mijn bedoeling de mensen te laten gruwelen. Het was wel mijn bedoeling de rechtvaardi ge aard van Thijs te laten zien, diens primaire reactie op een bepaalde gebeurtenis. In de tv- serie heeft men dat met de eigen middelen gedaan en daar ben ik het helemaal mee eens”. Gerard Walschap vertelt dat hij de tv-mensen en de acteurs bij het begin van de opnamen heeft toegesproken. „Ik heb ze voorgehouden dat Dante waarschijnlijk bij iedere illus tratie van zijn Divina Comedia geleden zal hebben, omdat die illustratie niet weergaf wat hij zelf zag Maar voor de mensen die dat beeld van Dante zelf niet hadden, waren ze prachtig. Dat heeft natuurlijk ook gegol den voor de vele Don Quichot- tes die in de loop der tijden gerealiseerd zijn. Ze zullen nooit geweest zijn wat Cervan tes zich van deze figuur voor stelde”. Op een desbetreffende vraag zegt Walschap, er geen idee van te hebben waarom juist deze roman van hem voor een tv- serie werd uitgekozen. Walschap heeft na „Een mens van goede wil” bijvoorbeeld zijn meester werk „Houtekiet” geschreven. „Misschien weet ik het toch wel”, peinst hij. „In „Een mens van goede wil” ben ik de lezer het meest tegemoet gekomen. Tot dan toe was mijn stijl: zeg wat ge te zeggen hebt. Er zijn al zoveel schrijvers teveel, dus moet je zeer gecomprimeerd zeggen, wat je te vertellen hebt. Dat was een zeer fana- tisch begin van mij”. Nel Bakker, die voor de tv- serie het boek bewerkte, is bij Walschap op bezoek geweest om hem enkele delen uit het script te laten lezen. „Ik heb tegen haar gezegd: Nel, dat is jouw vak. Ik heb zelf ook nooit graag gehad dat iemand me zei hoe ik mijn boeken moest „Neem nou de lijkwagen, die na het overlijden van de boerin in de serie te zien was: ik heb in Londerzeel (de geboorte plaats van de schrijver, waar het boek oorspronkelijk speelt red.) nooit zo’n wagen ge zien. Wel armoedige, lemen hutten, maar als men die nu op het scherm ziet zegt men: die serie speelt in de tijd Conscience. En dat moet na tuurlijk niet”. Metsers: „Ik heb met Thijs meer contact dan met Frank. „Frank en Eva” refereerde wel wat aan mijn leven destijds, maar dat waren slechts de uiterlijke kanten van mijn leven, de extremen. Ik ben meer Thijs in mijn relatie met mensen van wie ik houd. Zonder dat ik zijn oogkleppenfilosofie heb. Ik kijk veel achter me, leef be wuster. De extreme uitspattingen zijn maar een heel klein deel van mijn karakter. Ik heb een uitlaat nodig, maar ik heb weinig uitlaat gas, om het zo eens te zeggen. Ik kan in mijn privéleven als een stoomwals zijn die weken achter een doorgaat en zich uitleeft. Maar in de regel vind ik in het toneel wel een uitlaatklep. Bij Lo- dewijk de Boer hield ik me erg rustig. In „Zeven manieren een rivier over te steken” (een schitterend surrealistisch stuk dat onder De Boer bij de Nieuwe Komedie werd uitgevoerd - red.) kon ik er alles uitspatten.” dium te hebben. Ik wist na afloop gewoon dat ik het beter kon doen.” In de jaren ’20 en ’30 vormden de boeken van Walschap een reactie op het werk van Streu- vels en Timmermans. „Tegen het regionalisme, de Mooidoene rij, dat was de stijl waarin toen werd geschreven”, aldus Wal schap. „Het hele Vlaamse land stond op zijn kop, toen mijn eerste werken uitkwamen. Ik liet de geschiedenis van het Vlaamse volk’ zien zoals zij was. Er werd toen niet gevree- je met een kus op het voor hoofd, zoals de schrijvers vóór hand, zoals de schrijvers véér ons dat wilden doen geloven. Ik schreef de waarheid en als mijn tegenstanders dat toen ge kund hadden, zouden ze me op de brandstapel hebben gesme ten. Als reactie daarop heb ik geredeneerd: waarom zijn jullie zo kwaad, ik ben ’n mens van goede wil en ik zal eens een schone vertelling doen. Dat was het boek, dat ik heel bewust „Een mens van goede wil” heb genoemd”, aldus Walschap Metsers: „Ik dacht dat ik veel meer tact heb dan Thijs. Kijk, als ik me tegenover een journalist openhartig opstel( dan weet ik dat" .Mf' Shl 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 19