André Breton probeerde tevergeefs surrealisme politiek doel te geven onthutsende feiten over kernenergie De dood in het vat BOEK! ERBIJ -7 1 I ga r<» 1 1 fif 8 ZATERDAG MAART 2 1974 18 door Hein Steehouwer Laatste poging Aan schokken gewend Overtreffende trap Verwarrende zaak Veiligheid Twijfelen Minister Boersma Zo zegt De Vreede, die met name de valse voorlichting attaqueert, dat iedere verzekering, dat kernreactoren veilig zijn op niets be rust. „De tot nu toe gebruikte risicoberekeningen hebben uit sluitend propagandistische waarde”. DE TIJD van de grote schandaalverwekkende kunsttentoonstellingen schijnt voorbij, in tegenstelling overigens rond schandalen als het om het geschreven woord gaat. Dat wordt als gevaarlijker geacht, zie de kwestie- Solzjenitsin. Maar beeldende kunst.... nee. Natuurlijk, er zijn hier en daar disputen over het museumbeleid inzake het exposeren van nóg pro gressievere al dan niet gepolitiseerde kunst. Een enkeling denkt nu glimlachend terug aan de tijd, dat de wandschildering „Vragende kin deren” van Karei Appel koffiepauzende ambtenaren in hun kantine schrik aanjoeg. Maai' schandalen door exposities, die de wereldpers halen zijn er niet meer bij. In het verleden was dat anders. Bemoeiingen van een keizer Napoleon III, die ten faveure van de kunstenaars ingreep bij mu seumdirecties haalden wel de wereldpers. Eveneens de tentoonstellingen die Hitler onder de titel „Ontaarde kunst” liet houden als afschuwwek kend voorbeeld hoe het niet moest. De kunst heeft het gelukkig overleefd, want de drang ertoe is sterker dan alle tirannie. Het uitstekende boek „Kunst die de wereld schokte” van Jan Dunlop en door Unieboek in Bus- sum geïllustreerd uitgegeven, leert zulks. Er zullen aardig wat mensen niét zo gecharmeerd zijn van het boek van Parool-journalist Matthijs de Vreede (ook hoofdredac teur van „Milieu-defensie”) over kernenergie in Nederland. Met name de directeur van de Arnhemse Instituten der Electriciteits- bedrijven Van Erpen Rooyaards, minister Boersma en professor Went van de KEMA, plus de verantwoordelijke overheidsinstan ties, industriëlen en werkers in de kernreactoren zullen zich verre van ingenomen voelen met dit onthullende document. De Vreede wil aan de hand van vooral gegevens en verklaringen van de wetenschap en de kernenergie-industrieën aantonen, dat alle gepraat over de veiligheid van kernenergiecentrales lariekoek is. :>l I Cv 7 pi d 1 J»-" n rb V enkele ander zijn ■t ‘V s. >ba M. ar; Jo- 15 jaar; P. Fa- I jaar. gen de kraan al heeft terugge draaid). Waar De Vreede zich vooral zo kwaad over maakt (zijn toorn zit als het ware in de drukinkt ver stild) is het optreden van verant woordelijke lieden, die vaak meer nun verantwoordelijkheid ten op- over praatte: hij had een witte jas aan gekregen en was een paar uur lang door de exploitanten van de centrale voorgelicht”. De Vreede gaat natuurlijk wel minutieus na, wat er zich in Dodewaard heeft afgespeeld. Breton wilde nu echter alles overtreffen. Hij kreeg de Galerie Beaux-Arts, een der filialen van Wildenstein uit New York tot zijn beschikking. Er was ruim te te over en Breton mocht alles doen wat hij wilde. Op 17 januari 1938 was de opening. Het dure publiek stroomde toe, want er was tevoren veel propaganda gemaakt. Dat publiek werd bij de ingang al ge schokt door een der beste „objecten” die Salvador Dali ooit heeft gemaakt: 34 jaar lendri- Adwina Edel- J. M. van de w. m. Kooiker, ts. mulder A. z.v. Frank A. C. lenjaar an der z.v. H. ul, z.v. Veldt; A. M. en G. ngs en J. te Ivia I., s. Ook door anderen werden etalagepop pen toegepast. Die van Wolfgang Paaien was bekleed met mos en paddestoelen en haar pruik was bedekt met een grote vleermuis. Er was bij de opening ook een „levend model”. De eerste bezoekers werden ver welkomd door de beeldschone actrice Hélène Vanel die, naakt maar met enige kettingen omwoeld, op en af een rijk aangedaan ledikant sprong, in en uit een plas modder. Met die modder „doopte” ze het publiek en menige avondrobe was daardoor voorgoed, naar de knoppen. Alle zintuigen moesten worden getrof fen. Dat was de bedoeling. Peret, een dichter, zette een apparaat neer om koffiebonen te branden. Het rook lekker. Via een ergens verstopte fonograaf wer- jkse ju- Heems- 7 wordt 3e Vrij- ivervan- nan uit k. Voor ensem- ijer, 25 5 jaar; nna M. inis C. Blom- 21 jaar r en W. Schaper Jonk en r. j. m. nnes C. iwissen, c en J. Voort houdt van de erlandse n voor- lanken”. zang 14 ngen de vang 14 lem, die a galet- r Pierre Het ledikant waarin de naakte actrice Hélène Vanel op en neer sprong en vaak daarnaast in de plas modder om de be zoekers van de surrealisten-tentoonstel- ling te bespatten. Op de achtergrond schilderijen van Paaien, Penrose en Mas son. n en G. i M. E. C. M. Terkerk, „Regenachtige taxi”. Het geheel was een oude kapotte taxi, bedekt met klim op en andere planten. Door een bui- zensysteem regende het constant in de taxi op de twee inzittende figuren, etala gepoppen. Voorin de chauffeur, wiens gezicht uit een geopende haaiebek het publiek aanstaarde. Achterin zat een blonde schoonheid in tule met naast zich rottende groente en een naaimachine. Over haar wassenbeeldengezicht kropen levende slakken. HEEL VEEL HERRIE is er geweest rond de „Internationale surrealistenten toonstelling” in het Parijs van 1938. Over die expositie willen we in na- We zijn eraan gewend geraakt, over- voerd met indrukken wellicht en gek ker” dingen dan op die Parijse tentoon stelling zijn eigenlijk niet te verzinnen. Het is meer een spel voor de spelers geworden dan een spel voor de toe schouwers. We gaan kijken en maken ons er niet druk meer over, terwijl we in de politieke boodschap van de „klas sieke” surrealisten helemaal niet meer geloven. In feite leert ook het boek „Kunst die de wereld schokte” dat er eigenlijk niets nieuws onder de zon is. Het surrealisme in die jaren was niet alleen politiek getint. Het had behalve de dieptepsychologische trekken voor sommige beoefenaars zelfs religieuze achtergronden. Het wilde leven en kunst in zijn totaliteit beïnvloeden. Joan Miró, een van de ijverigste apostelen van Bre ton, schreef eens: :h. gew. oud 83 en, geh. irs, oud en, geh. Assema, i, H. E. ir en E. L M. J. „Het gaat zonder meer op, dat de buitenwereld, de contemporaire ge- „We kunnen zonder overdrijving zeggen, dat de beschaving nog nooit zo ernstig bedreigd werd als vandaag. De Vandalen met barbaarse werktuigen (die in verhouding zo weinig effectief waren) hebben de antieke cultuur in een gedeelte van Europa weggevaagd. Maar vandaag zien wij een wereldbe schavingwankelen onder de klappen van de reactionaire machten die het hele arsenaal van de moderne technologie tot hun beschikking heb ben. Wij denken helemaal niet alleen aan de naderende wereldoorlog. Zelfs in tijd van „vrede” is deze positie van kunst en wetenschap volledig onaan vaardbaar geworden.” Ook minister Boersma krijgt van de auteur een v-eg uit de pan met de betrekking tot zijn optre den rond moeilijkheden (in 1972) met de reactor van Dodewaard. Cynisch zegt De Vreede over de uitspraak van de minister „Ik ben diep onde- de indruk van de wel- volging van het boek iets schrijven „tot leringe ende vermaeck”. De schrijver van „Kunst die de wereld schokte”, Jan Dunlop, zelf kunstcriticus, vindt zelf slechts gedeeltelijke arftwoor- ’den op de vraag, waarom in veel geval len de publieke opinie zo verhit raakte. Die antwoorden zijn vaak ook niet te geven. Ook dus slechts gedeeltelijk als we het verder hebben over die tentoon stelling van de surrealisten. Deze schilders het is algemeen be kend werden in Frankrijk geleid door André Breton, een zeer integere communistische figuur, die de geestelijke bevrijding van de mens zocht te berei ken via de kunst.als die in dienst van zijn politieke ideeën stond. Breton verbood daarbij zijn vele volgelingen, onder wie zeer grote kunstenaars als Max Ernst, aanvankelijk Dali, Tanguy, Marcel Duchamp en vele anderen in de hele wereld, om lid te zijn van de officiële communistische partij-afdelin gen. Hij hing Trotski aan en de meeste Franse surrealisten deden dat ook of deden alsof. Natuurlijk rekende Breton mis, zoals bijna altijd wanneer kunst en politiek té zeer verweven raken. Hij bedoelde het uitstekend. Het publiek echter trok zich weinig van de politieke achtergronden aan. Het surrealisme was reeds geaccep teerd geraakt, juist bij de snobs en bij mondain Parijs. De belangrijkste „be schermheren” waren lid van de hoge adel. De „bekering van het volk” was achterwege gebleven. De dieptepsycholo gische achtergronden van het surrealis me toegeschreven aan de invlped van Freud interesseerden het „klassebe- wuste proletariaat” in het geheel niet. De Vreede is duidelijk een ge drevene, die met cynische pen de strijdt aanbindt tegen het gevaar dat de mensheid bedreigt. Hij zet een enorme rij schokkende gege vens. naast elkaar, verkregen uit uitspraken, feiten en rapporten van de kernindustrie (vooral die in j Kunst die de Wereld Schokte .a4A>3'.'v Er zijn in de kranten in de hele westerse wereld grote stukken vóór en tegen deze expositie geschreven. Dat té gen zou nu inmiddels onmogelijk zijn, want het publiek ook „de man in de straat” is aan zo veel gewoon ge raakt. Het heeft tevens ontdekt, dat de exposities van vroeger de latere „happe nings” van de jaren zestig zijn geworden en nu bijna alweer vergeten. Thans kijken we naar een Stenfert, Kienholz en Segal of anderen met vervreemdende objecten en denken misschien weemoe dig terug aan een tijd, waarin beeldende kunst nog kon schokken omdat een nieuwe stijl geen herhaling van een vroegere was, dan wel een modever schijnsel met een tijdsduur van een paar jaar. was. Zelfs de in ander verband wel door de electriciteitsproducen- ten genoemde dosis, van „minder dan één millirem” is onjuist, hoe wel de Kema-hoogleraar professor J. Went op een in het najaar van 1972 gehouden persconferentie bij hoog en bij laag volhield, dat het nooit méér zou kunnen zijn. Vijf minuten na deze uitspraken werd hem echter gevraagd hoe groot de straling was aan de rand van het reactorgebied te Borssele. Het ant woord luidde zonder aarzelen: 17 millirem. Dat is dus 170 maal zoveel als de brochure aangaf. Terwijl mensen, die aan de rand van dat gebied woonden omstreeks dezelfde tijd wisten te vertellen dat er helemaal geen straling vrij kwam. Dat was hun tijdens speci ale voorlichtingsavonden met de hand op het hart verzekerd V 1 A voor de wetenschappelijke be trouwbaarheid van de uiterst ver ontrustende gegevens en onthul lingen uit dit boek.” Het is een boek, waarover nog we' het een en ander te doen zal zijn. We nemen tenminste aan, dat er door de kern-energisten wel op gerea geerd zal worden. Alleen al het feit dat men nog eens nader tot Het boek gaat regelmatig in op de positie van de overheid. De Vreede: „Des te meer kan de overheid verweten worden dat zij faalt, omdat ze het niet uit onver mogen doet. Ze wordt ook vaak genoeg gewaarschuwd. Het beleid is echter bewust gebaseerd op on wetendheid. Er wordt om econo mische reder en vooruit geiopen op het verwerven van voldoende we tenschappelijke en technische in formatie, waarbij zelfs te bespeu ren valt dat om diezelfde reden informatie van de hand wordt ge wezen.” En verder: „In de econo mische beleidssfeer maakt niet het wetenschappelijke onderzoek, maar de hoogte van de investerin gen of het te verwachten bedrijfs resultaat uit of een beslissing wel of niet genomen wordt. Bij de behandeling van de financierings wet voor de snelle natrium ge- Bovenstaande uitingen waren niet met elkaar in tegenspraak, althans niet voor velen in die tijd, voor wie het commu nisme ook een religie was, zij het op de aarde gericht. In de praktijk was echter steeds weer gebleken, dat de trits „sur realisme - communisme - religie” een som van al te ver uiteenlopende tegen delen was, een som die nooit heeft geklopt en ook nooit kloppend is te krijgen. Om die reden was de surrealis tische beweging als groepsuiting reeds lang voor 1938 begonnen uiteen te val len. Veel „dogmatici” schaarden zich al lang niet meer onder het nogal tirannie ke vaandel van Breton en latere aan hangers hadden vaak in het geheel geen politieke doelstelling. LONDEN, BRUSSEL en New York hadden grotere surrealistische exposities gekend, dan ooit de „vaderstad” Parijs. „Modepop” van André Masson, kunst die destijds schokkend werkte, maar die nu bijna liefelijk lijkt, in ieder geval niet meer angstaanjagend, zoals ze in 1938 werd ondergaan. anders onze industrie een achter stand zou kunnen krijgen De Vreede gaat (een maal wat doordrammend) op de series problemen in, die er rond het kernenergie-gebruik en -be leid, zijn. Het veiligheidsaspect staat daarbij natuurlijk centraal, zowel wat de directe vervuiling betreft, als de rampentoestand bij een fout in de centrale en zowel als het nog volledig onopgeloste probleem van het gevaarloos op ruimen van de radio-actieve afval. Ook de opslag van plutonium, dat pas later te gebruiken is, is een levensgevaarlijke affaire. Andere aspecten: het gevaar voor de wer kers in de centrales, de gebrekkige aansprakelijkheidsregeling bij een eventuele ramp, de factor van het menselijk fa.en, de prijsregeling, de veiligheidszaken, het koelen van het water, milieuveranderingen. Natuurlijk wordt er ook in gro te -ijnen uiteengezet, wat er ge beurt in een kerncentrale. Dat ge beurt op begrijpelijke wijze, zodat ook iemand - en wie is dat niet? - die er weinig vanaf weet, een globaal overzicht van de gang van zaken krijgt. Professor dr. J. Fast, hoogleraar fysische chemie aan de TH in den opnamen van het hysterisch gelach van krankzinnigen ten gehore gebracht. Dat klonk niet lekker en het wekte veler woede. Marcel Duchamp had de centrale hal versierd met van het plafond omlaag hangende kolenzakken alsof het een druipsteengrot was. De vloer was be zaaid met takken en daar middenin stond een groot brandend komfoor, zoals stratemakers vroeger gebruikten. Tussen dat alles door hingen er aan de wanden ook schilderijen van een ongeteld aantal kunstenaars uit de hele wereld. Hele goede schilderijen vaak, later beroemd geworden en voor recht geaarde communisten niet meer om te betalen. BRETON WILDE IN 1938 nog eens een poging wagen om zijn ideeën te propageren. Hij deed dit ook in de hoop om daarmee terecht de nazi-barbarij aan de kaak te stellen. Hij wilde een volksfront oprichten van trotskisten en andere ondogmatische linkse intellectue len, samen met de surrealisten. Hij had Trotski in 1938 in Mexico ontmoet en schreef naar aanleiding daarvan een van zijn vele manifesten. De beginwoorden van dit manifest, getiteld „Naar een vrije, revolutionaire, onafhankelijke kunst” luiden: Professor J. Went wordt in het volgende fragment neergezet als iemand, aan wiens officiële uit spraken men minstens kan twijfe len: „In het najaar van 1972 gaven de Nederlandse electriciteitsprodu- centen een brochure uit, getiteld „Kernenergie en electriciteit”, een handzaam, rijk geïllustreerd boek je. Een van de dingen, die er uitvoerig in behandeld werden, was de stralingskwestie. Met trots werd erop gewezen, dat de indivi duele leden van de bevolking door het gebruik van kernenergie met van de Oak Ridge National Labo ratories (VS), die enkele jaren ge leden opmerkte: „Als er een mid del tegen kanker gevonden wordt, verdwijnt het probleem van de toelaatbaarheid van radio-actieve straling”. Commentaar van De Vreede: „Radio-actieve straling veroorzaakt onder andere kanker, een ziekte die we allemaal van de heer Weinberg best mogen krijgen, ware het niet dat er geen genees wijze voor is. Voor gebroken bot ten bestaat die wel. Vandaar dat ieder ongestraft een benen mag breken”. beurtenissen, zonder ophouden de schilder beïnvloeden. Het spel van lijn en kleur is, als het het drama van de schepper niet volledig blootlegt, niets anders dan een vermaak voor burgers en buitenlui. Als wij de religieuze kern niet trachten te ontdekken, de magische betekenis van de dingen, dan scheppen wij alleen maar nieuwe bronnen van ontaarding in aanvulling op de ontelbare, die er vandaag al bestaan.” DE BEELDENDE KUNST kent eigen lijk slechts twee typen expositieschanda- len. In het ene geval gaat het bijna altijd om het verzet van een oudere generatie tegen de jongere, die ook een plaatsje aan de expositiewanden opeist. In het andere om politieke achtergron den, met steeds weer de eis van sommi gen zoals indertijd Goebbels en nu de Sovjet-autoriteiten dat de kunst de politiek moet dienen. De schandalen rond de esthiek duren meestal slechts enkele jaren. Het is nu voor ons onbegrijpelijk dat een schilde rij van Eduard Manet, „Déjeuner sur l’herbe” (met één naaktmodel tussen twee geklede mannen aan de Seine- oever) in 1863 een groot expositieschan- daal veroorzaakte. De politieke schandalen kunnen veel langer nawerken. In Rusland is de beel dende kunst ondergegaan in het socialis tisch realisme met brave genrestukjes en heroïsche kolchoze-arbeiders op glanzen de landbouwtrekkers. Het Duitse expres sionisme is de klap van Hitler nooit meer geheel te boven komen. Terug naar het genoemde boek, ver taald door mevrouw E. A. M. Schelte- ma-Vriesendorp. Het behandelt zeven opzienbarende kunsttentoonstellingen tussen 1863 en 1937. De eerste is de bekende „Salon des Refusés” in Parijs, de laatste de „Ontaarde kunst”, de expo- sitieserie in Nazi-Duitsland, die in de gehele wereld een gevoel van schrik verwekte omdat toen zelfs schilderijen opzettelijk werden verbrand. Daartussen liggen dan exposities met geweigerde impressionisten, expressionisten, kubisten en aanhangers van andere stijlen die later prompt algemeen aanvaard wer den. mensen op het oog hebben. Zoals de heer Alvin Wenberg, directeur extra zoude1- worden belast. Het geen niet juist, oftewel misleidend veel verder is dan hier en op vele Punten uit veiligheidsoverwegin- bleek dat overduidelijk.” Het is een gedwongen meehollen, omdat Eindhoven, leidt het boek in. „Zijn inleiding kan, aldus de uitgever, „beschouwd worden als waarborg L- een verdienste van - it boek HANS ROMBOUTS a S regelen” het volgende: „De be windsman kon weten, waar hij «W ""W fw-ZmL UW’ •a •jd’j'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1974 | | pagina 19