Joe Albany voor Cat Jazz in Haarlem
Toneelschuuracteurs werden
niet geheel geloofwaardig
Limehouse op
BERNARD BARTELINK AAN
HET SINT BAVO-ORGEL
Joh. Passion in
a’^hentieke
uitvoering
Beethoven weer
in de gratie
ROM KALMA INDRUKWEKKEND IN
MAHLER’S LIEDEREN
Solzjenitsins
werk vernietigd
in Rusland
Goede grafiek
van Hunfeld
Haarlems Jeugdorkest met
goed gekozen programma
zijn best
I
7
er
Ank Reinders zong Andriessen’s
„Miroir de Peine” ontroerend
Bij Heerkens Thijssen
IN CHINA
Hoge filmprijs voor
James Cagney
„Daddycated”
Jeugd sterker dan „De Knollentuin”
MAANDAG 18
MAART
1974
Worstelen
HAARLEM De organist Ber
nard Bartelink had voor het orgel
concert, dat hij zondagmiddag in
de kathedrale basiliek Sint Bavo
aan de Leidsevaart heeft gegeven,
een programma van Nederlandse
werken samengesteld. Zuid-Neder-
land was hierin vertegenwoordigd
met drie bewerkingen in de koraal-
voorspelvorm van middeleeuwse
geestelijke liederen van de Vlaamse
componist Flor Peeters.
HAARLEM. Het concert dat
Joe Albany zaterdagavond voor een
handvol aandachtige luisteraars op
de Haarlemse Jazz Club gaf, was om
verschillende redenen opvallend te
noemen. Allereerst was hier een
boppianist te beluisteren, die in een
idioom speelde dat na 25 jaar nog
nauwelijks geëvolueerd leek. Charlie
Parker, Benny Carter en Max Ka
minsky leken dan ook in levende
lijve op het podium van de Zander-
zaal rond te wandelen. Het was pure
romantiek (speltechnisch en gevoels
matig), waarbij je recentere verwor
venheden als free- en rock jazz
maar snel moest vergeten.
M
I
Romantische boppianistiek
Joe Albany tijdens zijn optreden.
CEES STRAUS
JOKE DIEBEN-FRERÏCHS
P. ZWAANSWIJK
mijn
i dat
beeld
land:
laten
dan
van
iking
leem,
idee
dat
Joop
jartij
ver-
eden
i liet
an de
s van
ie die
i zijn
im bij
g mee
ld die
l over
etnam
1 met
at hij
achter
werd
:t ge
ar een
zoals
rs dat
mages
het-
ge-
Ver-
Hall-
van
leve,
voor
gens
«rat.
ellen
nep-
„Ik
maar
alle-
riklijk
it de-
clame
,t het
jr, ik
el.”
it dit
Jerard
.vegen
ms de
Karei
wijze
■beeld
vóór
Vor-
vind
a wij-
alleen
ouden
i met
ijde)”.
it op
veinig
it ge-
soort
:ser is
s een
twee
gram-
arden:
n ons
is Ge
it van
a een
n met
t. Die
leciale
an in-
Peter
reuvel
1 we
ior je
arbei-
aoemt
t zijn
mouw
roon-
God"
aar in
con-
naar
toch
1, op
poli-
over
jaar
toe-
L
Azymuth vindt dat de Johannes Passi
on gebracht moet worden door solisten
die spelen op authentieke barokinstru-
menten en door zangers die jaren stu
deerden op verloren gewaande technie
ken, zonder vibrato en met een nauw
keurige muzikale articulatie.
Uitvoeringen van de Johannes Passion
in deze opvatting zullen zowel in Beige
als in Nederland gegeven worden. Op 4
april is deze Johannes Passion „in de
originele versie” te horen in Luik, op 5
april in Gent, op 6 april in de Waalse
Kerk in Amsterdam, terwijl er een slot-
uitvoering komt in de concertzaal van
de Doelen in Rotterdam.
Bij de vocale solisten die Azymuth
heeft gevraagd, zijn Xavier Torra, een
specialist op het gebied van Spaanse
muziek uit de 16e eeuw en de bariton
Max van Egmond. Een andere solist is
de Belg René Jacobs, gespecialiseerd in
de barokopera. Verder werken mee het
Tolzer Knabenchor, het Amsterdams ba-
rokorkest Musica Antiqua en het Colle
gium Vocale uit Gent.
MOSKOU (AP). De dag nadat Solz-
jenitsin naar het westen was verbannen,
heeft de Russische regering alle openba
re bibliotheken opdracht gegeven de vijf
werken te doen verdwijnen die van hem
in de Sovjet-Unie zijn gepubliceerd. Dit
hebben literaire kringen in Moskou be
kendgemaakt.
De opdracht, die niet werd openbaar
gemaakt, was getekend door K. Roma
nov, hoofd van het instituut voor het
waarborgen van de staatsveiligheid in de
pers. Ze was gedateerd op 14 februari,
de dag nadat de dissidente auteur op
een vliegtuig naar West-Duitsland was
gezet. „Er bestaat geen twijfel over dat
de opdracht inhield dat het werk moest
worden vernietigd”, aldus genoemde
kringen. De vijf werken zijn: „Een dag
uit het leven van Ivan Denissovitsj” en
vier korte verhalen. Met uitzondering
van het laatste verhaal zijn alle werken
in de jaren 1962-1963 in het literaire
blad Novy Mir gepubliceerd. Volgens de
kringen zullen slechts twee exemplaren
van elk van Solzjenitsins werken wor
den bewaard in die bibliotheken die
speciale magazijnen bevatten, in bepaal
de kringen „gifkasten” genoemd-
PEKING. (Reuter) Een vooraan
staand dagblad in Peking, Goeangming,
heeft de waarschuwing geuit dat klassie
ke muziek uit het westen een nadelige
invloed kan hebben op China’s culturele
ontwikkeling.
HAARLEM. Haarlems Jeugdorkest
van de stichting „Jeugd en Muziek
Haarlem” heeft zaterdagavond in de
Nieuwe Kerk aan het Nieuwe Kerks-
plein zijn traditionele voorjaarsconcert
gegeven met een bijzonder programma.
Het vermeldde drie werken van Ne
derlandse componisten: een Intrada van
de bekende dirigent-componist Willem
van Otterloo, het Ricercare voor groot
symfonieorkest van Hendrik Andriessen
en het vrijwel in vergetelheid geraakte
Allegro voor vier strijkkwartetten van
de negentiende-eeuwse componist Jo
hannes Bernardus van Bree, van wie in
onze tijd bijna geen werk meer wordt
uitgevoerd.
Van Bree’s nagedachtenis wordt te
weinig in ere gehouden. Te gering is de
dankbaarheid van de Nederlandse natie
voor deze toonkunstenaar geweest, die
door een uitzonderlijk grote activiteit,
niettegenstaande een zeer zwakke ge
zondheid, ontzaglijk veel ertoe heeft bij
gedragen, dat de aandacht voor de mu
ziekbeoefening in ons land in de vorige
eeuw gaande gehouden werd. Als com
ponist was hij autodidact. Door deze
omstandigheid heeft zijn werk persoon
lijke accenten gekregen al werd de in
vloed van de romantici, van wie Van
Bree als dirigent veel muziek liet uit
voeren, toch wel merkbaar.
Ook het door Haarlems Jeugdorkest
Met bovenstaande problematiek wor
stelde gistermiddag in de Haarlemse To
neelschuur de eigen Schuurploeg, die
voor een vijftigtal kinderen het spel „De
Knollentuin” opvoerde. Een te veel aan
uit het hoofd geleerde, tevoren keurig
vastgestelde tekst, belette het merendeel
van de spelers adequaat op de gebeurte
nissen in de zaal te reageren. Slechts
speler Henk, over wie achter .mijn rug
werd gefluisterd dat hij constant zijn
tekst kwijt was, slaagde erin zichzelf in
dit opzicht tegenover de meelevende
schare toehoorders verkoopbaar te ma
ken: hij werd dan ook onmiddellijk tot
favoriet uitgeroepen en mocht vervol
gens zijn tekstboekje helemaal vergeten.
Alle lof.
De Schuurploeg heeft „De Knollen
tuin” gebaseerd op de elementen lucht,
aarde, water en vuur. De lucht symboli
seerde de figuur van „Bontje Blauw”, de
aarde „Knolletje Groen”, het water de
schoonmaakmaniak „Witte Reusje” en
het vuur, de warmte, de „Rooie Rakker”.
De gelukkig niet al te opzichtige
moraal van het verhaal: In een knol
lentuin wil niets groeien als er iets aan
de aarde mankeert, als er niet voldoende
frisse lucht is, wanneer het water ont
breekt of het zonnetje (de warmte) het
laat afweten. Alle factoren tezamen
zijn bepalend voor de waarde van de
oogst. Óf: alle spelers tezamen kunnen
Knolletje Groen pas aan een acceptabele
knollenopbrengst helpen.
Een best wel aardig thema, wanneer
je het tenminste enigszins redelijk ver
pakt op de kinderen kunt overbrengen.
En dat lukte de „Knollentuin”-spelers
(die het stuk voor de tweede maal
opvoerden) nog maar ten dele. Kinderen
zijn over het algemeen uitermate logisch
denkende wezentjes, aan wie je nauwe
lijks kunt verkopen dat je op het
toneel staande niet ziet wat je colle
ga’s om je heen uitvoeren. En die het
helemaal niet meer kunnen bevatten,
wanneer je hun welgemeende raadge
vingen in de wind slaat en met gespeel
de schrik ontdekkingen doet, die zij in
een veel vroeger stadium reeds luidkeels
hadden geconstateerd. De Schuurploeg
zal zich over zijn toneelattitude in kin
dervoorstellingen nog eens danig moeten
beraden. Met een wat minder strakke
tekstopbouw komt men waarschijnlijk
al een heel eind in de goede richting.
Opmerkingen, die de althans in de
ogen van de spelers logische opbouw
van het script nogal eens op pijnlijke
wijze willen doorkruisen. Hoe reageer je
daarop als acteur? Doe je net alsof je de
kreten' niet hoort, kap je de opmerkin
gen af met een kort„Hou je mond
dicht”, óf neem je ze juist ter harte, met
de logische consequentie dat er vanaf
dat tijdstip grotendeels op los moet wor
den geïmproviseerd?
De eerstgenoemde reactie, die zoge
noemde toneeldoofheid, lost niets op: de
kinderen zullen hun aanwijzingen
slechts nog wat harder gaan schreeu
wen. Door toepassing van de tweede
mogelijkheid, het afkappen van wat
wordt meegedeeld, maak je jezelf en je
doelstellingen wel erg ongeloofwaardig:
je doodt de juist in kinderen nog zo
mateloos aanwezige spontaniteit, je ver
moordt de toch zo belangrijke wissel
werking met het publiek. Alternatief
Het sprak echter tegelijkertijd voor
zichtige goedkeuring uit over het werk
Beethoven en nam daarmee een gema
tigder standpunt in dan andere kranten,
die onder meer hadden geschreven dat
Mozarts muziek inferieur is aan de Chi
nese moderne balletmuziek.
Hoewel de kritiek in Goeangming
vasthield aan het ideologische standpunt
dat westerse muziek in het algemeen de
bourgeois-geaardheid van haar compo
nisten weerspiegelt, menen waarnemers
in Peking dat er toch een correctie in
school voor het wegnemen van de in
druk dat in China weer anti-buitenland-
gevoelens de op kop opsteken.
Goeangming prees Beethovens Vijfde
symfonie als een „reflectie van de geest
van verzet van de opkomende bourgeoi
sie tegen het feodalisme”. „Wij laten niet
na op onze waardering voor Beethoven
en de progressieve betekenis van zijn
composities voor de geschiedenis, te wij
zen”, aldus Goeangming.
Bach wordt door het blad in de aan
een bepaalde periode gebonden hoek ge
drukt. De grote plaats die religeuze the
ma’s in Bachs muziek innemen, aldus
Goeangming „weerspiegelen zijn eigen
godsdienstige opvattingen en het belang
van de religie in het achterlijke en
feodale achttiende-eeuwse Duitsland”.
Uit de onvoltooide van Schubert spre
ken volgens Goeangming de „depressieve -
en onzekere gevoelens van de bourgeois
pseudo- intelectuelen uit Duitsland en -
Oostenrijk, en de blauwe Donau van
Johan Strauss is „camouflage voor de
reactionaire heersers van Oostenrijk die
probeerden de bourgoisie na de revolutie
van 1848 vrede op te leggen. Onkritische
aanvaarding van klassieke muziek uit
het westen zou tot ernstige ontwrichtin
gen in de dictatuur van het proletariaat
kunnen leiden”, aldus Goeangming.
Het voornaamste doel van het leggen
van klassieke muziek uit het Westen
onder de loep van de klasse-analyse zou
volgens waarnemers kunnen zijn, het
afremmen van het enthousiasme waar
mee concerten door orkesten uit het
westen werden ontvangen en die aanlei
ding zouden kunnen zijn geweest tot de
indruk dat China onvankelijker aan het
worden was voor de Westerse cultuur.
nummer drie blijft dan als enige moge
lijkheid over. Wat inhoudt, dat je je
tekstboekje gerust mag vergeten, ergens
een rode draad moet oppikken en de
voorstelling al improviserend tot
een goed einde moet zien te brengen.
Geen eenvoudige opgave, akkoord, maar
er rest nu eenmaal geen andere oplos
sing.
Bernard Bartelink opende het concert
met de uitvoering van een Toccata en
fuga van Jos van Amelsvoort, waarin de
melodie van het koraal „Vexilla regis
prodeunt” is verwerkt. Het werk bevat
speelse, kernachtige muziek vooral in de
Toccata. De fuga gebouwd op een zeer
melodisch geaard thema munt uit door
een goede structuur. Bartelink vertolkte
het werk voortreffelijk, constructief ge
zien, maar ook voor wat de klank be
trof. Zijn registratie toonde overtuigend
aan, dat de organist steeds meer de
geheimen van de bijzondere dispositie
van het Willibrordorgel doorgrondt, ook
in betrekking tot de steeds weer verras
singen gewende akoestiek van de indruk
wekkend grote kerkruimte.
Van beheersing van de orgelklank en
zijn vele timbre-facetten spraken ook de
gave vertolkingen van de koraalvoorspe-
len van Peeters, die zo gespeeld orgel
werken van betekenis bleken te zijn.
Op deze middag gaf Bartelink riog de
eerste uitvoering van een aan hem opge
dragen orgelwerk van de componist Lé
on Orthel, een drie-delige Sonate in d
kleine terts, welke probleemloze, aange
naam klinkende muziek bleek te bevat
ten, waarvan de werking overwegend op
een harmonische opbouw van accoorden
van vertrouwd karakter berust- De so
nate is een ontspannend, prettig klin
kend stuk, dat veel organisten gaarne in
hun repertoire zullen onemen.
Aan het concert werd medewerking
verleend door de zangeres Ank Reinders.
Zij had de liederen cyclus „Miroir de
Peine” door Hendrik Andriessen gecom
poneerd op vijf sonetten van de dichter
Henri Ghéon ter vertolking gekozen,
passie-muziek en passiegedachten van
ontroerende schoonheid en smartelijke
bewogenheid. De heldere en toch mild
geaarde sopraan-stem van Ank Reinders
klonk prachtig als medium voor het tot
uitdrukking brengen van de door zo
innerlijke muziek gedragen tekstge-
dachten. Bartelinks uitnemende orgelbe
geleiding vormde met deze diep-peilende
voordracht een voortreffelijke eenheid.
Ank Reinders heeft voorts een uitste
kende indruk gemaakt met drie zangen
van Marius Monnikendam, die zijn
muziek hiervoor een meliomatisch, exo
tisch en extatisch karakter gaf, waarme
de de van vervoering getuigende voor
dracht van de zangeres en de orgelbege
leiding volstrekt harmonieerden.
P. ZWAANSWIJK.
.'A./*.r
HOLLYWOOD. De Amerikaanse
filmster James Cagney ontving de hoog
ste Amerikaanse filmonderscheiding, de
Prijs die het Amerikaanse filminstituut
toekent voor het gehele werk van ie
mand dh zich bijzonder verdienstelijk
heeft gemaakt voor de filmkunst.
De 69-jarige Cagney is de tweede die
deze onderscheiding ontvangt. Wijlen de
regisseur John Ford was de eerste. Ja
mes Cagney is vooral bekend geworden
door zijn talrijke gangsterrollen. In 1931
zorgde hij voor rumoer door in de
stomme film „The public enemy” een
halve grapefruit in het knappe gezicht
van de actrice Mae Clark te duwen. Mae
Clark die nu 63 jaar is, was bij de
uitreiking aanwezig. Nadat hij in 1961
zijn 61-ste film had gemaakt „One,
two, three” waarin hij een Ameri
kaanse magnaat in Duitsland speelde
trok C' gney zich terug uit de filmwe
reld.
Een sfeervolle entourage rond de échte
leden van de Limehouse Jazz Band. Van
links naar rechts: Jacques van Ham,
Peter Rijkhoff, Ton van Brussel, Fred
Horn, Dick Klijn, Ger Booiman, Gerard
Wehrmeijer, Piet Peeperkorn en Remco
van der Gugten met voor zich de riet-
instrumenten.
HAARLEM. Eén van de aardigste
en moeilijkste facetten van een
kindervoorstelling is nog altijd de enor
me emotionele betrokkenheid van de
jeugdige toeschouwertjes bij alles, wat
zich zo vlak voor hun ogen op het
podium afspeelt. Je kunt als schrijver
van een kinderspel nog zo je best doen
om een boemanfiguur te vermijden: een
favoriet wordt door de kinderschaar al
snel gevonden, en die wordt door zijn
gestaag groeiende fanclub immer luid
keels met raad en daad terzijde gestaan.
De waarschuwingen schallen door de
zaal: „Kijk uit, hij staat achter je! Let
nou toch op!”
zo veel verschillende instrumentale tim
bres, maar de schoonheid van dit melo
dische zo rijke werk kon toch aan de
dag treden, ongetwijfeld tot voldoening
van de bij dit concert tegenwoordige
componist die aan dirigent en orkest
onder hartelijke bijval zijn dank kwam
betuigen.
Een bijzonder goede indruk heeft
Haarlems Jeugdorkest gemaakt met een
fijnzinnige uitvoering van de sfeerrijke
„Pastorale d’été” van de Zwitserse com
ponist Arthur Honegger. Het hoogtepunt
van dit concert werd echter bereikt met
de vertolking van de „Lieder eines fah-
renden Gesellen” van Gustav Mahler.
De solist hierbij was de bariton Rom
Kalma. Met zijn fraaie van nature zo
uitdrukkingsrijke, voortreffelijk beheer
ste stem heeft hij Mahlers aangrijpende,
weemoedig-romantische liederen met
ontroerende voordracht gezongen. Met
grote betrokkenheid hebben André
Kaart en zijn orkest de solist met een
verrassende verinnigde begeleiding, sub
tiel, maar ook met van vervoering getui
gende klankexpansies en expressieve
vereenzelviging terzijde gestaan in ver
tolkingen, die diepe indruk hebben ge
maakt. Rom Kalma schonk liedkunst
van hoge orde en daarvoor hebben de
toehoorders langdurig hun grote waar
dering getoond.
Het tweede en minstens even opval
lende facet van dit door de Stichting
Cat Jazz georganiseerde concert was het
gegeven dat hier een pianist speelde, die
zich in tegenspraak tot zijn geringe
bekendheid in ons land, een bij tijd en
wijle zeer knap stylist toonde. Dat
kwam met name tot uiting in puntgaaf
uitgewerkte versieringen die vaak de
belangrijkste inhoud van zijn stukken
vormden.
Joe Albany is een van de vroegste,
goede boppers. In de oorlog, nog geen 20
jaar oud, speelde hij in de orkesten van
Carter en Kaminsky. Zij zijn het die
bepalend zijn geweest voor de verdere
muzikale ontwikkeling van Albany. Het
lijkt me toe dat Albany door het contact
met Parker wel door hem geïmponeerd
is geraakt en dat het zeker wel inspire
rend heeft gewerkt, maar dat de muzi
kale basis bij Albany toen toch al gro
tendeels gevestigd was.
Albany’s programma dat door de ge
ringe opkomst van het publiek drie
kwartier later aanving, bestond uit drie
delen met in hoofdzaak ballads en blues
in het 12 maten stramien. Ondanks hetx
ontbreken van latere ontwikkelingen
(Albany is Albany gebleven zou je kun
nen zeggen) merk je dan dat een ever
green als Bluesette of andere traditio
nals bij deze pianist nog opmerkelijk
fris klinken. Dat gold bijvoorbeeld ook
voor het openingsnummer, Barbados van
Parker, of voor hét schitterend neerge
zette Time on my hands waarin Albany
koos voor de bewerking van Miles Davis.
Dit Carter-stuk werd echter meer een
bewerking a la Albany, niet in het minst
door zijn bijzonder rijkgeschakeerde
versieringen. Een boeiend, interessant
concert.
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. Haarlems bloedeigen
oude stijl orkest, de Limehouse Jazz
Band, heeft dezer dagen zijn eerste elpee
gemaakt, die onder de titel Daddycated
op het niet-commerciële Cat Jazz-label
is uitgebracht. „We zijn er bij deze titel
vanuit gegaan dat zonder onze vaders
deze plaat nooit tot stand zou zijn geko
men.” Aldus motiveert Remco van der
Gugten, klarinettist bij het orkest, de
naam van de plaat. „Oorspronkelijk
hadden we voor „Dedicated to our dad
dies” gekozen, maar dat bleek een te
lang verhaal te worden. Vandaar dit
taalgrapje.”
„Daddycated” laat de Limehouse Jazz
Band, voortgekomen uit de in 1965 opge
richte Limehouse Seven, op zijn best
horen. Stuk voor stuk goed geproduceer
de en perfect uitgevoerde stukken in de
stijl van de vroege bigbands, zoals die
van King Oliver en Fletcher Henderson.
Een klein aantal composities zijn van
Remco van der Gugten zelf, die geheel
in de stijl van de overige nummers
bleef.
De klarinettist, die op de plaat met
een warme en fraaie toon is te horen,
toonde zich zeer tevreden met het resul
taat. „Je weet misschien dat de Lime
house Seven enkele jaren geleden ook
een plaat heeft opgenomen op het Cat
Jazz label. In tegenstelling tot deze elpee
staan daar meer dixieland-stukken op.
Ik vind dat Daddycated qua stijl en
kwaliteit een stuk hoger ligt dan de
vorige plaat. De stijl die we nu (de
Limehouse Jazz Band kreeg ten opzichte
van de Seven uitbreiding met een twee
man sterkere blazersgroep - red.), bevalt
iedereen goed. We gaan voorlopig door
in deze richting”, aldus Remco.
De hoes van Daddycated laat aan de
voorzijde een ouderwets aandoende foto
zien waarop de vaders achter het instru
ment van hun respectieve zoons zijn
gezeten. Mede door de raakgetypeerde
fototechniek van Hans J. Böhme (Rem
co: „Een enorme fan van ons”) ademt de
hoes precies de sfeer van de muziek uit.
Pikante noot: geen van de vaders is
musicus, „uitgezonderd Cees van Brussel
(vader van Ton) die in een dolle bui ooit
eens bij ons achter de piano is gekro
pen.” Daddycated is onder meer ver
krijgbaar bij de optredens van de Lime
house Jazz Band en op de Haarlemse
Jazz Club, Groot Heiligland 47 in Haar
lem tijdens concerten en sessions.
uitgevoerde Allegro toont in melodische
formuleringen en harmonische geaard
heid die invloed.
De dirigent André Kaart, die het
voorjaarsconcert leidde, zorgde bij de
vertolking voor een overwegend verfijn
de, licht genuanceerde klank van de vier
groepen van strijkinstrumenten, die
vaardig en met toewijding werden be
speeld door de jeugdige instrumentalis
ten. Bij de ruime akoestiek van de
kerkruimte bleek het geen eenvoudige
aangelegenheid om de duidelijkheid van
tekening steeds te laten blijken en om
een exacte inpassing van de groepen tot
stand te brengen ter wille van een
constructieve vormgeving. Niettemin
slaagde André Kaart er goed in een
juiste indruk van Van Bree’s toch wel
daterende kwartet te geven, vaak door
een fraaie strijkersklank en door een
lyrische uitdrukking.
Aan het Allegro van Van Bree was de
Intrada van Van Otterloo voorafgegaan
in een uitvoering door de koperblazers
van het orkest, een bespeler van de
contrafagot en een paukenist, uitmun
tend door een diepe sonoriteit.
Het Ricercare van Hendrik Andriessen
kreeg een geestdriftige, muzikaal gela
den en door jeugdige stuwing geken
merkte vertolking. Ook hiervoor bleek
de akoestiek niet bevorderlijk voor de
duidelijkheid van de klankwerking bij
HAARLEM. Jan Hunfeld is een
nog jonge Haarlemse schilder en hier
eigenfijk onbekend, omdat hij kort na
zijn opleiding in de Verenigde Staten
ging wonen, waar hij zijn tekeningen en
schilderijen ook exposeerde. Hij is nu
„terug van weggeweest” en zijn werk
hangt tot Pasen in de prentenkamer van
Heerkens Thijssen.
De Amerikaanse stijlen hebben Jan
Hunfeld niet beïnvloed. Hij is typisch
een Nederlandse naturalistische schilder
gebleven, met werk dat in twee stijlen
uiteenvalt.
Zijn tekeningen zijn uitstekend. Hij
heeft wat hier hangt in de Franse Dor
dogne gemaakt, waar de bergen hem de
gelegenheid boden brede panorama’s,
soms van bovenaf gezien, in beeeld te
brengen. Dat deed hij in een heel helde
re stijl waarbinnen veel aan het wit
en dus aan de verbeeldingskracht van de
kijker is overgelaten. Opvallend is
zijn gevoel voor structuurverschilllen,
hetgeen de tekeningen een extra gra
fisch karakter geeft. Die verschillen be
staan bijvoorbeeld uit het contrast tus
sen heel precieus getekende dakpannen
en stenen tegenover heel andere arce
ringen in bomen en bergen.
Er hangen ook „Waskrijt-schilderin-
gen”. Dat is waskrijt of een dergelijk
materiaal op een blad aangebracht,
waarin de tekening als het ware is
ingekrast. Deze techniek laat echter niet
zo’n duidelijke voordracht oe als in de
tekeningen.
Dat materiaal leidt ook tot een gema
tigd expressionisme da echter niet over
tuigt. Deze bladen zijn hoofdzakelijk in
deze omgeving gemaakt, duinlandschap
pen en strand, waarin de menselijke
figuur hoogstens als stoffering wotdt
bruikt. Er hangen twee olieverfjes, te
weinig om gefundeerd over deze kant
van het kunstenaarschap van Jan Hun
feld te kunnen oordelen.
HEIN STEEHOUWER.
BRUSSEL (ANP). Het Belgische
centrum voor internationale culturele
betrekkingen, Azymuth, uit Lokeren,
gaat dit jaar, met steun van het Belgi
sche ministerie van buitenlandse zaken,
de Johannes Passion van Bach uitvoeren
in de authentieke versie. Azymuth wil
daarmee aandacht vragen voor een uit
voering van de Johannes Passion zoals
die waarschijnlijk door Bach bedoeld is.
k.->
«fa,;.