Wie heeft er nog vlooien?
GESCHILDERDE NERVEN
RESTVERWERKINC
maar
Klakkeloos beschilderen van valhelmen
kan soms levensgevaarlijk zijn
FRAAI OPBERGEN
GEZINFORMATIE
CEEN KLIEKJESDAG,
L
Vijf
PLASTIC LIJSTEN
KITPISTOOL
I
tips voor vrije tijd
„TIMMEREN" ZONDER HAMER
twintig gulden
en
hele mensenvlo
voor een
Voor-gelijmde
Jf
ZATERDAG
19 74
19
23
FEBRUARI
Leveranciers dood
door Herman Moscoviter
Dressuur
Bom
branden
1
F
Jeuk? Voorzichtig krabben. De oorzaak van uw
ellende kan geld waard zijn. Een gewone mensenvlo
staat op de markt hoog geprijsd. Henry Dillen uit
’s-Hertogenbosch betaalt u er graag een geeltje voor.
Per stuk wel te verstaan. Vijfentwintig hele guldens
voor een gezonde mensenvlo. En denk nou niet: dan
ga ik ernaar toe met de vlooien van mijn hond of
kat, die zullen ook wel wat waard zijn, want dan bent
u op de Rijksweg 114 aan het verkeerde adres.
Dierenvlooien zijn geen sou waard. Al geeft u geld
toe, dan raakt u ze nog niet kwijt. Henry Dillen laat
zich niet bedotten. Als er iemand weet wat voor
vlooienvlees hij in de kuip heeft, is hij het wel. De
derde generatie vlooientemmer. Met andere woorden:
Henry Dillen is directeur. Directeur van een klein
bedrijf dat bestaat uit gastarbeiders. Directeur van
het meest autoritaire bedrijf van Nederland. Want
elke werknemer (of liever werkneemster) van hem
moet naar zijn pijpen dansen. Henry Dillen is direc
teur van het enige vaderlandse vlooientheater. Maar
helaas is het op het ogenblik een bedrijf op papier.
Er zijn geen goede, gezonde, levendige mensen
vlooien.
1
Slechte tijden
F-
IL
f
vaderlandse
GASTON GOURMET
echter
Ook over de vraag hoe die
zwakke plek ontstaat, kon de
heer Visser niets zeggen. Ech
ter wel zijn researchmede-
Henry Dillen, directeur van het enige
vlooientheater.
Voor het meenemen van gereedschap voor een flinke klus
kan je natuurlijk zelf een kistje in elkaar timmeren, maar
dan heb je gauw, dat alles op en onder elkaar ligt en het
een gezoek en gescharrel wordt. Raaco (een Deense specia
list in opbergsystemen) heeft een handige gereedschapsbox
gefabriceerd, die zeer overzichteltfk is. Je kunt er meer dan
dertig stuks gereedschap op een dusdanige manier in kwjjt.
dat je ze ook direct kunt pakken. Verder zjjn er twee flinke
vakken, waarin zaken, die men voor het klusje nodig heeft,
opgeborgen kunnen worden, en vier laatjes. Die zijn dan
transparant, zodat je onmiddelljjk voor ogen hebt, waar wat
zit. De uitvoering is in slagvast polystyreen. De afmeting:
270x343x163 mm. Raaco heeft verder nog tal van andere op-
bergkastjes en -doosjes, waarbjj het aantrekkelijke is, dat
je door het gebruik van doorzichtig materiaal alles duidelijk
ziet zitten. Ze kunnen voor alle tnogelijke doeleinden worden
gebruikt.
Als u van echt, eerlijk hout met mooie nerven houdt dan zou u het volgende
eigenlijk niet moeten lezen. De verffabrikant Sherwin Williams heeft namelijk
een ideetje ontwikkeld, dat je van nieuw (plaat-)materiaal schijnbaar oud hout
kunt maken. Dus niet: met een fris verfje oud hout een opknapbeurt geven,
maar nieuw hout of plaat met een verfje oud maken. Daar zijn twee blikjes
voor nodig. Classic antiquing and wood tones en Latex undercoat (Williams is
tenslotte een Amerikaanse maatschappij en waarom dan Nederlandse be
namingen). Hoe gaat dat nu met die verf? De ondergrond moet natuurlijk goed
schoon en droog zijn. Eerst wordt de grondlaag aangebracht, die in verschil
lende kleuren verkrijgbaar is. Na een paar uur drogen komt er een glazuur-
verf op met een diepere kleur, die zich niet egaal laat uitstrijken maar enorme
streken geeft, hetgeen dan juist een vereiste is. Met wat dan ook (een borstel,
een kwast, een rolletje, een doek, desnoods je handen) kunnen in die glazuur-
laag patronen worden aangebracht, die sprekend op een houtnerf lijken. Spat
je ergens: geen nood. Je trekt er strepen (nerven) omheen, waardoor het spatje
een kwast is geworden. De lak droogt langzaam, zodat je ook lang aan het ex
perimenteren kunt blijven.
uit 50 kleine tegeltjes. Als men
opgeplakt heeft (wél op een effen
ondergrond natuurlijk) moet men ze
met voegwit inwassen. Er zijn elf
kleuren.
Zondag aten wij kip uit de Römer
topf (u weet wel zo’n aardewerken
ovenschotel). Van de vleugeltjes, het
bekje, hartje, lever en maagje, was
een klein pannetje bouillon getrokken
dat niet direct werd gebruikt.
Vandaar dat Dillen meteen maar 25
gulden per vlo heeft uitgetrokken. „Voor
een knaak doen de mensen vandaag niks
meer. Begrijpt u wel. En als ik vaste
vlooienleveranciers krijg, is me dat wel
zo lief. Dan heb ik een beetje regelmatig
aanbod”. Met andere woorden: heeft u
opeens een branderig bultje op het been,
zoek eerst de vlo. Krabben kunt u uw
hele leven nog.
Hij beklaagt zich over de beunhazen
onder de vlooientemmers, die het papier
waarop de vlooien moeten lopen scheef
houden, waardoor de wagentjes vanzelf
gaan rijden. Of de Nederlanders die
denken dat de springspier van het dier
is doorgeprikt („Dan zou het geen kracht
meer hebben”). Wel wil hij kwijt dat
sommige van de hem geleverde vlooien
nooit iets zullen leren en andere het
meteen begrijpen. „Als je het goed doet,
dan is het vlooientheater dankbaar
werk. De mensen komen twee-, driemaal
terug. Maar blijft de enige moeilijkheid:
hoe kom ik na vijf jaar stilstand weer
aan mensenvlooien? Want die kun je
niet kweken, die leven in het wild.”
De volgende dag heb ik daar platte
langwerpig koekjes van gevormd (een
soort nassi-hapjes). Het was heel stijf
geworden, liet zich gemakkelijk door
losgeklopt ei en paneermeel wentelen
Die hapjes heb ik gebakken in heet
frituurvet. Een verrukkelijk havje
voor zomaar tussendoor, of voor des
avonds laat. De kinderen hebben ge
smuld. Wij ook, ondanks de vermage-
ringsplannen.
ook zijn plezierige kanten heeft. Als
kermisartiest is hij een gewaardeerde
deelgenoot aan onze maatschappij.
„Ik moet mensenvlooien hebben, want
die zijn taaier dan dierenvlooien. Ze
moeten tenslotte een halsbandje om door
de voorpootjes erdoor te steken. Dieren
vlooien overleven dat niet. Ik gebruik
alleen maar vrouwtjes want de manne
tjes zijn heel klein en klemmen zich aan
de buik van het vrouwtje. De vrouwtjes
zijn sterk. Het enige wat slijt, zijn de
pootjes, omdat ze zo moeten lopen. Maar
de oudgedienden van de vlooien mogen
voor de gouden koets lopen, en dat is
toch ook wat”. De gouden koets van
Dillen is, in tegenstelling tot die van
onze vorstin, ongeveer vier centimeter
lang. Er zijn nog meer verschillen, maar
het zou te ver voeren daar in dit kader
op in te gaan.
In wat voor een maatschappij leven
wij? Een vraag die Dillen zich in wee
moed stelt. En zijn nostalgie is niet
geheel misplaatst. Toen omstreeks de
laatste eeuwwisseling grootvader Dillen
in Par(js uit pure liefhebberij met
vlooientheater begon, was het niet moei
lijk om aan een koppeltje te komen.
Toen zijn zoon, de vader van Henry
Dillen, het bedrijf overnam, was de
markt redelijk verzadigd met vlooien.
En toen Henry Dillen zelf als 16-jarige
op kermissen stond, was het aanbod
regelmatig en van goede kwaliteit. „Voor
de oorlog betaalden we flink. Ver na de
Tweede Wereldoorlog lag de prijs ergens
bij de 2,50 per vlo. Vlak na de oorlog
was een vlo nog geen kwartje waard.
Toen zwommen we er bij wijze van
spreken in.”
Je moet ervan houden, van plastic
lijsten rond foto’s, posters, kalenders
enz. Wij hebben liever een al of niet
bewerkte houten lijst voor de plezie
rige dingen, die we aan de wand
willen hengen. Maar goed, le plastic
lijsten dan, voor wie snel en degelijk
resultaat zoekt zonder onder verstek
te hoeven zagen of zwaluwstaartjes
te maken. Onder de naam Framema
ker zijn er voorgewerkte kunsstof-
lijsten in de handel gekomen. Ze
zijn voorzien van een sleuf om de
plaat in te schuiven. De stukken zijn
een meter lang, kunnen gemakkelijk
gezaagd worden (bijv, met een ijzer
zaagje) en zijn eenvoudig te verwer
ken. Het handige van de hoekcon-
structie is, dat er geen ingewikkelde
procedures of uitrekenarijen aan te
pas komen. De hoeken worden ver
bonden met speciale hoekstukjes. Bij
een lijst van één bij één meter blij
ken de hoekstukken zo vast te zitten,
dat het meer tijd kost ze uit elkaar
te halen dan in elkaar te zetten.
Van de rijst bleef zoals altijd onge
veer twee kopjes over.
De volgende dag heb ik de bouillon
gezeefd. De kippedelen gefileerd
kleingesneden, een uitje gehakt en
gefruit en daarna en roux gemaakt
van 2 eetlepels boter, (gesmolten in
een steelpan), daarbij 2 eetlepels
bloem, een pollepel hete bouillon. Al
les goed geroerd totdat er geen klon-
tertje meer viel te ontdekken. Toen
de klein gesneden kip erbij, het ge
fruite uitje en de rijst.
Aan kruiden: peper en zout (wei
nig), een dessertlepel kerrie (de
scherpe), wat koenjit (geelwortel) ex
tra voor de kleur, een beetje Ve-Tsin
(smaakversterker). Het mengsel ver
volgens gestort in een langwerpige
schaal en het koud laten worden. De
bovenkant heb ik goed glad gestre
ken.
Was het vroeger praktisch ondenk
baar dat een amateur zelf een wand
betegelde (er was nog geen lijm en
alles moest met specie gebeuren) te
genwoordig is het geen punt meer.
Belangrijk in deze ontwikkeling is
het feit geweest, dat stukadoors en
vooral tegelzetters dure vaklieden
specialisten waren en nog zijn. De
komst van de sterke lijmen heeft dat
hele wereldje in beroering gebracht.
Er is zelfs speciale tegellijm in de
handel gekomen. De ontwikkeling is
niet stil blijven staan bij de contact-
lijm. Alabastine bijv, is nu met zelf
klevende mozaïek op de markt geko
men en dan gaat het niet om hard
board- of kunststofplaten met een te-
gelmotief, maar om echt aardewerk.
Dat keramiek kan men onder de
naam „Poly en panel" als tegelmatjes
krijgen. Aan de achterzijde zitten
lijmstrippen, die, aldus Alabastine, op
iedere degelijke ondergrond houden.
Men behoeft alleen maar het lijm-
schutblad weg te trekken. De matjes
zijn 27 bij 27 cm. Ze bestaan ieder
Zoals ook de andere zichzelf res
pecterende lijmfabrikanten heeft Per
fecta Chemie (beter bekend als Bison)
een siliconenrubberprodukt op de
markt gebracht. De Bison siliconenkit
voor lijmen en afdichten van glas
platen, ramen, vensterbanken, tegel
wanden, sanitaire voorzieningen van
allerlei materiaal is in drie kleu
ren verkrijgbaar: wit, grijs en trans
parant (dat laatste dan voor glasbe
vestigingen zoals aquaria). Let er wel
op de goede kit voor het specifieke
werkstuk te kiezen.
De kit is blijvend elastisch, water
en weerbestendig en bestand tegen
extreme temperaturen. De siliconen
kit is verkrijgbaar in tubes voor klei
ne karweitjes en in kokertjes voor
wat groter werk. Omdat je bij inten
sief gebruik pijn in je vingers krijgt
van het uitdrukken van de lijm met
een soort sleuteltje, is de vondst van
de spuitpistool voor de kokertjes een
heel goed ding. Het is wel even een
aanschaf, maar het bespaart kramp
in de vingers.
agressieve verf of verdunner
is gebruikt.
Wat er dan kan gebeuren,
werd eigenlijk bij toeval door
TNO in Delft ontdekt. Tijdens
een normale valproef in dit
keuringsinstituut spatte een
integraalhelm van een gere
nommeerd merk als een bom
uit elkaar. Groot alarm bij
TNO. Alle apparatuur werd
ogenblikkelijk gecontroleerd
en daarna liet men een zelfde
helm van hetzelfde merk de
valproef ondergaan. Ook die
spatte uit elkaar. De leveran
ciers van de grondstof en de
fabrikant werden onmiddel
lijk gebeld en de zaak werd
terdege onderzocht. De oplos
sing bleek in Italië te liggen.
Kliekjesdag was vroeger in Am
sterdam een heel bekend begrip. Dan
werden de restanten opgemaakt van
wat de vorige dag op tafel was ge
bracht. Nu zijn er gerechten die dat
best kunnen hebben: snert, hutspot
en een aantal stamppotten. Maar in
veel gevallen was „kliekjesdag” iets
om te verafschuwen. Niet dat ik er
persoonlijk thuis mee geplaagd werd,
maar het rook altijd zo in het trap
portaal. Je kon precies vertellen
welke buren wat aten en hoeveel
dagen lang. Toch doen wij in ons
dagelijks leven te weinig aan restver-
werking. Een voorbeeld van hoe het
ook kan.
Maar de tijden veranderen. Zozeer,
dat Dillen een vijftal jaren geleden be
sloot op te houden met het vlooienthea
ter. „Kijk, dat zal ik eens haarfijn
uitleggen. Ik sta op de kermissen met
een kinderdraaimolen en een lachspie-
gelhuis. Op een gegeven ogenblik dacht
ik: iedereen in Nederland heeft het
vlooientheater gezien. De nieuwigheid is
er na 70 jaar rondtrekken van onze
familie wel af. Ik stopte, borg de spul
letjes op en dacht er niet meer aan.
Maar dit jaar dacht ik: er zit toch brood
in, waarom zou ik er niet weer mee
beginnen? Nou moet u weten dat ik een
aantal vaste leveranciers had voor die
vlooien. Ik dus naar die mensen toe.
Nou, dat viel wat tegen; de meesten
waren de pijp uit. En hoe kom je aan
nieuwe leveranciers? Door te adverte
ren”.
De bewuste advertentie heeft in ette
lijke Nederlandse kranten gestaan. „Di
recteur vlooientheater zoekt leveranciers
levende mensenvlooien”. De advertentie
viel niet altijd evenzeer op, ook al
omdat hij bijvoorbeeld in de Haagsche
Courant in de sexrubriek belandde. Iets
wat Dillen betreurt, hoewel hij een be
hoorlijke vlo uit het schaamhaar van
onze natie zeker niet zal weigeren. De
advertentiecampagne heeft tot nog toe
Dat in elkaar zetten kost weinig
tijd. Het heeft eigenlijk niets om
handen.
oorzaakt, zoals een ha
mer bij een forse tik
wel doet. Met name bij
het aanbrengen van
schrootjes, zachtboard
of polystyreentegels is
voertuigjes die door vlooien kunnen
worden voorgetrokken, zitten. Hij wijst
op een Ben Hur-achtige wagen; op een
klein formaat grasroller, maar ook op de
rokjes die de danseressen onder vlooien
aankrijgen. Op het dubbel getwijnde
draad, waar de vlo voor een heel seizoen
(zes maanden) mee wordt ingespannen.
Dit brengt hem vanzelf op de dressuur
van dit insektenvolk. „Eerst wordt de
vlo vastgezet met zijn kop en voorpoten
door het halstert je, en dan beginnen we
met de dressuur. Ik mag dat niet vertel
len. Dat is het vakmanschap dat ik van
mijn vader en hij van zijn vader heeft
meegekregen. Maar ik kan wel vertellen
dat er geen trucjes aan te pas komen.
Kijk, in het begin springen de vlooien in
laats van te lopen. De kunst is nu om ze
dat af te leren. Maar je moet steeds
denken: het is een insekt. Je kan niet
zeggen: nu krijg je een stukje worst
omdat je zo braaf je best hebt gedaan.”
Een valhelm bestaat uit een
buitenschaal, veelal gemaakt
van polycarbonaat, polythy-
leen of ABS. Dan volgt een
laag schokabsorberend poly
styreenschuim en de bescher
mende voering. De voering
dient niet alleen voor het lek
ker zitten van de helm, maar
meer nog voor de opvang van
de kinetische energie die bij
een val ontstaat. Waar het
hier om gaat is de schaal.
Vele hippe kleuren waarin de
helm tegenwoordig leverbaar
is, ontstaan op twee manieren.
De polycarbonaat, polythyleen
of ABS-korrels hebben al die
kleur voor ze tot schaal wor
den geperst of de schaal
wordt naderhand in een be
paalde kleur gespoten.
Om een en ander te tonen, haalt
Dillen een doosje waarin verschillende
Morgen doen we het karig beloven
we elkaar dan weer. Dan is het sla-
dag! Probeert u zo maar eens uw
restjes rijst en kippedelen te verwer
ken. Ik voorspel u succes.
Het klakkeloos beschilderen
en met stickers beplakken van
valhelmen kan levensgevaar
lijk zijn. Door bepaalde che
mische werkingen op de schaal
van de helm kan die broos
worden en zijn beschermende
werking verliezen. In plaats
van het hoofd bij een ongeval
te beveiligen is de kans groot
dat door een broze plek de ge
volgen van een ongeluk ern
stiger uitpakken. En dat is
zeker niet het doel van het
dragen van een helm.
het een aardig hulpmid
del. Bij wat harder hout
moet men nog even na
timmeren.
De „spijkerautomaat”,
zoals het officieel heet,
is een hol metalen buis
je (met stevig houten
handvat), waarin zich
een magneetje bevindt,
dat de spijkers, die men
erin stopt, vasthoudt.
Het buisje kan men
door een veer krachtig
indrukken, waardoor de
spijkers in het hout
wordt gedreven. Het
spijkertje dringt diep en
volledig door in het
hout, waarbij het kopje
onder de oppervlakte
verdwijnt. Er zijn twee
uitvoeringen voor spij
kers van verschillende
grootte (niet te groot).
Hoofd afdeling keuringen L.
Visser daarover: „Na veel vij
ven en zessen bleek bij de
Italiaanse fabrikant in de
verfspuiterij een fout te zijn
gemaakt. Een kleine serie hel
men was gespoten met een
verf waar een werknemer
wat verdunner doorheen had
gedaan omdat die verf te dik
was geworden. De verdunner
was agressief ten opzichte van
de buitenschaal”.
Wat kunnen de gevolgen
zijn wanneer iemand met zo’n
helm een schuiver maakt?
De heer Visser: „In eerste
instantie gebeurt er niets,
want de schokdempende wer
king zit niet in de buiten
schaal maar in het polysty
reenschuim eronder. Maar als
er iemand valt, barst de bui
tenschaal. Eï' is echter niets
aan de hand als hij of zij
doodstil blijft liggen. In de
praktijk pakt zoiets
anders uit. Vaak schuif je nog
een eind over het wegdek.
Dan nog kan er weinig gebeu
ren, maar wanneer het slacht
offer tijdens die glijpartij
een of ander obstakel ont
moet, kunnen de gevolgen
rampzalig zijn. Een stuk steen
of een stukje metaal kan dan
door de broze plek heendrin
gen en een ernstige verwon
ding aan het hoofd veroorza
ken. Over de aard van de
verwonding kan ik niets zeg
gen, ik ben geen medicus”.
weinig resultaat opgeleverd. „Niet te
verwonderen, want de vlooien komen
pas weer in maart-april te voorschijn.
Ik wil iedereen even attent maken dat
ze aan de Rijksweg 114 in Den Bosch
terecht kunnen”.
Dillen beweert dat het slechte tijden
zijn voor de mensenvlo. Het gezellige,
ongewassene van vroeger is eraf. De
betonnen huizenbouw doet de vlo de das
om. Geen plezierige houtkieren meer om
je in te verstoppen. Af gezien nog van
alle anti-insektmiddelen. Waren vroeger
de motteballen wel een der zwaarste be
stri jdingswapens, heden ten dage zwaait
iedereen maar met de insektenverdel-
gende middelen per spuitbus alsof het
niet op kan. En wie lijdt daar onder?
Juist, de mensenvlo. Het leven wordt
hem zuur gemaakt. En dat terwijl hij
Er is een voortreffe
lijk hulpmiddeltje in de
handel gekomen om
spijkers van wat kleiner
formaat in het hout te
„drukken”. Het gebeurt
nogal eens, dat men
spijkertjes in moet
slaan, maar dat men die
kleine dingen amper
vast kan houden. Het
spijkertje springt steeds
weg of je slaat zij
het zachtjes wellicht
op je vingers. Markt
en Co Ltd (Keizers
gracht 691, Amsterdam)
heeft nu een (Engels)
apparaatje geconstru
eerd, waarmee je zon
der een hamer te ge
bruiken spijkertjes in
het hout drijft zonder
dat dat ook nog een
indruk in het hout ver
werker J. Dijkshoorn. „Zoals
u weet heeft bijvoorbeeld bi-
sonkit een brandende wer
king” zegt hij. „De lijmlaag
op de meeste stickers (ook die
van Veilig Verkeer Neder
land) berust op hetzelfde
principe. Wanneer die lijm
ook maar iets warm wordt,
bijvoorbeeld doordat de helm
op de kapstok boven een radi
ator van een centrale verwar
ming of achter in een auto
ligt, trekt de lijm in de bui
tenschaal. Er ontstaat dan een
zwakke plek. De enige stickers
waarbij dat niet gebeurt, zijn
die van de helmfabrikanten
Zelfs onze TNO-stickers met
het goedkeuringsmerk hebben
niet de juiste lijmlaag, maar
wij brengen ze ter hoogte van
het oor op de helm aan: de
minst kwetsbare plek. Verf
soorten zijn sowieso agressief
als ze niet zijn afgestemd op
het materiaal van de buiten
schaal.”
Maar omdat er slechts wei
nig gunstige uitzonderingen
zijn, adviseert TNO valhelmen
in geen enkel geval van stic
kers of een andere verflaag te
voorzien. De heer Dijkshoorn
gaat bij het noemen van de
mogelijke gevolgen nog een
stapje verder dan de heer
Visser: „Wanneer iemand met
die zwakke-plekkenhelm er
gens tegenaan komt, barst de
schaal en kunnen scherven
het hoofd binnendringen. In
sommige gevallen bestaat de
schaal uit glasvezels. Wanneer
dat materiaal in de wond
komt, is de genezing erg
moeilijk. Geen specialist
krijgt de glasvezels geheel uit
d° wond, met alle nare gevol
gen van dien.”
Bij het spuiten wordt een
verfsoort gebruikt, die is af
gestemd op het chemische
materiaal van de buiten
schaal. Beide materialen ver
dragen elkaar goed; er is geen
agressieve werking. Maar an
ders wordt het, wanneer een